Is ‘ecosocialisme’ meer dan marketing?
Socialisten benadrukken hun klimaatvoorstellen steeds feller. Een oprechte uitdrukking van bezorgdheid, of partijpolitiek stratego?
‘Het is een droom om te denken dat individueel gedrag het klimaatprobleem zal oplossen. De klimaattransitie komt er niet door alleen bio te eten of met een elektrische auto te rijden’, bezweert PS-politicus Thomas Dermine. De staatssecretaris voor Relance verdedigt zijn idee om de publieke investeringen tegen 2024 op te krikken tot 3,5 procent van het bruto binnenlands product. Die operatie moet België op weg zetten naar klimaatneutraliteit, met bijvoorbeeld moderne stroomnetwerken en slimme verkeerswegen. Wanneer we over het klimaat praten, praten we over infrastructuur, zegt hij, maar ook solidariteit en rechtvaardigheid spelen mee. Dermine zwaait met een studie van Oxfam waaruit blijkt dat de rijkste 10 procent verantwoordelijk is voor 52 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Derminne: ‘De strijd tegen klimaatverandering convergeert met de sociale strijd. Een collectief probleem vereist een collectieve oplossing.’
Op veel thema’s zijn de groene en rode families objectieve bondgenoten.’ Staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine (PS)
In de federale regering is Dermine de verpersoonlijking van het ecosocialisme, een koers die PS-voorzitter Paul Magnette eind september luister bijzette met een klein congres. Tekende present: Adélaïde Charlier, zeg maar de Franstalige Anuna De Wever.
De Vlaamse socialisten gebruiken de term niet, maar er wordt niet uitgesloten dat Vooruit zich op termijn ook een ecosocialistisch jasje aanmeet. Met het voorstel van voorzitter Conner Rousseau om de subsidies voor fossiele brandstoffen te verlagen en de roep om een speciale klimaatministerraad toonde hij zich onlangs van zijn groenste kant.
Marc Coucke op de trein
De groene bekommernissen van rood zijn niet nieuw. De verkiezingsprogramma’s van PS en Vooruit (toen nog SP.A) van 2019 bevatten stevige klimaatluiken. Al in 2017 verkondigde toenmalig PS-voorzitter Elio Di Rupo dat het onmogelijk is om socialist te zijn zonder ecologist te zijn. Maar sinds 2017 is er heel wat veranderd. Een klimaatmars was toen nog een curiosum, Greta Thunberg ging gewoon naar school. Maar ook: socialisten en groenen zaten federaal in de oppositie, vandaag zitten ze aan de knoppen.
De socialisten hebben goed naar het buitenland gekeken, zegt Wim Vermeersch, hoofdredacteur van het politieke maandblad SamPol en socialismekenner. In het Verenigd Koninkrijk legde ex-Labourvoorzitter Jeremy Corbyn in 2019 duidelijke ecosocialistische klemtonen. In de Verenigde Staten geldt dat voor de Democratische politica Alexandria Ocasio-Cortez. Al is het maar de vraag in welke mate Vooruit en PS de standpunten van iemand als Ocasio-Cortez overnemen. ‘Zij spreekt over het nationaliseren en democratiseren van bedrijven en een kortere werkweek’, zegt Vermeersch. ‘De slogan van Rousseau, “Elk zijn deel is niets te veel”, spoort niet met de vraag naar arbeidsduurverkorting.’
Ook David Dessers is voorzichtig. De Leuvense schepen voor Groen is ecosocialist van het eerste uur en is vertrouwd met het werk van de Franse filosoof André Gorz, vanaf de jaren 1960 een van de grondleggers van de stroming. ‘Waar ecosocialisme vandaag zou kunnen overkomen als kritiek op de politieke ecologie, was het in die tijd eerder kritiek op het socialisme. In zijn visie moest elk progressief project rekening houden met de grenzen van de planeet.’ Dessers hoopt dat de toe-eigening van het label niet vrijblijvend is. ‘Op het moment dat jongeren klimaatmarsen organiseren, kan het aanlokkelijk zijn om het woordje “eco” te gebruiken. Het zou dus politieke marketing kunnen zijn. Maar ik geef toe: Magnette zegt interessante dingen.’
Groenen wijzen er wel op dat socialisten zoals Dermine een karikatuur van hen maken met het beeld dat zij enkel inzetten op biologisch voedsel en de aankoop van een Tesla. Ook groenen stellen collectieve oplossingen voor, zij het vaker met de wens om maatregelen te finetunen voor bepaalde groepen of individuen. Dat verklaart waarom Groen noch Ecolo hoog opliep met Magnettes voorstel voor een gratis NMBS. ‘Waarom zou Marc Coucke gratis met de trein mogen rijden?’ klinkt het.
In elk geval merken ook groenen dat de socialisten de klimaatproblematiek hoe langer hoe meer centraal plaatsen. Gewezen Agalev-boegbeeld Jos Geysels noemt Paul Magnette ‘een van de weinige theoretisch geschoolde politici’. ‘Het interessante’, zegt hij, ‘is dat de groene beweging nu op tafel kan smijten wat ze al dertig jaar zegt: ecologie is economie. Groenen en socialisten kunnen gezamenlijk assertiever zijn in de regering.’
Groen woke-gedoe
Zijn we dan op weg naar een rood-groene motor? Thomas Dermine: ‘Voor veel thema’s zijn de groene en rode families objectieve bondgenoten, dat zagen we ook al tijdens de regeringsonderhandelingen. Er zijn natuurlijk verschillen. Wij zijn heel gefocust op CO2-reductie. Het nucleaire verhaal is minder belangrijk voor ons dan voor Ecolo.’ De PS’er vindt zijn collega’s zelfs wat braafjes. ‘De voorgestelde investeringen in het spoor zouden veel ambitieuzer mogen. Als we een alternatief willen hebben op het vlak van groene mobiliteit, moeten we echt investeren.’ Ter info: Ecolo-vicepremier Georges Gilkinet is bevoegd voor de NMBS.
De breuklijn tussen groen en rood is nog veel scherper op sociaal-cultureel vlak. Het is geen toeval dat uitgerekend staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz (Ecolo) naar een activiteit ging waar mannen niet toegelaten zijn. Net zoals het geen toeval is dat Conner Rousseau dat ‘groen woke-gedoe’ noemde. Ook op het vlak van veiligheid en migratie zijn er relevante verschillen.
Zoals wel vaker valt de PVDA/PTB niet weg te denken uit het verhaal. In socialistische kringen ontkent men niet dat de donkerrode druk meespeelt in het ecosocialistische verhaal. De socialisten zijn overtuigd van de klimaatproblematiek, maar staan huiverachtig tegenover ‘ecologische pestbelastingen’ die vooral betaalbaar zijn voor de hoogopgeleide middenklasse – een relevant deel van de Groen-kiezers. Dat verklaart ten dele waarom Rousseau druk zette op de Gentse bestuurscoalitie om de uitbreiding van de lage-emissiezone on hold te zetten.
‘Uiteraard is er een strategisch element’, zegt Wim Vermeersch. ‘Maar het is niet louter strategie. Na de Tweede Wereldoorlog moest de welvaartsstaat gebouwd worden. Bij een klimaatramp moeten we een klimaatstaat bouwen. Er is een systemische verandering nodig, en dat past in een legitiem socialistisch verhaal.’