Een jaar geleden, op 22 april 2010, deed haar partij de regering vallen. De rest is geschiedenis. Gwendolyn Rutten, Kamerlid voor Open VLD, over haatmail, quota en het liberale recept voor de toekomst.

Ze heeft, ter voorbereiding van dit gesprek, een citaat van conferencier Bert Kruismans opgeschreven: ‘Ik ga mijn kind nooit leren fietsen. Waarom? Toen ik jong was, moest ik altijd naar mijn neefje fietsen. Hij kwam nooit naar mij, want hij vertikte het zelf te leren fietsen. Ik moest mij aan hem aanpassen. Dat moet gedaan zijn. Mijn kinderen zullen nooit fietsen. Dat zal mijn neefje leren! Hij zal er niet goed van zijn!’

‘Dat illustreert perfect het gevoel dat vandaag in Vlaanderen leeft’, zegt Gwendolyn Rutten. ‘En daar moeten we van af.’

Anderhalf jaar geleden was ze een geduchte concurrente van Alexander De Croo in de strijd om het voorzitterschap van Open VLD. Sinds juni vorig jaar is ze Kamerlid. Dat ze behalve veel ervaring – ze is gepokt en gemazeld in liberale kabinetten – ook pittige meningen in huis heeft, bewees ze onlangs met een scherp opiniestuk over advocaat en kersvers N-VA-gezicht Vic Van Aelst. ‘Ik was diep verontwaardigd toen ik het interview las waarin hij ervoor pleitte het Frans niet langer als tweede taal aan te leren in Vlaanderen’, zegt ze. ‘Nog niet eens zozeer vanwege dat voorstel, want daarover wil ik best discussiëren. Ik wilde vooral reageren omdat ik de manier waarop die man praat angstaanjagend vind.’

Hoezo, angstaanjagend?

Gwendolyn Rutten: Uit het taalgebruik van die man spreekt een diepe haat, dat was mij ook al opgevallen toen hij te gast was in Reyers laat. U moet maar eens lezen wat hij precies zei. Dat de Vlamingen zelf de ‘zweep’ weven waarmee ze worden geslagen. Dat er ‘zelfs’ Franstalige zwarten zijn die een beroep kunnen doen op het Vlaams Woningfonds. Iedereen leest daar blijkbaar vlotjes overheen, maar ik vind dat dus onversneden racisme. Tien jaar geleden was iedereen daarover gevallen, maar vandaag kan dat blijkbaar allemaal. Die oorlogstaal moeten we dringend een halt toeroepen. Vandaar mijn opiniestuk.

Veel haatmail gekregen?

Rutten: Het is inderdaad niet proper wat je allemaal in je mailbox krijgt als je kritiek geeft op de N-VA. Blijkbaar vinden we dat ook normaal. Maar ik pik dat niet langer. Men zegt wel eens dat die haatmail uit alle hoeken komt, maar dat is niet waar. Ik ben ook al heel kritisch geweest voor de vakbonden, en voor de socialistische partij. Maar dan krijg ik geen enkele haatmail. Geen enkele. Ik vind dat Bart De Wever daar zelf eens iets over zou moeten zeggen. De N-VA moet over die haatmail maar eens een standpunt innemen. Vinden zij dat normaal?

Vindt u net zoals uw partijgenoot Mathias De Clercq dat Open VLD duidelijker afstand zou moeten nemen van de N-VA?

Rutten: Wij moeten afstand nemen van dat wereldbeeld dat niet het onze is, van dat wij-zij-denken, van die oorlogstaal. Van de vraag om een staatshervorming niet. Die twee zaken – dat wereldbeeld en die onderliggende vraag – moet je op chirurgische wijze uit elkaar halen. Wij zijn het niet eens met het einddoel van de N-VA, maar we vinden wel dat dit land een staatshervorming nodig heeft. Al zal dat niet volstaan. De overheid moet efficiënter, ook in Vlaanderen. Want het is niet omdat je meer bevoegdheden regionaliseert, dat het automatisch beter zal gaan. Kijk naar het vergunningenbeleid, naar de problemen in de kinderopvang en in het onderwijs, naar de wachtlijsten in de zorg – allemaal Vlaamse bevoegdheden, en allemaal probleemgebieden. Ik wil best discussiëren over meer bevoegdheden voor de regio’s, maar ik wil ook weten wat de andere partijen met die bevoegdheden willen doen.

