De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge en Etienne Vermeersch. Hij wordt geraadpleegd over uitzonderlijke omstandigheden.
Mijnheer Vermeersch, uit het ruime aanbod onderwerpen in de aktualiteit van de voorbije week pikken we eerst de verklaring van Wilfried Martens die de Franse kernwapens in een Europese nucleaire defensie wil onderbrengen.
ETIENNE VERMEERSCH : Ik heb Martens altijd een verstandig man gevonden, maar dit is een dom voorstel. Een kernarsenaal heeft maar militair zin als de beslissing tot het aanwenden ervan bij één instantie ligt. In Amerika en Frankrijk de president, in de Sovjetunie vroeger de partijsekretaris en in Rusland nu de president, in Groot-Brittannië de premier. Een kernmacht dient om onmiddellijk mee terug te slaan op het moment dat je wordt aangevallen. Zie je het al gebeuren dat de Europese Unie een vergadering moet beleggen om af te spreken wat ze zal doen ? Wie denkt dat Fransen of Britten de beslissingsmacht over hun kernwapens in handen van een of andere Duitser of Italiaan zullen leggen, is niet realistisch.
Martens probeerde misschien enkel om de Gaullisten naar de mond te praten, en zo zijn EVP te versterken ?
VERMEERSCH : Ik weet niet wat zijn bedoelingen waren. Ik stel alleen : als Martens pleit voor een Europese kernmacht, welk recht heeft hij dan om de Arabieren te verbieden een Arabische kernmacht uit te bouwen ? Wij zijn tegen de verspreiding van atoomwapens. Wel, de Franse kernproeven, en de aankondiging dat ze nadien met laboratoriumsimulaties worden voortgezet, geven alleen maar argumenten aan andere landen om hetzelfde te doen. Het is onaanvaardbaar te stellen dat de Arabieren of Iran of Irak geen nucleaire bewapening mogen hebben, als je je eigen programma vervolmaakt. Waar ik niet voor pleit, is het eenzijdig vernietigen van alle kernwapens, omdat jeuiteraard moet vermijden dat Irak of Pakistan er wel hebben en het Westen niet.
Frankrijk lijkt zich, door zijn eigengereide optreden op Mururoa en door het niet-toepassen van het akoord van Schengen, steeds meer anti-Europees te gaan gedragen.
VERMEERSCH : Anti-Europees zou ik het niet noemen. Chirac wil vooral intern indruk maken. Vergeet niet dat hij de hete adem van het Front National in de nek heeft, en dat Frankrijk meer dan wie ook aan den lijve de terrreur van de moslim-fundamentalisten ondervindt. Dat heeft te maken met het koloniaal verleden en het grote aantal Maghrebijnen. Komt daar nog het probleem bij van het drugsgebruik en de armoede in het Noorden. Het is van vitaal belang voor de regering om te tonen dat ze daar paal en perk wil aan stellen. Vandaar mediatieke akties als het afwijzen van Schengen door strenge kontrole aan de grens met België. Dat isuiteraard zeer tijdelijk, ze kunnen toch die immense stroom van auto’s en mensen niet stuk per stuk gaan kontroleren.
Ik heb niet zo een hoge pet op van Chirac. Die man probeert al jarenlang een figuur uit te dragen en laat zich door zijn raadgevers boetseren. Dat heeft niet altijd evenveel sukses gehad, maar bij deze verkiezingen had hij blijkbaar betere mensen achter zich. Hij wil het beeld uitdragen van een grote zelfverzekerdheid en beslissingskracht, en dat in naam van Frankrijk. Al pakte dat met de kernproeven helemaal verkeerd uit, dus ook nu was dat advies niet zo goed. Binnen in hem vermoed ik een grote leegte, maar dat is op zich niet zo erg. Op voorwaarde dat degenen die dat opvullen hem de juiste richting uitsturen.
Israël en de PLO hebben een akkoord bereikt over Palestijns bestuur in Hebron. Is dat een konkrete stap naar de oplossing van de hele Palestijnse kwestie ?
VERMEERSCH : Ik hoop uit de grond van mijn hart van wel. We zitten daar met een verschrikkelijk probleem, te wijten aan het falen van vorige Israëlische regeringen. Door de kolonizatie van Cisjordanië mogelijk te maken, hebben ze voor een onontwarbare knoop gezorgd. Die kolonisten zijn de meest fanatieke extremisten, en die krijg je er niet zo maar weer uit. Vooral in Hebron, dat een grote religieuze symboolwaarde heeft. Hebron wordt door de joden beschouwd als de plaats waar de aartsvaderen Abraham, Isaac en Jacob begraven liggen. Dat is een myte, maar het geeft de fanatici, al zijn ze maar met vierhonderd, de kans om te zeggen : dit is onze grond, van het joodse volk, wij hebben het recht hier te blijven. Ik vind het ongelooflijk triest dat een vredesproces klem zit om symbolen. En dat zal zich uiteraard herhalen met Jeruzalem. Waar je de klaagmuur (de tempel) en de moskee vlak bij elkaar hebt. Het extremisme aan joodse kant lokt dan weer een even grote reaktie uit, waardoor ook Arafat het lastig krijgt om zijn mensen achter zich te houden. Want die verwijten hem de toegevingen die hij al gedaan heeft. Israël moet afrekenen met zijn eigen fanatici. Als men Hebron kan aanvaarden als een Palestijnse stad, dan is er een sprankeltje hoop dat er ooit ook een oplossing komt voor Jeruzalem.
