LAAT MAAR KOMEN, DIE APOCALYPS

LOUIS DE CORDIER aan het werk in de Alpujarras. 'Niet gemaakt om in musea terecht te komen.' © SARAH PILLEN

In de bergen van Andalusië bereidt een kleine alternatieve gemeenschap zich voor op de ondergang van de beschaving, die ze nabij acht. Een van hen is kunstenaar Louis De Cordier. Hij bouwt er gestaag aan een culturele ark – een bibliotheek voor de redding van de belangrijkste kennis van de mensheid. Knack bezocht hem in de haven van Amsterdam, waar hij zijn modelarkjes toont.

Buiten de centra toont de beschaving snel haar vermoeide gezicht. Neem nu de haven van Amsterdam. Het einde van de lokale scheepsbouw herschiep het terrein van de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij in een geteisterd landschap. Een laatste rustplaats in het beste geval, zoals voor het oude strijdschip Sirius van Greenpeace. Kunstenaars blazen de plek weer wat leven in en maken er de ‘grootste culturele broedplaats van Amsterdam’ van. De Motive Gallery huist in een vroegere metaalwerkplaats en werkt met kunstenaars die niet bepaald tot de mainstream behoren. Een van hen is de Vlaming Louis De Cordier (33), zoon van de kunstenaar Thierry De Cordier. Hij toont negen kano’s in hout, rustend op ranke ijzeren pootjes. Het gaat om archetypische modellen, gemaakt met middelen van de ambachtsman – zaag, hamer, beitel en dissel. Ook geschikt om mee te varen, als het formaat iets groter was. Eenvoudig, gaaf beeldhouwwerk in de lijn van Constantin Brancusi, de Roemeens-Franse grootmeester van de uitgepuurde vorm.

Het witte dennenhout komt uit de Alpujarras, de bergen en beboste dalen op de zuidflanken van de Spaanse Sierra Nevada. Zeven maanden geleden ging De Cordier er wonen met zijn vrouw Sarah en hun twee kleine kinderen. De bergbewoners beschikken er gratis over gerooide bomen. Een beeldhouwer weet daar wel raad mee. Zijn boten zijn extra wit omdat hij ze instrijkt met diatomiet. Dit organische sediment is erg in trek bij de leden van zijn kleine communauteit. ‘Deze zomer hebben we in groep zo’n tien ton graan aangekocht’, zegt hij. ‘De beste manier om die voor dertig jaar te bewaren, is door ze te behandelen met diatomiet. Schimmels en ongedierte eten het graan niet meer op vanwege de droogheid. Met de rest van het diatomiet waarmee ik de hele zomer het graan en de rijst had behandeld, heb ik de sculpturen ingesmeerd. Op die manier zijn ze ook beschermd.’

In de omgeving van Cadiar, een dorp van duizend zielen in de Alpujarras, maken De Cordier en zijn gezin deel uit van een lifeboat community. Een kern van dertig mensen, verdeeld over zeven boerderijen, richt er zijn leven en werk in met het oog op de komende instorting van de maatschappij. Sommigen verwachten een kolossale natuurramp zoals een verzengende zonnestorm. Anderen houden het bij een acute wereldcrisis als gevolg van olieschaarste, het failliet van het financiële systeem en de opwarming van de aarde. Allen behoren tot het groeiende leger survivalists, die zich terugtrekken op plekken waar ze denken de fatale dans te kunnen ontspringen. De hoogtes van meer dan 2000 meter in de Sierra Nevada in Andalusië, komen daarvoor in aanmerking.