Is de N-VA in sociaaleconomisch opzicht geen liberale partij, waarmee u het goed zou kunnen vinden?

Rutten: Als ik zie wat ze in de Vlaamse regering doet, dan merk ik daar niets van. De Vlaamse regering is zelfs fundamenteel antiliberaal. Het beste voorbeeld daarvan is de jobkorting. Die heeft ze gewoon afgeschaft, terwijl ze die perfect had kunnen aanpassen, zodat alleen mensen met een laag inkomen er aanspraak op zouden kunnen maken. Voor die mensen kan de jobkorting het verschil maken tussen een baan en een uitkering. Ander voorbeeld: de federale overheid heeft een aantal meevallers, en dus krijgt Vlaanderen dankzij de financieringswet extra inkomsten. Maar dat extra geld, toch een miljard euro, wordt gewoon opgesoupeerd. Vanwege de zogenaamde Maddensdoctrine: Vlaanderen legt geen overschotten aan omdat het niet wil opdraaien voor het slechte begrotingsresultaat van België. Dat is dom en kortzichtig.

Hoe kijkt u naar de federale onderhandelingen?

Rutten: Ik zit nog niet lang genoeg in de politiek om cynisch te worden, maar er is toch iets merkwaardigs aan de hand. Vroeger durfden politici nog compromissen te sluiten. Denk maar aan Jean-Luc Dehaene en Louis Tobback toen ons land de Maastrichtnorm moest halen – ik geef bewust politici van andere partijen als voorbeeld, om duidelijk te maken dat ik met die opmerking niet aan partijpolitiek wil doen. Vandaag durven de grootste partijen blijkbaar geen compromis meer te maken. Vandaag wordt geloofwaardigheid verward met compromisloosheid. En zo werkt het niet. Ik kan me voorstellen dat heel wat kiezers allang zijn afgehaakt. Daarom vind ik dat de politieke wereld eindelijk de moed zou moeten hebben om de stemplicht af te schaffen. Dan zul je pas écht weten welk signaal de burger wil geven met de verkiezingen. Dan zul je pas zien hoeveel mensen foert zeggen.

Het was wel uw partij die een jaar geleden de regering deed vallen. Had u dat ook gedaan als u en niet Alexander De Croo voorzitter was geweest?

Rutten: Ik ben een ander mens dan Alexander, en dus had ik wellicht ook andere keuzes gemaakt. De wereld zou er misschien anders hebben uitgezien. Maar daarom nog niet beter. Die pretentie heb ik niet. De beslissing van Alexander De Croo om de stekker eruit te trekken, werd ook door de hele partij gedragen. Dat we vandaag, een jaar later, nog altijd niets zijn opgeschoten, is bijzonder pijnlijk. Ik begrijp ook dat sommige mensen niet meer geloven dat het nog mogelijk is met de N-VA. Ik ben volledig bereid om mijn ongelijk toe te geven als ze wel een akkoord bereiken, maar het ziet er niet naar uit dat dat zal gebeuren. Dat stoort mij. Een partij met bijna 30 procent draagt een verpletterende verantwoordelijkheid. Dat geldt uiteraard ook voor de PS. Geef mijn partij 30 procent en we zullen er wel iets mee doen.

Hoe zou u het aanpakken?

Rutten: Er moet zo snel als mogelijk onderhandeld worden over het sociaaleconomische onderdeel van een regeerakkoord. Er moet snel een regering komen met een project om onze toekomst veilig te stellen. Want het institutionele debat legt vandaag het land lam. Je kunt de vorming van een regering niet volledig afhankelijk maken van een communautair akkoord, omdat het nu eenmaal veel tijd vergt en bijzonder ingewikkeld is om een nieuw model uit te tekenen voor dit land. Dat kun je niet afhandelen in een paar maanden.

