Patrick Martens

In Hasselt start het proces over de milieuboxenaffaire. De meest prominente beklaagde is Leo Delcroix. Enkele nog actieve Limburgse politici houden de adem in.

Precies dertien jaar nadat ambtenaren van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) het bestek 1004 maakten voor de levering van 2 miljoen containers voor klein gevaarlijk afval en 4 miljoen kartonnen binnendozen, moeten zes mensen zich voor de Hasseltse correctionele rechtbank verantwoorden voor valsheid in geschrifte en het gebruik van valse stukken.

Die zes zijn: Leo Delcroix (toenmalig CVP-partijsecretaris en later onder meer minister van Defensie); de Overpeltse broers Jean-Pierre en Marc Bleyen (van de failliete holding Zincpower en van holdingdochter ICC Industries in Lokeren); Chris Lelièvre-Damit (in die periode directeur van Hermes Communications, een bedrijf dat met kapitaal van de broers Bleyen onder meer televisiespotjes voor de CVP maakte); Dominique Willemse (personeelsdirecteur van ICC Industries); Maurits Roggeman (directeur van het Overpeltse bedrijf Plascobel dat tot 1999 een Union Minière-dochter was).

‘LEVENSVERZEKERING’

De namen van deze zes beklaagden doken in 1997 op in een gerechtelijk onderzoek over het milieuboxendossier dat toen al een turbulente geschiedenis achter de rug had. De order – goed voor ruim 25 miljoen euro – werd op 31 juli 1991 toegewezen door de toenmalige Vlaamse Executieve. Maar de beslissing dat het bedrijf Aralco uit Hamme de containers mocht leveren, was niet zonder slag of stoot tot stand gekomen.

Aralco, op dat ogenblik nog geleid door de eind ’96 overleden Renaat Blijweert die goed thuis was in christen-democratische kringen, was na een eerste offerte door OVAM als de beste kandidaat gerangschikt. Theo Kelchtermans (CD&V en toen Vlaams minister van Milieu) gaf evenwel de voorkeur aan Plascobel en dwong bij zijn collega-ministers een tweede offerte af. Weerwerk van OVAM, de Inspectie van Financiën, de voorzitter van Vlaamse Executieve wijlen Gaston Geens (CD&V) en ten slotte ook de Raad van State waar Aralco een klacht had ingediend, deed Kelchtermans bakzeil halen. De Raad van State tikte hem hard op de vingers en sprak over een ‘systematisch volgehouden gunstigere beoordeling van Plascobel’.

Aralco ging zodoende met het contract aan de haal maar, zo bleek later, het bedrijf had al op 26 juli 1991 of vijf dagen voor de beslissing van de Vlaamse regering, een overeenkomst met Plascobel gesloten om in Overpelt 40 procent van de milieuboxen te produceren. Daar plaatste niemand op dat moment vraagtekens bij. Kelchtermans merkte hierover ooit op dat het contract sloeg op een levering en niet op de productie. ‘Het staat ieder bedrijf vrij om met onderaannemers of onderleveranciers te werken’ aldus de oud-minister, die op 16 januari 1992 trots het startschot gaf voor de bezorging van de eerste groene milieuboxen op het Hasseltse stadhuis.

Dit initiatief moest volgens het Vlaamse afvalstoffenplan voor de periode 1991-1995 dienen om klein gevaarlijk afval zoals resten van verven en lakken, schoonmaakproducten, batterijen en geneesmiddelen apart op te halen. Maar bij de meeste Vlaamse huisgezinnen eindigde de gebruiksonvriendelijke milieubox op een vergeten plaats in de kelder of diende hij om visgerief en andere prullaria in op te bergen. De hele heisa in 1991 ging dus in feite over veel weggesmeten overheidsgeld.

Maar het deksel ging pas echt van de box toen in november 1996 een Hasseltse speurder in het onderzoek naar het faillissement van de holding Zincpower van de broers Bleyen in een Zwitserse kluis een nota van Jean-Pierre Bleyen vond. In die nota, gedateerd 1 mei 1994, beschreef hij onder meer hoe hij voor zijn Overpeltse buur Plascobel had bemiddeld voor het milieuboxencontract en hoe dat bedrijf in ruil en via een ingewikkelde transactie met onder meer ICC Industries 50.000 euro had betaald aan de CVP. Bleyen noemde die nota een ‘levensverzekering’ om zichzelf en zijn familie te beschermen ’tegen fysiek geweld of eventuele dreigingen’.

