Iedereen moet erbij winnen, zegt Bert Anciaux over het huwelijk tussen de Volksunie en ID21. Sommige VU’ers zijn van oordeel dat hun partij beter vrijgezel blijft.
Iedereen was opgetrommeld voor het VU-partijbestuur van afgelopen maandag. Negen maanden nadat hij van zijn partij verlof kreeg om de vernieuwingsbeweging ID21 uit de grond te stampen, legde Bert Anciaux er het concrete resultaat van zijn inspanningen voor: een uitgewerkte tekst over een alliantie tussen de VU en ID21, met het oog op de verkiezingen van juni 1999.
Anciaux heeft de voorbije maanden intensief onderhandeld over zo’n samenwerkingsverband. Zelf heeft hij het over “een enthousiasmerend project, dat meer is dan de grootste gemene deler van ID21 en de VU”. Er zullen gemeenschappelijke kieslijsten worden opgesteld, maar beide organisaties behouden wel een onafhankelijke structuur. Anciaux: “De alliantie mag zeker niet leiden tot een profielvervaging van de partners.”
Maar binnen de Volksunie hebben heel wat mensen vragen bij de opportuniteit van de alliantie. Enkele sceptici vroegen een geheime stemming in het partijbestuur over het project. Een ruime meerderheid van de bestuursleden schaarde zich maandag achter Anciaux’ plannen. De partijvoorzitter met missie, zoals hij zichzelf graag noemt, voelde zich opgelucht. Maar hij hoedde zich voor een al te groot optimisme: de hoogste partijorganen, de partijraad van 12 september en het partijcongres van 27 september, hebben het laatste woord. En ook de bestuursorganen van ID21 moeten nog hun definitieve fiat geven.
Een alliantie is een samenwerkingsverband tussen twee evenwaardige partners, zegt een van de sceptici in de Volksunie. De VU is een politieke partij met veertig jaar ervaring, ID21 is een zeer prille beweging van enthousiaste nieuwelingen. De alliantie lijkt toch verdraaid veel op een – al dan niet vermomde – verruimingsoperatie van de VU.
BERT ANCIAUX: Daar ben ik het absoluut niet mee eens. De alliantie gaat niet over één partij, maar over twee gelijkwaardige en onafhankelijke partners. De wijze waarop beide partners aan politiek doen, is fundamenteel verschillend. De VU werkt volgens traditionele verticale partijstructuren, ID21 werkt horizontaal: het wil via zijn netwerkstructuur zoveel mogelijk mensen laten participeren aan de politiek.
Het zou een verruiming zijn als de VU, zoals de PVV destijds, zichzelf zou opheffen en samen met ID21 een nieuwe politieke formatie vormen. Want dan zou de huidige partijstructuur van de VU doorslaggevend blijven. Maar een geloofwaardige vernieuwingsoperatie zou zoiets zeker niet zijn.
Wie zijn die ID21’ers eigenlijk? En met hoeveel zijn ze?
ANCIAUX: Ik denk dat er nu ongeveer vierduizend mensen in meer of mindere mate actief zijn bij ID21. Mede om financiële redenen zijn we ook begonnen “partners” te zoeken die ons voor honderd frank willen steunen. Zo zijn er op dit ogenblik een vierhonderdtal, maar we zijn er nog maar pas mee bezig. We willen trouwens zeker geen klassieke organisatie worden, met leden die het voor het zeggen hebben. Essentieel is onze netwerkstructuur. Iedereen is daarbij gelijkwaardig en niemand is verplicht om naar de vergaderingen te komen.
Een netwerk kan erg nuttig zijn om problemen in de samenleving op te sporen. Het zou een van de “antennes” kunnen zijn waar Luc Huyse het over heeft. Maar iemand moet toch beslissen over het inhoudelijke programma. Zeker met het oog op de verkiezingen van juni 1999.
ANCIAUX: De structuur is een fundamenteel gegeven. Als je stelt dat de mensen beter opgeleid, kritischer en mondiger zijn dan ooit, dan kan je de democratie toch niet blijven beperken tot het één keer om de vier jaar een bolletje rood maken. Laat de mensen het maatschappelijk debat voortdurend voeden.
