DE MAN VAN GLAS
De passage van Karel VI als vorst is een ramp voor Frankrijk. Het land wordt geteisterd door oorlog, maar zit opgescheept met een karakterloze, gewelddadige en geesteszieke leider.
Koning van Frankrijk van 1380 tot 1422.
Bestijgt als twaalfjarige de troon, middenin de Honderdjarige Oorlog.
Trouwt met Isabella van Beieren. Zijn ziekte drijft het paar uiteen.
DIAGNOSE: GLASDELUSIE
Wie als zoon van Karel De Wijze – een belezen en intelligente vorst – wordt geboren, heeft grote schoenen te vullen. Helaas lijkt Karel VI van Frankrijk meer op zijn moeder, Johanna van Bourbon. Zij krijgt in 1373 een zenuwinzinking en ook haar zoon Karel gaat de geschiedenis in als Karel De Waanzinnige. Nochtans is hij als jonge vorst best geliefd, omdat zijn beleid de economie stimuleert. Zijn goede reputatie verdwijnt echter snel. Als gevolg van een mislukte aanslag op een van zijn vertrouwelingen in 1392, krijgt hij onbedwingbare woedeaanvallen. Tijdens een vergeldingsactie slaan de stoppen door en verwondt Karel zijn eigen ridders, waaronder ook zijn broer. De incidenten volgen elkaar op. De vorst herkent zijn eigen vrouw en kinderen niet meer, loopt huilend als een wolf door de kasteelhallen en lijdt aan glasdelusie, een aandoening waarmee wel meer nobelen kampen in die tijd. De koning denkt dat hij van glas is en vreest dat hij zal breken. Hij wikkelt zich in doeken en laat een beschermend pak uit ijzeren staven maken. Intussen raakt Frankrijk stuurloos en profiteren buitenlandse machten van de situatie.
