Voor een sportliefhebber in winterslaap zijn er twee zekerheden. Eén: rond het eindejaar ziet hij een diarree aan prijzen en sporttrofeeën uitreiken die soms de prestaties belonen – het enige wat écht telt in de sport – maar even vaak de leukst geschoren benen of de zoetgevooisdste stem. En twee: als de winter valt, rollen er altijd wel ergens wat dopinglijken uit de kast, waardoor de sportwereld nog eens kan roepen dat hij de strijd tegen doping aan het winnen is.

Het was de jongste weken niet anders. De trofeeën waren nog maar net uitgedeeld of Marino Keulen (VLD) duikelde al cijfers op van de cel Medisch Verantwoord Sporten (MVS) die in een rijdend urinoir alle sportmanifestaties in Vlaanderen afdweilt op zoek naar positieve plasjes. Ze waren vorig jaar weer fors gestegen in aantal, die positieve plasjes, wist de minister te melden. Logisch, want er werd in 2003 vaker buiten competitie en meer bij wielertoeristen en recreanten gecontroleerd – kennelijk is het voor de doorsnee-Vlaming levensbelangrijk dat hij sneller loopt, hoger springt en verder fietst dan zijn vrienden van de kaartclub.

Begrijp ons niet verkeerd: wij zijn voor dopingcontroles. Een farmaceutisch inspecteur heeft ooit een dokterstas vol onderschepte rommel voor ons leeggeschud, en het was een ontstellend gezicht: Chinese groeihormonen, echte en valse Russische anabolen, Aziatische veeartsenijproducten, besteld op het internet en netjes verpakt in aan kleine sporters geadresseerde postpakketten. Dergelijke rommel is een gevaar voor de volksgezondheid, en hij moet met alle middelen bestreden worden.

Maar voor topsport gelden andere regels. In de topsport is de jacht op doping een jacht op zwarte schapen, op eeuwige beloftes of tweederangsatleten (Robert Sassone), vedettes op hun retour (Linford Christie) of wereldsterren (Carl Lewis) die ná hun carrière als zondebok kunnen dienen. Echte wereldtoppers blijven bij dopingcontroles meestal buiten schot. Omdat ze niets pakken? Wellicht omdat ze zich niet láten pakken. Wie miljoenen verdient en dus ook lieve sommetjes kan besteden aan een degelijke preparatie, hoeft geen slecht gekloonde Oostblokanabolen of verouderde amfetaminepreparaten op het internet te betrekken. Voor hem staan er legers helpers klaar met niet-opspoorbare groeihormonen, gemodificeerde designerdrugs of met dynepo die niet van lichaamseigen eritropoëtine te onderscheiden is. Die middeltjes zijn meestal duurder, maar ook sterker en dus gevaarlijker.

Misschien moet de sportwereld de rea-liteit maar eens onder ogen zien: medische begeleiding, zelfs met al haar ontsporingen, is een essentieel onderdeel van topsport geworden. Dus moeten de bobo’s zich eerst zorgen maken over hoe ze de kwakzalvers uit het circuit zullen halen, en pas later over de producten. Want hoe groot ook de pakkans, zolang een halve seconde of een hele millimeter een paar miljoen euro verschil maakt, zal het doel de middelen blijven heiligen. En de dag dat deelnemen in sport écht belangrijker dan winnen wordt, blijven we alleen met de idiote trofeeën over.

Frank Demets

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content