De vraag is niet wie Europees kampioen voetbal wordt. De vraag is: wie wordt de eerste bondscoach die zelfmoord pleegt? Een Kees-study.

Voordien was er vanzelfsprekend ook al kritiek geweest, maar de echte frontale aanval werd geopend door Co Adriaanse, de coach van AZ uit Alkmaar. Co was net door zijn collega-oefenmeesters uitgeroepen tot ‘Trainer van het Jaar’, en begon zijn dankrede als volgt: ‘Heren trainers, vooreerst wil ik u vragen een daverend applaus aan uzelf te geven, omdat u mij als laureaat hebt verkozen.’

Adriaanse was, naar het schijnt, een beperkte voetballer bij De Volewijckers en FC Utrecht, en maakte in het trainersvak naam als directeur van de jeugdopleiding van Ajax, die door de hele wereld werd geroemd als hét na te volgen voorbeeld. Door de hele wereld, behalve Johan Cruijff. Die beweerde dat er geen enkele talentvolle Ajacied nog doorbrak sinds Co de leiding had. Vóór Co had Cruijff de leiding.

Co en Cruijff kunnen elkaars bloed drinken. De kern van dat conflict is simpel: volgens Co is Cruijff een zwetser. En dat, het hoeft geen betoog, is in Nederland heiligschennis. Nog eerder zal men de koningin een del van de grachten noemen, dan Cruijff een zwetser. Co deed het wel. Hij is van mening dat een trainer slechts bij een profclub aan de slag mag, indien hij daartoe het vereiste diploma bezit. Co heeft er zeventien, Cruijff geen enkel. Niet eens muziekschool. Volgens Cruijff mogen alleen ex-topvoetballers een eredivisieclub leiden. En onder topvoetballers verstaat Cruijff spelers die drie of meer Europacups hebben gewonnen, en in minstens één WK-finale aan de aftrap hebben gestaan.

Zo kent u Co. Toen de bescheidenheid werd uitgedeeld, was hij ziek. Twee weken vóór de start van dit EK schreeuwde hij het uit op de voorpagina van het toonaangevende weekblad Voetbal International: ‘Met Dick Advocaat win je geen EK.’ De trainingsopbouw was niet goed, de tactiek nog slechter, de spelersselectie erbarmelijk, en de mentaliteit beneden de maat.

Dat mocht Advocaat in zijn zak steken, van een collega, net vóór een levensbelangrijk toernooi. De boze bondscoach eiste via de vakvereniging Coaches Betaald Voetbal excuses, maar Co weigerde en nam ontslag uit de CBV. Waarna Advocaat hetzelfde deed, en de CBV zich plots beroofd zag van zijn twee meest prestigieuze leden: de bondscoach en de Trainer van het Jaar. De uitval van Co kwam er na de voor Nederland beschamende 0-1 nederlaag tegen de Belgen, maar vóór de nog veel beschamendere 0-1 nederlaag tegen de reserven van Ierland.

En toen brak de dijk. Cruijff, die vanwege zijn afkeer voor Co toch even had getwijfeld, stelde met verbijstering vast dat Advocaat een week vóór het EK de simpelste knopen in verband met speelwijze en opstelling nog niet had doorgehakt. Marco Van Basten laakte de voorzichtige instelling van het Nederlandse elftal. Vanuit Mexico klonk zowaar de hoon van don Leo Beenhakker, die Advocaat zowat de minste vond uit het lange rijtje bondscoaches van Oranje. En dat wou wat zeggen, want daar zat Beenhakker zelf twee keer bij.

Het leger der analisten

Van Co en Cruijff en Beenhakker, hebben ze er in Nederland twintig. Nee, dertig. Ex-voetballers, ex-trainers, of trainers die nog in functie zijn, die door kranten en televisiestations worden ingehuurd als analist. De analist is een fenomeen van de jongste vijf jaar. Hij diende aanvankelijk om op televisie tijdens de rust de ruimte tussen twee reclameblokken op te vullen, maar hij heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot een van de belangrijkste actoren in het voetbal. Zijn rol is namelijk die van sfeerbederver en ruziestichter.

