Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In de Kroonraad van Knack geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Leo Tindemans over de regeringsvorming, de NMBS, de Europese Conventie, de interventie in Oost-Congo en de kans op vrede in het Midden-Oosten.

nMijnheer Tindemans, de vrije pinkstermaandag verplicht ons dit gesprek extra vroeg af te ronden. De regeringsonderhandelaars bespreken de eerste nota van formateur Guy Verhofstadt. Daarin staat onder meer een lastenverlaging voor bedrijven, 200.000 nieuwe jobs, en een verhoging van het budget voor gezondheidszorg.

LEO TINDEMANS: Dat klinkt wat eigenaardig, de premier blijft de indruk wekken dat alles goed verloopt en dat de regering alles wel zal oplossen. Tweehonderdduizend nieuwe banen, wie zou het niet toejuichen? Alleen vrees ik dat een regering niet zomaar jobs kan creëren. Met welke methode zal ze dat doen? Een recente studie van de Europese Commissie wijst uit dat de verlaging van de btw geen effect heeft op de werkgelegenheid, dat een lastenverlaging dat automatisch wel heeft, betwijfel ik. De eerste nota van de premier doet te veel denken aan late verkiezingspropaganda.

Merkwaardig is dat de Nationale Bank en het Planbureau pas enkele dagen na de verkiezingen met alarmerende economische cijfers kwamen aandragen.

TINDEMANS: Dat is onaanvaardbaar. In de verkiezingscampagne is door niemand een sterk economisch programma voorgesteld. Ik vond dat jammer, want je moet maar kijken naar Duitsland, Frankrijk, Nederland en nog andere landen om te beseffen dat de economische crisis hét probleem van deze tijd is. Pas enkele dagen ná de verkiezingen worden ook wij plotseling met de slechte mare geconfronteerd. Als ik beleefd blijf, kan ik zeggen dat dat nogal verrassend was, maar in feite hebben de Nationale Bank en het Planbureau belangrijke informatie achtergehouden voor de kiezer. Dat is erg voor twee instellingen met een zo grote betekenis. Zijn ze dan zo gekneveld door de regering, of hebben ze zo weinig moed?

Misschien was het toeval?

TINDEMANS: Ik weet het niet. Voor mij is het een groot vraagteken.

Op de onderhandelingstafel komt ook de NMBS. Moet de regering de schuld overnemen?

TINDEMANS: Ook dit is pas na de verkiezingen weer in de actualiteit gebracht. De manier waarop wij in België het dossier van de spoorwegen hebben behandeld, is beschamend. De vorige regering heeft geduld dat een van haar ministers een privé-oorlog uitvocht met een hoge ambtenaar, maar de oplossing van het probleem van de NMBS zelf is almaar op de lange baan geschoven, hoewel het vervoer toch een van de centrale bekommernissen van deze tijd is. De NMBS dreigt een nieuwe Sabena te worden. Vermoedelijk kan de regering er niet onderuit om de schuld over te nemen, maar dat was al geweten ten tijde van Etienne Schouppe.

Gedelegeerd bestuurder Karel Vinck wil 10.000 mensen doen afvloeien, onder meer via brugpensioen terwijl alle specialisten waarschuwen voor onze te vroege pensionering.

TINDEMANS: Het brugpensioen is indertijd onder mijn regering ingevoerd om de crisis te bestrijden, maar wij zagen dat als een tijdelijke maatregel. We weten ondertussen dat de kostprijs van die formule niet meer betaalbaar is, maar toch grijpt men er bij elke crisis naar terug omdat het te grote sociale pijn vermijdt. Het is tijd dat de regering rond het brugpensioen duidelijkheid schept en een algemene lijn trekt.

In de eerste fase van deze regeringsonderhandeling wordt angstvallig gezwegen over communautaire dossiers.

TINDEMANS: Het Vlaams parlement heeft in een recent verleden herhaaldelijk nieuw communautair overleg geëist en zelfs een Vlaamse eisenbundel opgesteld. Is dat nu plotseling niet meer nodig? Als Elio Di Rupo geen nieuwe staatshervorming wil, is er natuurlijk weinig manoeuvreerruimte, maar het is zeker even gevaarlijk om de conflicten te laten rijpen tot ze barsten en zware politieke moeilijkheden veroorzaken. Ik stel ook vast dat communautaire twistpunten vroeger politiek geïnspireerd waren, terwijl nu de druk vooral vanuit het bedrijfsleven begint te komen.