Maar ID21 gaat ook uit van een aantal waarden: gelijke kansen voor iedereen, solidariteit, verantwoordelijkheid. ID21 ijvert in eerste instantie voor een goed bestuur, voor een overheid die voor de bevolking zorgt en niet alleen zichzelf instandhoudt. Als je vertrekt bij de drie onnozele woordjes effectiviteit, efficiëntie en doorzichtigheid, kom je al een heel eind. Dan zal je bijvoorbeeld geen debat voeren vanuit het vooroordeel dat alle migranten slecht zijn, maar ga je op zoek naar waar en waarom het misloopt in de multiculturele samenleving.
Kan je op die manier ook een standpunt vormen over pakweg de overheidspensioenen?
ANCIAUX: Ik denk het wel. Vanuit het principe van gelijkwaardigheid kan je zeggen dat een pensioen niet louter kan worden gebaseerd op het toevallige niveau van het vroegere salaris. Een objectievere en eerlijkere maatstaf zou de duur van een loopbaan kunnen zijn. Zo kan je tot de conclusie komen dat een basispensioen – geen minimumpensioen -, voor iedereen die gedurende een bepaalde periode gewerkt heeft, rechtvaardiger is.
De Volksunie is een Vlaams-nationalistische partij. Het is een feit dat de nieuwe generatie de Vlaamse problematiek niet meer zo scherp aanvoelt. Toch stelt ID21 zich wat de staatshervorming aangaat, op dezelfde lijn als de VU.
ANCIAUX: ID21 is vanuit een democratische invalshoek tot dezelfde conclusies gekomen als de VU vanuit Vlaams-nationalistische opvattingen. Wat moet je doen om de democratie te herstellen? De mensen weer meer betrekken bij de besluitvorming. Hoe doe je dat? Door de besluitvorming zo dicht mogelijk bij de mensen te leggen. Dan kom je vanzelf bij een staatsordening gebaseerd op het integraal federalisme, waar de VU-jongeren al twintig jaar over spreken.
Je kan jongeren inderdaad niet meer op dezelfde manier warm maken voor de Vlaamse beweging als mensen van vijftig of zestig jaar. Maar het is interessant vast te stellen dat je vanuit de wil om de democratie te herstellen, tot dezelfde visie kunt komen.
Ook op maatschappelijk gebied kunnen VU en ID21 het goed met elkaar vinden.
ANCIAUX: Ik ben zelf geëvolueerd op economisch gebied. Ik heb ingezien dat de kmo’s en de middenstand essentieel zijn voor een goed functionerende samenleving, en dat de praatjes dat alle zelfstandigen rijk worden door zwartwerk niet kloppen. Er zijn er een heleboel die zelfs onder de armoedegrens leven. Een samenleving moet ook economische kansen bieden. Zinvol, ethisch ondernemen moet worden gestimuleerd. ID21’ers zijn geen 68’ers. Al ben ik zelf nog wel een product van die generatie, en blijkbaar ook een van de weinigen die daar nog enthousiast over is.
Als we voortgaan op het publiek van de ID-dagen, lijken de ID21’ers voornamelijk kinderen uit de gegoede burgerij die “politiekje spelen”. Terwijl de man die écht problemen heeft, zich jammer genoeg al tot een andere partij heeft gewend: het Vlaams Blok.
ANCIAUX: Het was inderdaad zeker in het begin een van onze zwakke punten dat we te weinig arbeiders en kleine middenstanders aanspraken. Door het uitbouwen van ons netwerk slagen we daar nu beter in. We beseffen dat we daar veel aandacht aan moeten besteden. Deze mensen komen misschien niet snel naar een ID-dag of naar een vergadering, maar ze hebben wel een uitgesproken mening. En soms is die keihard voor iemand die uit de flower power komt. Denk maar aan de veiligheidsproblemen, bijvoorbeeld.
Moet je in de plaats van al die interne debatten te voeren, niet meer naar buiten treden? Gesprekspartners zoeken buiten de eigen beweging? Zelfs de VLD gaat nu met het middenveld praten.
ANCIAUX: Ja, om van haar asociale imago af te raken. En met wie gaat de VLD praten? Juist met diegenen die geen verandering tot stand willen brengen. De top van het sociale middenveld, laten we eerlijk zijn, is absoluut niet geïnteresseerd in wat het sociale middenveld denkt. Die houdt gewoon zichzelf in stand.
Maar we willen het debat zeker niet intern houden. Dat is trouwens een contradictio in terminis: er bestaat niets “interns” aan ID21. Maar we moeten met sociaal-economische thema’s bijvoorbeeld ook naar de fabriekspoorten gaan. We hebben daar al een heel project voor uitgewerkt.
Zijn we dan toch weer in mei ’68 beland?