In België blijven de analisten doorgaans mild, maar in Nederland wordt van hen kritiek geëist, liefst zo kwetsend mogelijk. Tenslotte worden ze daarvoor fors betaald. Op dit EK hebben de Nederlanders alle records gebroken. Als de arme Dick Advocaat vanuit de kleedkamertunnel naar zijn bank kwam gesloft en even naar boven in de tribune keek, zag hij daar een volledig vak vol analisten, die allemaal grijnzend zaten te likkebaarden. Als gieren boven een gewonde antilope. Sommigen kwamen hem ook nog een hand geven, om hun aanwezigheid extra in de verf te zetten.

Dick Advocaat is een eenvoudig man. Middelmaat, zegt men. Als voetballer, als coach, en vooral als prater. Dick was back bij ADO Den Haag. Die ADO staat voor ‘Alles Door Oefening’. In zijn nadagen speelde hij in 1982 ook één seizoen in de Belgische tweede klasse bij Baarechoem Sport, een club uit de regio Antwerpen. Daarna werd hij trainer, en in 1991 zelfs assistent van bondscoach Rinus Michels. Die schoof hem na het EK ’92 als zijn opvolger naar voren. De kleine generaal nam het over van de grote generaal. Op het WK ’94 bereikte Advocaat de kwartfinale, waarin Nederland slechts op het nippertje met 3-2 werd gewipt door de latere winnaar Brazilië. Daarna ging hij naar PSV en Glasgow Rangers.

In november 2002 werd hij een tweede keer bondscoach. In opvolging van Louis Van Gaal, die iedereen had verzekerd dat Nederland dankzij zijn kundige leiding wereldkampioen zou worden. Helaas slaagde hij er niet in zich te plaatsen voor de eindronde. Advocaat kreeg Willem Van Hanegem naast zich, de bij pers en publiek immens populaire ex-ster van Feyenoord. Alle criticasters wisten het meteen: Dick eruit en ‘De Kromme’ hoofdcoach, zo had het gemoeten.

Dat idee won veld toen Nederland er in de voorronde van dit EK weinig van terechtbracht. Zelfs in de heenmatch van de barrage tegen het zwakke Schotland kwam het niet verder dan 0-0. In de terugmatch liet Dick, of was het Willem, zijn verzadigde vedetten op de bank, en gaf jongeren als Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart van Ajax hun kans: 6-0!

Een gelijkspel tegen Duitsland

Dat gaf de belaagde coach wat krediet, maar nederlagen in de oefenpartijtjes tegen België en Ierland, en een erg moeizame zege tegen nota bene de Faeröer, deden dat meteen weer teniet. Dick werd nog onzekerder dan hij al was, hakkelde en stotterde, veegde alle records hoge-bloeddruk van de medische tabellen, en liep erbij als een gespannen veer.

Tegenover het bataljon bloeddorstige Hollandse journalisten moest hij constant op de toppen van zijn tenen, tegenover het leger analisten was hij kansloos. Er waren niet alleen Cruijff en Co en don Leo, maar ook Ronald Koeman, Marco Van Basten, Ruud Gullit, Foppe De Haan, Aad De Mos, Jan en Youri Mulder, Hans Kraay junior, Bert Van Marwijk, Guus Hiddink, Louis van Gaal en de irritante Algemeen Dagblad-journalist Hugo Borst, zeg maar de Marc Reynebeau van het Nederlandse voetbal. Allemaal schoten ze met scherp op de arme Advocaat. De boutade is bekend: ‘Nederland heeft zestien miljoen bondscoaches, en uitgerekend de slechtste van hen wordt door de KNVB in dienst genomen.’

Advocaat had zich een ongeluk geëxperimenteerd. 4-4-2 of 4-3-3, met ruit of zonder ruit, driehoek naar voren of driehoek naar achteren… ‘Waar is de goede oude tijd van 11 tegen 11?’ vroeg de Volkskrant zich sarcastisch af. ‘Nog even en we spelen volgens de Stelling van Pythagoras.’ Bij de afreis naar Portugal wist Advocaat nóg niet welk patroon hij zou kiezen. En toen Nederland in zijn eerste wedstrijd enkel dankzij een wonderdoelpunt van Ruud Van Nistelrooy een onverdiend gelijkspel tegen Duitsland uit de brand sleepte, was de hel een aangename plaats in vergelijking met de Algarve, waar Oranje op hotel was.

