Over de examens hoef je je geen zorgen te maken, zegt psycholoog en breintrainer Bernard Lernout. ‘Leer eerst je hersenen optimaal te gebruiken, en begin dan pas te studeren.’ Enkele handige tips en trucs van een ervaringsdeskundige.
Anders dan zijn broer Jo van het failliete spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie, heeft Bernard Lernout zijn schaapjes op het droge. Hij bekleedde topfuncties bij het technologiebedrijf Barco en de supermarktketen Colruyt. In de jaren tachtig ging hij in de leer bij Tony Buzan, een Britse psycholoog die bekend werd met zijn boeken over technieken om meer uit je brein te halen dan je ooit had durven denken. Geïnspireerd door die breinexpert, geeft Lernout vandaag zelf cursussen aan bedrijven en scholen over geheugentraining, snellezen en creatief denken. Zes jaar geleden richtte hij in Parike, in het hartje van de Vlaamse Ardennen, Het Leerhof op, een ‘centrum voor levenslang leren’.
Samen met de logopediste Inge Provost schreef Lernout SOS brein, dat dit voorjaar verschijnt . ‘De titel is een woordspeling op SOS Piet‘, zegt hij. ‘Als je problemen hebt in de keuken, heb je behoefte aan iemand die je wijze raad geeft. Dat is ook zo als je problemen hebt om te studeren.’
> Je hebt twee breinen! Gebruik ze
Over de werking van ons brein bestaan nogal wat misvattingen, zegt u. Hoezo?
BERNARD LERNOUT: Men spreekt over ‘het brein’, maar in feite heb je er twee. Een links en een rechts brein. In de jaren zeventig heeft men ontdekt dat de linkerhelft informatie op een andere manier verwerkt dan de rechterhelft. Wat links minder aan bod komt, wordt rechts gecompenseerd. De linkerhelft richt zich op structuur en details, de rechterhelft op het overzicht. Links focust op woorden, rechts op beelden en kleuren. Analyseren gebeurt links, fantaseren en dagdromen rechts. Je moet dat niet te letterlijk nemen, want onderaan zijn de twee hersenhelften met elkaar verbonden. Hoewel iedereen zijn totaalbrein gebruikt, laten veel mensen een deel van de capaciteit van hun hersenen onbenut, omdat ze het niet bewust voeden met alle aspecten van de informatie: de logica én de fantasie.
Doen de klassieke leermethoden dat?
LERNOUT: De klassieke leermethoden besteden overwegend aandacht aan de linkse hersenhelft: structuur en details. Informatie presenteren of notities maken gebeurt nog altijd voornamelijk in de vorm van een doorlopende tekst. Iedereen die zware kost instudeert, dwaalt echter al eens af. Je bent aan het lezen, maar tegelijk zit je met je gedachten op Ibiza. Hoe dat komt? Als je te strak werkt en je je te veel concentreert op details, blijven andere gebieden van je brein op hun honger zitten. Je brein wil ook dagdromen, en met kleuren en beelden bezig zijn. Met een breinvriendelijk leersysteem kun je in minder tijd en met minder moeite dezelfde leerstof onder de knie krijgen. Daarom bevelen wij aan om de leerstof hardop te lezen of ze in je eigen woorden na te vertellen, sleutelwoorden te noteren en die te verankeren in een ‘mindmap’ .
> Mindmappen helpt
Wat is een mindmap?
LERNOUT: ‘Mindmapping’ is een techniek waarmee je informatie zo presenteert, dat alle gebieden van je hersenen erdoor worden aangesproken. Een mindmap is structureel opgebouwd en spreekt dus de linkse hersenhelft aan. Maar hij bevat ook kleuren en symbolen, wat de rechterkant activeert. Een mindmap kun je zowel met de hand als met de computer maken, maar het vergt oefening. Je moet drie dingen leren. Eén: aandachtig lezen of luisteren om de kernwoorden van de leerstof te achterhalen. Te veel noteren is overbodig, te weinig een risico. Twee: als je de juiste sleutelwoorden hebt gevonden, die grafisch uittekenen in kleuren en met symbolen, zoals een landkaart. Dat versterkt de verankering in je brein. Drie: verbanden leggen tussen de verschillende elementen van je mindmap. Dat systeem wordt al meer en meer toegepast in scholen, dankzij de software die daarvoor sinds enkele jaren beschikbaar is.