Krijgen we een regeerakkoord met meer rode dan blauwe tinten?

TINDEMANS: De twee coalitiepartners hebben allebei gewonnen bij de verkiezingen, wat niet zo vaak gebeurt. Dat vergroot voor alle twee de verantwoordelijkheid tegenover hun achterban. De vraag is: wat betekent in 2003 in dit land socialisme en liberalisme? Ze verplaatsen zich allebei naar het midden, zo beweert men, maar nu zijn ze plots geconfronteerd met een bedenkelijke economische situatie, mooi verzwegen tijdens de campagne, waar rood en blauw heel anders tegenover staan. Hoe lossen ze die tegenstelling op? Dat zal in elk geval niet lukken door te verkondigen dat alles wel meevalt, en dat een verlaging van lasten of belastingen alles oplost.

In de Vlaamse regering wordt minister-president Patrick Dewael opgevolgd door Bart Somers en worden nog maar eens twee ministers vervangen.

TINDEMANS: Dat is een devaluatie van de Vlaamse instellingen. Toen Robert Vandekerckhove als eerste de Vlaamse Raad presideerde, klaagde hij al over een gebrek aan respect voor wat hij zelf beschouwde als een grote verwezenlijking van de Vlaamse beweging. Mettertijd is dat misprijzen verdwenen en zijn steeds meer bevoegdheden overgeheveld naar de deelparlementen, die ook meer belangstelling van de media kregen, toch zeker in Vlaanderen. Daarom ben ik niet gelukkig met de manier waarop de huidige generatie dat moeizaam verworven prestige op de helling zet.

Kort voor het einde van haar werkzaamheden lijkt de Europese Conventie op een mislukking af te stevenen.

TINDEMANS: We worden nu al geconfronteerd met de botsing die pas later verwacht werd, namelijk op het moment dat de Europese Raad van staats- en regeringsleiders de besluiten van de Conventie zal bespreken. Zelfs mocht er de komende dagen toch nog een compromis worden gevonden, heb ik weinig hoop voor de besprekingen in de Raad. Wat deze weken naar buiten komt, was te voorspellen. Als je meer dan honderd afgevaardigden van de nationale parlementen een stem geeft, ligt het voor de hand dat die liever stellingen ontwikkelen waarmee ze in hun eigen parlement kunnen scoren dan waarmee ze de Europese integratie bevorderen.

De zes ‘founding countries’ van de EU dragen een grote verantwoordelijkheid. Als zij al niet eensgezind voor een Europese federatie zijn, wie dan wel? De Fransen zouden de Europese trein moeten trekken, maar ze zijn zelf nooit honderd procent communautair geweest, integendeel. Op Duitsland hoeven we ook niet te rekenen, kanselier Gerhard Schröder heeft alvast verklaard dat de buitenlandse politiek van Duitsland in Berlijn zal worden bepaald. En dan zitten Frankrijk en Duitsland nog in het pro-Europese kamp. In het andere zitten landen die eigenlijk van de EU niet moeten weten, tenzij als een soort van douane-unie of handelsassociatie. Op kop de Britten, die ronduit tegen de communautaire gedachte zijn en geen deel uitmaken van de eurozone. Naast hen plots ook Spanje, waarvan premier José María Aznar voorstander is van de dominantie van de natie-staat. En de Zweden en de Denen profileren zich ook voortdurend als anti-federaal. Als er niet in extremis een kentering komt, ben ik pessimistisch gestemd.

Enkele fundamentele twistpunten raken niet opgelost: het inkrimpen van de unanimiteitsregel in belangrijke beslissingsdomeinen, het al dan niet behouden van één commissaris per lidstaat, en de al dan niet permanente voorzitter van de Raad.