Cruijff! Of hij opgetogen was over de prestatie van de Nederlanders? Dat was Johan niet: ‘Op alle onderdelen ondermaats. De veldbezetting leek nergens op, en voetbaltechnisch zijn er weinigen die ik meer dan een nul zou geven. Zo spelen tegen Tsjechië en we liggen eruit.’

Cruijff was mild en, het moet onderstreept, hij heeft zich nooit verlaagd tot een aanval op de persoon Advocaat. Dat kon niet worden gezegd van de anderen. Bijvoorbeeld Jan Mulder, naar wie de bondscoach in een overmoedige bui zelf eens een sneer had gegeven. Want Mulder, die elke avond schampere commentaren geeft bij Barend en Van Dorp op SBS6, zou in de soep van het voetbal spuwen. Hij had er zich onder meer over verbaasd dat stenigen wel algemeen aanvaard wordt als het gaat om overspelige vrouwen in Nigeria, maar niet bij bondscoaches in Nederland.

Jan na Duitsland-Nederland: ‘Nederland onder Advocaat, dat is al twee jaar dramatisch. Je ziet het aan een spits als Van Nistelrooy. Die speelt in dit systeem zó slecht… als je daar nu een scout van Xamax Neuchâtel op zou afsturen, die koopt hem niet eens. En ik spuw helemaal niet in de soep van het voetbal, ik spuw op één balletje erin, en dat is Advocaat.’ Even tussendoor: als het een beetje meezit, wordt Van Nistelrooy topschutter van dit EK.

De wissel van Robben

Louis Van Gaal: ‘We kunnen het niet meer.’ Niet dat Van Gaal kritiek had op Advocaat, verre van. ‘Achteraf kun je een koe in haar kont kijken,’ bezigde Louis een nogal vreemde beeldspraak, ‘maar feit is wel dat het in twee jaar tijd met Oranje steil bergaf is gegaan.’ Twee jaar geleden was Louis zelf bondscoach, weet u nog? Niet gekwalificeerd voor de WK-eindronde.

En toen kwam Nederland-Tsjechië! De wissel van Arjen Robben! Daar spreken ze in Nederland over honderd jaar nog van. Zoals van de Elfstedentocht van Reinier Paping in 1963. Nadat Advocaat eindelijk het devies van Cruijff had gevolgd en met een driemansvoorhoede voor het offensief had gekozen, liep Nederland voor het eerst weer uitstekend te voetballen. Binnen een kwartier 2-0 voor, twee assists van Robben, bal op de lat, op de paal, huizenhoge penalty niet gekregen… kortom: Oranje uit de grote dagen. Eén domme tegengoal had de stand wel op 2-1 gebracht, maar de Tsjechen lagen met het hoofd op het hakblok.

EN WAT DOET ‘M? Advocaat? Hij haalt er Robben af!! De beste man op het veld. En stilaan van het toernooi. Heel Nederland viel van verbijstering achterover. In de minuten die volgden, scoorden de Tsjechen twee keer, wonnen met 2-3, en Nederland mocht zijn koffers gaan klaar zetten. De redenering van Advocaat was niet helemaal achterlijk, al hebben velen nadien die indruk gewekt. Arjen Robben is een toptalent, net van PSV naar het Chelsea van Roman Abramovitch getransfereerd voor 20 miljoen euro. Maar, hij speelde tegen Tsjechië wel zijn eerste match na drie maanden inactiviteit. Het was trouwens Advocaat die hem ondanks een blessure toch selecteerde. Hem vervangen door middenvelder Paul Bosvelt, om een man extra in de buurt van de Tsjechische uitblinker Pavel Nedved te zetten, was een verdedigbare tactische optie.