ANCIAUX: Maar wat zijn ze toen gaan doen aan de fabrieken? Zijn ze gaan luisteren? Of zijn ze hun eigen waarheid gaan vertellen? Dat is een groot verschil. Ik wil echt mijn waarheid niet gaan vertellen, ik wil luisteren. Dat is ook gemakkelijker natuurlijk. Want welke waarheid, welke wijsheid heb ik te bieden?
Uw plannen waren ambitieuzer. U wou over de partijgrenzen heen een vernieuwingsproject opzetten, met onder meer Marc Verwilghen en Johan Van Hecke als boegbeelden. Bent u teleurgesteld door het immobilisme van de anderen?
ANCIAUX: Ik heb nooit met Johan Van Hecke gesproken met het specifieke doel om hem bij ID21 te betrekken. Ik heb wel met hem gepraat over de politiek en over mijn dromen in het algemeen. Net zoals andere vooraanstaande CVP’ers zag Johan in dat je het vertrouwen van de bevolking pas kan terugwinnen als je niet meer vasthoudt aan het machtsspel, zoals CVP en SP nu doen.
Maar ik heb zeker aan zo’n grote vernieuwingsbeweging gedacht, die de kiezer zou dwingen of voor ons of voor de status-quo te stemmen. Het is nog niet gelukt. Maar Rome is ook niet in één week gebouwd. En ik heb wel bij mensen van alle partijen de bereidheid gevonden om eens niet te zoeken naar wat ons scheidt, maar naar wat ons bindt. Dat is heel nieuw in de politiek. Toen ik op mijn zestiende in de politiek kwam, was het eerste wat ze me leerden: ” Manneke, je moet je profileren tegenover de anderen en dus moet je op de anderen kappen.”
Ik heb vastgesteld dat zeer velen in Vlaanderen inzien dat een partijoverschrijdend project om de democratie te herstellen noodzakelijk is. Ik heb dat gemerkt in gesprekken met mensen van de VU, van Agalev, bij CVP’ers, bij VLD’ers, ik heb dat zelfs gemerkt bij enkele SP’ers. Ik voel dat de wil tot samenwerking aanwezig is, maar de durf is er nog niet. De traditionele politieke structuren beletten de sprong nog.
Dus is ID21 maar alleen met de VU in zee gegaan. Heeft dat eigenlijk veel zin?
ANCIAUX: Ik heb er lang over getwijfeld, ik geef dat eerlijk toe, of het sluiten van een alliantie met de VU de ontplooiingskansen van ID21 niet zou hypothekeren. Maar op een bepaald moment moet je ook kunnen zeggen: goed, we zijn er nog niet, maar we gaan voort met wat we tot nu toe bereikt hebben. Je kan niet alleen maar blijven dromen. Je moet ook je verantwoordelijkheid aanvaarden. Je moet ook zeggen tegen de kiezer: kijk, we proberen nu echt het startschot te geven van een vernieuwing die onomkeerbaar is.
De alliantie is momenteel eigenlijk het enige teken van echte vernieuwing in het hele politieke landschap. En de VU is voorlopig de enige partij die een stukje afstand durft te doen van het traditioneel gestructureerd politiek bedrijf. Maar de alliantie is niet het eindpunt. Er moet meer groeien na de verkiezingen.
U heeft in het begin van de zomervakantie in Koksijde een laatste gesprek gehad met de VLD over een mogelijk samenwerkingsverband. Volgens VLD’ers zijn de onderhandelingen toen afgesprongen omdat alles werd toegespitst op de lijstvorming: de VU zou een 50-50-verdeling hebben gevraagd, met u op de tweede plaats voor de Senaat en Nelly Maes op de kop van de Europese lijst.
ANCIAUX: Ik heb nooit geloofd in kartelvorming tussen politieke partijen. Ik geloof wel in de noodzaak van open lijsten. Niemand in Vlaanderen heeft zich daar zo hard voor ingezet als ik, denk ik, al was het totnogtoe tevergeefs. Bij open lijsten werk je met onafhankelijke mensen die bereid zijn partijpolitieke strategieën ondergeschikt te maken aan een gezamenlijk project. Het meningsverschil over kartelvorming of een open lijst is in Koksijde sterk naar voren gekomen.
Hoe worden de lijsten van de alliantie VU-ID21 samengesteld? Moeten VU’ers die zich tijdens de voorbije regeerperiode hebben uitgesloofd, nu wijken voor ID21’ers? Gaat u Geert Bourgeois of Chris Vandenbroeke vragen op te stappen voor Vincent Van Quickenborne?
