Camille Huysmans was de eerste Belgische socialist die internationaal en in de schaduw van de titanen een belangrijke rol vertolkte. Daarover schreef Wim Geldolf nu een boek.

EEN ZOMERAVOND 1914. Nadat hij in het Museum voor Schone Kunsten nog even langs de Vlaamse primitieven is gewandeld, vertrekt de Franse socialist Jean Jaurès uit Brussel naar Parijs. Het wordt zijn laatste reis. Een dag later 31 juli 1914 schiet ene Raoul Villain hem in een restaurant dood. Nog een dag later valt Duitsland België aan. Een maand na de moord op de Oostenrijkse aarsthertog Frans Ferdinand in Sarajevo is alle hoop verdwenen. Er komt oorlog.

In de Brusselse Knapzakstraat heerst evenwel een vrolijke sfeer. Na een gezellig etentje met Edouard Anseele heeft Camille Huysmans achter de piano plaatsgenomen en zingt er met zijn volle bariton ?Grenzen der Menschheit? van Franz Schubert. Behalve Anseele is er ook Rosa Luxemburg, de Duitse revolutionaire socialiste. Ze kent Huysmans al tien jaar en, zo schrijft ze in 1917, ?we haatten elkaar. Waarom valt moeilijk te zeggen. Ik geloof dat hij vrouwen, die zich met politiek bemoeien, niet kan uitstaan, en bij mij werkte zijn impertinent gezicht waarschijnlijk op de zenuwen. In één uur veranderde die tienjarige haat in gloeiende vriendschap.?

Het komt tot een gesprek, een etentje en tijd voor liederen. Het is al nacht als Huysmans haar naar de trein, richting Berlijn, brengt. Beiden zullen elkaar nooit meer terugzien. Zeer vlug na het uitbreken van de oorlog nemen de Duitse autoriteiten Luxemburg in hechtenis omwille van haar pacifistische standpunten. Begin januari 1919 wordt ze door de Duitse oproerpolitie samen met Karl Liebknecht tijdens de Spartacusopstand vermoord.

Het heeft de voormalige Antwerpse politicus Wim Geldolf meer dan tien jaar speurwerk gekost om deze en andere anekdotes rond de legendarische Vlaamse socialist Camille Huysmans bij elkaar te brengen. Het resultaat ligt deze week in de boekhandel. ?Stockholm 1917. Camille Huysmans in de schaduw der titanen? is een turf van ruim 540 bladzijden. Geen simpel werk, want Geldolf is het niet om de saillante anekdotes te doen, wel om de reconstructie van een belangrijk gemist rendez-vous.

DWARSLIGGER.

In 1917 probeerden Huysmans en enkele medestanders in Stockholm een internationale socialistische conferentie te organizeren en zo een beslissende bijdrage tot een democratische vrede te leveren. De opzet mislukte en in tegenstelling tot andere vredespogingen heeft de geschiedschrijving er zich nooit ernstig in geïnteresseerd. Geldolf verbaast zich des te meer over deze lacune, omdat de conferentie veel mensenlevens en politiek leed had kunnen voorkomen. Het Engels debacle in Passchendaele, de Italiaanse nederlaag bij Caporetto, de slag bij Cambrai, het Duits lenteoffensief, de tweede slag aan de Marne, het moest in mei 1917 allemaal nog komen. Volgens Geldolf had de conferentie van Stockholm ook de ineenstorting van de niet-autoritaire vleugel van de Russische sociaal-democratie kunnen afwentelen. ?Rusland zou nooit in de ban van een dictatoriaal communisme gekomen zijn,? luidt de onbewezen stelling van de auteur.

Hij is historicus van vorming en dat tekent hem. Hij schrijft geen roman, nog minder een thriller wat had gekund en hij maakt uitbundig gebruik van voetnoten. Bij momenten zelfs een hele pagina. In eerste instantie is Geldolf natuurlijk een politicus die vlugger dan gepland de bons kreeg. Vele jaren was hij schepen van Antwerpen, Kamerlid en Senator. Hij had het vertrouwen van de bonden en leek op weg naar de Antwerpse top, de burgemeestersjerp. De intriges, Mathilde Schroyens en Bob Cools deden hem echter struikelen. Hij werd aan de kant geschoven en verdween uit de politiek. De geschiedschrijving en de nagedachtenis van Huysmans werden er beter van.

