Het Ivoriaanse legioen van SK Beveren speelt zondag op de Heizel de finale van de voetbalbeker van België tegen Club Brugge.
Zo nu en dan staat er in het voetbal iemand op die zo slim is dat de reglementen van de Koninklijke Belgische Voetbalbond noch de wetten van de Belgische staat greep krijgen op wat hij doet. Meer nog: hij is zelfs Vlaams minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt (SP.A) te slim af, voorwaar geen makkelijke opgave. De innovatie komt telkens weer neer op mensenhandel. Maar wie heeft er iets tegen mensenhandel waarvan iedereen beter wordt, in de eerste plaats de slachtoffers? Een interessante ethische kwestie, maar ethische kwesties staan zelden bovenaan de agenda in het voetbal.
John Cordier was zo iemand, met zijn investmaatschappij Cova-Invest. Zuivere mensenhandel. Cordier kocht spelers, verhuurde ze vervolgens voor een vriendenprijsje aan de voorzitter van KV Mechelen die hij zelf was, liet de spelers hun sportieve en financiële waarde opdrijven, en verkocht ze vervolgens met grote winst aan Constant Vanden Stock. Iedereen riep schande, maar niemand wist precies waarom. Cordier vergeleek zijn voetballersgroep met een aandelenportefeuille.
Jean-Marc Guillou doet bij Beveren iets soortgelijks. Hij leidt Ivoriaanse jongeren op in zijn voetbalacademie in Abidjan, brengt de beste naar Europa, laat ze onder meer bij Beveren hun kunde vervolmaken en hun marktwaarde verhogen, en verkoopt ze dan met fikse winst. Hijzelf wordt daar uiteraard beter van, hij verdoezelt dat niet, maar ook Beveren dat in de winst deelt, en last but not least de Ivorianen zelf. Niet alleen maken ze hun droom waar om in Europa te voetballen en de uitzichtloze ellende in hun thuisland te ontvluchten, maar bovendien volstaat zelfs het bescheiden salaris bij een club als Beveren om hun minder fortuinlijke familieleden op het thuisfront in leven te houden. Trek daar eens tegen ten strijde, als moraalridder van Knack.
Men zou kunnen beweren: de club is er de dupe van, want mensen als Cordier of Guillou zijn passanten, en na hun doortocht stort de club gegarandeerd de dieperik in. Dit is juist. Maar even juist is het nuchtere feit dat de club anders al vóór hun doortocht failliet zou zijn gegaan. En tijdens de twee drie jaar uitstel van executie vieren de supporters soms triomfen waarvan ze anders niet eens meer mochten dromen.
Zo won KV Mechelen onder Cordier de beker, werd kampioen, en veroverde zelfs een Europacup. Bij Beveren kregen de toeschouwers elke week technisch hoogstaand voetbal geserveerd in plaats van potstamperij, hun club wint zondag misschien de beker, en is hoe dan ook al zeker van deelname aan de Uefacup. Ook als Guillou over twee jaar weer weg is en de club alsnog over de kop dreigt te gaan, is alles wat ondertussen te vieren viel mooi meegenomen, of niet?
Vriend van Arsenal
Jean-Marc Guillou, 59, maakte als speler furore in de jaren zeventig bij Angers en Nice, en werd in 1975 uitgeroepen tot ‘Frans profvoetballer van het jaar’. Hij speelde 19 keer voor de Franse nationale ploeg, onder meer naast de opkomende ster Michel Platini, en maakte deel uit van de Franse selectie op het wereldkampioenschap van 1978 in Argentinië. Zijn voetballersloopbaan sloot hij af bij Neuchatel Xamax in Zwitserland.
Daarna werd hij trainer bij Nice, Mulhouse, Cannes en Servette Genève. In 1993 ging hij in Ivoorkust aan de slag bij ASEC Mimosas uit Abidjan. In het zog van die club richtte hij in Sol Béni zijn eigen voetbalacademie ‘MimoSifcom’ op, een jeugdcentrum waar de beste jonge voetballers van Ivoorkust worden samengebracht. Vijf jaar nadien hielp de eerste lichting jongeren ASEC mee aan de Coupe d’Afrique, de Afrikaanse Champions League.
Guillou betaalt verblijf en opleiding van het jonge talent, zorgt ervoor dat ze buiten het voetbal ook gewoon onderwijs krijgen, laat de beteren debuteren bij ASEC, en zoekt voor wie ook daar uitblinkt speelgelegenheid in Europa. Met ASEC en zijn voorzitter Roger Ouégnin is het ondertussen wel tot een breuk gekomen. Guillou werd in Ivoorkust zelfs veroordeeld tot vijf jaar cel omdat hij sommige spelers onrechtmatig in zijn school zou hebben ondergebracht, maar de Fifa gaf hem nadien gelijk. De Académie zelf is nog steeds actief, maar Guillou zoekt wel uitbreiding in andere Afrikaanse landen, onder andere in Madagaskar.
Op de geschetste manier zijn al heel wat Ivorianen bij grote Europese clubs terechtgekomen. In België kwamen, nog vóór het legioen van Beveren arriveerde, ook Gouden Schoen Aruna Dindane (Anderlecht) en Didier Zokora (Racing Genk) uit de Académie van Guillou. De hoogst aangeschreven ‘académicien’ is voorlopig Kolo Touré van Arsenal.