Eén van de opvallende punten in eigen land was deze week de enquête van de Vlaamse overheid, waaruit bleek dat de overgrote meerderheid van de Vlamingen absoluut niet vertrouwd is met de politieke strukturen.
VERMEERSCH : Het gebrek aan kennis verrast mij niet. Ik merk dat al lang bij de eksamens die ik afneem. Maar ik voeg er meteen aan toe dat ik ook bij sommige professoren vaststel dat ze elementaire zaken buiten hun eigen vakgebied niet kennen. Ik dramatizeer de resultaten van die enquête niet. Wij zitten in dit land met een zodanig ingewikkelde struktuur dat niet eens alle politici begrijpen wie precies bevoegd is voor wat. Een konijn dat de weg oversteekt, valt bij ons bij wijze van spreken onder de bevoegdheid van minstens vijf verschillende ministers. Als het om konkrete maatregelen gaat, die hen zelf betreffen, weten de mensen wel wie en wat. De meeste boeren zullen het Map beter kunnen uitleggen dan een krantelezer met een diploma.
Die enquête toont wel aan dat bij de verkiezingen zeker drie kwart van de mensen niet weten waarvoor ze stemmen. Is dat een gevaar voor de demokratie ?
VERMEERSCH : Ik denk dat het een universeel verschijnsel is. En ik ben ervan overtuigd dat de mensen wel een algemeen aanvoelen van de politiek en de politici hebben. Dat kan misbruikt worden, maar dat is altijd zo geweest. Ik zet mij af tegen een al te simpele opdeling in mensen met inzicht en mensen zonder inzicht. Bij mensen met inzicht kan je onnoemelijke stommiteiten horen. En wat is inzicht ? De grootste specialisten kunnen elkaar met valabele argumenten tegenspreken. Ik kan niet oordelen over de vraag of de kernproeven op Mururoa schadelijk zijn voor het milieu of niet. Ik weet het eenvoudigweg niet. Het enige wat ik kan doen, is vraagtekens plaatsen bij de stelligheid waarmee deze of gene mening verkondigd wordt. Anderzijds mag je ook niet eeuwig blijven twijfelen natuurlijk. Ook een overdreven stelling kan een positief effekt hebben. Er moeten hypotesen naar voren gebracht worden, die moeten dan betwist worden, als het nodig is moet er aktie gevoerd worden voor een bepaalde hypotese, wat anderen dan weer kunnen betwisten. En zo moet langzaamaan een consensus ontstaan.
Wellicht zullen we de komende week eindelijk wat vernemen over de begrotingsopmaak. Uit wat uitlekt blijkt dat de drie-procentnorm prioriteit nummer één is. Is dat niet wat kortzichtig ?
VERMEERSCH : Het terugdringen van het begrotingstekort is van kapitaal belang. Drie procent tekort vind ik nog veel te hoog, en onze staatsschuld is een ramp. Het is niet mogelijk om zo verder te gaan. Je moet wel maatregelen zoeken die met zo weinig mogelijk menselijk leed gepaard gaan, en dat is een heel delikate operatie waarvoor ik ook de juiste oplossing niet heb. Ik denk dat men op Euopees niveau moet komen tot een substantiële verhoging van de BTW-tarieven. Maar dan werkelijk substantieel : maal twee, maal drie. Met de opbrengst moeten de sociale lasten op de arbeid gereduceerd worden en dan denk ik dat er positieve resultaten kunnen volgen. Ik vrees dat het op Belgisch niveau alleen niet kan.
Maar niet in alle landen zijn dezelfde maatregelen nodig. De Duitse minister van Financiën, Theo Waigel, zorgde voor opschudding met zijn verklaring dat Italië en onder andere België niet rijp zijn voor de muntunie. Heeft hij geen gelijk ? Wat zijn we met drie procent begrotingstekort als de staatsschuld honderd veertig procent bedraagt en als we een miljoen werklozen tellen ?