Geldolf, die tijdens zijn actieve politieke carrière al over Huysmans had gepubliceerd, werkte zich hardnekkig door het archief van dit monstre sacré. Was het hem alleen om de historische waarheid te doen of werd hij door enige revanche gedreven ? Ook Huysmans was een eigengereide dwarsligger, die dikwijls met de partijleiding botste, soms de hele pers over zich heen kreeg en toch minister, premier, Kamervoorzitter, burgemeester van Antwerpen, secretaris van de Tweede Internationale en dissident werd. Toch maakt Geldolf geen proces van het Belgisch socialisme, zijn partij en zijn leiders. De historicus wint het bijna altijd van de politicus. Dat heet dan objectiviteit, zoniet mildheid. Heel af en toe wordt er toch een sneer uitgedeeld en meestal is Hendrik De Man de geviseerde.

Geldolf begint zijn verhaal in 1905, het jaar dat Huysmans secretaris van de Tweede Socialistische Internationale wordt. Hij eindigt in 1919, met de vrede van Versailles. Op geen enkel ogenblik voelt hij de aandrift om vergelijkingen met het heden of het recente verleden te maken. Hooguit waagt hij een summiere verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog en de compleet andere opstelling van Huysmans tegenover de Duitsers. Geldolf breekt niet uit het verleden om zijn politieke actie en denkbeelden te argumenteren. De bewogen jaren tussen 1914 en 1918 worden geen breekijzer om de machinaties, de internationale allianties en de union sacrée van het eigentijdse socialisme bloot te leggen. De auteur houdt zich aan zijn onderwerp. Waarom mislukte in 1917 het socialistisch vredesinitiatief ?

TACHTIG BRIEVEN.

Camille Huysmans heeft zeker geen schuld aan het falen van de conferentie van Stockholm. Hij heeft zich in 1917 te pletter gewerkt om de socialistische partijen in de Zweedse hoofdstad om de tafel te krijgen. Hij was toen al twaalf jaar secretaris van de Tweede Internationale, die in 1889 in Parijs was opgericht. De Eerste Internationale, die in 1864 door Karl Marx was gesticht, had het niet eens acht jaar uitgehouden. Ze spatte uiteen omdat de centralistische aanpak van de oprichters voortdurend botste met de autonome opstelling van de respectieve partijen. De Commune van Parijs veroorzaakte de fatale clash.

De Tweede Internationale had een veel lossere structuur. Toch werd er al vrij vlug besloten om een Bureau op te richten, waar elk land drie afgevaardigen in telde, alsook een Uitvoerend Comité. Omdat het Bureau in Brussel vergaderde, bestond het Uitvoerend Comité alleen uit de Belgische delegatie. Zo was de patron van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) Emile Vandervelde automatisch voorzitter van de Internationale. De andere leden van de Belgische delegatie waren Edouard Anseele en Louis Bertrand. Het practische werk kwam van het Bestendig Secretariaat, op de zesde verdieping van het nieuwe Brusselse Volkshuis van Victor Horta.

Vanaf 1905 was Huysmans daar hyperactief. Hoewel de grote Engelse, Duitse en Franse partijen nogal achterdochtig stonden tegenover een al te ondernemend secretariaat, slaagde Huysmans erin om steeds meer initiatieven te nemen en zich op de voorgrond te werken. Als secretaris ontmoette hij al de socialistische voormannen, boegbeelden en legendes uit die jaren. Luxemburg, Jaurès, Karl Kautsky, August Bebel, Jelles Troelstra, Jules Guesde, Paul Axelrod en… Vladimir Iljitsj Lenin. Met hem zong hij geen liederen van Schubert. De relatie tussen beiden was nooit hartelijk en ze verschilden over zeer veel van mening. Voor Lenin was Huysmans een onverbeterlijke reformist of erger nog een renegaat.

Meer dan hem lief was, werd Huysmans met de problemen van de Russische linkerzijde geconfronteerd. Eerst moest hij bemiddelen om een modus vivendi te vinden tussen bolsjewieken en mensjewieken, nadien behoorde Lenin tot de meest onverzettelijke tegenstanders van het Stockholm-initiatief. Hij was een fanatieke doorzetter en veelschrijver. In totaal ontving Huysmans tachtig brieven van hem, allemaal puur politiek, met de juiste analyse en de correcte conclusies.

In 1947, rapporteert Geldolf, werd Lenin door Huysmans nog verketterd. ?Hij was een gevaarlijk man. Geen democraat. Zijn politieke ideeën stonden meestal lijnrecht tegenover de mijne.? In 1955 klonkt het oordeel al iets milder. ?Lenin, die ik zeer goed kende, was een aardig man. We gingen niet over alles akkoord, maar…? In 1963 vergaf Huysmans hem al zijn zonden. ?De plotse dood van Lenin was voor ons een echte catastrofe. Indien hij toen niet gestorven was, zouden we vandaag in een ander Europa leven.?

