Kabaal in de zaal

SNEL AFGELEID'Vandaag is het een pak moeilijker om studenten twee uur lang te boeien.' © LIES WILLAERT

Ongegeneerd zitten ze in overvolle auditoria te eten en drinken, te sms’en, gamen, chatten of filmpjes te bekijken. Op die manier maken de millenniumstudenten het hun professoren wel erg moeilijk. Zo moeilijk zelfs dat ze bij de K.U.Leuven een werkgroep hebben opgericht om het probleem in kaart te brengen.

De les is al een halfuurtje bezig. Een student komt de zaal binnen, stapt op de professor af en begint wartaal uit te slaan. De professor vraagt hem verschillende keren te zwijgen. Omdat dat niets uithaalt, belt de professor uiteindelijk security en verlaat zelf de zaal. Als de mannen van de veiligheid arriveren, volgt de student hen gedwee naar buiten. Het blijkt om een student uit een andere studierichting te gaan die de licht ontvlambare professor op stang wou jagen. Voor een weddenschap. Kort daarna verschijnen op YouTube filmpjes van het incident die andere studenten met hun gsm hebben gemaakt.

Ze zitten uitgebreid te eten of te vrijen in de les, ze laten midden in je uitleg Tarzankreten horen of gebruiken de achterste rij banken om te biljarten’, zegt een ervaren professor van de K.U.Leuven. Hij ziet er de laatste jaren dan ook steeds meer tegenop om les te geven. En hij is niet de enige.

Op de rectoraten van de Vlaamse universiteiten doen ze dergelijke klaagzangen echter graag als spookverhalen af. Heel uitzonderlijke incidenten en nog ferm overdreven ook. ‘Hoogstens wordt er eens geklaagd over een Sinterklaas die begin december de les komt verstoren. Meer niet’, zegt Luc Van de Poele, directeur van de afdeling onderwijskwaliteitszorg van de Universiteit Gent. Ook aan de K.U.Leuven minimaliseren ze het probleem zo veel mogelijk. Maar op verzoek van verontruste docenten werd daar wel een werkgroep opgericht die moet onderzoeken hoe ze het best omgaan met hun millenniumstudenten. Want zo worden de jongeren genoemd die vanaf de eeuwwisseling aarzelend hun intrede deden in de universiteiten. Millenniumstudenten zijn veeleisend, snel verveeld en voorzien van een laptop, iPod en smartphone.

‘Het gedrag van de studenten is de afgelopen tien jaar enorm veranderd’, zegt Peter Lievens, voorzitter van de werkgroep en decaan van de faculteit Wetenschappen van de K.U.Leuven. ‘Vroeger stond de professor vooraan in het auditorium een verhaal te vertellen terwijl de studenten luisterden en notities namen. Maar vandaag is het een pak moeilijker om hen twee uur lang te boeien. En als de aandacht te veel verslapt, gebeurt het dat studenten de les verstoren.’ Door een werkgroep op te richten, erkent de Leuvense universiteit impliciet dat er iets fout loopt. De bedoeling is nu dat vertegenwoordigers van de verschillende faculteiten het probleem in kaart brengen en mogelijke oplossingen naar voren schuiven.

Ook aan de Universiteit Antwerpen (UA) zijn ze vertrouwd met het fenomeen van de millenniumgeneratie. Vorig jaar werd er zelfs al een studiedag over georganiseerd. Het voornaamste kenmerk van die studenten is dat ze door middel van alle mogelijke moderne technologieën voortdurend verbonden zijn met andere studenten en met de rest van de wereld. Ook tijdens de lessen’, zegt UA-woordvoerder Peter De Meyer.

De studenten zelf zien daar alvast geen graten in. ‘Natuurlijk wordt er tijdens de lessen ge-sms’t, gechat of naar filmpjes gekeken’, zegt Thijs Vandenbrande van de Leuvense studentenraad Loko. ‘Dat kan vandaag heel makkelijk met schootcomputers of smartphones, en in elk lokaal van de universiteit is er gratis internetverbinding.’ En als studenten tegenwoordig een probleem moeten oplossen, googelen ze het antwoord eerst, sms’en tussendoor een medestudent om raad en surfen dan naar de Facebookpagina van hun studentenkring. Doordat ze gewoon zijn om constant van het ene informatiekanaal naar het andere over te schakelen, hebben ze het tijdens een college vaak heel moeilijk om zich uitsluitend op de uitleg van de docent te concentreren. Vandaar dat de Universiteit Antwerpen de studenten nu een cursus aanbiedt waarin hen wordt aangeleerd om op één ding tegelijkertijd te focussen.