Midden 2001 nam Guillou voor een periode van vijf jaar een belangrijke participatie in SK Beveren. Dat worstelde na het vertrek van de bestuursploeg rond voorzitter Gerry Smet met een schuldenberg van vele tientallen miljoenen franken. Eerst zocht het zijn toevlucht tot kleurrijke buitenlandse weldoeners als de Nederlandse makelaar Apollonius Konijnenburg en de Turk Nazmi Karatmanli, maar die brachten weinig soelaas en nog meer zorgen.
Een toenaderingspoging van Roger Lambrecht, voorzitter van Sporting Lokeren, stuitte op een verbolgen njet van de Beverse supporters. ‘Liever kapot dan een fusie met Daknam’, dat is kort en krachtig de mening van elke rechtgeaarde Beverenaar. Het was gewezen journalist en nu spelersmakelaar Serge Trimpont, die als zaakwaarnemer van Aruna en Zokora Guillou had leren kennen, die de Fransman in contact bracht met Beveren-voorzitter Frans Van Hoof.
Voor Guillou bood België grote voordelen. Er is in de Belgische competitie geen beperking op het aantal buitenlanders, er worden geen speciale eisen gesteld zoals bijvoorbeeld in Engeland, en het minimumloon voor buitenlandse voetballers ligt beduidend lager dan in de buurlanden. Guillou ging ook in zee met de Engelse topclub Arsenal, waar zijn ex-assistent en vriend Arsène Wenger al sinds jaren manager-trainer is. Vandaar dat naast de Ivorianen, ook nu en dan Arsenalspelers op de Freethiel te bewonderen zijn, zoals vorig jaar doelman Graham Stack en dit jaar de Let Igor Stepanovs.
Jean-Marc Guillou zette met Arsenal en enkele privé-geldschieters (nv Goal) een financiële constructie op die de ergste schulden van Beveren aanzuiverde, en stelde de club van meet af aan op zijn kosten Ivoriaanse spelers ter beschikking. Dat liep in het begin niet van een leien dakje. Trainer Emilio Ferrera was niet zomaar bereid de richtlijnen van de nieuwe patron te volgen, en werd in september 2001 aan de deur gezet. Guillou nam zelf plaats op de bank, zette daar nadien zijn assistent Régis Laguesse, en haalde eind januari ten slotte Thierry Pister in, maar Beveren eindigde roemloos laatste met twee overwinningen en 14 punten. Omdat RWDM geen licentie kreeg en Eendracht Aalst in vereffening was gegaan, bleven de Waaslanders toch in eerste klasse.
Wie goed is, wordt verkocht
Het seizoen daarna werd de volgzamere Herman Helleputte als trainer aangetrokken. Hij schikte zich naar de specifieke werkomstandigheden, en kneedde het door Guillou aangebrachte legertje Ivorianen tot een bij momenten schitterend voetballend geheel. Uit heel Europa en zelfs daarbuiten kwamen reporters het fenomeen bekijken. Dat Beveren meermaals aantrad zonder één Belg, namen de fans er met de glimlach bij. De Ivorianen zelf putten uit hun massale aanwezigheid een bijkomend voordeel: ze woonden met zijn allen samen op een paar flats in Beveren, waardoor heimwee minder kans kreeg en het gevaar van wijntje en, wie weet, Trijntje minder groot werd.
Vorig seizoen eindigde Beveren, ondanks een paar zware nederlagen, rustig in de middenmoot. En tijdens de eerste helft van deze competitie maakte het grote indruk. Toch kwamen ook de nadelen van de methode-Guillou aan de oppervlakte. Tijdens de winterstop werden de beste drie elementen van de hand gedaan. Yaya Touré, de broer van de Arsenalspeler en wellicht de beste verdedigende middenvelder uit de Belgische competitie, en de solide verdediger Arsène Né werden verkocht aan Metalurg Donetsk in Oekraïne. De kwikzilveren aanvaller Gilles Yapi-Yapo verhuisde naar FC Nantes.
Via een vooraf bepaalde verdeelsleutel profiteren zowel Beveren, de nv Goal als Guillou van dat soort verkopen, maar het elftal wordt er wel door verzwakt. Aan te stippen valt dat Beveren nog steeds een bloeiende jeugdafdeling heeft, maar dat de poort naar het eerste elftal door al die Afrikaanse import geblokkeerd wordt.
Guillou trok weer een blik Ivorianen open en bracht met N’Diri Romaric, Kanté Badjan en Romeo Seka nieuwe beloftevolle spelers naar het Waasland, maar Beveren slaagde er niet meer in om resultaten neer te zetten. Het plaatste zich wel ten nadele van Anderlecht voor de bekerfinale, nu zondag tegen Club Brugge.
In France Football vertelt Kolo Touré: ‘Jean-Marc Guillou geniet van iedere académicien het volle vertrouwen. Wat hij voor ons gedaan heeft, is grandioos. Hij blijft zich over al zijn jongens ontfermen, en voor velen van ons wenkt dankzij hem een gouden toekomst.’ Als de Kolo dat zegt, wat zouden wij het dan anders zeggen?
Koen Meulenaere
Liever kapot dan een fusie met Lokeren.