Er was heel wat te doen om de overstap van ex-VB’er Jurgen Ceder naar N-VA. In het verhitte debat werd de historische werkelijkheid meer dan eens erg vrij geïnterpreteerd.
Op het eerste gezicht ging het om lokale politiek. Het N-VA-bestuur van Dilbeek ging in op de vraag van ex-VB’er Jurgen Ceder (°1963) en besliste hem de zesde plaats te geven op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Met alle respect, Ceder is geen racist en hij probeert nu gewoon eerlijk te zijn’, deed Bart De Wever de zaak af in De Morgen.
Een paar dagen eerder had Meyrem Almaci (Groen) in een felle Vrije Tribune Ceder en N-VA om diezelfde overstap zwaar op de korrel genomen: ‘Hardcore Blokkers worden ingelijfd bij een democratische partij en zo ‘gedemocratiseerd”, schreef ze. Daarbij verwees Almaci naar een oud incident, uit 1984, waarbij de toenmalige student Jurgen Ceder tijdens een vechtpartij in Leuven een tegenbetoger in elkaar zou hebben getrapt. Hij moest zich voor de rechtbank verantwoorden, maar werd vrijgesproken.
Ceder reageerde bijzonder ontstemd. Ook al is de voorbije jaren al meer dan eens geschreven over dat incident (en over de vrijspraak, die niemand betwist), toch vindt Ceder dat de Groen-politica ‘een duidelijke grens overschrijdt’: ‘Deze zaak is toen door de rechtbank behandeld en ik werd volledig vrijgesproken. Niet om een of andere techniciteit: gewoon omdat ik dit niet had gedaan. Er is ook – buiten mevrouw Almaci – niemand die nog beweert dat ik hier iets mee te maken had.’
Om te begrijpen wat er echt gebeurd is, moeten we terug naar 1984. De Leuvense campus was gepolariseerd, er was een steeds scherpere tegenstelling tussen ‘links’ en ‘rechts’. Een aantal studentenkringen scheurde zich dat jaar af van de overkoepelende Algemene Studenten Raad (ASR), de voorganger van het huidige Loko, omdat ze die ’te links’ vonden. In die verhitte sfeer besliste de ASR om de Nationalistische Studentenvereniging (NSV) géén subsidies toe te kennen: het zou een extreemrechtse en racistische organisatie zijn.
NSV Leuven pikte dat niet. Men trommelde ook vanuit andere universiteiten kompanen op voor een van die acties waaraan de NSV haar beruchte en baldadige naam te danken heeft. Op donderdag 8 maart 1984 bezette een groep NSV’ers het Leuvense Stuc. Dat cultuurcentrum lag toen nog op de campus Sociale Wetenschappen. Op een bovenverdieping bevonden zich de lokalen van het ASR-secretariaat en de redactie van het studentenblad Veto.
Als blad van ASR was Veto links en dus zeer anti-NSV. Maar het was wel al een goed blad. De verantwoordelijke uitgever was dat jaar Luc Baltussen, nu medewerker van Knack. De auteur van een aantal verderop geciteerde artikels is Luc Vanheerentals, al jaren de gewaardeerde Belga-correspondent voor Leuven. De toon van het verslag van de gebeurtenissen, in het nummer van 15 maart 1984, is dan ook verrassend neutraal: ‘Preses Jurgen Ceder en pro-preses Erik Arckens meldden zich netjes op het ASR-secretariaat.’ Uit een raam ontrolden ze een spandoek ‘Eerlijke subsidiëring of geen’, en een leeuwenvlag. De actie lokte publiek ‘dat in het aangename zonnetje steeds meer ruimte innam op het grasperk voor het gebouw’.
Ineens werd de sfeer hoogst onaangenaam. De Veto-verslaggever noteerde: ‘Rond kwart over vier verlieten de NSV’ers zeer plotseling het gebouw. Nog voor het publiek goed en wel in de gaten had wat er gebeurde, voerden de NSV-militanten een charge in regel uit, waarbij zelfs een paar staven en stokken dienst deden.’ Het blad publiceerde ook een foto van een potige NSV’er. We herkennen de jonge en in Leuven totaal onbekende Filip Dewinter (hij militeerde bij NSV Antwerpen): ‘Een gemaskerde NSV’er verlaat het Stuc. Een paar ogenblikken later kreeg het publiek op zijn donder.’ Niet dat het publiek zich liet doen: ‘Loslopende NSV’ers liepen het gevaar op hun beurt een pak slaag te krijgen. Naar verluidt incasseerde ook de fotograaf van het KVHV (Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond) een paar rake klappen.’
De raakste klappen vielen in het andere kamp. ‘Bart Germeys liep een open beenbreuk op. Naar zijn eigen zeggen werd hij door een NSV’er met een karatesprong geveld op het ogenblik dat hij toestapte naar een meisje dat door twee andere NSV’ers ruw aangepakt werd.’ Het was meteen uit met de pret. De Leuvense politie kwam tussen. Een aantal studenten legde verklaringen af, en ‘ook de bundel houten stokken (50 centimeter lang, 3 centimeter dik) die de NSV’ers achterlieten werd bij de politie gedeponeerd’. Daar kwam Jurgen Ceder opnieuw voor het voetlicht. Op een ander beeld van diezelfde actie was hij duidelijk herkenbaar, stok in de hand.