LIJMEN.

Lenin was niet de enige tegenstander van de conferentie van Stockholm. De Britse premier David Lloyd George heeft veel gedaan om het project te kelderen. Ook de big boss van de Amerikaanse vakbeweging Samuel Gompers lag dwars en verhinderde tot groot plezier van de Belgische ambassadeur in Washington dat Huysmans zijn dossier in de Verenigde Staten kwam bepleiten. Ook Frankrijk telde veel tegenstanders van een vrede zonder militaire nederlaag van de Duitsers. De rol van Philippe Petain, die een muiterij in het Frans leger vreesde en de annexatie van Elzas-Lotharingen bedreigd zag, was daar doorslaggevend.

Bij de Belgische socialisten kon Huysmans evenmin op onverdeelde steun rekenen. Louis De Brouckère, Jules Destrée, Modeste Terwagne en Hendrik de Man remden af, speelden dubbel spel of saboteerden openlijk. Vooral Terwagne, een Waalse geneesheer die in Antwerpen de BWP-federatie leidde, onderscheidde zich als de orkestmeester van de campagne tegen Stockholm en Huysmans. In Den Haag gaf hij met Belgische regeringssteun het Office belge uit, dat geen kans liet liggen om de Belgische chauvinistische trom te roffelen. De uitgelezen schietschijf was onveranderlijk Huysmans. ?We zijn het beu om steeds te moeten herhalen dat Huysmans een uitstekende Belgische patriot is die handelt alsof hij een uitstekende Duitse agent is. De dag dat het land van soortgelijke intriganten verlost is, zal het opgelucht herademen.?

Na de oorlog probeerde Terwagne met de steun van enkele Waalse socialisten, onder meer Destrée, zijn politieke carrière in Antwerpen voort te zetten. De Antwerpse federatie zette hem echter aan de deur en Huysmans aan de kop. Huysmans werd tijdens de eerste verkiezingen op grondslag van het algemeen (mannelijk) stemrecht met klank verkozen. De scheurlijst van Terwagne flopte compleet.

De houding van Vandervelde, de onbetwiste leider van de Belgische socialisten, was ook in de kwestie Stockholm allerminst een voorbeeld van rechtlijnigheid. Hij schipperde voortdurend, liet het nooit tot een breuk met Huysmans komen, onder meer omdat hij het voorzitterschap van de Internationale niet kwijt wou, maar identificeerde zich steeds duidelijker met de Belgische en geallieerde union sacrée. Het Belgisch establishment had zich trouwens zeer ingespannen om het socialistisch kopstuk te lijmen. In ruil voor een ?vaderlandslievende? houding, goedkeuring van de krijgskredieten door de socialistische fractie, werd Vandervelde tot minister van Staat benoemd.

MYTHES.

In de buitengewone kamerzitting van 4 augustus 1914, waar de schending van het Belgisch grondgebied wordt bekendgemaakt, kondigt premier Charles de Broqueville de benoeming van Vandervelde aan. Er komt unaniem applaus en op vele banken weerklinkt ?Vive la Belgique?. De regering en het hof maken nuttig gebruik van de pas gepromoveerde. Die mag een brief naar de Russische socialisten schrijven met de vraag om, ondanks de tsaristische dictatuur, toch voor de democratie in het Westen te vechten. In plaats van koning Albert I mag de socialistische leider in de loopgraven van de IJzer 24 meetings voor de Belgische soldaten geven. Vandervelde kwijt zich consciëntieus van die opdracht. Een groot deel van de oorlog verblijft hij in Londen, waar hij zich in hotel Victoria verdienstelijk maakt in de organisatie ?British Gifts for Belgian Soldiers?. Een jaar lang is het de hoofdactiviteit van de voorzitter van de Socialistische Internationale.

Niet minder actief is zijn echtgenote, de mondaine en artistieke Hélène Speyer, genoemd Lala. Meer dan vijf maanden houdt ze een voordrachtentournee in de Verenigde Staten en verzamelt aldus 300.000 dollar voor het goede Belgische doel. Ook in de Engelse musicalwereld treedt ze op. Gewikkeld in de Belgische driekleur zingt ze er het patriottisch gedicht van Emile Cannaerts?Chantons, Belges, chantons !?

Begin 1916 viert het Belgisch socialisme een belangrijke overwinning. Vandervelde wordt volwaardig minister en verwijdert zich steeds nadrukkelijker van Huysmans, het socialistisch vredesintiatief en de radicale linkse stellingen. In mei 1917 bevindt hij zich opnieuw aan het front. Het Russische. Hij probeert er de soldaten, die oorlogsmoe zijn en komaf hebben gemaakt met de tsaar, van te overtuigen dat er moet worden voortgevochten.

