Een Santana, gestolen uit een showroom in Lembeek. De verdwenen champagneflessen van mevrouw Piot uit Maubeuge. Het waren 25 jaar geleden niet meer dan faits divers. Nu, een kwarteeuw later, zijn ze uitgegroeid tot het vertrekpunt van een onderzoek dat ons land nog altijd bezighoudt: De Bende van Nijvel.
En toch is hier ooit iets gebeurd. Maar het is al zo lang geleden dat niemand er nog bij stilstaat. Zelfs de wijzers van de klok op de kerktoren bewegen niet meer. Ze moeten even voor klokslag twaalf zijn blijven haperen. En het beeld van Sint-Aldegonde, de patroonheilige tegen alle kankers en stichtster van de stad Maubeuge, staat in een koude wind voor de kerk tussen het verwaaide afval. En in kleine, blauwe mozaïekstenen staat op de kerk geschreven: ‘Saul! Saul! Waarom vervolgt u mij?’
Wie alleen zijn weg vervolgen wil, ziet op de hoek een wegwijzer. Rechtsaf: Paris/Reims. Linksaf. Bruxelles/Mons. Wie rechtdoor gaat, komt uit op de Place des Nations. Op het plein draait een draaimolen traag zijn rondjes. Twee onbemande politiemotoren achtervolgen Mickey Mouse in een Batmobile. Ze halen hem niet bij, maar ontkomen zal hij evenmin. Tot elkaar veroordeeld, in steeds dezelfde cirkel. De muziek klinkt blikkerig en is te luid voor het uur van de dag. De man achter de kassa eet met trage happen zijn sandwich en kijkt over het plein.
Een man komt de hoek om. Hij blijft voor de etalage van de Zeeman staan. De Zeeman is overal. De man kijkt naar de reclamefolders op de ramen. Alles kan altijd goedkoper, maar vandaag is de winkel toe. Op de deur leest hij de affiche van de Lions Club van Maubeuge. Iedereen wordt uitgenodigd om in zaal La Luna naar de Parijse filosoof André Comte Sponville te komen luisteren. De Parijzenaar zal hier volgende week een betoog houden over de vraag: ‘HET LEVEN, HEEFT HET ZIN?’
Met die vraag in het achterhoofd gaat de man Brasserie Le Sebastopol binnen. Vroeger was hier de delicatessenzaak van Madame Piot. Maar dat is lang geleden. Toen madame Piot haar winkel sloot, kwam hier een meubelzaak. Toen die sloot, kwam er een sandwicherie. Hoe lang madame Piot nu al dood is, weet hij niet precies meer. Sinds een paar jaar is hier een brasserie, Le Sebas- topol. Hij komt er vaak, in de middag, meestal maar voor even.
De klank van rollende dobbelstenen in de vilten bak op de bar. In de verre hoek drinken drie Maghrebijnen donkere koffie. De vrouw achter de toog speelt met een paar vaste klanten een spelletje 421, maar van harte gaat het niet. Ze houdt de jetons in haar vingers met lange nagels in donkerrode lak. De mannen werpen beurtelings en drinken van hun Leffe. Niemand houdt de stand bij. Als na een iets te wilde worp de dobbelstenen op de grond belanden, is het gedaan met spelen. ‘Wie de meeste jetons overhoudt, verliest’, zegt de uitbaatster. Ze neemt dezelfde gelaatsuitdrukking aan als haar klanten.
staat er op het raam geschreven. Vandaag is het een feestdag en is de keuken gesloten. Aan de andere kant van het raam regent het harder nu.
Patissier Lecluyse aan de overkant heeft zijn uitstalramen behangen met inpakpapier waarop een bakker voor een hete oven getekend staat. De bakker stopt ermee. Hij heeft zijn ijskast te koop gezet voor 900 euro. En zijn witte bestelwagen staat ook te koop. Hij laadt een antieken dressoirkast uit de bestelwagen. ‘Madame Piot heb ik goed gekend’, zegt hij. ‘Ze had de beste champagnes. Maar dat is lang geleden.’
‘Er gaat niets boven de maneschijn in Maubeuge’, zong Pierre Perrin ruim 40 jaar geleden. Ironie, die Wim Sonneveld ooit vertaalde als ‘Geef mij maar ’n zwoele nacht in Krimpen aan den IJssel.’
Tout ça n’ vaut pas
Un clair de lune à Maubeuge
Tout ça n’ vaut pas
Le doux soleil de Tourcoing (Coin-coin!