Een ander kenmerk van de millenniumstudenten is dat ze vaak erg beschermd zijn opgegroeid en gewend zijn om in de watten te worden gelegd. Dat verwachten ze dus ook aan de universiteit. ‘Hun ouders maken deel uit van de eerste generatie die op de achterruit van de auto een sticker plakte met Baby on board op’, zegt Peter De Meyer. ‘Zelfs wanneer hun kinderen aan de universiteit studeren, blijven ze hen nog altijd zo beschermen. Vroeger waren ouders al tevreden als hun student aan het eind van de rit met een diploma naar huis kwam, vandaag bemoeien ze zich echt met zijn studie.’ Daarom organiseert de Antwerpse universiteit sinds kort contactmomenten voor ouders, naar analogie met de oudercontactavonden op de middelbare school.

Ook de samenstelling van de studentenpopulatie is de laatste jaren enorm veranderd. De tijd dat auditoria uitsluitend door primussen uit het algemeen secundair onderwijs werden bevolkt, is al lang voorbij. ‘Veel studenten komen naar de universiteit om het eens te proberen’, zegt Rebecca Resseler, die zich op de dienst Universitair Onderwijs van de K.U.Leuven met het probleem van de millenniumstudenten bezighoudt. ‘Vroeger was het een groot privilege om aan een universiteit te mogen studeren, maar vandaag wordt dat als een vanzelfsprekendheid beschouwd.’ Dat merken ze ook aan de Brusselse Erasmus Hogeschool, waar ze geconfronteerd worden met een groep studenten die ze ’toeristen’ noemen. ‘Dat zijn jongeren die hoger onderwijs volgen omdat het plezierig is’, zegt opleidingshoofd Liliane Priem. ‘Ze willen zich alleen maar amuseren en trekken zich er niets van aan of ze slagen of niet. Vaak proberen ze ook in de les voor ambiance te zorgen, en dat tot grote ergernis van de andere studenten.’

Daarnaast is ook de verhouding tussen een docent en zijn studenten in de loop der jaren grondig gewijzigd. ‘Vroeger spraken ze ons aan met meneer de professor en nu roepen ze hoi. Dat zegt veel, hè ‘, zegt Herman Buelens van de dienst Universitair Onderwijs (K.U.L.). ‘De afstand is duidelijk veel kleiner geworden. Sommige professoren vinden dat een goede zaak, anderen hebben het daar best moeilijk mee.’ Meer nog: sommige proffen hebben het zo moeilijk met de nonchalante stijl van hun studenten dat ze echt op hen neerkijken en dat ook duidelijk laten blijken. ‘Er zijn docenten die alle studenten als dommeriken beschouwen die toch nooit voor hun vak zullen slagen’, zegt Kristiaan Versluys, directeur Onderwijsaangelegenheden van de Universiteit Gent. ‘Als je met zo’n cynisme voor een auditorium staat, is het natuurlijk een verloren zaak. Want de studenten hebben dat al na vijf minuten door.’

Het auditorium zit afgeladen vol. Tot op de trappen toe. Meer dan zeshonderd studenten en niet een van hen lijkt te merken dat de professor is gearriveerd. Hij zet de microfoon aan en begint uit te leggen welk hoofdstuk ze vandaag zullen behandelen. Het duurt wel vijf minuten voor het enigszins stil wordt. Her en der wordt fluisterend een discussie voortgezet, krantenpagina’s worden ongegeneerd omgeslagen en altijd piept of trilt er wel een gsm om te melden dat er een sms’je is binnengelopen. Dan stijgt gelach op; blijkbaar heeft een van de studenten op zijn laptop een hilarisch filmpje ontvangen. De professor probeert zich te concentreren op de eerste vijf rijen studenten, die wel ijverig notities nemen.

Aan de Gentse universiteit is het aantal studenten de afgelopen vijftien jaar meer dan verdubbeld terwijl het aantal professoren ongeveer gelijk is gebleven. Vandaar dat er steeds vaker les wordt gegeven aan groepen van vijfhonderd tot zelfs duizend studenten. ‘Is dat een goede zaak? Natuurlijk niet’, zegt Kristiaan Versluys. ‘Ideaal zou zijn om met groepjes van hoogstens twintig studenten te werken zoals in de Verenigde Staten. Maar dat is in België financieel niet haalbaar, en dus zullen we het beste moeten maken van die grote groepen.’