FACTURENCARROUSEL

Deze nota bracht eerst Theo Kelchtermans in moeilijkheden. Maar begin 1999 rondde het hof van cassatie een onderzoek af zonder dat hem onregelmatigheden konden worden aangewreven. Ondertussen had ook toenmalig CVP-voorzitter Marc Van Peel de hete aardappel snel doorgeschoven door toe te geven dat Plascobel in 1991 op twee manieren de partij had gesteund. Het bedrijf had eerst 1250 euro opgehoest voor een fundraising diner en voorts op 27 november (drie dagen na de parlementsverkiezingen in dat jaar) 50.000 euro gestort voor de studiedienst van de CVP. Plascobel had voor deze toen nog ‘legale giften’ een fiscaal attest ontvangen en daarmee was voor Van Peel de kous af.

Maar het Hasseltse parket met onderzoeksrechter Luc Jans (en samen met leden van het toenmalige Hoog Comité van Toezicht) bleef doorgraven en stootte op een tweede geldstroom. Huiszoekingen en andere onderzoeksdaden gaven in 1997 aanleiding tot veel mediaspektakel, onder meer toen bleek dat delen van de CVP-boekhouding van 1990 en 1991 verdwenen waren en daarbij revisor Herman Van Impe onder vuur kwam te liggen. Jans rondde in juni 1999 zijn onderzoek af met de in verdenkingstelling van de zes bovengenoemde mensen. Dat tijdstip kwam vooral Leo Delcroix heel slecht uit, want de CVP besliste toen om hem niet opnieuw te coöpteren als senator. Het betekende meteen het einde van de politieke loopbaan van Delcroix.

De kern van het gerechtelijk dossier 3676 dat bijna 19.000 bladzijden telt, slaat volgens de openbare aanklager in Hasselt op een valse facturencarrousel om op een illegale manier extra geld van Plascobel naar de CVP of naar CVP-politici te sluizen. Op 31 december 1991 stuurde ICC Industries een factuur van 93.750 euro naar Plascobel voor het reinigen van spuitkoppen (een prestatie die volgens het gerecht nooit werd geleverd). Omdat die eerste factuur op een te rond getal eindigde en daardoor te veel zou opvallen bij een controle werd ze eerst via een kredietnota opgeheven en op 18 februari 1992 volgde een nieuwe rekening, dit keer voor een bedrag van 89.551 euro. Vervolgens stuurde Hermes Communications een factuur van 78.150 euro naar ICC Industries die deze betaalde met het geld van Plascobel. Lelièvre-Damit legde aan het gerecht uit dat hij dit deed op verzoek van Delcroix omdat Hermes nog geld moest krijgen van de CVP voor het maken van verkiezingsspots in 1991.

Daarom wordt Delcroix nu van ‘intellectuele valsheid in geschrifte’ beschuldigd. Hij wordt met andere woorden beschouwd als het brein achter de hele zaak. Maar Delcroix heeft dat altijd stellig ontkend. Hij zei niets met die betalingen te maken te hebben en probeerde dit te staven met een andere spotjesfactuur van Hermes van 21 januari 1992 (voor de luttele som van 8268 euro) die wél in de CVP-boekhouding zat.

Waar kan het geld van Plascobel dan voor gediend hebben? In juni 1999 wees Delcroix zelf in enkele media cryptisch naar ‘individuele kandidaten’. Hun namen kwamen tijdens het gerechtelijk onderzoek evenwel niet boven water. Maar het verklaart waarom een aantal Limburgse politici het proces in Hasselt met ingehouden adem volgt.

Dat de belangstelling voor het milieuboxenproces groot is, heeft te maken met de vaak duistere kroniek van het aanbestedingsdossier in 1991 en ook met de figuur van Leo Delcroix. In de tweede helft van de jaren ’80 probeerde hij als algemeen secretaris van de CVP de financiën van de partij op te krikken omdat hij voortdurend de bodem van de kas zag door steeds duurdere verkiezingscampagnes. In de jaren ’90 kwam dit als een boemerang terug op zijn hoofd toen zijn naam geregeld opdook in aangebrande dossiers van partijfinanciering, terwijl hij als minister dan weer eind 1994 struikelde over een domme leugen over een villa in Zuid-Frankrijk.

Maar Delcroix, intussen directeur van de Maastricht School of Management, is daarom niet alle streken verleerd. Recent waarschuwde hij in Trends dat hij werkt aan ‘een sleutelroman’ over die periode. ‘Geen persoonlijke details en echte namen, maar de insiders zullen genieten.’ Zes jaar geleden kondigde hij net hetzelfde aan in Het Belang van Limburg, maar dat boek is er wel nooit gekomen.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content