Wwoofers

‘De beschaving zoals ze is, kan niet blijven doorgaan. Ze is niet duurzaam’, zegt De Cordier. Duurzaamheid is een sleutelbegrip voor de leden van zijn groep. De meest actieve doen aan kleinschalige landbouw en produceren voedsel voor eigen gebruik. In het dorp organiseren ze een lokale markt en ze beschikken over een eigen munt. Ze volgen de principes van de permacultuur, een natuurvriendelijke methode als alternatief voor industriële monoproductie in de landbouw. De Cordiers Belgische buren, Bastian Maerten en zijn vrouw Inge, hebben een Permaculture Institute opgericht op hun boerderij Semilla Besada . Ze worden er geassisteerd door een tiental ‘wwoofers’ – vrijwilligers, uitgestuurd door WWOOF, een internationaal netwerk voor de ondersteuning van organische boerderijen. Een andere buur is de Britse milieutoxicoloog Mark Crane. Deze ex-adviseur voor chemiereus Monsanto, nu marketingdirecteur van het milieuadviesbedrijf WCA, koos voor de praktijk van duurzame landbouw in de bergen. Hij zorgt voor de katten van De Cordier tijdens diens afwezigheid.

Zelf boert de kunstenaar niet. ‘Ik heb vooral de rol van coördinator op mij genomen’, zegt hij. Net zoals de andere boerderijen van de ‘lifeboat community’ buiten het dorp, is zijn cortijo volledig off-grid: niet aangesloten op het distributiesysteem van water, gas en elektriciteit. Met gsm, usb-stick en een wifiverbinding in het dorpscafé annex bookshop Pagamenos verzorgt hij de communicatie met de buitenwereld. Met het oog op de naderende ineenstorting van de globale maatschappij ziet hij zijn kleine gemeenschap het liefst georganiseerd als een life boat community network. De verbinding met andere ‘survivalist’-groepen tot een veerkrachtig netwerk, moet zorgen voor een meer parate voorbereiding op de apocalyps.

Zo’n open structuur houdt ook risico’s in. Onheilsprofeet Patrick Geryl, die in boeken met ronkende titels het einde van de wereld voorspelt voor 21 december 2012, is met zijn handeltje geïnfiltreerd in het netwerk van De Cordier. Via zijn website New Global Trust stuurt hij af en toe goedgelovigen naar ‘mijn vriend Louis’ in de Alpujarras om er de ene of andere overlevingsbunker te prospecteren. Een RTBF-televisieploeg maakte in 2011 voor het programma Questions à la une: à qui profite la peur de 2012? zelf de trip, en liet De Cordier zo’n bunker in de bergen demonstreren. Hij kwam uit de reportage als een ordinaire vastgoedmakelaar van de apocalpys, een even twijfelachtige figuur als Geryl. Beiden werden afgeborsteld als staatsgevaarlijke individuen, in België in de gaten gehouden door de federale politie, de staatsveiligheid en het IACSSO (Informatie- en adviescentrum over schadelijke sekten). Over ‘lifeboat community’, over duurzame landbouw, over kunst geen woord.

Zeker, de alternatieve boeren en ‘survivalists’ in de Alpujarras bouwen onder hun huizen multifunctionele bunkers die ze root cellars noemen. Ze bewaren er groenten tijdens de snikhete zomers, en willen er zelf schuilen als straks een zonnestorm de halve aarde vernietigt. Sinds kort gebruikt Louis de kelders ook als bewaarplaatsen voor essentiële boeken die de overlevenden van de apocalyps nodig zullen hebben om een nieuwe maatschappij op te bouwen. Dit past in zijn project voor een culturele ark van het hooggebergte ( High Mountain Culture Ark. bibliothecadelsol.com). De te bewaren boeken en digitale documenten omvatten brede terreinen van kunst, wetenschap, technologie, spiritualiteit, geschiedenis en filosofie.

In een eerste stadium was De Cordier uitgegaan van één grote, centrale ark als opslagplaats. Dat had de Bijbelse Noach hem voorgedaan, toen hij op last van God de basissoorten onder de dieren en het eetbare voedsel tijdens de zondvloed droog moest houden. De jonge Spaanse architect Carlos Arroyo, die zijn sporen inzake duurzaam bouwen al verdiende, maakte een voorontwerp voor De Cordier. Bij nader inzien bleek dat geen goed idee. Nog afgezien van zijn beperkte budget, bedacht de kunstenaar dat een centrale bibliotheek ook erg kwetsbaar is. De fabuleuze bibliotheek van Alexandrië werd ooit tot op de grond vernietigd. Boeken die over een netwerk van kloosters werden bewaard, hadden vaker overlevingskansen. Zo geraakte de culturele ark van het hooggebergte ten slotte opgesplitst in kleinere, symbolische arken, verdeeld over diverse root cellars.