ANCIAUX: Nee. Het is ondenkbaar dat je uittredende mandatarissen die goed zijn, die opnieuw kandidaat zijn en door hun eigen arrondissement worden gesteund, zou verzoeken het veld te ruimen. Daarin moeten we pragmatisch zijn. Maar er zijn nog wel andere plaatsen.
ID21 zal dus de gaatjes opvullen in de VU-lijsten?
ANCIAUX: Neenee. We gaan geen VU-lijsten meer maken. Het worden alliantielijsten. Je kan je alliantie niet geloofwaardig maken als in de lijstvorming niet tot uiting komt dat het over twee onafhankelijke groepen gaat. ID21 zal zich waar moeten maken na de verkiezingen. Daarom moet het mensen achter zich hebben, mandatarissen die het project kunnen dragen. Ik ben er zeker van dat ik de bevolking kan overtuigen van de zin van de alliantie, maar ik besef dat de grootste uitdaging erin bestaat ook de militanten in mijn eigen partij over de brug te krijgen.
Wat heeft de VU eigenlijk te winnen bij de alliantie?
ANCIAUX: De VU is in november 1997, toen we met ID21 naar buiten zijn getreden, tot de vaststelling gekomen dat het er in deze samenleving niet meer op aankomt een paar procenten te winnen bij de verkiezingen, zonder fundamenteel iets te veranderen. Om de democratie te herstellen, moest er een appel tot de bevolking worden gericht.
Heeft de Volksunie ID21 daarvoor nodig? Iemand als Geert Bourgeois vindt van niet.
ANCIAUX: Het is heel pijnlijk, maar zelfs de VU kan dat niet. We hebben het geprobeerd. Na de verkiezingen van 1995 heb ik niets anders gedaan. De VU alleen kan een aantal procenten winnen. Maar kan de VU alleen erin slagen een fundamenteel ander beleid op gang te trekken, dat terugkoppelt naar de bevolking? Nee. Daar zijn we niet sterk genoeg voor. Ook niet als we drie procent bijwinnen en op tien of elf procent komen.
Hoeveel procent van de bevolking militeert er in een politieke partij? Vier procent? Dan is dus 96 procent niet betrokken bij de besluitvorming. Er bestaat zo’n groot wantrouwen tegenover de politiek dat zo’n appèl alleen maar geloofwaardig is als het gelanceerd wordt door een nieuwe groep. Nu ik met ID21 bezig ben, bekijken de mensen mij anders, niet meer alleen als een VU’er. Ik heb veel gemakkelijker contact met de mensen, ze spreken me veel sneller aan.
Het progressieve Vlaanderen dat u weer bij de politiek wilt betrekken, stemde in 1995, na het uitbreken van het Agusta-schandaal, voor de SP van Louis Tobback. Van vernieuwing gesproken.
ANCIAUX: Dat was progressief intellectueel Vlaanderen. Dat is een trapje te hoog voor mij, dat laat ik aan slimme mensen over. Ik wil me tot heel de samenleving richten. Sinds 1995 is er iets veranderd. Noem het de invloed van de Witte Mars. Die ging niet alleen over de vermiste en vermoorde kinderen. Die ging ook over alle andere misstanden in het gerecht, de economie, op alle mogelijke terreinen. De mensen hebben ingezien dat ze de politiek niet langer de rug kunnen toedraaien, dat een antipolitieke houding funest is voor de samenleving.
Heeft u de VU niet in een onmogelijke positie geplaatst? De partij kan het zich niet meer permitteren om dit project te kelderen. Ze zou u, die haar voornaamste boegbeeld bent, in een zeer lastig parket brengen. Tegelijkertijd blijft een minderheid mordicus tegen de alliantie. De partij dreigt verscheurd te raken.
ANCIAUX: Dat is natuurlijk geen prettige gedachte. Ik ben me ervan bewust dat het goedkeuren van de alliantie een zeer zwaarwichtige beslissing is. En ik weet dat heel wat mensen in de Volksunie vanuit een zeer eerlijke bezorgdheid twijfelen. Maar het debat is binnen de partij in alle openheid gevoerd.
Sommigen beweren van niet. Sommigen spreken van getrapte besluitvorming.
