Met een “overweging” wil koning Albert voortaan laten blijken tegen welke nieuwe wetten hij etische bezwaren koestert.
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Alzo stellen Wij vast dat de meerderheid van de vertegenwoordigers van Onze Natie beslist heeft nieuwe regels omtrent de wapenhandel in te voeren en wensen Wij te herinneren aan Onze grondwettelijke taak de wetten te bekrachtigen die de goedkeuring van de meerderheid van de vertegenwoordigers van Onze Natie wegdragen.
De Overweging die Wij aan deze Wet willen toevoegen, betreft de etische bezwaren die Wij koesteren ten aanzien dezer bedrijvigheid. Veel liever dan dat het vergunningenstelsel ter exportering van wapentuig allerlei zoude worden geregionalizeerd, zoals thans met deze nieuwe Wet geschiedt, hadden Wij gezien dat de zwaarden tot ploegen werden omgesmeed. Alzo zouden Wij met Ons goedkeurend oog hebben kunnen vaststellen dat Ons Land niet langer zijn bijdrage levere aan de voltrekking van slachtpartijen overal ter wereld, een nijverheidsbedrijvigheid dewelke ons ten gronde onverenigbaar lijkt met een etisch beginsel dat Wij, ten privaten, ten charismatischen en ten publieken titel, hoog houden en wensen te houden : bemint Uw naaste gelijk Uzelven.
Bij deze Overweging mogen wij uiteraard niet de ogen sluiten voor de tewerkstelling, gewis een gewichtig hedendaags vraagstuk dat velen Onzer landgenoten in diepe ellende dompelt. Ze zoude nochtans kunnen worden gevrijwaard mits een rekonversieplan dat het hele Fenix-projekt etisch in het niets zoude doen verschrompelen en waarbij het aanzien van Ons Land in den vreemde ongekende hoogten zoude bereiken.
Gelet, enerzijds, op Onze Koninklijke Taak om te worden ingelicht, aan te moedigen en te waarschuwen, wensen Wij middels onderhavige Overweging ten aanzien van onze ministers mitsgaders staatssekretaris van Ons Recht gebruik te maken, manen Wij hen en moedigen Wij hen aan om aan de meerderheid van de vertegenwoordigers van Onze Natie Ons Verzoek over te maken om over onderhavige Overweging te willen nadenken. Overwegende, anderzijds, dat Wij goede Demokraten zijn en bijgevolg elke Wet, die de goedkeuring wegdraagt van de meerderheid van de vertegenwoordigers van Onze Natie, zonder verder gemor zullen bekrachtigen en afkondigen, weze het niet in Onze hoedanigheid als Koninklijk Persoon, maar wel als Grondwettelijke Instelling, zullen wij evenwel ook deze Wet [zucht] van Onze Koninklijke Handtekening voorzien. Alzo.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
[Volgt de tekst van de wet op de regionalizering van de wapenhandel. ]
Kondigen deze Wet af, bevelen dat zij met ’s Lands Zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Paleis Belvédère, 7 juni 1995.
Krakers aan de slag (foto : Patrick De Spiegelaere).
Omdat mensen belangrijk zijn
Vier jaar zonder verkiezingen. Het is een kaakslag voor de demokratie. Net nu ervaren rotten in de politiek de weg naar het volk hadden gevonden, bepaalt één of ander wetsartikel dat de parlementen niet meer voortijdig kunnen worden ontbonden. Willen of niet, de politici zullen tot 1999 in Brussel blijven, verstoken van elk kontakt met de bevolking.
En het werd juist plezant, zo oordeelde alvast Herman Van Rompuy (CVP). Voor het eerst in zijn carrière voerde Van Rompuy namelijk campagne. Dat was biezonder leerzaam, zo getuigde de minister op de regionale Brabantse televisie. Van Rompuy vernam tijdens zijn kontakten met de gewone stervelingen verrast dat er Vlamingen zijn die zich zorgen maken over de inplanting van industriezones of, godbetert, zelfs over het leefmilieu. Tevoren, zo verklaarde Van Rompuy, kende hij de noden van de bevolking alleen uit de boeken. Het belette hem niet om de voorbije twintig jaar enkele niet oninteressante publieke funkties te bekleden.