Eén van de weinige socialisten die al die jaren Huysmans blijft steunen, is Anseele. Internationaal is hij niet echt actief, maar hij zorgt ervoor dat Huysmans de nodige rugdekking in de partij behoudt. In 1963 lanceert de 92-jarige Huysmans in Volksgazet dat de echte man van Stockholm koning Albert was. Geldolf maakt brandhout van die stelling. ?Zijn geheugen en zijn met de hoge ouderdom sterk vermogen tot fabuleren spelen hem daarbij parten.?

Albert praatte nooit met Huysmans over Stockholm, inspireerde hem niet en moedigde hem evenmin aan. Voor Geldolf is het slechts één van de vele mythes die om de koning de ronde deden. Ze is even onwaar als de legende dat Albert een progressistische koning was of een koning-ridder. Met enige wellust citeert Geldolf enkele overtrokken commentaren die er na de dood van Albert uit prestigieuze pennen rolden. Henri Bergson vergeleek hem met de keizer-filosoof Marcus Aurelius, terwijl Anatole France na rijp beraad schreef : ?Il est né avec l’âme du héros.?

CAPITULATIE.

Zowel het Vaticaan, Romain Rolland als Henri Ford hebben geprobeerd een compromis-vrede te bewerkstellingen. Voor de Socialistische Internationale en Huysmans waren dat evenveel aansporingen om het eigen vredesinitiatief door te duwen. Ook de pas herkozen Amerikaanse president Woodrow Wilson verdedigde begin 1917 een vrede zonder overwinnaars. ?Een vrede gebaseerd op een overwinning betekent een vrede opgelegd aan de verliezer onder vernedering en dwang. Dat zou pijn, wrok en bittere herinnering en geen duurzame vrede nalaten. Enkel een vrede tussen gelijken is mogelijk.? De Peace without victory-rede van Wilson veroorzaakte groot enthousiasme in de neutrale landen en bij de gematigde linkerzijde. De geallieerde regeringen gaven Wilson echter een onvoldoende, omdat zij een Duitse capitulatie verlangden.

Als op 1 februari 1917 Duitsland de onbeperkte duikbotenoorlog begint, verandert ook de opstelling van de VS. Ze verbreken de diplomatieke relaties met Duitsland en twee maanden later zijn ze op hun beurt in de oorlog betrokken. De komst van Amerikaanse troepen stijft de geallieerden in hun verzet tegen elke vredesregeling die niet door een Duitse capitulatie is vooraf gegaan. Huysmans zet evenwel door, maar slaagt er niet om het afwijzingsfront van Fransen, Britten, bolsjewieken en uiteindelijk ook Amerikanen te breken. Er wordt in Stockholm langdurig gepraat met vele afzonderlijke delegaties. Tot een plenaire vergadering komt het echter niet.

Op 15 januari 1918 verlaat Huysmans Stockholm met bestemming naar Groot-Brittannië. Daar wordt hij haast gegijzeld, omdat de Engelse zeeliedenvakbond hem verhindert van boord te gaan, omdat hij teveel met de vijand zou gekonkeld hebben. De Britse regering wantrouwt hem eveneens. In een rapport aan de Belgische regering signaleert de Belgische diplomaat baron Moncheur vanuit Londen dat de Britse administratie Huysmans op het grondgebied heeft toegelaten omdat hij dan minder gevaarlijk is. De pers schiet eveneens met scherp. The Times heeft het over de Belgische Lenin, terwijl De Nieuwe Gazet, subtiel als steeds, op haar manier zijn komst naar België voorbereidt. ?Kasseien zullen als vanzelf uit de grond rijzen, om hem te stenigen.?

Half november 1918 is Huysmans terug in Brussel en bereidt hij zich voor op een nieuw leven en een carrière in de Belgische politiek. Hij moet dan nog 48 jaar worden.

Paul Goossens

Wim Geldolf, ? Stockholm 1917. Camille Huysmans in de schaduw van de titanen?, Uitgeverij Contact Antwerpen, Edegem, 540 blz., 1.495 fr.

Camille Huysmans (rechts) op latere leeftijd : De plotse dood van Lenin was voor ons een catastrofe.

Koning Albert I in 1917 : het is niet waar dat hij de man was achter de conferentie van Stockholm.

Voor Lenin (tweede van rechts, boven) was Huysmans een renegaat.

Historicus van vorming Wim Geldolf verliet de politiek. De geschiedschrijving en de nagedachtenis van Huysmans werden er beter van.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content