VERMEERSCH : Ik ken niet genoeg van makro-ekonomie en ik hoor de specialisten bekvechten om te stellen of wij meekunnen in de EMU of niet. Maar wat zeker is, is dat je geen beleid meer kan voeren zolang je de helft van je inkomsten aan renten moet uitgeven. We moeten daar van af, èn door belastingen èn door besparingen. Het is niet het een of het ander, het moet alle twee. De grote fout van Guy Verhofstadt was zijn allergie voor belastingen. Die staatsschuld is erger dan alles, die moet omlaag. Onze regering had drastisch moeten ingrijpen begin jaren tachtig. Niet op een zachte manier, maar ineens met een gigantische verhoging van de belastingen en met drakonische besparingen. De enigen die bij zo een operatie moeten gespaard worden, zijn de echte armen en behoeftigen. Maar al de rest mag het bloed, zweet en tranen kosten. Op voorwaarde dat het probleem dan ook na een paar jaren opgelost is. En dat gebeurt net niet. Het is altijd een beetje meer lasten hier en daar, en het lost niets op. Op de universiteit van Gent zijn wij aan het besparen sinds 1975, dat is toch absurd.
Welke gevoelens roept de opvolging van Verhofstadt door De Croo bij u op ?
VERMEERSCH : Ik heb een groot respekt voor beginselvaste mensen, dus ook voor Verhofstadt. En ik vind dat hij op vele punten gelijk had. Maar hij had zich moeten aanpassen aan het politieke systeem waarin hij moest funktioneren. In Engeland, Frankrijk, of de Verenigde Staten kan je als partij de meerderheid halen, en rigoureus je programma uitwerken. Als op het einde van de termijn de burgers ontevreden zijn, geven ze een ander de meerderheid. Wij hebben altijd koalities van minstens twee partijen, en daar had Verhofstadt rekening mee moeten houden. Dat doe je, bijvoorbeeld, niet als je het afschaffen van de kiesplicht centraal stelt. Ik ben voor de kiesplicht, een ander is misschien tegen, maar het is een irrelevante kwestie in het geheel van de maatschappelijke problemen. Door zijn stugheid heeft Verhofstadt ervoor gezorgd dat er geen alternatief voor de CVP-SP-koalitie was. Ik denk dat De Croo de mogelijkheden van het Belgische politieke spel veel beter inschat en beheerst.
Laatste punt : de numerus clausus. Minister van Onderwijs Luc Van den Bossche wil een toelatingseksamen. De artsen vragen een vestigingswet. U pleit in een vrije tribune in De Standaard voor een selektie na het tweede jaar.
VERMEERSCH : In principe ben ik voorstander van de vrije onderwijskeuze, maar de arbeidsperspektieven voor bepaalde veeleisende opleidingen zijn zo gering, dat ik vind dat de overheid moet ingrijpen.
Dit gezegd zijnde, ben ik absoluut gekant tegen een toelatingseksamen. Dat kan in zeer specifieke domeinen. Je kan vrij goed detekteren of iemand aanleg heeft voor wiskunde en dus geschikt is voor de studie burgerlijk ingenieur. Ik beweer, en ik noem mezelf na 30.000 stuks een expert in eksamens, dat het voor veel andere vakgebieden niet kan. Je kan niet via een toelatingseksamen uitmaken of iemand geschikt is om arts te worden. Het is bovendien volstrekt onrechtvaardig omdat leerlingen uit, zeg maar, Zoetenaaie niet met dezelfde wapens strijden als leerlingen uit één of ander elite-ateneum of -kollege uit Antwerpen of Gent. Daar komt bij dat dure repetitorenbureaus zonder twijfel in staat zijn om iemand op korte tijd klaar te stomen en door zo een toelatingseksamen te sleuren, iets wat alleen de beter begoeden zich kunnen veroorloven.
Ik verzet mij ook tegen een vestigingswet. De opleiding tot huisarts duurt negen jaar. Negen jaar ! Ik vrees dat niet alle studenten dat goed beseffen. En voor een specialist loopt het op tot elf, twaalf jaar. Het is toch onzinnig om mensen zo lang te laten studeren zonder uitzicht op werk. Daarom zeg ik : voer een selektie door na twee jaar. Dan heeft de student uit Zoetenaaie de kans om zich bij te werken, en wie het niet haalt, verliest ten hoogste twee jaar. En leg in die periode niet alleen de nadruk op natuurwetenschappen, maar ook op menswetenschappen en op praktijk. Laat ze maar eens een bedpan gaan uitdragen in een ziekenhuis. Konfronteer ze maar met brandwonden. Of met lastige patiënten. En na elk semester eksamens. Als je weet dat er na twee jaar slechts honderd vijftig door mogen en je bent tweehonderdste, zie je zelf wel in hoe weinig kansen je hebt. Ik vind dit een veel eerlijker systeem dat veel drama’s kan vermijden.
Koen Meulenaere