Jan Hertogen – ‘De kerk is geobsedeerd door seks’
Jan Hertogen, een bekend socioloog, is de enige van de 475 slachtoffers uit de commissie-Adriaenssens die openlijk naar buiten treedt. Hij werd misbruikt in de KSA van Hasselt. De voorbije dagen volgden de gebeurtenissen zich voor hem op. Hij werd in de boeien geslagen. Hij kreeg geen inzage in zijn dossier. Maar het Hof van Cassatie gaf hem gelijk. Voor het eerst vertelt hij zijn hele verhaal: ‘Het is een surrealistische saga.’
Het is deze week zes maanden na het ontslag van bisschop Roger Vangheluwe. Het is zes maanden na de klacht van Jan Hertogen bij de commissie-Adriaenssens. Het veranderde zijn leven. Jan Hertogen is een bekend socioloog, vroeger verbonden aan de universiteit van Leuven, later aan de christelijke vakbeweging, en nu bruggepensioneerd. De inbeslagname van zijn dossier door Operatie Kelk voelde aan als een tweede misbruik. Mede na zijn bezwaar werden de inbeslagnames onwettig verklaard door de Kamer van Inbeschuldigingstelling. Sindsdien zijn de 475 slachtoffers uit de commissie-Adriaenssens grondig verdeeld geraakt. Een deel wil de gerechtelijke weg bewandelen, vertegenwoordigd door advocaat Walter Van Steenbrugge. Een ander deel wil erkenning en tegemoetkoming van de kerk, en daarvan is Jan Hertogen een woordvoerder. Vorige week kreeg Hertogen, net als zes cliënten van Van Steenbrugge, gelijk voor het Hof van Cassatie, dat oordeelde dat de slachtoffers gehoord hadden moeten zijn. Binnen enkele weken moet de Kamer van Inbeschuldigingstelling zich daarom opnieuw over de wettelijkheid van het onderzoek uitspreken.
Het Hof van Cassatie geeft u gelijk, maar toch bent u niet onverdeeld gelukkig?
Jan Hertogen: Ik moet nu gehoord worden en wil voor de rechter aantonen dat de inbeslagname van de dossiers een enorme aanslag op de integriteit van de slachtoffers is geweest. Dat is het verschil tussen mij en advocaat Van Steenbrugge: ik wil dat het gerecht de dossiers teruggeeft, terwijl hij ze bij onderzoeksrechter Wim De Troy wil houden. De onwettelijkheid is zo flagrant dat ik zeker ben dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling de inbeslagname opnieuw zal vernietigen. Maar in afwachting van de nieuwe uitspraak mag Van Steenbrugge wel nog wat langer in onze dossiers snuffelen. Want hij kreeg daarvoor de toestemming van de onderzoeksrechter! Dat is voor mij een verschrikkelijke gedachte.
Waarom is dat zo verschrikkelijk?
Hertogen: Wie voert het onderzoek nu: De Troy of Van Steenbrugge? Duidelijk Van Steenbrugge! Volgens De Standaard wilde De Troy daarmee anticiperen op de mogelijke teruggave van de dossiers. Hij koos voor de vlucht vooruit. Van Steenbrugge heeft de dynamiek in gang gezet die tot Operatie Kelk heeft geleid, en hij zet nu de kroon op het werk. Hij mag nu zelf alle dossiers onderzoeken, wat hij aan de commissie-Adriaenssens ontzegde. Misschien ziet hij een kerkelijk centrum wel als een concurrent die klanten zou kunnen afpakken? Het is zo erg dat ik een klacht heb ingediend tegen Van Steenbrugge, De Troy en de Belgische staat wegens schending van mijn privacy. Het is zo erg dat ik zelfs een klacht heb ingediend tegen de zes cliënten van Van Steenbrugge, onder wie de neef van bisschop Vangheluwe, om mijn dossier te beschermen. Zo ver is het nu gekomen in deze surrealistische saga: slachtoffers tegen slachtoffers. Ik heb ook een tuchtonderzoek tegen De Troy gevraagd voor het schenden van het beroeps- en onderzoeksgeheim.
Het is zo erg dat u zelfs letterlijk tussen de dossiers en de advocaten bent gaan staan?
Hertogen: ( verontwaardigd) Toen ik in De Morgen las dat Van Steenbrugge alle dossiers van Operatie Kelk mocht inzien, ben ik naar de politietoren aan het Noordstation in Brussel gegaan. In de hal vroeg ik mijn eigen dossier te zien, maar dat kon ik begrijpelijk nog niet. Maar toevallig stonden daar Van Steenbrugge en zijn vennoot Christine Mussche, en die mochten dat wel. Dan heb ik woedend geroepen dat ik dit niet kon toelaten. Ik ben tussen de advocaten en de deur gaan staan, zoals een stakerspost in een bedrijf. Een symbolische actie, zoals ik er vroeger nog ondernomen heb, bijvoorbeeld toen ik samen met Jan Bucquoy het koninklijk paleis heb ‘ingenomen’. Maar nu werden meteen vier agenten op mij afgestuurd, die me tegen de grond duwden en mijn handen op mijn rug boeiden. Ik was net in behandeling voor een schouderontwrichting. Ze wrongen mijn rechterarm voortdurend zo hoog dat ik het letterlijk uitkrijste van de pijn. In het proces-verbaal schrijft de politie dan dat ik ‘onverstaanbare kreten’ uitbreng, alsof ik gestoord ben. ’s Middags hebben ze me laten gaan, want ik had een afspraak met de Doornikse bisschop Guy Harpigny.
Wat moest u zo dringend met bisschop Harpigny gaan bespreken?
Hertogen: ( diepe zucht) Kijk, als ik alles optel, ben ik sinds Operatie Kelk al in veertien procedures gewikkeld, en dat zonder advocaat. Maar dat is bijzaak voor mij, als ik maar mijn hoofddoel kan bereiken: erkenning en tegemoetkoming voor de slachtoffers. Dat moet in een kerkelijke context gebeuren: alleen de kerk zelf kan de schuld op zich nemen. Ik heb een dozijn slachtoffers gecontacteerd en ben, in het kader van de over-leversbeweging, met een concreet voorstel naar de kerk gestapt. Ik heb erover onderhandeld met monseigneur Harpigny en monseigneur Johan Bonny, de referentiebisschoppen voor pedofilie. Ons voorstel is dat de kerk alle slachtoffers die zich voor 24 juni hebben aangemeld en die minderjarig waren tijdens de feiten nu formeel erkent. En dan hebben we het over de ‘historische’ aanmeldingen bij de commissie-Adriaenssens, bij zijn voorganger Godelieve Halsberghe én bij de groep van Rik Devillé. Nieuwe gevallen zijn voor het toekomstige centrum dat de kerk wil oprichten. Na de erkenning moet er ook een tegemoetkoming volgen. Wij stellen voor om hen voor de rest van hun leven 120 euro per maand te betalen, voor therapie- en andere kosten. Wij verwachten een antwoord van de kerk tegen begin november.
Wat zouden die ’tegemoetkomingen’ kosten aan de kerk?
Hertogen: Dat is 1440 euro per jaar, of 43.200 euro in totaal als iemand nog dertig jaar leeft. Drie keer zoveel als wat in Oostenrijk aan slachtoffers wordt voorgesteld. Ik schat dat hoogstens 250 slachtoffers er een beroep op zullen doen. Dat is zo’n 360.000 euro per jaar. Mechelen kan daarvoor een fonds oprichten of de kosten op de daders en de congregaties verhalen. Deze regeling is een eerste stap. Daarnaast behouden de slachtoffers natuurlijk al hun rechten op juridische vervolging en schadeloos-stelling. Dit is dus géén afkopen van hun stilzwijgen.
Vervolgt u zelf de dader die u als jongen seksueel misbruikt heeft?
Hertogen: Ja, ik heb een klacht tegen F.V. ingediend met burgerlijke partijstelling. Ik heb deze week voor het eerst de concrete feiten voorgelegd aan de politierechercheur die mij verhoort. Ook dat verhoor komt dus in mijn dossier, dat door Van Steenbrugge, de neef van Vangheluwe en de anderen ingekeken mag worden. Ongelooflijk. Zelf heb ik nu een aangetekend schrijven gekregen van De Troy waarin hij mijzelf het inzagerecht weigert. Waarom? Omdat ik een ‘gevaar’ vorm om de privacy van de slachtoffers te schenden! Dat is toch erg cynisch: ik voer deze strijd juist om hun privacy te beschermen. En daarnaast verwijst De Troy naar mijn ‘houding’ tijdens het incident in de politietoren, en bovendien worden er als bezwarend element mijn mails aan toegevoegd die ik sinds Operatie Kelk heb rondgestuurd!
Maar de dader weet nu van uw klacht?
Hertogen: ( aarzelt) Ja, ik denk het wel. Na Operatie Kelk moest ik er rekening mee houden dat het gerecht de dossiers naar de arrondissementen ging doorsturen. De volgende dag al, op 25 juni, ben ik naar het bisdom van Hasselt gegaan en heb ik ook daar mijn klacht ingediend. Het bisdom heeft gezegd dat hij voor-lopig van al zijn pastorale taken ontheven is. Er heeft zich intussen nog een slachtoffer van hem bij mij aangemeld. Die man is erg blij met mijn stap. Ik heb zo veel herkend in de reacties van andere slachtoffers dat ik al vaak heb moeten huilen. Dat is een grote steun voor mij.
Maar na de feiten zelf kón u nog geen klacht indienen?
Hertogen: ( stilte) Nee, en dat maakt deel uit van het schuldgevoel dat aan mij is blijven knagen. Heb ik zo toegelaten dat nog andere jongeren werden misbruikt? Ben ik medeverantwoordelijk? Weet u, het is erg complex. ( stilte) U moet weten dat dit binnen de jeugdbeweging is gebeurd waarvan ik zelf bondsleider ben geworden. Ik heb het over de KSA van Hasselt, en we spreken nu over de jaren zestig. F.V. had als seminarist, proost en verantwoordelijke voor de leidersvorming een onaantastbare positie in de KSA. Hij was de gewaardeerde mentor, ook voor mij persoonlijk. Tussen mijn 15 en 17 jaar moest ik on-gewenst seksueel gedrag van hem ondergaan. De eerste keer was in het KSA-lokaal in het Sint-Jozefscollege in Hasselt, waar ik ook studeerde. Hij deed de deur op slot en vroeg mij om mij uit te kleden, terwijl hij van achter een schot toekeek, met alleen zijn hoofd zichtbaar. Hij zei dat de seksuele ontwikkeling van een jongen altijd langs een ‘homofiele fase’ ging. Ik wist niet beter, en ik had een absoluut vertrouwen in F.V. Het was op dat ogenblik de meest gezagsvolle persoon voor mij. Dus heb ik me uitgekleed en de handelingen gedaan die hij vroeg, terwijl hij achter dat schot natuurlijk stond te masturberen. Ik voelde me niet in staat tot verweer. Daarna heeft zich dat nog verschillende malen herhaald, waarbij hij soms op mij kwam liggen, mij dwong hem te kussen, me vroeg hem met de hand te masturberen… ( hapert) Het is voor het eerst dat ik het zo expliciet over de feiten heb.
Wist u toen van andere slachtoffers?
Hertogen: Mijn beste vriend bleef van de ene dag op de andere weg en ging naar de scouts over, op beslissing van zijn ouders. Ik heb dat nooit begrepen en er veel verdriet om gehad. De vraag die aan mij knaagt is natuurlijk of ik, als bondsleider van de KSA, geen alarm had moeten slaan en voorkomen dat andere kinderen hetzelfde meemaakten. Ik vraag me af of in de jeugdbewegingen, met hun proosten en aalmoezeniers, die vaak ook leerkracht waren in de colleges, niets méér aan de hand is geweest. Ik stel me nu ook de vraag of kernpersonen van het college van Hasselt niet op de hoogte waren van het seksueel misbruik door F.V. Ik denk aan Georges Lambrechts, die toen leraar én hoofdproost was, en aan Guido Plessers, die toen gouwproost was en nu kanunnik in het bisdom van Hasselt. Ik wil hen graag vragen of zij niets geweten hebben. Meer in het algemeen roep ik col-lega’s van daders op om aan de onderzoeken naar seksueel misbruik mee te werken. Dat zou veel slachtoffers kunnen helpen. Waarom hoor ik niets van de honderden uitgetreden priesters? Behalve dan van Pablo Franssens, die zich al vroeg geout heeft en die zelf nog op een KSA-kamp in Limburg verkracht is. Ik stel ook vast dat F.V. herhaaldelijk werd overgeplaatst. Wist het bisdom ervan?
U bent daarna zelf naar het seminarie gegaan?
Hertogen: Ja, ik wilde vanuit een grote sociale bewogenheid priester worden. Ik heb eerst twee jaar filosofie gevolgd op het seminarie van Sint-Truiden. Daar herinner ik me trouwens een bezoek van F.V., waarna de toenmalige directeur van het seminarie zo’n woede-uitbarsting kreeg dat hij hem letterlijk begon af te slaan en uit te schelden. Die wist blijkbaar van zijn bedoelingen af. Dat was een schok voor mij. Daarna heb ik nog één jaar theologie gevolgd op het seminarie in Luik. Het breekpunt was dat ik de gelofte van gehoorzaamheid aan de bisschop van Hasselt moest afleggen. Zover wilde ik niet gaan. Ik ben gestopt en in Leuven sociologie gaan studeren.
Bent u nog kerkelijk?
Hertogen: ( schudt hevig het hoofd) Ik ben al lang niet meer religieus.
Heeft het uw latere leven getekend?
Hertogen: Ik weet nog altijd niet hoe ernstig ik de feiten moet inschatten. Heeft het bijgedragen tot mijn relationele problemen later? Heeft het in mijn persoonlijkheidsontwikkeling gespeeld en mij tot die ‘moeilijke mens’ gemaakt die sommigen in mij zien? Ik ben nooit in therapie gegaan. Weet u, ik heb ook nooit gedacht dat de dader écht slechte bedoelingen met mij had. Ik accepteerde het, om zo in eenheid met mezelf te blijven. Ik heb dat geïnternaliseerd, en ik ben er nog altijd niet uit. Als ik zeker zou weten dat hij mij echt wilde schenden, zou dat ook nu nog een ongelooflijke schok voor mij zijn. Het probleem is dat ik, als bondsleider maar ook later nog, contact met hem behouden heb. In de jaren zeventig heeft hij me nog enkele keren gestalkt. Daarna heb ik het verdrongen.
Tot de zaak-Vangheluwe op 23 april losbarstte?
Hertogen: Ja, dat was het keerpunt voor mij en honderden andere slachtoffers. Dat iemand in een hoge positie in de kerk nu effectief kon worden bestraft, trof mij enorm. Het was de bekroning van het werk van Peter Adriaenssens, die ik al langer kende en die vertrouwen bood. Maar vooral de oproep van aartsbisschop Léonard aan slachtoffers om zich bij de commissie te melden, trok mij over de streep. Ik heb op 27 en 28 april mijn verhaal gemaild, maar met de vraag om er geen gerechtelijk gevolg aan te geven. Er kwam een enorme dynamiek op gang. In acht weken heeft men een kader uitgebouwd, afspraken gemaakt en professioneel werk ge-leverd. In die korte tijd werden al 30 daders met de commissie geconfronteerd en 15 werden doorverwezen naar de federale magistraat. En voor de meerderheid van de slachtoffers, die uitdrukkelijk een pastoraal gesprek wilden, werden tientallen pastorale werkers opgeleid. Het was een echte waarheidscommissie.
En toen kwam Operatie Kelk?
Hertogen: Ik hoorde het nieuws ’s namiddags en kon het niet geloven. Ik was echt ontsteld. Ik ben nog naar het aartsbisschoppelijk paleis gegaan, maar daar was niemand meer. Dan heb ik bij de politie een klacht ingediend tegen de commissie-Adriaenssens, die mijn privacy niet had kunnen beschermen. Adriaenssens vond dat zelf goed, want zo werd duidelijkheid geschapen. De volgende dag heb ik me bij de procureur als ‘benadeelde partij’ laten registreren. Op maandag 28 juni ben ik naar onderzoeksrechter Wim De Troy gegaan, en tot mijn grote verbazing ben ik erbij geraakt en heb ik een half uur met hem gepraat. Dat was een welles-nietesspelletje. Ik vroeg mijn dossier terug, maar hij weigerde. Hij beriep zich op het onderzoeksgeheim.
U maakte toen een vergelijking met de Jüdenrat, wat toch niet erg vriendelijk was.
Hertogen: ( blaast) Ik weet ook wel dat de vergelijking inhoudelijk niet klopt, maar het ging mij om de methode. Adriaenssens zei dat hij zich als lokaas gebruikt voelde. Wel, de Duitsers hebben de Jüdenrat ook eerst zelf de dossiers laten samenstellen, en dan hebben ze die gebruikt om Joden te deporteren. Zo heeft het gerecht nu ook de commissie gebruikt om dossiers van slachtoffers te verzamelen die het zelf nooit bij elkaar had gekregen, want het gerecht heeft aan dit probleem bijna nooit iets gedaan.
Waarom besloot u daarna ook openlijk naar buiten te treden? U had het al die jaren voor iedereen verzwegen, ook voor uw familie.
Hertogen: ( emotioneel) Ik voelde me schuldig omdat ik na de feiten in Hasselt geen verantwoordelijkheid had opgenomen. Ik wilde dat geen tweede keer. Ik had het gevoel dat ik het nu, 48 jaar later, wél moest op-nemen voor de andere slachtoffers, zonder nog naar mezelf te kijken. Het was alsof we voor de tweede keer werden misbruikt. Wie heeft het recht om zijn neus te stoppen in honderden vertrouwelijke dossiers van slachtoffers die uitdrukkelijk zeggen dat niet te wensen? Niet De Troy en niet Van Steenbrugge!
En dan hebt u het niet alleen over de dossiers van de commissie-Adriaenssens?
Hertogen: Nee, het gaat over ruim 800 dossiers in totaal. Als je het requisitoir van advocaat-generaal Pierre Erauw en het rapport-Adriaenssens naast elkaar legt, zie je dat de tijdslijn lang voor Operatie Kelk begint te lopen. De commissie-Adriaenssens begint in februari te werken en krijgt al 30 klachten binnen. In april en mei zijn er al afspraken gemaakt met Rik Devillé om ook zijn oude dossiers daarbij te voegen. Maar dan komt advocaat Van Steenbrugge, de advocaat van Devillé, met de Amerikaanse benadering: hij wil liever een class action voeren, in naam van de slachtoffers, om een schadeloosstelling te verkrijgen. Alleen de gerechtelijke weg is nog heilig. Rik Devillé verbreekt zijn afspraken. Adriaenssens was totaal verrast door die omslag. Ook Godelieve Halsberghe, de voorgangster van Adriaenssens, die in conflict lag met de kerk, besluit in juni naar de politie te gaan. Zij heeft een dertigtal oude dossiers op het rijksarchief gedeponeerd. En wat gebeurt er dan? Op 16 juni worden de ruim 300 dossiers van Devillé overgedragen aan de politie, en op 23 juni nemen ze de 30 dossiers van Halsberghe op het rijksarchief mee. Met hun medewerking dus, maar zonder toelating van de slachtoffers. In de saisine of onderzoeksopdracht is dan alleen nog maar sprake van ‘aantasting van de eerbaarheid’. Dat gaat terug op verklaringen van Halsberghe, die dan ook het verhaal van de crypte met de verborgen dossiers zou hebben verteld. De rest is geschiedenis: Operatie Kelk op 24 juni in Mechelen en Leuven. Maar op dat moment stond in hun onderzoeksopdracht dus nog niets over schuldig verzuim! Dat werd pas in de tweede saisine van 25 juni vermeld. Dat was dus het paard áchter de wagen spannen.