Heel wat mensen hebben problemen om dingen te onthouden. Hun geheugen is een gatenkaas, vinden ze. Hoe komt dat?
LERNOUT: Het geheugen bestaat uit drie tijdschema’s. Je hebt het ultrakorte geheugen dat informatie gedurende ongeveer een uur bewaart; het kortetermijngeheugen, waarin gebeurtenissen, feiten en kennis ongeveer een dag lang worden opgeslagen; en het langetermijngeheugen: kennis die een week, een jaar of de rest van je leven meegaat. Stel, je volgt Italiaanse les en je leert dat starnutare ‘niezen’ betekent. Het is volkomen normaal als je dat woord twee uur later vergeten bent. Want je bent overgestapt van het ultrakorte naar het kortetermijngeheugen. Hoe kun je dat woord dan wel onthouden? Door het te herhalen. Vaak ben je het na twee dagen opnieuw vergeten. Ook dat is normaal, want je bent nu overgegaan van het korte- naar het langetermijngeheugen. De sleutel van een goed geheugen is dus: herhalen. Maar herhaling moet zinvol zijn. Je hoeft niet eindeloos te herhalen wat je al weet.
Samengevat ligt het verschil tussen een goed en een zwak geheugen in drie dingen. Ten eerste, overtuiging. Als je je voortdurend voorhoudt dat je een slecht geheugen hebt, dan krijg je op de duur een slecht geheugen. Ten tweede: herhaling, en ten derde: een goede verankering. Door je totaalbrein aan te spreken met associaties, fantasie, beeld en kleur zet de kennis zich vast in je langetermijngeheugen.
> Studeren is leuk!
Je brein aanspreken met associaties, fantasie, beeld en kleur: dat klinkt ontspannend. Waarom studeren jongeren dan vaak met lange tanden?
LERNOUT: In vergelijking met vroeger hebben jongeren veel meer leuke bezigheden die hen kunnen afleiden – msn’en, googelen, sms’en – en daartegenover staat studeren. Wij pleiten ervoor om beide te integreren, en de computerprogramma’s en de technologie die jongeren zo boeit, te betrekken in het studieproces. Een voorbeeld daarvan is supermemo.nl, een onlineprogramma dat je gratis kunt gebruiken. Ik gebruik het zelf ook, om woordenschat te leren. Je voert zelf de woorden en de vertalingen in, en daarna laat je je door de website ondervragen. Je krijgt een vraag te zien, daarna het antwoord, en dan duid je een van de drie mogelijkheden aan: ofwel wist je het, ofwel niet, ofwel bijna. Het systeem registreert je antwoorden. Overigens, als je het woord ‘ezelsbruggetjes’ intikt op Google, vind je een aantal websites waarop jongeren elkaar honderden tips doorspelen, over verschillende vakken.
Om zo aangenaam mogelijk te studeren, moet een student zijn omgeving en alles wat eromheen hangt zo leuk mogelijk maken, schrijft u. Een aangename stoel, een kaarsje eventueel. Maar wie graag cola lust, onthoudt zich daar toch beter van. Waarom?
LERNOUT: Cola kun je drinken als je klaar bent met studeren, als beloning. Tijdens het studeren neem je beter geen overdosis suikers in – zoals cola of cola light – want die hebben een verdovend effect op de hersenen. Je krijgt een energieopstoot bij de inname, maar daarna volgt de weerslag en daalt je energieniveau.
> Leren kun je leren
Kan al die technologie ook helpen tegen faalangst?