Toch brengt Van Rompuy het er stukken beter van af dan zijn partijvoorzitter, Johan Van Hecke. In een brief aan de redaktie (zie Het Laatste Woord) onthult CVP-campagneleider Noël Slangen namelijk dat Van Hecke de voorbije zeven jaren niet alleen geen boeken, maar zelfs geen kranten heeft gelezen. De voorbije maanden mocht Van Hecke nog eens buiten. Gelukkig maar, want hij ontdekte toen dat er iets vreselijks aan de hand is in Vlaanderen. Een beetje mensenkenner als hij voelt dat met zijn ellebogen aan, aldus Slangen : “Het was tijdens zijn huisbezoeken dat de voorzitter de ervaring opdeed dat het Blok op heel wat aanhang kon rekenen en het was omwille van zijn vrees voor een versplinterd landschap dat hij de politieke beslissing nam om in de tegenanval te gaan. ” Zo gebeurde, met het voor de CVP gekende gunstige resultaat.
Hoe het de komende jaren verder moet met de grootste Vlaams volkspartij, is makkelijk te voorspellen. Van Hecke wordt tot 1999 van de rest van het land geïsoleerd in zijn kantoor in de Tweekerkenstraat. Verrijkende kontakten met de basis maken plaats voor saai werk in partij en parlement. Tenzij de legislatuurparlementen worden afgeschaft. Dan krijgen we, zoals in de goede oude tijd, vervroegde verkiezingen. Daar wint in de eerste plaats de demokratie bij. Want het volk kan zo verrassend uit de hoek komen.
Peter Renard
De intieme brigade
Toen de uitdrukking “ongewenste intimiteiten op het werk” een begrip werd, zal wel niemand hebben gedacht dat uitgerekend zoveel politiekorpsen er zouden worden door beroerd. Het betoog van rijkswachtkapitein Walter Demoerloose, vorige week op een studienamiddag over “Politiemensen als ondervragers van slachtoffers van fysiek en seksueel geweld”, was zo al sensationeel en hij vertelde dan nog niet alles. Kapitein Demoerloose is immers lid van de Dienst Enquêtes van het Vast Komitee van Toezicht op de Politiediensten, waarvan de ondervoorzitter, voormalig adjunkt-politiekommissaris in Antwerpen Georges Pyl, zelf het voorwerp was van een eerder dit jaar gesmoord parlementair onderzoek naar ongewenste intimiteiten op die dienst.
Het was de reputatie die Pyl terzake geniet, die een politievrouw uit het Mechelse er in november van vorig jaar gewaarschuwd als ze was door een beambte van het Antwerpse provinciebestuur van weerhield om meteen naar het Komitee-P te stappen. Ze zette die stap ten einde raad op 30 maart toch ze nam de Dienst Enquêtes van Demoerloose onder de arm en haar klacht is intussen overgemaakt aan het parket van Mechelen.
De lijdensweg van haar dossier is al even tekenend als het soort ongewenste intimiteiten dat de vrouwelijke brigadier van een van de adjunkt-politiekommissarissen van de gemeente in kwestie moest blijven verdragen. Op 21 oktober 1994 probeerde ze aan de kommissaris uit te leggen hoe zijn adjunkt haar rechtstreekse overste haar al drie jaar avances maakte, haar over de rug wreef, soms onverwacht in de hals kuste, haar ooit bij de schouders nam om haar echt te zoenen, haar mee wou op reis en intussen zowel haar werk als haar privé-leven om zeep hielp. Van haar huisarts kreeg ze de raad om zonder meer van korps te veranderen : ze zou zogezegd “toch aan het kortste eind trekken. ” Maar de politievrouw hield vol, ook omdat de opdringerige adjunkt-kommissaris zich telkens weer (zelfs schriftelijk) verontschuldigde. Om dan weer van voren af aan te beginnen.
