Klassiek Mahler: Symfonie nr. 7 / Elisabethzaal, Antwerpen

© Z. Chrapek

Mahler had het moeilijk met zijn zevende. De nocturnes van het tweede en vierde deel: dat lukte nog. Daarna volgde een lange composer’s block. Naar eigen zeggen verloste een slag met de roeispaan tijdens een tochtje op een bergmeer hem ervan: hij had het ritme van de inleiding tot het eerste deel gevonden. Enkele maanden later was de vijfdelige symfonie klaar. ‘Van nacht naar dag’, wordt ze soms genoemd, al komt dat niet van Mahler. Maar toch. Na de nocturnes komt het eclatante majeur van de finale als het verblindende zonlicht op een zomerdag. Bij de première in Praag waren publiek en pers enthousiast. Enkele jaren later schreef de componist Alphons Diepenbrock na een opvoering door het Concertgebouworkest in Amsterdam: ‘Het orkest, met uitzondering van een handvol echte kunstenaars, vindt het afschuwelijk. Maar o! Die hymne aan de zon aan het begin van de vijfde beweging.’ In Wenen vonden ze dat einde dan weer ‘een vreselijke belediging van het voorspel tot Die Meistersinger von Nürnberg’ (van Wagner). Waarschijnlijk verblind door het licht.

20.01

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content