Daarna is opvallend snel die surrealistische saga van het onderzoek van het onderzoek op gang gekomen. U lag mee aan de basis daarvan?
Hertogen: Ja, ik heb in juli bij het parket-generaal bezwaar ingediend tegen de inbeslagname van de dossiers van de commissie-Adriaenssens. Ook advocaat Keuleer heeft bezwaar aan-getekend, maar alleen tegen de inbeslagname van de kerkelijke zaken in Mechelen. De Kamer van Inbeschuldigingstelling heeft daarop de inbeslagnames vernietigd, maar onderzoeksrechter De Troy houdt de arresten geheim tot op de dag van vandaag. Tegen de wil in van het parket-generaal.
Speelt daar een oorlog tussen vrijzinnige en gelovige magistraten? U hebt het zelf over de omgekeerde inquisitie…
Hertogen: Ik weet het niet, maar ik heb hetzelfde gevoel als toen ik voor de christelijke vakbond in de non-profitsector werkte en zo vaak geconfronteerd werd met mensen die de kalotten en de tjeven wilden pakken. Zo heb ik nu het gevoel dat voor sommigen, die zo verontwaardigd zijn door de pedofiliezaken, het aanvallen van de kerk primeert op het helpen van de slachtoffers. Een blind antikerkelijk discours. Weet u, ze mogen de kerk treffen, je m’en fous. Ze mogen de bisschoppen aan het kruis nagelen, ik zal desnoods nog de spons met azijn aanreiken, maar niet ten koste van de slachtoffers en niet ten koste van de wettelijkheid! Wat ik nu van de kerk wil, is erkenning en tegemoetkoming voor de individuele slachtoffers.
Maar het verzuim, het stilzwijgen en het beschermen van de eigen club waren toch structurele problemen in de kerk?
Hertogen: ( ongemakkelijk) Ja, advocaat Van Steenbrugge heeft het altijd over doofpotten en complotten, maar dat moet nog blijken. Het grote probleem is dat de commissie-Adriaenssens dat net aan het onderzoeken was, maar dat werd bruusk afgebroken door de gerechtelijke actie! Natuurlijk werd het seksuele misbruik niet onder ogen gezien en toegedekt door de kerk. Zeker kardinaal Danneels moet voor altijd uit de publieke sfeer verdwijnen.
Aartsbisschop Léonard wilde niet echt een mea culpa voor de seksschandalen. En nu ook niet voor zijn uitspraak dat aids een vorm van gerechtigheid is voor promiscue seksueel gedrag. Waarom kan hij niet even over seks zwijgen?
Hertogen: De kerk is geobsedeerd door seks en voortplanting, en dat is juist het spiegelbeeld van de houding die seksueel misbruik mogelijk maakte en toedekte. Dat moet maatschappelijk en wettelijk opgevolgd worden, en de dynamiek van de christelijke boodschap moet weer primeren. Maar het is de kerk zelf die daar nu mee in het reine moet komen. En daar hoor ik niet meer bij.
DOOR CHRIS DE STOOP / foto lies willaert
‘Ons voorstel is dat de kerk de slachtoffers 120 euro per maand betaalt voor de rest van hun leven.’
‘De agenten wrongen mijn arm voortdurend zo hoog dat ik het letterlijk uitkrijste van de pijn.’