Het was 1999 toen Gwendolyn Rutten haar opwachting maakte in de kantoren van de partij die toen nog gewoon VLD heette. De hoogdagen van Paars lieten de liberalen toe om hun personeelsbestand te verruimen en Rutten, een pas afgestudeerde juriste, nam deel aan het examen voor de studiedienst. Ze won dat examen, maar ging vervolgens niet naar de studiedienst. Enkele weken later was ze al opgeklommen tot persoonlijke medewerkster van voorzitter Karel De Gucht. Nog voor haar steile opmars in het VLD-hoofdkwartier had ze ook met succes gesolliciteerd bij de administratie van het Europees Parlement. De raderen van Europa draaien traag, en pas drie jaar later ging Rutten er daadwerkelijk aan de slag. Ondertussen had ze ook op Fientje Moerman stevig indruk gemaakt. Toen Moerman in 2004 viceminister-president van de Vlaamse regering werd, vroeg ze Rutten als kabinetschef Algemene Zaken. Dat maakte van de geboren Limburgse die nu in Vlaams-Brabant woont, op dertigjarige leeftijd de belangrijkste liberale cabinetard van het Vlaamse niveau. Over spectaculair carrière maken gesproken. Toen Moerman struikelde over de affaire-Rudy Aernoudt, bleef Rutten onder opvolger Dirk Van Mechelen gewoon op post. En kijk: dezer dagen is ze kandidaat voor het voorzitterschap van de Open VLD.
Van iemand met zo’n curriculum vitae moet men zich afvragen waarom ze niet eerder uitgespeeld werd. Aan de liberale partijtop lijkt het alvast niet gelegen te hebben. Meermaals bestond de intentie om Rutten te lanceren, maar ze ging telkens zelf op de rem staan. Vandaar dat menig waarnemer in de Melsensstraat dacht dat de ondertussen 34-jarige Rutten definitief gekozen had voor een leven achter de schermen. Bij de verkiezingsnederlaag van juni werd haar gevraagd voortaan de studiedienst te leiden, maar dat weigerde Rutten: ze wou terug naar Europa. De Aarschotse heeft als onmiskenbaar voordeel dat ze niet bij gratie van de partij leeft. Rutten kan op ieder moment terug naar haar interessante en goedbetaalde baan bij de Europese instellingen, waar ze verlof zonder wedde nam.
Een keuze van het hart, zo noemt ze haar kandidatuur voor het voorzitterschap. Gwendolyn Rutten wordt een protegé van Karel De Gucht genoemd, maar ze heeft bij de hele partijtop een wit voetje. Ze telt in het hoofdkwartier letterlijk geen enkele vijand, wat een prestatie op zich is. De gewezen kabinetschef beseft echter ook dat de liberalen niet de gewoonte hebben om grijze muizen op de voorzittersstoel te zetten, en maakt zich op om haar profiel aan te scherpen. In welke richting dat zal gaan, is nog niet duidelijk.
Het probleem van Rutten is dat ze nog zo goed mag liggen bij de partijtop, als een naam zich kandidaat stelt – en Marino Keulen denkt daar ernstig aan, tot onvrede van bepaalde partijgenoten -, dan krijgt ze het heel moeilijk. Want de leden van Open VLD kennen haar simpelweg niet. Het systeem van voorzittersverkiezingen met running mates komt de anonieme partijsoldate dan ook bijzonder goed uit. Er was al gelekt dat Dirk Van Mechelen haar eerste secondant wordt, en volgens het liberale geruchten-circuit zal ook Jean-Jacques De Gucht zich bij haar team voegen. Dat zou een gezamenlijk ticket van een vijftiger, een twintiger en iemand van de tussengeneratie opleveren. En bovendien een krachtenbundeling van een Antwerpenaar, een Oost-Vlaming en een Vlaams-Brabantse. Een vertegenwoordiging dus van de sterkste drie machtsblokken binnen de Open VLD.
Jef Van Baelen