Is een regering zonder de N-VA mogelijk voor u?

Rutten: Met of zonder de N-VA, dat is voor mij het punt niet. De N-VA moet trouwens zelf duidelijkheid scheppen. Als ze niet in een regering wil zoals de kaarten vandaag liggen, dan moet ze dat duidelijk zeggen. Daar is niets oneerbaars aan. Maar ze moet eerlijk en duidelijk zijn. En ophouden met die hypocrisie en die calimeroschelp op het hoofd. Je kunt niet tegelijk de vorming van een regering tegenhouden én voortdurend kritiek hebben op de regering in lopende zaken. Ook de PS moet een duidelijk en vertrouwenwekkend signaal geven dat ze bereid is te bewegen. Want wat we natuurlijk ook niet mogen doen, is een regering vormen en de staatshervorming in de koelkast stoppen.

Hoe ziet u de institutionele toekomst van het land?

Rutten: Wij willen geen onafhankelijk Vlaanderen. De cruciale vraag voor ons is dus hoe het België van de toekomst er moet uitzien. Aan die vraag wordt nogal gemakkelijk voorbijgegaan, vind ik. De verdienste van SP.A-collega Johan Vande Lanotte is dat hij die oefening al heeft gemaakt. Het model dat hij onlangs presenteerde, leunt sterk aan bij het onze: een België met drie sterke, volwaardige regio’s. Maar wij denken niet alleen aan regionalisering, ook het Belgische niveau zelf moet worden versterkt. Onder meer om de pensioenen veilig te stellen. En het is niet omdat wij dat Belgische niveau willen behouden en versterken, dat wij geen Vlaamse partij zijn. Wij zijn alleen geen nationalisten. Wij kijken naar de toekomst, wij willen vooruit.

Dat zeggen alle partijen.

Rutten: Daar ben ik het niet mee eens. Kijk eens naar de twee grote stromingen van de 20e eeuw: het socialisme en het nationalisme hebben allebei op hun manier gezorgd voor emancipatie. Van de arbeiders en van de Vlamingen. Die strijd was legitiem, maar is nu min of meer voltooid. Vandaag zijn de socialisten bang dat ze hun verworvenheden zullen verliezen, en de nationalisten denken dat ze er alleen met meer Vlaanderen zullen geraken. En ze vergissen zich allebei. Ik leg er mij als democraat bij neer dat de socialisten in het zuiden en de nationalisten in het noorden de verkiezingen hebben gewonnen, maar liberalen kunnen ondertussen wel tonen dat ze een visie op de toekomst hebben, dat wij de partij zijn van de 21e eeuw, de partij van de vrijheid en de vooruitgang.

Voorlopig wordt de kiezer daar niet warm of koud van.

Rutten: Nee, en het is onze taak om daar verandering in te brengen. We hebben daarvoor het talent in huis. Alleen zitten de traditionele partijen in ons land, en eigenlijk ook in de rest van Europa, in een existentiële crisis.

Ligt dat ook niet aan de metaalmoeheid van de traditionele ideologieën? U gaf daar onlangs zelf een goed voorbeeld van: u bent, in tegenstelling tot uw partij, voorstander van quota voor vrouwen in raden van bestuur. Terwijl u daar als liberaal tegen moet zijn.

Rutten: Quota zijn niet liberaal, daar hebt u 100 procent gelijk in. Als je quota gebruikt, herleid je mensen tot één aspect van wie ze zijn. De partijlijn is duidelijk op dat punt. En in theorie sta ik daar ook achter. In de ideale liberale wereld passen geen quota. Want daar kan iedereen zich volledig ontplooien, zonder enige remming.

Maar die ideale wereld bestaat niet.

Rutten: Precies, dat stel ik ook vast. En daarom ben ik, in deze wereld, wel voorstander van quota voor vrouwen. Mensen hebben de neiging om te doen wat ze altijd hebben gedaan, om zich te conformeren aan wat ze kennen. Het beeld dat de meeste mensen hebben als ze aan een bestuurslid van een onderneming denken, is dat van een man. En dus zitten al die raden van bestuur vol mannen. Als je daar verandering in wilt brengen, als je de gelijkheid van mannen en vrouwen een grondwaarde vindt, dan moet je als samenleving een signaal geven. Voor de overheid is dat vanzelfsprekend, de overheid moet het voorbeeld geven, dat vindt mijn partij ook. Maar bedrijven moeten ook een inspanning doen, vind ik, daarom steun ik het wetsvoorstel wel.

Durft u het woord ‘quota’ ook in de mond te nemen als het over allochtonen gaat?

Rutten: Daar ben ik helemaal niet bang voor. Het probleem is alleen dat het zo moeilijk is om die groep af te bakenen. Wie behoort tot de allochtone gemeenschap? Alleen mensen die hier niet geboren zijn? Of ook mensen van de tweede of derde generatie? En ook mensen uit andere Europese landen? Of alleen Turken en Marokkanen? Als het over mannen en vrouwen gaat, is dat makkelijk af te bakenen, en zijn quota dus makkelijk in te voeren. Maar het is ook voor liberalen een plicht om iets te doen aan de enorme werkloosheidscijfers bij allochtone jongeren. Daarom vind ik dat dit land een tweede Generatiepact nodig heeft. Met daarin een pact voor de witte sector. Ik wil dat die witte sector een gekleurde sector wordt.

Misschien moet u ermee beginnen het racisme in de uitzendsector en het bedrijfsleven aan te pakken.

Rutten: Ja, er zit racisme in onze samenleving en daar moeten we tegen strijden. Want laten we een kat een kat noemen: heel wat uitzendkantoren en bedrijven discrimineren mensen met een andere huidskleur, of een andere religie, vaak uit angst voor de reacties van klanten. En dat mogen we niet langer tolereren. Ik vind dat uitzendkantoren veel harder mogen worden aangepakt. Intentieverklaringen werken niet, dat weten we ondertussen. Door een pact met de zorgsector zou de overheid het voorbeeld kunnen geven, door extra inspanningen te doen om allochtone jongeren te bereiken. En uitzendkantoren kunnen een belangrijke rol spelen in het wegwerken van vooroordelen.

Maar het vriendelijk vragen helpt blijkbaar niet.

Rutten: Er wordt veel te zacht opgetreden tegen kantoren die in de fout gaan. Van mij mogen uitzendkantoren een veel grotere rol spelen in onze maatschappij, ook bij de overheid. Die flexibiliteit hebben we nodig. Maar daar staat dan een enorme verantwoordelijkheid tegenover. Vandaag komen ze met die discriminatie nog veel te gemakkelijk weg. Als we daar niets aan doen, worden we op een dag wakker in een samenleving die racisme weer normaal vindt. En dat is onaanvaardbaar. Mensen met een andere huidskleur, religie of cultuur mogen niet worden gediscrimineerd, daar moeten liberalen als eersten werk van maken.

Doen liberalen vaak niet het tegenovergestelde? In de strijd tegen de hoofddoek staan prominente liberalen altijd op de eerste rij.

Rutten: Dat past perfect bij elkaar. Je mag niet bang zijn voor andere religies of culturen, maar je moet wel durven op te komen voor je eigen grondwaarden. Vandaar het boerkaverbod, bijvoorbeeld: in een open samenleving moeten we elkaar in de ogen kunnen kijken. Als samenleving mag je grenzen trekken, en zeggen waar je voor staat. Anders creëer je onduidelijkheid en weet niemand nog waar hij aan toe is. Daarom ben ik ook een voorstander van het hoofddoekenverbod in openbare functies. Ik zou zelf nooit een hoofddoek dragen, maar ik heb er geen problemen mee. Alleen moet de overheid neutraal zijn.

Bent u vrijmetselaar?

Rutten: Nee, maar ik ben vrijzinnig. Ik ben katholiek light opgevoed, een product van het vrij onderwijs. En daar ben ik heel tevreden over. Ik heb respect voor religies, want ze kunnen mensen een houvast bieden. Ik houd me in het parlement ook bezig met de financiering van de erediensten, omdat ook daar de discriminatie wel eens mag worden weggewerkt. Vandaag krijgt de katholieke kerk 80 procent van het totale budget, en dat is niet meer rechtvaardig. En dat sommige mensen alleen maar aan islambashing doen, terwijl het wel de katholieke kerk is die homo’s beledigt en priesters die kinderen misbruiken gewoon verplaatst in plaats van bestraft, daar kan ik al helemaal niet tegen.

Iets anders: u pleitte onlangs voor een ‘nieuwe Europese cultuur’ onder politici. Wat bedoelde u daar precies mee?

Rutten: Politici denken vandaag nog te veel in hokjes. Een Vlaams Parlementslid denkt vanuit Vlaanderen, een federaal parlementslid vanuit België, en een Europees Parlementslid vanuit Europa. Maar dat klopt niet meer, want de samenleving gaat dwars door al die niveaus heen. Ik ben kabinetschef geweest in de Vlaamse regering, heb voor de Europese Commissie gewerkt en zit vandaag in de federale Kamer – een bevoorrechte positie om de samenhang te zien. We moeten onder onze kleine kaasstolpjes uit komen. Want te vaak denken politici nog dat ze in de Kamer het warm water kunnen uitvinden, en denken Vlaamse Parlementsleden dat zij op hun beurt nog een andere koers kunnen varen. Terwijl Europa de richting aangeeft.

Is dat in democratisch opzicht geen slechte evolutie? Europa ligt ver van ons bed en de besluitvorming is vaak in mist gehuld.

Rutten: Het Europees Parlement is nochtans een van de meest democratische parlementen die er bestaan. Er moeten altijd meerderheden worden gezocht naargelang van het onderwerp. Dat betekent dat het Europees Parlement echte macht heeft. Europese Parlementsleden zijn geen stemvee. Maar er sijpelt weinig door tot bij de kiezer, omdat het vaak complex is. Daar ligt een taak voor de nationale parlementsleden. Zij moeten Europa beter uitleggen, in plaats van het alleen maar te recupereren als het hen uitkomt. De verlenging van het zwangerschapsverlof, bijvoorbeeld, komt uit Europa, die pluim mogen nationale politici niet op hun hoed steken. Het gekke is dat wij in het hart van Europa liggen, maar er tegelijk zo weinig over weten. We weten ook zelden welk standpunt onze ministers innemen in de Europese Raad.

Moet dat in het federale parlement niet veel beter worden opgevolgd?

Rutten: Ja, dat moet allemaal veel transparanter, daar moet veel meer verantwoording over worden afgelegd. Het parlement moet veel korter op de bal zitten. Maar het gaat allemaal bijzonder snel, het parlement moet zich nog wat organiseren om dat beter in de gaten te kunnen houden. Europa heeft in het voorbije jaar echt zevenmijlslaarzen aangetrokken. We hebben eindelijk beseft dat we behalve een muntunie ook een economische unie moeten worden. Een heel moeilijk verhaal, want het betekent dat de afzonderlijke landen heel wat macht zullen moeten afgeven. Dat maakt mensen bang, en daarom is nationalisme voor vele mensen een houvast. Maar we mogen niet de illusie hebben dat Vlaanderen een eiland is. Een eengemaakt Europa is de enig mogelijke manier om in de 21e eeuw te overleven.

Het sociaaleconomisch beleid zal steeds meer in Europa worden uitgezet?

Rutten: Je mag dat nog niet zo noemen, het ligt allemaal heel gevoelig, maar het zal er op termijn wel op neerkomen, ja. Europa geeft de richting aan, vraagt doelstellingen aan de lidstaten, en als landen hun begroting laten ontsporen en hun huishouden niet meer op orde krijgen, komt Europa het in hun plaats oplossen.

Wat betekent dat op termijn voor onze welvaartsstaten?

Rutten: Die eengemaakte Europese aanpak is de enige manier om die welvaartsstaat in stand te houden. Daar ben ik van overtuigd.

Dreigt Europa niet te evolueren in de richting van het Amerikaanse model?

Rutten: Nee. En mocht dat ooit dreigen te gebeuren, dan zal mijn partij zich daartegen verzetten. We zullen ons model wel moeten aanpassen. Want Europa is een oud continent, dat aandeel verliest in de wereld. Om dat overeind te houden, hebben we groei nodig. En om groei te creëren, hebben we innovatie nodig. Wij moeten niet concurreren met de lonen in China, want dat kunnen we toch niet meer. Wij moeten inzetten op innovatie. Hoe hol dat begrip ook moge klinken.

Ik ben blij dat u het zelf zegt.

Rutten: Laat ik het dan concreet maken: wij moeten ervoor zorgen dat elk raam in elk huis in Vlaanderen straks fotovoltaïsche cellen bevat, die energie opwekken. Wij moeten ervoor zorgen dat wij die ramen hebben uitgevonden, dat we het vanzelfsprekend vinden dat we op dat vlak bij de eersten in de wereld zijn. We moeten ervoor zorgen dat wij de eerste echt schone auto’s uitvinden en op de markt brengen.

Het ziet er niet naar uit dat we daarin zullen slagen.

Rutten: Nee, als we niet uitkijken, raken we achterop. Halverwege de vorige eeuw geloofden we als samenleving nog dat we ons konden aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Dat geloof zijn we blijkbaar kwijtgeraakt. Vandaag zijn we bang om te verliezen wat we hebben. En die angst kan ons fataal worden. We moeten vooruit. We moeten die allochtone jongeren aan de slag helpen. We moeten onze concurrentiepositie veiligstellen – het verzet van de vakbonden vandaag vind ik echt schandalig. We moeten met zijn allen langer aan de slag.

Politici ook? Het feit dat parlementsleden op 52-jarige leeftijd en na slechts twintig jaar parlement al een stevig pensioen kunnen opstrijken, kun je ook schandalig noemen.

Rutten: Die pensioenregeling voor politici vind ik niet juist. Er wordt gepraat over een aanpassing van dat statuut, en ik hoop dat er snel een doorbraak komt. Maar voorlopig doet Wallonië het wat politieke ethiek betreft beter dan Vlaanderen: in het Waals Parlement geldt bijvoorbeeld een echte decumul. Wij zwaaien in Vlaanderen graag met het vingertje, maar op een aantal vlakken blijft het bij woorden, terwijl we in Wallonië al daden zien.

Tot slot: hebt u nog iets van Kim Geybels gehoord de laatste tijd? Toen N-VA-Kamerlid Siegfried Bracke haar terechtwees omdat ze in korte broek de Senaat had betreden, riep u alle vrouwelijke parlementsleden op om in een zo sexy mogelijke outfit de eed af te leggen.

Rutten: Van Kim heb ik sinds haar ontslag niets meer gehoord, maar ik heb nog vaak aan haar gedacht. De manier waarop ze is behandeld door de N-VA, spreekt boekdelen. Over mijn partij wordt vaak gezegd dat er verdeeldheid heerst. En het is juist dat wij vaak discussiëren en ook wel eens ruzie maken. Maar we vormen wel een familie en we maken ook veel plezier. En bij ons mag je fouten maken, bij ons krijg je kansen. Bij de N-VA niet. Daar komt iemand met bakken vol talent voor het eerst in het parlement, maar als ze één keer in een moeilijke situatie komt, wordt ze meteen uitgesloten. Dat zegt wel iets over een partij. Nóg een reden om ongerust te zijn over het Vlaanderen van de toekomst.

Door Joël De Ceulaer / Foto’s Filip Van Roe

‘Ik vind dat de N-VA over die haatmail maar eens een standpunt moet innemen. Vinden zij dat normaal?’

‘Dit land heeft een tweede Generatiepact nodig. Met daarin een pact voor de witte sector. Ik wil dat die witte sector een gekleurde sector wordt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content