De zorgverzekering is gênant. Ze wordt gefinancierd met een gecamoufleerde belasting, geïnd door privé-instellingen en voor rijk en arm gelijk.
Guido Despiegelaere
Er zijn belastingen die hun naam niet noemen. Het kijk- en luistergeld was er zo een. Ook de Vlaamse zorgverzekering is een gecamoufleerde belasting. De gemeenten hebben er een handje van weg om hun kas met allerlei heffingen en retributies te spekken. Voor het milieu vorderen de regio’s, provincies en gemeenten belastingen met groene namen. Vlaams minister van Leefmilieu Vera Dua (Agalev) wil de prijs voor de huisvuilzakken tot anderhalve euro verhogen, wat niets anders dan een belastingverhoging is. En de Waalse minister van Mobiliteit en Verkeer Isabelle Durant (Ecolo) klopte elke autobezitter ongeveer tien euro uit de zakken voor een reflecterende kentekenplaat, die straks na de nieuwe Europese regelgeving waardeloos wordt.
De afschaffing van het kijk- en luistergeld verleden jaar was natuurlijk een cadeau, 223 euro winst. Dat was geen bedoelde lastenverlaging, maar een Stevaert-stunt en een manifestatie van Vlaamse fiscale autonomie. Vlaanderen verliest er jaarlijks 200 miljoen euro inkomsten door. Het Brusselse gewest volgde noodgedwongen, maar de Waalse gewestregering stoort er zich niet aan dat tv-kijken op commerciële of buitenlandse zenders belast blijft.
Nooit geven zonder te nemen, lijkt een vaststaande fiscale regel te zijn. Vlaanderen compenseert deels het gemiste kijk- en luistergeld met de afschaffing van de afcentiemen in de personenbelasting. In 2001 waren die nog goed voor een korting van 92 euro per persoon. Een smet op de nettowinst van Steve Stevaerts fiscale rechtvaardigheid. Brussel volgt alweer Vlaanderens voorbeeld en verhoogde zijn gewestbelasting. Voor gezinnen in de hoofdstad stijgt ze van 50 tot 165 euro, meer dan een verdrievoudiging.
Na het kijk- en luistergeld lijkt Vlaanderen de smaak van belastingverlaging te pakken te hebben. De cafébelasting ging eraan, de belasting op de inverkeersstelling van milieuvriendelijke wagens verlaagt en het leed van de successierechten wordt verzacht. Na veel gebakkelei gaan nu ook de registratierechten bij de aankoop van een woning naar beneden, van 12,5 naar 10 procent. De onroerendgoedhandel vindt dat laatste een zeer geschikte maatregel. Ze gaat met de belastingwinst lopen, omdat ze de prijzen kan verhogen.
Wat geen verzekeraar ooit zou wagen, durft de Vlaamse regering wel. Zij verhoogde de jaarlijkse bijdrage voor de zorgverzekering van 10 tot 25 euro, een stijging met niet minder dan 150 procent. De drie miljoen Vlamingen ouder dan 25 jaar krijgen samen een extra factuur van 45 miljoen euro gepresenteerd. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Gelijke Kansen Mieke Vogels (Agalev) troost dat de verzekeringspremie voor de terugbetaling van de niet-medische bijstand aan zorgbehoevenden (bejaarden) niet hoog ligt – de prijs van enkele pintjes, heet het. Een gecamoufleerde belasting van 50 euro voor een echtpaar, toch. Bovendien is ze geprivatiseerd, want geïnd door ziekenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, en staat ze in geen enkele verhouding tot het inkomen. Agalev en de SP.A zijn gegeneerd, maar de liberalen – minister-president Patrick Dewael – wilden niet dat over een belastingverhoging kon worden gesproken.
Zijn tariefverhogingen van overheidsbedrijven belastingverhogingen? Ze compenseren in elk geval mee de beperking van de overheidssubsidies. Met het ‘nieuwe aanbod voor de brievenpost’ verhoogt De Post vanaf 18 november de prijs van de briefzegel met 0,07 euro tot 0,49 euro. Dat is een prijsstijging van 17 procent. De nieuwe prior-service waarborgt wel dat de brief daags na de verzending aankomt. Een extra betaling dus voor een bestaande verplichting, want het beheerscontract met de overheid verplichtte De Post al dit jaar 91 procent van de brieven op dag-plus-één te bestellen.
De spoorwegtarieven van hun kant vertonen één constante: ze gaan elk jaar op 1 februari omhoog. Dit jaar werd het treinreizen 4 procent duurder. Volgend jaar gaan de tarieven gemiddeld met 2,5 procent omhoog, de tickets iets meer, de abonnementen iets minder. De aangekondigde verhoging ligt een stuk boven de verwachte inflatie, nochtans de wettelijke basis voor het prijsbeleid van de NMBS. Intussen valt niets meer te horen van de eis van vice-premier Johan Vande Lanotte (SP.A) om het treinpendelen gratis te maken. Die bijdrage tot het mobiliteitsprobleem is blijkbaar uitgesteld.
Niets met die tariefverhogingen te maken, meesmuilen de voogdijministers. Maar ze keurden ze wel goed, want het gaat om overheidsbedrijven. In Frankrijk gaat dat anders. Kort na zijn aantreden als premier verbood Jean-Pierre Raffarin Electricité de France en La Poste hun prijzen te verhogen. Economieminister Françis Mer had die nochtans eerder toegestaan, maar de rechtse premier wil de Fransen geen bijkomende lasten opleggen.
Met elektriciteitstarieven krijgen de Vlamingen vanaf volgend jaar te maken. Vanaf 1 juli is de verkoop van elektriciteit tot bij de privéverbruiker geliberaliseerd – het gas volgt later. Een dozijn privéverkopers staat gretig klaar. Volgens de liberaliseringsdoctrine gaan de prijzen onder druk van de concurrentie dalen. Zeer twijfelachtig. In tegenstelling tot de huidige gemeentelijke elektriciteitsintercommunales moeten de privéverkopers belastingen betalen. Dat kost de Vlaamse verbruikers 40 tot 50 miljoen euro, de facto een federale belastingverhoging. Bovendien verliezen de gemeenten het grootste stuk van hun elektriciteitsdividenden, wat ze met allerlei belastingverhogingen moeten compenseren. Brussel en Wallonië zijn minder haastig met de bevrijdende liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkten.