Patrick Martens

De Waalse minister-president vindt dat de Walen meer moeten werken. Maar meer sociaal-economische bevoegdheden heeft hij voor Wallonië niet nodig.

De Waalse minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS) voert een charmeoffensief in Vlaanderen. Vorige week is hij in de West-Vlaamse thuisbasis van zijn Vlaamse evenknie Yves Leterme (CD&V) begonnen aan een ‘Ronde van Vlaanderen’ en de jaarlijkse Fêtes de Wallonie in Namen waren een goede aanleiding voor interviews in diverse Vlaamse kranten.

Dat Van Cau – als Waals regionalist pur sang heeft hij eeuwig en altijd een Waals haantje op zijn jas vastgespeld – geen Nederlands kent, hindert hem niet in zijn benadering van de Vlaamse publieke opinie. Met het Waalse marshallplan onder de arm, toont hij veel zelfvertrouwen en legt hij uit hoe in Wallonië met nieuwe middelen (1,4 miljard euro) en een nieuwe mentaliteit werk wordt gemaakt van de economische heropleving van de regio. ‘Een inhaalbeweging’, noemt Van Cau het. Die operatie lijkt ook niet eens zo zwaar te zijn, want de cijfers van de Waalse regeringsleider vertellen dat de economische groei in Vlaanderen nog slechts een fractie van een procent hoger is dan die in Wallonië. Om maar te zeggen dat dit onmogelijk zou zijn indien het cliché over ‘luie Walen’ zou kloppen.

In zijn discours volgt Van Cau een dubbel spoor. Enerzijds moeten de Walen nog meer werken. Anderzijds mag Vlaanderen ‘de zuurstof’ van Wallonië niet afsnijden en blijft in de komende jaren een solidaire transfer van noord naar zuid nodig. Maar voor het vervolg – meer sociaal-economische bevoegdheden voor de regio’s – geeft Van Cau niet thuis. De wezenlijke verschillen tussen de arbeidsmarkten in Vlaanderen, Wallonië en Brussel overtuigen hem niet. ‘We kennen de Vlaamse vragen, maar Vlaanderen moet eerst maar eens bewijzen dat we daar allemaal beter van worden’, zo klinkt de nieuwste vertaling van Van Cau’s non.

De Vlaamse vragen zijn er inderdaad en die zijn dringender geworden na het Vlaamse debacle rond Brussel-Halle-Vilvoorde. In een nieuw sociaal-economisch plan van CD&V bijvoorbeeld is het splitsen van de ‘economische hefbomen’ een ‘prioriteit bij de volgende staatshervorming’. Meer nog: ‘Er kan voor CD&V geen nieuwe federale regering tot stand komen zonder deze institutionele doorbraak.’

Zo ver drijft vice-premier Johan Vande Lanotte (SP.A) het in zijn intentieverklaring als kandidaat-partijvoorzitter niet. Hij stuurt aan op een regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid, zonder te raken aan de solidaire mechanismen in de betrokken budgetten. Die mogen volgens de Vlaamse socialist Vande Lanotte nog zeker 20 jaar blijven bestaan. Hoewel dit veel langer is dan de Waalse socialist Van Cauwenberghe vraagt, neemt ook dat zijn koudwatervrees niet weg. Misschien moet hij maar eens beter aan de Vlamingen uitleggen waarom.

Patrick Martens

Sociale transfer van noord naar zuid blijft noodzakelijk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content