LERNOUT: Zeker, want de beste manier om je faalangst te overwinnen is een goede sudiemethode aan te leren. De leerstof wordt, net als onze samenleving, steeds complexer. Investeren in leren leren, is de oplossing. En de technologie kan je daarbij dus helpen. Daarnaast moet je ook leren aanvaarden dat dingen kunnen mislukken. Vooraleer een kind kan lopen, valt het een paar duizend keer. Dat is normaal. De boodschap is dus: leer uit je fouten en laat je er niet door verlammen. Dat fouten maken niet leuk is, heeft natuurlijk ook een functie: het kan je stimuleren om beter te doen.
Ouders kunnen dat ook, maar ze oogsten soms het tegendeel van wat ze beogen. Wat adviseert u?
LERNOUT: Ondanks hun goede bedoelingen jutten ouders hun kinderen vaak op: ‘Moet jij niet studeren? Ben je al klaar? Kom, dan zal ik je eens ondervragen.’ Ondersteunend coachen is beter dan controlerend ondervragen. Ouders moeten vooral bezig zijn met de vraag hoe ze hun kinderen kunnen helpen om slimmer te studeren. Als je resultaten tegenvallen, zeggen ze vaak vermanend: ‘Je moet harder werken.’ Fout. Niet harder, maar slimmer werken is de oplossing.
Slimmer werken betekent ook om de vijftig minuten pauzeren, zegt u. Ga je niet beter door zolang het lukt?
LERNOUT: Als je aanvoelt dat het je beter ligt om langer aan een stuk te studeren, waarom zou je dat dan niet doen? Maar je bent niet goed bezig als je afglijdt naar drammen en stampen. Het ultrakorte geheugen heeft een bandbreedte van één tot anderhalf uur. Dan zit je emmertje vol. Het kan verschillen naargelang van de moeilijkheid van de leerstof, maar als algemene regel hanteer je beter de verdeling 50/10: vijftig minuten werken, tien minuten pauzeren. Beginnen en stoppen is moeilijk, maar wel erg belangrijk. Op die momenten functioneert het kortetermijngeheugen beter. Als je zit te broddelen voordat je in je boeken duikt, verspeel je die bonus.
> Houd je aan je planning
Hoe maak je als student een optimale planning?
LERNOUT: Je maakt beter een maand-, een week- en een dagplanning. In het begin van het schooljaar neem je een uur de tijd om door je studieboeken te bladeren, ze visueel te downloaden. Je hebt de stof dan nog niet gelezen, maar ze toch al eens gezien. Omdat de visuele capaciteit van ons brein zo enorm is, krijg je toch een gevoel van herkenning als je je later verder in de leerstof verdiept. Vervolgens maak je een mindmap van het eerste deel. Wanneer je de mindmap van het tweede deel maakt, bekijk je die van het eerste deel opnieuw enzovoort. Een week voor het examen herhaal je en veranker je al die mindmaps. In de examenperiode zelf stel je beter een uurplanning op. Plannen is noodzakelijk, maar je moet je planning natuurlijk ook uitvoeren. En niet al je tijd besteden aan het voortdurend aanpassen ervan.
Ondanks uw adviezen om efficiënter en leuker te leren, kom ik uiteindelijk toch terug op: zelfdisci- pline.
LERNOUT: Dat is inderdaad essentieel. Het is gemakkelijker jezelf discipline op te leggen voor wat je graag doet, dan voor wat je niet graag doet. Maar dan is de boodschap: werk met kleine stapjes, regelmatig, in plaats van alles uit te stellen. Anders kijk je plots tegen een berg aan.
bernard lernout en inge provost, SOS brein, standaard uitgeverij, antwerpen, 192 blz., 18,95 euro. VOOR GRATIS GEHEUGENTRAINING, SURF NAAR www.supermemo.nl. MEER INFORMATIE OVER HET LEERHOF, VIND JE OP www.leerhof.be. Gratis software om te mindmappen, die ideaal is voor kinderen van 10 tot 14 jaar, kun je downloaden via www.leerhof.be/index.lasso?p=37. KRACHTIGERE SOFTWARE, VOOR JONGEREN VANAF DE TWEEDE GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS EN VOOR WIE HOGERE STUDIES VOLGT, IS TE VINDEN OP www.mindjet.com