Helaas liep de match slecht af, en werd Advocaat op slag een van de beroemdste slachtoffers van het principe: ‘Post hoc, ergo propter hoc.’ Het paard staat stil en de kar staat stil. Het paard vertrekt, en de kar vertrekt ook. Wel, dan gaan we er, althans in de christelijke wereld, van uit dat het paard de kar trekt. Of dat de kar het paard duwt, dat kan ook, bergafwaarts.

Niemand kan bewijzen dat Nederland verloor OMDAT Robben er werd afgehaald. Tenslotte werd verdediger Johnny Heitinga daarna nog uitgesloten na een tweede gele kaart, en moest Nederland met z’n tienen verder. Maar in elk geval verloor Nederland NADAT Robben er was afgehaald, en voor sommigen was het oorzakelijk verband daarmee aangetoond: nadat, dus omdat. Tussen twee haakjes: de zo geroemde Sven-Goran Eriksson deed hetzelfde in Frankrijk-Engeland, met de vervanging van wonderboy Wayne Rooney, en met hetzelfde resultaat: twee goals om de oren en een zo goed als gewonnen match toch nog verloren.

Wat na de nederlaag tegen Tsjechië losbarstte, overtrof de golf van haat die misdadigers van gemeenrecht doorgaans te beurt valt. Sommigen hielden het bij cynisme. Zoals de Volkskrant: ‘Dick Advocaat maakte er tot nu toe een gewoonte van duels te beginnen met de verkeerde opstelling, en dat tijdens de wedstrijd weer recht te breien. Tegen de Tsjechen besloot hij het andersom te doen.’ In NRC Handelsblad werd er fijntjes aan herinnerd dat het op de dag af 589 jaar geleden was dat Johannes Hus tot de dood op de brandstapel werd veroordeeld. En in een advertentie ernaast stond tegen een fel oranje achtergrond: ‘Advocaatje leef je nog? Ieja deeja.’

Voor anderen was humor niet toereikend: er moest bloed vloeien. Jack Van Gelder, de gladde NOS-paling, had onmiddellijk na affluiten maar één vraag: zou Dick er zelf een einde aan maken, of moest hij een handje helpen? Advocaat, een kwartier eerder ternauwernood aan een hartinfarct, een beroerte, en een aanval van epilepsie ontsnapt, kwam niet meer uit zijn woorden en werd afgeslacht. De dag nadien jutte Van Gelder Co Adriaanse en Hugo Borst nog een beetje op: ‘Ik heb het thuisfront gebeld, Advocaat wordt door heel Nederland gehááát hoor.’ Op de eerstvolgende training stonden tweeduizend Oranje-supporters rond het veld om Advocaat uit te jouwen en uit te schelden. En met wat in lezersrubrieken en op internetsites gepubliceerd werd, heeft het Hof van Straatsburg jaren werk.

De naam Pim Fortuyn drong zich op. De media kunnen zo ver gaan in het diaboliseren van een individu, dat vroeg of laat een opgedraaide gek naar mes of pistool grijpt en het land een dienst bewijst. Premier Jan Peter Balkenende kwam persoonlijk waarschuwen op televisie. In eigen boezem: wie de Vlaamse kranten van de zomer 2002 nog eens ter hand neemt, zal merken dat de haat die daar over Robert Waseige werd uitgekapt in kwantiteit en intensiteit niet veel moest onderdoen voor wat Marc Dutroux te beurt viel. Wat daar de reden van was, zijn wij vergeten. Dat hij Wilmots opstelde of zoiets.

Sauve qui peut: een psychologe!

Wie wordt de eerste bondscoach die de druk en het sarcasme van al die betweters niet meer aankan en zelfmoord pleegt? De Duitse trainer Rudi Völler is er bijzonder dicht bij geweest. Toen Duitsland in IJsland 0-0 gelijk was gaan spelen en het gemekker weer opsteeg, ging Rudi door het lint. Schold de ARD-interviewer uit voor een dronkelap, en noemde analist Günter Netzer een oude lul die in zijn tijd nauwelijks kon lopen en vandaag niet eens een plaats zou hebben in het C-elftal. Voor één keer verloor ook Netzer zijn kalmte: ‘Na, sowass.’Dat Völler in dit EK op niet veel clementie hoefde te rekenen na de beschamende uitschakeling van de Mannschaft tegen Letland en Tsjechië-B, hoeft geen betoog. Geen halve dag na affluiten nam hij ontslag, vijftien jaar ouder dan twee weken geleden.