ANCIAUX: Er is één persoon die dat voortdurend zegt. Ik wil alles slikken, maar dat niet. De definitieve besluitvorming moet nog gebeuren. Ik heb altijd gezegd dat voor mij de alliantie er pas zal zijn als het congres en de partijraad van de VU, en de bestuursorganen van ID21 ja zeggen. Daarvoor bestaat er niks. Maar sinds november hebben we in het partijbestuur en op de partijraad steevast over ID21 gesproken. Het idee om mij uit te sturen, was trouwens niet het mijne, maar kwam uit het partijbestuur.
Ik kan ermee leven dat niet iedereen voor het initiatief gewonnen is. Maar zeggen dat ik het opdring, no way. Ik heb de partij nooit gechanteerd. Ik heb nooit gezegd dat ik niet terugkom. Ik ben nog altijd voorzitter met missie en senator van de VU. Nee, de partij zal in alle openheid, in alle democratie, onafhankelijk ja of nee kunnen zeggen.
Waarom bent u niet ingegaan op de vraag van enkele sceptici in de partij om een peiling te houden over de aantrekkelijkheid van het project. Blijven de VU-stemmers? Voelen andere kiezers zich aangesproken? Ieder bedrijf doet marktonderzoek voor het een nieuw project lanceert.
ANCIAUX: De vraag is er pas gekomen toen we al maanden en maanden bezig waren. De vraagstelling is ook compleet verkeerd: ze gaat uit van de logica van een verruimingsoperatie. Daar gaat het niet om. Als je dit alleen doet om één of twee parlementsleden meer te krijgen, dan zou ik in dat project niet eens een dag tijd steken. Het gaat erom een stap te zetten naar het herstel van de democratie, en dat laat zich niet meten in opiniepeilingen. Zulke operaties zijn ook nooit zonder risico. Vreemd genoeg was er, net toen die vraag gesteld werd, juist een externe opiniepeiling geweest, en daaruit bleek dat ID21 de enige geloofwaardige is van de vernieuwingsbewegingen.
Als de alliantie toch niet zou doorgaan, wordt u dan gewoon weer VU-voorzitter?
ANCIAUX: Ik heb daar voor mezelf wel ideeën over. Maar hierop zal ik nu ook eens pas een antwoord geven als het probleem zich voordoet. Dit kan ik al zeggen: als het project waarin ik honderd procent geloof, niet haalbaar blijkt, zal ik een stap terugzetten. Ik zal de VU nooit chanteren, ik zal de VU nooit in de rug schieten, maar ik zal ID21 ook nooit loslaten. Ik moet dan maar iets zoeken waarbij ik op voldoende onafhankelijke wijze mijn twee engagementen trouw kan blijven.
Gaat u dan Gérard Deprez achterna en wordt ID21 de beweging van de oud-partijvoorzitter?
ANCIAUX: Ik vind niet dat de liefde tussen mij en de VU bekoelt, integendeel. Maar ID21 is een kind van mij. Welke vader of moeder laat zijn kind in de steek? Ik ben de enige geweest die tijdens de onderhandelingen over de alliantie voortdurend heeft gezegd, jongens als het niet gaat, doe het dan niet. Ik heb dat zowel tegen de VU als tegen ID21 gezegd. Dit mag geen verplicht huwelijk zijn. Het moet uit liefde en uit vrije wil zijn. En iedereen moet er beter van worden: de VU, ID21, de democratie en de samenleving. Als ze er niet enthousiast in geloven, moeten ze nee zeggen.
U heeft makkelijk praten. Noch de VU noch ID21 zal het risico willen nemen om Bert Anciaux als boegbeeld te verliezen.
ANCIAUX: Dat is zever. Een jaar geleden schreven de kranten dat de VU een eenmanspartij was geworden. Dat kunnen ze vandaag niet meer zeggen. Patrik ( Vankrunkelsven, interim-voorzitter, nvdr) staat er. En hij staat er goed. Ook andere figuren hebben zich waargemaakt. Ik ga geen namen noemen, want als ik dan iemand vergeet… ID21 is ook niet het clubke van Bert Anciaux. Bert Anciaux is de initiatiefnemer geweest, maar het project draagt zichzelf. Trouwens ik zal zeker niet het boegbeeld van ID21 worden. En als de alliantie doorgaat, zal ook de VU haar eigen boegbeeld hebben. Beide groepen hebben daarvoor voldoende kandidaten in huis. Ik ben niet onmisbaar.
“Manneke, je moet je profileren tegenover de anderen en dus moet je op de anderen kappen.”
Christine Albers Rik van Cauwelaert