De klacht van de politievrouw bij de kommissaris en zijn tussenkomst bij de vrouwelijke CVP-burgemeester (!) haalden niets uit. Wel integendeel : de betrokken adjunkt-kommissaris kreeg op 28 januari van de burgemeester zelfs een medaille “voor vijfentwintig jaar onberispelijke dienst. “
Dat is merkwaardig. Omdat uitgerekend een andere kristen-demokratische politica minister van Tewerkstelling en Arbeid Miet Smet de strijd tegen seksueel geweld en ongewenste intimiteiten sinds jaar en dag hoog in het vaandel voert. Ze kreeg vorige week op de studienamiddag alle lof voor haar enquête “Vrouwen bij de Belgische Politiediensten : funktioneren en funktioneringsproblemen” (Inbel, 1995). Wellicht is de vrouwelijke brigadier uit het Mechelse niet om haar mening gevraagd.
Frank De Moor
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
Die ochtend voor de scheerspiegel mompelde Guy Haaze bij het radionieuws over het ontslag van Guy Verhofstadt : “welbesteed”. Of iets van die strekking. Het sociaal programma van de VLD-voorzitter kostte de voorzitter van de liberale vakbond de sprong over de tien procent in de sociale verkiezingen, en de erkenning als grote vakbond. Niet iedereen bedoelt met “bleu je veux” dezelfde tint blauw. Haaze gaf Verhofstadt in een proper restaurant bijwijlen les in vakbondskunde kwestie van met zijn ACLVB niet samen met het hele maatschappelijk middenveld te sneuvelen. Maar zijn medewerkers op de Gentse Albertlaan hoorden hem achteraf zuchten dat dien kluut joenk smaakt in het Gents kompassieus, wat nu mag maar voor 21 mei niet mocht een slechte leerling is.
Kortom, de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de komitees voor veiligheid en gezondheid hebben, zoals nu bij verkiezingen gebruikelijk is, nagenoeg alles gelaten zoals het was. De kristelijke en de socialistische vakbond trappelen, met een piepklein verlies, ter plaatse. Zij zetten hun koalitie van gemeenschappelijk vakbondsfront voort. Het is niet verboden te vermoeden dat zij tijdens de sociale verkiezingsstrijd al een syndikaal regeerakkoord opstelden, hun gemeenschappelijk memorandum aan de formateur is zo goed als klaar en gelijkt op het vorige.
De werkgevers van het Verbond van Belgische Ondernemingen peinzen zich intussen suf om oorzaken te vinden voor de achteruitgang van “onze kaderleden”. De onafhankelijke kaderbond en de huislijsten maakten een elektorale duik. ’t Is niet moeilijk, ’t is gemakkelijk. De kaders in de ondernemingen zien het debet van hun job groeien : inkorting van de beschermende lange opzegtermijnen, loonblokkering, statusverlies, verplicht brugpensioen, ziekteforfait, pensioenbesparing…
Kaders hebben in de ondernemingsraad een wettelijk gewaarborgd zitje, net als de arbeiders en de bedienden en de jongeren en een beetje moreel ook de vrouwen. Maar in de raad hebben vele anderen geen plaats : de deeltijdsen, de uitzendkrachten, de nachtwerkers, de tijdelijken, de oproeparbeidsters, de halftijds bruggepensioneerden, de thuiswerkers, de weekeindzwoegers en de loopbaanonderbrekers. De echt flexibele onderneming die voor iedereen plaats maakt, moet voor de zittingen van haar ondernemingsraad op Internet : http : //nv. flexib./ondraad.
Guido Despiegelaere