In de eerste plaats moet daartoe in de infrastructuur worden geïnvesteerd. Zo nam de Universiteit Gent vorig jaar het zogenaamde Universiteitsforum in gebruik met het superauditorium Leon De Meyer dat van meer dan duizend zitplaatsen is voorzien. ‘Het is ontzettend belangrijk dat lessen voor grote groepen in ruime auditoria plaatsvinden’, aldus Versluys. ‘Dan hoeven de studenten tenminste niet op de trappen te zitten. Door hen een comfortabele plaats te geven, kunnen we veel problemen vermijden.’

Daarnaast is het volgens hem een kwestie van de juiste docent op de juiste plek te zetten. Want sommige professoren geeft het echt een kick om voor vele honderden studenten op te treden. Zoals wijlen Jaap Kruithof, die steevast beweerde dat hij totaal niet tot zijn recht kwam voor dertig studenten maar helemaal opleefde als hij er vijfhonderd kon toespreken. ‘Dat soort mensen hebben de aangeboren gave om zulke enorme groepen urenlang te boeien’, aldus Versluys. ‘Hun massacolleges zijn soms echte evenementen waar ook studenten uit andere studierichtingen op afkomen.’

Voor andere docenten is het echter een zware beproeving om voor zo’n menigte te moeten staan. ‘Het zijn enkelingen die het in hun bloed hebben, maar de meesten kunnen het wel leren’, zegt Versluys. ‘Daarnaast zijn er ook docenten – een kleine minderheid – die het echt niet aankunnen en maar niet willen begrijpen dat je aan een grote groep op een andere manier moet lesgeven dan aan vijftien studenten. Als blijkt dat een lesgever echt niet in staat is om voor zo’n groep te staan, proberen we hem te vervangen.’

Aan de K.U.Leuven beschouwen ze massacolleges niet als de kern van de zaak. Lessen in grote groepen zouden alleen maar een versterkend effect hebben op het échte probleem: het veranderde gedrag van de studenten. Kleinere groepen zouden volgens de Leuvense werkgroep dan ook geen soelaas bieden. ‘Een aantal jaar geleden moest ik bijvoorbeeld lesgeven aan tweehonderd studenten lichamelijke opvoeding’, zegt professor Arthur Spaepen. ‘Ik vond die groep te groot en onhanteerbaar en dus besloot ik hem in tweeën te splitsen. Maar vandaag zou ik dat niet meer doen. Want door de onderwijstechnieken die ik nu gebruik, is dat niet meer nodig.’

Ze zijn heel erg onrustig vandaag. Na drie kwartier zitten zo goed als alle honderd studenten te babbelen en op hun stoel te schuifelen. De docente merkt dat ze totaal niet naar haar uitleg luisteren en last dan maar vijf minuten pauze in. En als ze daarna goed opletten, belooft ze hen een paar leuke filmpjes te laten zien. Ze zucht. De laatste tijd heeft ze steeds vaker het gevoel dat ze haar studenten als een soort John Cleese moet entertainen.

‘Jonge docenten denken vaak dat ze geacht worden om hun hele cursus in de les te overlopen. Daar proberen we hen meteen van af te brengen’, zegt Luc Van de Poele van de Universiteit Gent. ‘Ze moeten de studenten duidelijk maken wat belangrijk is en verder moeten ze er vooral stáán. Door hun performance moeten ze het auditorium motiveren en enthousiasmeren. Dat betekent dat ze voor een stuk een rol moeten spelen.’ Vandaar dat de Universiteit Gent voor sommige trainingen zelfs een beroep doet op een theateracteur die lesgevers aanleert hoe ze zich voor een groot publiek het best kunnen gedragen.

Wie de aandacht van zijn toehoorders vast wil houden, zorgt ook het best voor afwisseling en af en toe een verrassende wending. ‘Als je je les gestructureerd en rechtlijnig opbouwt, kun je de studenten nog geen kwartier boeien’, zegt de Leuvense werkgroepvoorzitter en fysicaprofessor Peter Lievens. ‘Maar als je hen meteen de conclusie uitlegt, een paar illustraties geeft en vervolgens een demonstratieproef doet, dan blijven ze aandachtig.’

Ook zijn collega Arthur Spaepen doet er alles aan om zijn publiek bij de les te houden. ‘Dertig jaar geleden ging 80 procent van mijn aandacht naar de inhoud van mijn lessen en 20 procent naar de interactie met de studenten’, zegt hij. ‘Vandaag is dat net omgekeerd: 20 procent van mijn aandacht gaat naar de inhoud en 80 procent naar het communicatieproces met de groep. Dat betekent dus dat ik nu veel meer energie in mijn lessen moet steken.’