Meer dan twee volle maanden na de feiten, in het nummer van 17 mei 1984, meldt Veto dat Bart Germeys het ziekenhuis kan verlaten. Hij had niet alleen meerdere breuken in zijn linkerbeen opgelopen, de kwetsuur werd extra gecompliceerd doordat op de plaats waar de trap het been had geraakt het vel en de spierweefsels tot op het bot waren afgestorven. Er werd een spier- en huidtransplantatie uitgevoerd. In dat zelfde nummer noemde Veto de naam van de vermoedelijke aanvaller: ‘De NSV-preses werd door meerdere getuigen aangewezen als de persoon die Germeys met een karatesprong velde. Het politioneel onderzoek heeft trouwens meerdere getuigenissen ten laste van Ceder verzameld, en de zaak overgemaakt aan het parket.’
Dat is inderdaad gebeurd, maar daar blijft het dossier een tijdlang liggen. Uiteindelijk wordt de zaak ook correctioneel behandeld. Op het proces zijn er getuigen die Ceder aanwijzen als de schuldige. Maar een drietal NSV’ers getuigt ten gunste van Jurgen Ceder. Als er in een correctionele zaak geen onomstotelijk bewijs is van schuld, volgt de vrijspraak. Zo gebeurt ook hier. Ceder is onschuldig. Dat was een meevaller, want als student in de rechten zou een correctionele veroordeling een ernstige hypotheek gelegd hebben op een mogelijk verdere carrière bij de balie. Het neemt niet weg dat Jurgen Ceder (maar ook Filip Dewinter) betrokken waren bij een gewelddadige NSV-actie waarbij een andere student zijn been en meteen een deel van zijn leven werd verwoest.
Germeys is de aanval lichamelijk nooit te boven gekomen. Zijn been is nooit helemaal hersteld, en dat leidde nadien tot ernstige rugklachten. Bart Germeys woont inmiddels al elf jaar in Nederland. Hij wenst niet te reageren op de plotse polemiek die in België ontstond rond zijn naam.
Amper één jaar na de Leuvense feiten is Filip Dewinter al verkozen als volksvertegenwoordiger voor het Vlaams Blok. Ook Jurgen Ceder treedt tot het VB toe. Vanaf 1995 is hij senator. De buitenwereld kent hem niet goed. Als de Nederlandse journalist Rinke van den Brink in 1999 een boek wijdt aan De jonge turken van het Vlaams Blok, ontwaart hij bij de aankomende kopstukken wel een Yves Buysse, Philip Claeys of Alexandra Colen, maar geen Jurgen Ceder.
Het belang van Ceder is intern. Hij is lid van het partijbestuur en hoofd van de juridische dienst. Ex-VB’er Geert Van Cleemput omschreef in zijn ‘insidersverhaal van een ex-Blokker’ Ceder als ‘vermoedelijk de intelligentste van de partijleiding’. Maar ook: ‘Hem wordt verweten lui te zijn.’ Overigens had Jurgen Ceder wel degelijk zijn invloed op de inhoudelijke lijn van zijn partij. Toen het VB in 1996 zijn herwerkte versie van het beruchte zeventigpuntenplan presenteerde, werden als auteurs vermeld de tien leden van de ‘werkgroep Immigratie: de oplossingen’. Daarbij prijken niet alleen usual suspects als Filip Dewinter en Gerolf Annemans, maar ook Jurgen Ceder en Karim Van Overmeire, vandaag beiden N-VA. Nog volgens Van Cleemput had Ceder ‘moeite Dewinter te overtuigen dat die zijn optreden moest verzachten om de partij juridisch niet te schaden’.
Ceder brak pas met Dewinter en het VB toen animositeit omtrent wijlen Marie-Rose Morel het VB in tweeën deed splijten. Samen met Morels tweede echtgenoot Frank Vanhecke en Koen Dillen hoorde Ceder bij haar dichtste vrienden. Die menselijke loyauteit haalde het van zijn politieke aanhorigheid. Bij het N-VA komt hij niet alleen veel oude bekenden tegen uit de radicale Vlaamse beweging, maar ook uit zijn vroegere partij. Her en der gepubliceerde lijstjes van ex-VB’ers die bij N-VA zijn beland, komen gemakkelijk aan een naam of dertig. Maar onder hen zijn er niet veel die de VB-koers, haar strategie en ideologie meer en langer mee hebben bepaald dan Jurgen Ceder. Daarvoor blijft het wachten op Frank Vanhecke.
DOOR WALTER PAULI
Jurgen Ceder werd destijds vrijgesproken, maar dat neemt niet weg dat hij en Filip Dewinter betrokken waren bij een gewelddadige NSV-actie.