TINDEMANS: Ik heb altijd geloofd in de formule van Jean Monnet om initiatiefrecht toe te kennen aan een kleine groep van mannen en vrouwen die intelligent en Europees gezind zijn. Dat is de idee achter de Europese Commissie. Maar zelfs de kleine landen sloven zich nu uit om een eigen commissaris te behouden, ook al is er al een comité van permanente vertegenwoordigers. Nu is een Commissie van 25 commissarissen wel gedurende een overgangsperiode mogelijk, maar op langere termijn blijf ik voorstander van een beperkte kern, eventueel samengesteld volgens een rotatiesysteem, die de dynamiek in de EU houdt. Maar daar heb je sterke figuren voor nodig die zelf in de EU geloven, en bij de Europese leiders van vandaag is er niemand die dat uitstraalt. Ik denk met weemoed terug aan de tijd van François Mitterrand en Helmut Kohl.

Volgend jaar wordt een nieuwe Commissie gevormd. Heeft Romano Prodi het prestige hersteld, na de schandalen onder Jacques Santer?

TINDEMANS: Ik ben voorzichtig als ik over personen praat, maar vergeleken bij vroeger is de Commissie verzwakt. Ze heeft niet meer het aanzien en de wilskracht die ze had onder Jacques Delors. Ik lees dat Guy Verhofstadt ambitie heeft om de nieuwe Commissievoorzitter te worden, maar in de toekomst moet die ook de steun van het Europees parlement krijgen, en dus heeft een liberale kandidaat minder kans omdat de liberale fractie relatief klein is. Bij de Belgen zie ik trouwens niemand met voldoende Europees krediet om de steun te krijgen van de grote fracties in het Europees parlement.

Na de bloedige gevechten in Oost-Congo sturen de Verenigde Naties een interventiemacht onder leiding van de Fransen. België zendt alleen een medische antenne, omdat na het onderzoek van de Rwandacommissie is besloten geen soldaten meer in te zetten in ex-kolonies.

TINDEMANS: Ik heb nooit begrepen waarom men toen die sterke verklaring heeft afgelegd. Het ging om een dramatisch moment met tien Belgische slachtoffers, maar ook dán moet men voorzichtig zijn met uitspraken op lange termijn. Jammer genoeg wordt alles wat met onze ex-kolonies te maken heeft steeds weer op een geïmproviseerde manier behandeld. Ik hoop vooral dat men de lessen onthoudt van dramatische fouten bij vorige VN-operaties. Militairen zijn meestal ongelukkig als ze afhangen van de VN, we mogen dat na de oorlog in Irak even in herinnering brengen. De instructies van de VN zijn zelden precies en duidelijk. Dat is ook in Oost-Congo zo geweest. De nieuwe troepen zijn nog niet ter plaatse, maar de MONUC-vredesmacht die er al wel was, kon weer weinig anders doen dan machteloos toekijken. De Belgische regering moet goed opletten dat we niet opnieuw in een Rwandascenario terechtkomen.

In het Midden-Oosten dwingen de Amerikanen Israël en de Palestijnen tot nieuwe onderhandelingen. De Israëlische premier Ariel Sharon zegt dat hij de nederzettingenpolitiek wil herbekijken, de Palestijnse premier Mahmoud Abbas zweert het terrorisme en de intifada af. Maar hebben ze voldoende greep op hun achterban?

TINDEMANS: Op dit ogenblik kan niemand daarop antwoorden. De wederzijdse haat is daar zo groot, en aan beide kanten zijn zoveel families door het geweld getroffen, dat er nog vele decennia spanning zal heersen die bij het minste incident in een regelrechte oorlog kan omslaan. Het zal dus uiterst moeilijk zijn. Dat uitgerekend Sharon, die doorgaat als een van de grootste haviken, een belangrijke stap zet, is opvallend. Maar met rechtse Israëlische leiders gaat het vredesproces soms meer vooruit dan met linkse. Ik had veel vertrouwen in Shimon Peres, maar uiteindelijk heeft hij het geweld ook niet kunnen stoppen. Verder valt mij op dat de Belgische politiek geen stem laat horen, en dat ook de Europese Unie afwezig is. Wat voor lelijke woorden zijn er de voorbije maanden niet gesproken over de Verenigde Staten, maar eens te meer zijn zij het die de knopen moeten ontwarren.

Koen Meulenaere

leo tindemans: ‘de nationale bank en het planbureau hebben informatie achtergehouden voor de kiezer.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content