Het Nederlandse pensioenfonds APG, waar Guy Verhofstadt (Open VLD) commissaris is, onthield zich op 11 februari bij de cruciale stemming door de aandeelhouders.
Op 17 april vorig jaar werd voormalig premier Guy Verhofstadt (Open VLD) lid van de raad van commissarissen van het grote Nederlandse pensioenfonds APG (Algemene Pensioen Groep NV), dat meer dan 2000 werknemers in dienst heeft en een vermogen beheert van ruim 200 miljard euro. Een Nederlandse raad van commissarissen wordt weleens vergeleken met een raad van bestuur van bij ons, hoewel de taken verschillen. Dat Verhofstadt uitgerekend door een Nederlands bedrijf was gevraagd, wat naar verluidt eerder uitzonderlijk is, had volgens het bedrijf alles te maken met Verhofstadts kennis over de vergrijzingspolitiek in Europa.
Vorige week, bij de stemming over de verkoop van Fortis aan BNP Paribas, viel het op dat APG zich onthield, zij het niet over de hele lijn. APG stemde vóór de verkoop van de Nederlandse activiteiten, omdat het dacht dat er voor dat onderdeel een juiste prijs was betaald. Voor de verkoop van de Belgische activiteiten onthield het fonds zich, ‘omdat de gevolgen van een nee-stem, gezien de complexiteit van de zaak, niet te voorspellen waren’. Het liefst had APG gewoon tegen willen stemmen, zo klonk het, precies omdat het de prijs in het geval van België níét correct vond.
Heeft Guy Verhofstadt de stemming beïnvloed? Dat ontkent zowel zijn woordvoerder Koert Deboeuf als APG zelf. ‘Een raad van commissarissen ziet toe op het belang van de vennootschap als onderneming en bemoeit zich niet met de dagelijkse gang van zaken, zoals het behartigen van de aandeelhoudersbelangen van het pensioenfonds. Dat is de verantwoordelijkheid van de directie van APG Vermogensbeheer’, aldus de woordvoerder van APG.
‘De rol van een commissaris is anders dan die van een bestuurder’, zegt Deboeuf. ‘Een commissaris is een controleur die nagaat of de financiële normen worden gehaald. Een bestuurder, zoals wij die kennen in België, heeft een veel bredere rol en draagt een veel ruimere verantwoordelijkheid over de strategie van een bedrijf. Guy Verhofstadt had met andere woorden geen enkele invloed op de stemming over de aandelen.’
Hoe dan ook, voor de ex-premier was het een godsgeschenk dat APG niet tégen stemde. In de feiten zou het nog weinig verschil hebben gemaakt. Het nee-kamp heeft het sowieso toch gehaald. Maar een aandeelhouder die goed is voor twee procent van de stemmen (50 miljoen aandelen) en die zich onthoudt in plaats van tegenstemt, kan naargelang van de omstandigheden wel degelijk de doorslag geven. APG had het verschil gemaakt, als het voor had gestemd.
Ingrid Van Daele