Oh, je vous en prie)
Tout ça n’ vaut pas
Une croisière sur la Meuse
Tout ça n’ vaut pas des vacances au
Kremlin-Bicêtre
De draaimolen op Place des Nations is tot stilstand gekomen. Mickey Mouse en de politiemotoren hebben de avond vrij. Toch is hier ooit iets gebeurd. Maar het is al zo lang geleden dat niemand er nog ooit bij stilstaat.
Het gebeurde op een zwoele nacht, van 13 op 14 augustus 1982. 03.30 uur: Place des Nations ligt er verlaten bij. Een donkere wagen rijdt met gedoofde lichten het plein op. Twee mannen stappen uit. Ze lopen naar de kruidenierszaak van mevrouw Piot. De winkel heeft geen metalen rolluik. De eigenaar is met vakantie aan de Côte d’Azur.
03.50 uur. Op het politiecommissariaat van Maubeuge rinkelt de telefoon. Degene die opbelt, maakt zich niet bekend maar meldt dat er aan de andere kant van het plein iets verdachts gebeurt. Drie politieagenten begeven zich ter plaatse. De Place des Nations ligt maar 100 meter van het commissariaat verwijderd. De agenten verdelen zich: twee gaan via de voorkant, de derde gaat via de achterkant naar de Place des Nations.
Die laatste ontdekt de wagen van de inbrekers. Een donkere Volkswagen Santana, voorzien van een Belgische nummerplaat, staat voor de deur van de winkel.
De inbrekers hebben, nadat ze eerst hadden geprobeerd om langs achteren binnen te raken, de voordeur van de winkel aan diggelen geslagen. Een gewapende man staat op de uitkijk. De agent wil zijn twee collega’s nog waarschuwen, maar hij is te laat. Zonder waarschuwing opent de gewapende uitkijk het vuur op de twee agenten. Hij schiet met een wapen van kaliber 7,65 millimeter.
Christian Delacourt, 36 jaar, getrouwd en vader van twee kinderen, wordt in de buik geraakt en zakt op de straatstenen ineen. De tweede agent weet op het nippertje aan de kogels te ontkomen. Nog voor de derde agent het vuur kan openen, springen de inbrekers in de Volkswagen Santana en rijden met hoge snelheid weg. Van op de achterbank van de Santana blijft een van de inbrekers, die een bivakmuts draagt, de politiemannen beschieten. De agenten proberen het vuur te beantwoorden, maar hun wapens weigeren. Nadat de Santana bij het kruispunt Croix-de-Mons met piepende banden de afslag richting België heeft genomen, ontfermen de agenten zich over hun zwaargewonde collega.
De buit, zo staat ergens genoteerd: thee, wijn en honderden flessen champagne. De persoon die ’s nachts de politie belde omdat hij iets verdachts had gezien bij de winkel van Piot is nooit geïdentificeerd. De agent die de oproep had ontvangen, vergat te noteren of het om een mannen- of een vrouwenstem ging. Ook de in en rond de winkel van Piot gevonden vingerafdrukken zijn nooit geïdentificeerd, ondanks onderzoek in België en later, in 1987, in alle aangrenzende landen.
Het ballistisch onderzoek van resten van de munitie, kaliber 7,65 millimeter, zou er later voor zorgen dat Belgische rijkswachters deze schietpartij in verband brachten met de slachtpartijen van de Bende van Nijvel.
Hetzelfde wapen waarmee Delacourt gewond raakte, zal een maand later iemand doden. Op 30 september 1982 wordt het gebruikt bij de overval op de wapenhandel Dekaise in Waver. De overvallers gebruiken dezelfde Volkswagen Santana, maar dan met een Franse nummerplaat.
Bij deze overval bestaat de buit niet uit drank maar uit vijftien wapens en munitie. De eigenaar, Daniel Dekaise, en een klant raken gewond. Politieman Claude Haulotte wordt doodgeschoten. De rijkswacht zet een achtervolging in. Ter hoogte van Hoeilaart wordt er weer geschoten. Hierbij raken twee rijkswachters gewond. De rijkswacht verliest de VW Santana uit het oog. De daders laten de Santana achter in Ukkel. Hij is te beschadigd door het vuurgevecht. In Maubeuge kent niemand het vervolg van de zaak-Piot.
Ze kijken in de verte, de oud-collega’s van Delacourt. Slechts weinig politiemannen herinneren zich wat zich ooit op de Place des Nations heeft afgespeeld. Slechts weinigen herinneren zich Christian Delacourt. Het is 10 mei 2007. De politiemannen uit Maubeuge brengen naar jaarlijkse gewoonte een groet aan de Franse vlag en leggen bloemen neer bij een inscriptie die alle politiemensen herdenkt die gedood of gewond raakten tijdens hun missie. ‘Zij die gewond of gedood werden in dienst voor het vaderland en zijn burgers mogen we nooit vergeten’, zegt kapitein Collin van de politiekazerne van Maubeuge. Hij heeft die dag niet speciaal Christian Delacourt voor ogen. Collin was 25 jaar geleden nog niet in dienst in Maubeuge. ‘Ik heb Delacourt de laatste jaren alleen gekend als een goede collega.’ Af en toe werd over die zaak-Piot gesproken. ‘Wij waren vooral boos dat de verouderde wapens niet gewerkt hadden. De Bende van Nijvel was bij ons niet in zicht.’
