Jacques Drèze 1929–2022

© UCL

Jacques Drèze, ‘zowat de meest gerespecteerde Belgische econoom van de voorbije vijftig jaar’ (De Tijd), overleed op 93-jarige leeftijd. Hij miste nipt de Nobelprijs, maar vakgenoten prijzen hem als primus inter pares de hemel in.

Daar zal hij wellicht ook zonder hun adelbrieven belanden want Drèze stamt uit een solide katholieke familie uit Verviers. Zijn grootvader – een wever – begint er in de jaren 1880 een zakenbank, zijn vader Jules zet de Banque Drèze de Verviers voort. School vormt geen probleem voor de jonge Jacques, maar na het middelbaar weet hij het even niet. Lang ziet hij zich als boswachter. Voor zijn pa is het nochtans een uitgemaakte zaak: als enig kind volgt Jacques hem op. In een balorige bui schrijft de adolescent zich in aan de universiteit van Leuven, departement thomistische wijsbegeerte. Jules Drèze jaagt zijn zoon zonder pardon naar de afdeling economie van de universiteit van Luik.

Bedrijven zijn ballonnen. Je prikt de ballon stuk en pffft, bedrijf weg.

‘Ik was erg ontgoocheld’, zegt hij zestig jaar later. ‘De docenten economie waren een socioloog die niets van economie afwist en een historicus – briljant op zijn terrein – die in Parijs ooit cursussen economie volgde.’ De knaap blijkt hyperbegaafd en versiert een Amerikaanse studiebeurs. Hij gaat doctoreren aan Columbia University in New York, waar hij les krijgt van de Canadese econoom William Vickrey, die in 1996 de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economische Wetenschappen krijgt, zeg maar de Nobelprijs Economie. Van hem krijgt Drèze de smaak te pakken.

Lauwe lover

Hij wil leren van de toppers en in de jaren 1950 is hij niet alleen verbonden aan Columbia, maar ook aan elitehuizen als Harvard, het Massachusetts Institute of Technology (MIT), de University of Michigan en de Cowles Foundation in Chicago, toentertijd het nirwana voor economen. Tijdens zijn tussendoortjes in België trouwt hij met de fysiotherapeute Monique Mayence en werkt hij voor de bank. Het in 2009 verschenen boek Inside the Economist’s Mind vermeldt hoe de studax Britse ponden koopt voor wolwassers, ruwijzer met Finnen ruilt voor weefgetouwen of kapitaalrondes organiseert voor bedrijfjes.

In 1957 levert hij zijn proefschrift in. Een jaar later keert hij terug naar ons land. Hij kiest niet voor de bank maar voor een academische carrière in het toen nog tweetalige Leuven. In 1962 is hij er hoogleraar en specialist econometrie, of het (mathematisch) modelleren van de economie. Hij richt er al snel het Center for Operations Research and Econometrics (CORE) op, naar het beeld en de gelijkenis van Cowles. ‘Dat was echte wereldtop’, weet Gert Peersman (UGent), vandaag een van onze meest gerenommeerde economen. ‘Jacques was de drijvende kracht die een heel sterke generatie opleidde met economen die allemaal grote impact hadden.’

Drèze bedenkt en becijfert begrippen als ‘de statistische waarde van een mensenleven’. Voor deelstaten die hun eigen weg op willen, doktert hij een formule uit die de verdeling van de schuld regelt. De academicus onderzoekt de beslissingsprocedures van ondernemingen in onzekere tijden en met markten of prijzen in onevenwicht. En de bolleboos wordt president van de wereldwijde Econometric Society en later de eerste voorzitter van de European Economic Association.

Maatschappelijke discussies gaat de theoreticus niet uit de weg. De obsessie van overheden met inflatie in de jaren 70 en 80, bijvoorbeeld. Onbegrijpelijk. Werkgelegenheid, daar moet het om gaan en die kun je stimuleren met investeringen in stadsvernieuwing, openbaar vervoer of andere infrastructuur. En ja, daar mag je flink voor lenen.

In 1989 – hij is amper 60 – neemt hij ontslag als docent. Hij dobbert een paar maanden op de wereldzeeën en gaat dan weer aan de slag. In Amerika als gastdocent, wereldwijd als expert. Hij publiceert veel en blijft militant voor werk als prioriteit. Van Europa is hij een lauwe lover. De Unie moet niet flirten met de VS en akkoorden sluiten met de kleinste negorij op deze aardbol, maar zich concentreren op interne groei.

Lege ballon

En dat Verdrag van Maastricht? Waarom zo’n fetisj als de overheidsschuld? Tellen bijvoorbeeld pensioenlasten niet mee, die in bepaalde landen tot drie keer de overheidsschuld belopen? Drèze jaagt met zijn becijferde stellingen mensen de gordijnen in. Ook ondernemers, wanneer hij bedrijven in het economische proces eens vergelijkt met een ballon. ‘Je prikt de ballon stuk en pffft, de lucht eruit, bedrijf weg.’

Naast alle eredoctoraten en lintjes, mist de topeconoom op het einde van de rit één trofee: de Nobelprijs Economie, die hij volgens zijn confraters pertinent verdiende. Peersman: ‘Jacques haalde de shortlists en dat is al een fenomenale prestatie. In academische kringen is zijn reputatie ook zonder die prijs enorm.’

De natuurliefhebber blijft tot zijn laatste dagen werken. ‘Enkele maanden geleden belde hij om na te denken over het relancebeleid na covid’, vertelt de Gentse professor. ‘Hij was niet van “vroeger was alles beter” maar bleef geëngageerd, nieuwsgierig en altijd zeer aangenaam en bescheiden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content