Niet alleen het showgehalte van veel colleges is noodgedwongen toegenomen, meer en meer docenten maken ook uitgebreid gebruik van nieuwe media. Ze werken met het digitale platform van de universiteit of communiceren met hun studenten via Facebook. En natuurlijk is er de onvermijdelijke powerpointpresentatie, waar studenten anno 2010 behoorlijk hoge eisen aan stellen: ze mag niet te saai zijn en de professor moet in de les meer doen dan louter de slides aflezen.

Daar is de Gentse professor Bart Keunen, die elke donderdag literatuurgeschiedenis doceert aan meer dan duizend eerstejaarsstudenten, zich maar al te goed van bewust. Hij beperkt zich in de les tot de highlights, doorspekt zijn powerpointpresentatie met opvallende illustraties en onderbreekt zijn uitleg geregeld om fragmenten uit verfilmingen of toneelstukken van beroemde boeken te laten zien. ‘Het gevolg is wel dat ik in de les niet meer alles kan behandelen’, zegt Keunen. ‘Daarom heb ik een website ontworpen waar de studenten toch spelenderwijs in contact komen met informatie die we niet hebben gezien. Daar willen we nu mee gaan experimenteren. Als dit project lukt, ben ik ervan overtuigd dat ik mijn studenten veel meer zal kunnen leren dan mijn voorgangers. Alleen al omdat beelden langer blijven hangen dan louter verbale informatie.’

Docenten zoals Bart Keunen zijn echter nog altijd uitzonderingen aan de Vlaamse universiteiten. Veel professoren houden het liever bij klassieke hoorcolleges omdat ze geen zin hebben om zo veel energie in de voorbereiding van creatieve en interactieve lessenreeksen te investeren. ‘Dat kan ik wel begrijpen’, zegt Keunen. ‘Aan de universiteit word je nog altijd op de eerste plaats beoordeeld op basis van je onderzoek. Hoe je lesgeeft, speelt niet zo’n rol. Tenzij je het echt heel slecht doet natuurlijk.’

Toch lijkt het onvermijdelijk dat de manier van lesgeven zal moeten evolueren. ‘Als de aula vol millenniumstudenten zit, dan moeten wij de millenniumdocent introduceren’, zegt ook Herman Buelens van de dienst Universitair Onderwijs (K.U.L.). ‘Het is dus de opdracht van de universiteit om de professoren nieuwe werkvormen aan te leren.’ De vraag is hoever universiteiten willen gaan in hun tegemoetkomingen aan de nieuwe studenten. Want als de lessen te boeiend en entertainend worden, zouden ze op den duur ook wel eens te gemakkelijk kunnen worden. ‘Als je ex cathedra lesgeeft, weet je niet of de meerderheid van je studenten kan volgen’, zegt professor Spaepen. ‘Maar als je interactief werkt, hou je constant rekening met de groep en hou je in de gaten of er wel een aanvaardbaar deel van de studenten mee is. Gevolg: vandaag kan ik twee hoofdstukken minder doornemen dan tien jaar geleden.’

In de ogen van minder vooruitstrevende docenten is dat een wel erg verregaande toegeving. ‘Sommige collega’s zien elke tegemoetkoming aan de studenten als een manier om je populair te maken’, aldus professor Keunen. ‘Ze denken dat de lat dan vanzelf lager wordt gelegd. Maar ik ben er zeker van dat de leerstof die ik aanbied de vergelijking met die van mijn voorgangers kan doorstaan. Behalve misschien voor een traditioneel geschoolde intellectueel die zich later in iets heel erudiets wil specialiseren en uiteindelijk zal doctoreren. Maar dat zijn uitzonderingen die veel op eigen houtje kunnen leren. Wat ik wil, is álle studenten in het auditorium een goede basis meegeven.’

Zoals gewoonlijk zit hij links. Op de achtste rij van het auditorium. Nog voor de les begint, klapt hij zijn laptop al open. Hij start Call of Duty op, een game dat zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog en waarbij de kogels je om de oren suizen. Terwijl de professor zijn best staat te doen om de studenten te boeien, bestookt hij twee uur lang zijn vijand. Als alles goed gaat, studeert hij over enkele jaren af als arts. En daarna wil hij nog specialiseren.

DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET / FOTO’S LIES WILLAERT

‘Een professor wordt vooral beoordeeld op zijn onderzoek. Hoe hij lesgeeft, speelt niet zo’n rol. Tenzij hij het echt heel slecht doet.’

‘Sommige studenten zijn echte toeristen: ze volgen alleen maar hoger onderwijs omdat dat plezierig is.’

De millenniumstudent is veeleisend, snel verveeld en voorzien van een laptop, iPod en smartphone.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content