Bij de Portugezen was bondscoach Luiz-Felipe Scolari bijna hetzelfde lot beschoren. Scolari is een Braziliaan, werd twee jaar geleden wereldkampioen met Brazilië, en is voorstander van een defensieve speelwijze. Die wereldtitel deed zijn zelfvertrouwen geen goed: het steeg naar het zenit. Toen hij de leiding over de Portugese ploeg op zich nam, wond hij er geen doekjes om: ‘Ik zal Portugal Europees kampioen maken, si on me laisse faire.’

En om dat te onderstrepen, gooide hij onmiddellijk topvedette Vitor Baia uit de kern. Een van de beste keepers in de wereld en het boegbeeld van FC Porto, al jaren de beste club in Portugal en vorige maand winnaar van de Champions League. Volgens Scolari was Baia een tweedrachtzaaier. Een storm van protest barstte los boven Porto, maar om ze daar nog wat extra te jennen, nam Scolari hun reservekeeper in de kern op. En zette alle wél geselecteerde Porto-spelers op de bank. De nieuwe keeper, Ricardo van Sporting Lissabon, zou trouwens de held van de natie worden in de kwartfinale tegen Engeland.

Dat Portugal uitgerekend in Porto de openingsmatch van het EK moest afwerken, was een ongelukkige bijkomstigheid. Telkens wanneer het hoofd van de trainer op het stadionscherm verscheen, kolkte het boegeroep van de tribunes. Dat Portugal ook nog verloor, van het vooraf kansloos geachte Griekenland, maakte het er niet beter op. Gelukkig voor Scolari speelde Portugal alle volgende duels in Lissabon.

Naast de koppige keuze van de coach, heerste bij de Portugezen ook nog een interne machtsstrijd tussen de oude en de nieuwe generatie. En maakten sterren als Luis Figo en Fernado Couto zich openlijk boos over de naturalisatie van de Braziliaan Deco, ook van FC Porto. ‘Wie Chinees is, moet voor China spelen’, waagde Figo zich aan een moeilijke metafoor. En in de wedstrijd tegen Griekenland gaf hij de na de rust ingekomen Deco geen enkele bal, en ging bovendien hinderlijk op diens positie lopen.

Coach Scolari besloot de grote middelen in te zetten, en deed een beroep op Regina Brandao, een Braziliaanse psychologe. Een ‘Braziliaanse psychologe’, dat is het Zuid-Amerikaanse equivalent van wat bij ons een karakterdanseres zou worden genoemd, maar dan een gediplomeerde. Regina zat wel in Brazilië, maar verleende haar diensten telefonisch. Zoals men wel eens ziet op de advertentiebladzijden van Het Laatste Nieuws.

Wat heeft Regina allemaal gezegd of beloofd? We weten het niet. Feit is dat de Portugezen in hun tweede match, tegen Rusland, heel wat beter voor de dag kwamen. Met de gecontesteerde Deco vanaf de aftrap in het elftal, en met Luis Figo verplicht op rechts. Verder koos Scolari nu toch voluit voor de mannen van FC Porto. Dat hij dat wel deed in Lissabon en niet in Porto, was een aardigheidje voor privé-plezier dat hem zijn kop had gekost indien Portugal in zijn derde match door Spanje zou zijn uitgeschakeld. Op de brug over de Taag controleerde men de touwen waaraan de coach zou worden opgehangen, maar Portugal won! En deed dat over in de kwartfinale tegen Engeland, na een memorabele partij. Het hele land in feest, en zo ne goeie als Scolari hadden ze nog nooit gehad.

Epiloog

O ja, nog een detail. Ook Nederland plaatste zich voor de halve finales. Met een beetje geluk wordt Dick Advocaat na Rinus Michels de meest succesrijke bondscoach uit de geschiedenis van Oranje.

Door Koen Meulenaere

‘Nog even en we spelen volgens de Stelling van Pythagoras.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content