Voor de realisatie van het project steunt De Cordier op de Mataha Foundation. De stichting, die hij zelf oprichtte, rekent op giften van filantropen die de ‘survivalism’-filosofie genegen zijn en de kennis van de mensheid willen vrijwaren voor de toekomst. Voor zichzelf schrijft hij bij de stichting ‘een klein loontje’ in. Hij coördineert nu de actie sent a book. Ieder die dat wil, kiest de twee boeken uit die hij het allerbelangrijkst vindt, en stuurt die op naar de Alpujarras. De kunstenaar neemt ze in ontvangst, catalogiseert ze, behandelt ze met insecticide, stopt ze in een vacuümverpakking en brengt ze in veiligheid in een van de root cellars. Via de onlineboekhandel Amazon.com doet hij zelf zo veel boekbestellingen als het budget hem toelaat.

Innerlijke rust

In samenhang met zijn vorige grote project – een expeditie naar het Egyptische labyrint van Hawara – en deels om dit te financieren, had de kunstenaar een serie golden sun disks gebeeldhouwd. Ze bevatten abstracte symbolen van tijdloze geometrische, geologische en astronomische kennis. Op dezelfde wijze begeleiden de negen modelkano’s zijn project voor een culturele ark – in april stelt hij een tiende, hele grote kano voor bij de Antwerpse galerie van Annette De Keyser. Eigenlijk had het dit keer ook zonder kunst gekund. De Cordiers doel bij hoogdringendheid was de uitbouw van een operationeel netwerk, voorbereid op een total collapse. Geplande tentoonstellingen had hij zelfs geschrapt. Maar, eenmaal het doel bereikt, overviel hem ‘een sterke innerlijke rust’. Hij voelde zich klaar om ‘fundamentele werken te maken’.

De kunstenaar hakte elke boot uit een volle dennenstam. Daarom noemt hij ze ook wel dug-outs. De dug-out verscheen voor het eerst na de jongste ijstijd, tienduizend jaar geleden, toen de rivieren breder werden, en de bomen talrijker en groter. De stevige dug-out bood een alternatief voor de lichte, moeizaam bijeengesprokkelde kajak van voorheen. De Cordier koos echter niet voor het praktische nut. Hij gaf zijn modelboten, die hij ook archetypes noemt, een volmaakt uitgepuurde vorm. Hij streek ze in met bijenwas, olie en diatomiet. De dennenhouten rompen verwierven een stralende witheid. Op hun dunne metalen poten ‘zweven’ ze een eind boven de grond. Zo gaf hij ze een air van spiritualiteit, een eigenschap die hem zo trof in de cultuur van het oude Egypte.

Ze doen inderdaad denken aan de vaartuigen uit de piramideteksten. Daarin verlaten de geesten van de doden ’s nachts de tombe om de bark van de zonnegod Ra te nemen. Bij het krieken van de dag kunnen ze dan, verjongd en herboren, aan de kim verschijnen, net als Ra. ‘Mijn werken zijn niet gemaakt met het idee om in musea terecht te komen,’ zegt hij. ‘Ik ga ervan uit dat er binnen tien jaar misschien toch geen musea meer zijn. Denk bij dit werk eerder aan iemand die gaat sterven en die zegt: vandaag ga ik nog een boom planten. Op die manier.’

‘MAKESHIFT’, LOUIS DE CORDIER, TOT 3 MAART, VAN WOENSDAG TOT ZATERDAG VAN 11 TOT 18 UUR. MOTIVE GALLERY, MS. VAN RIEMSDIJKWEG 41 A, AMSTERDAM (GRATIS VEERBOOT NAAR NDSM-WERF VANAF AMSTERDAM CENTRAAL STATION- WEEK: OM HET KWARTIER/ WEEKEND OM HET HALFUUR).

DOOR JAN BRAET

‘Denk aan iemand die gaat sterven en die zegt: vandaag ga ik nog een boom planten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content