Collin vermoedt dat Delacourt in de voorbije jaren op zo’n 10e mei wel eens een decoratie heeft gekregen voor zijn heldenmoed. Soms wekt heldendom maar voor korte tijd bewondering. Delacourt is gestorven. Hij is rond 2000 met pensioen gegaan. ‘Een maand later was hij dood, aan een slepende ziekte.’
10 mei. Het is een periode waarin het Hallerbos, aan de andere kant van Lembeek, blauw ziet van de bloemen. Dat is al sinds mensenheugenis zo, en dat moet 25 jaar geleden ook al zo geweest zijn toen aan de Bergensesteenweg 706 iets vreemds gebeurde. Die dag was in Elsene een Austin Martin gestolen. Met die Austin Martin zijn nog altijd onbekende daders naar Lembeek gereden. Ze stopten voor Volkswagengarage Sint-Veroon.
In de nacht van 10 op 11 mei 1982 worden vader en moeder Brichau niet wakker van het lawaai. Ze slapen in hun appartement boven de garage die ze samen met hun zonen op de Bergensesteenweg uitbaten.
Sint-Veroon is de patroonheilige van Lembeek, en goed tegen de migraine en andere hoofdpijnen. ‘God weet wat hen was overkomen als ze niet zo’n goede slapers waren geweest’, zegt Liliane, hun schoondochter, 25 jaar later. Alleen in de familie wordt er af en toe nog eens over die nacht verteld. ‘In het begin werd er in Lembeek veel over die Santana gesproken. Nadien is het gesleten.’
Wanneer vader en moeder Brichau die ochtend van de 11e mei opstaan, merken ze dat de glazen deur van de showroom aan diggelen ligt. En dat de gloednieuwe donkerblauwe Volkwagen Santana is gestolen. Dieven zijn ermee weggereden. Het is niet voor een testrit. Het is een bericht dat niet eens de plaatselijke pers haalt. ‘Niemand heeft er ooit het fijne van geweten. We hebben later te horen gekregen dat het iets met de Bende van Nijvel te maken zou kunnen hebben.’
De garage sloot tien jaar geleden haar deuren. Vader Brichau is overleden. Moeder Brichau is intussen 90. ‘Maar enkele maanden geleden is de politie nog eens bij mijn schoonbroer op bezoek geweest. Ze zegden dat ze nog altijd op zoek waren naar meer gegevens over die auto. Na 25 jaar herinnert een mens zich niet zo veel meer.’
‘Nog maar een geluk dat mijn schoonouders niet wakker geworden zijn. Ze zouden afgeknald zijn zoals die mensen in Aalst.’
De garages zijn dicht. De getuigen verdwijnen langzaam uit het zicht. Het Bendedossier heeft in de loop der jaren evenveel theorieën als valse vermoedens weten uit te lokken. De speurders zijn er nog steeds niet uit. In 2015 zal het meer dan 2 miljoen pagina’s tellende dossier verjaard zijn. Begin dit jaar werd de Belgische psychologe Danièle Zucker aangesteld om een profiel uit te tekenen van de daders. Ze stond vijftien jaar lang aan het hoofd van het psychiatrisch crisiscentrum van het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis. Daarna ging ze onder meer in de leer bij Steve Mardigian en Roy Hazelwood, twee FBI-autoriteiten op het gebied van profiling. De FBI heeft meteen ook toegezegd om het werk van Zucker op te volgen.
De onderzoekers die al jaren het Bende-dossier opvolgen geven haar alle krediet.
Vijfentwintig jaar na de feiten weet het gerecht nog steeds niet wie de leden waren.
Zucker rondde deze week de eerste fase van haar werk af. Ze heeft het Bendedossier in verschillende delen opgesplitst. Deel één, dat reikt tot de feiten van 1982 waarbij de wapenhandel in Waver werd overvallen, is ondertussen afgewerkt. De Amerikaanse supervisors van Zucker kijken haar bevindingen nu in. Zolang dat niet afgerond is, wil Zucker er niet over communiceren.
Wat 25 jaar geleden een fait divers leek, is uitgegroeid tot onderzoeksmateriaal dat de wereld rondgaat.
DOOR ANNA LUYTEN