Misdaadschrijver James Ellroy heeft een sterk verhaal te vertellen : dat van de moord op zijn eigen moeder.
In Amerikaanse boekwinkels is er één rek, doorgaans naast de misdaadliteratuur, dat gestaag uitbreiding neemt : true crime, waargebeurde misdaden. ?My Dark Places? is één van de meest ophefmakende boeken in dit lekker verkopend genre. Wat het boek uitzonderlijk maakt, is niet alleen dat het werd geschreven door een man die door velen als de beste schrijver van Amerika wordt beschouwd (vindt hij van zichzelf, maar de critici zijn het er roerend mee eens). De bekende auteur is ook in intense mate betrokken partij : het slachtoffer van de onderzochte moord is zijn eigen moeder.
Op een junidag in 1958 verliet de uit de echt gescheiden Geneva Hilliker haar huis in Los Angeles. Ze werd ’s anderendaags gewurgd aangetroffen langs de kant van de weg in de voorstad El Monte. Haar zoontje van tien, James Ellroy dus, vernam het nieuws toen hij na een weekendbezoek aan zijn vader naar huis terugkeerde. De moord is nooit opgehelderd. De jongen kende zijn moeder slecht en reageerde met gemengde gevoelens op het verlies : hij was seksueel geobsedeerd door haar maar mocht haar niet echt.
Wat een vloek moet zijn geweest voor de privé-persoon, werd voor de schrijver Ellroy een zegen. Niet dat die briljante schrijverscarrière zich meteen aandiende : Ellroy zou eerst door de hel gaan. Hij was zeventien toen zijn vader overleed, geraakte aan de drank en de drugs, belandde herhaaldelijk in de gevangenis, telkens voor kruimelmisdaden, beweert hij.
Eind van de jaren negentig zwoer hij zijn leven als junkie en landloper af en begon hij bij wijze van loutering over de goorheid en vunzigheid van het leven te schrijven. Boeken over misdaad, lustmoorden, tomeloze corruptie en van een zwartgalligheid die zelfs de liefhebber van de hard boiled traditie van Chandler en Hammett nog doet opschrikken.
Zijn zevende boek, ?The Black Dahlia? gaat over de moord op het Hollywoodse meisje van plezier Elizabeth Short die op gruwelijke wijze aan haar eind kwam : ze werd in tweeën gesneden. Het is één van de sensationele moordraadsels in de roddelbijbel ?Hollywood Babylon? van Kenneth Anger. Het is duidelijk waar Ellroys fascinatie voor die nooit opgeloste moord uit voortkwam.
Maar het zou nog tot 1994 duren vooraleer Ellroy terugkeerde naar de plek van de misdaad die kennelijk zijn creatieve leven beheerst. Dat leverde zijn dertiende, eerste voluit autobiografische boek op, dat nu onder de titel ?Mijn moordkuil? ook in het Nederlands is verschenen.
James Ellroy kan (wil ?) niet antwoorden op de vraag of hij de dood van zijn moeder niet exploiteert. Al van bij de aanhef van ons gesprek is hij er nochtans zelf over begonnen. Het vraaggesprek heeft plaats in een kitscherig zithoekje in het casino boven op het Carlton Hotel in Cannes, de dag na de wereldpremière van de Amerikaanse film ?L.A. Confidential?. Kim Basinger, Kevin Spacey, Danny De Vito, Russell Crowe, Guy Pierce en James Cromwell zijn de steracteurs in deze glanzende Warner-productie over de wijdvertakte corruptie bij het politiekorps van Los Angeles in de jaren vijftig.
?L.A. Confidential? (in het najaar in de Belgische bioscoop) werd op het festival aan de Riviera met veel tamtam gelanceerd als de eerste James Ellroy verfilming. Wat niet helemaal klopt : tien jaar geleden verfilmde James B. Harris al ?Blood on the Moon? onder de titel ?Cop?, maar die prent verdween meteen naar de videorekken, wat de vergetelheid enigszins rechtvaardigt.
We ontmoeten een tevreden schrijver, maar ook een man met zeer duidelijke voor- en afkeuren. Een man die een hekel heeft aan het huidige Amerika, rock, hippies en boeken over serial killers (behalve die van Thomas Harris, zo blijkt).
Heeft Hollywood u beïnvloed als schrijver, bent u een fan van ?film noir? ?
JAMES ELLROY : Ik heb in mijn leven duizenden films gezien en ben weg van ?film noir? tijdens de hoogdagen van het genre, van 1945 tot 1962. De jongste jaren ben ik erg selectief en ga ik nog uitsluitend misdaadfilms zien. Jaarlijks zie ik misschien vier of vijf nieuwe films. Dat komt omdat ik hoegenaamd niet geïnteresseerd ben in de populaire cultuur. In de maanden die aan de moord op mijn moeder voorafgingen, zag ik twee ?film noirs? die me zijn bijgebleven : ?The Killing? van Stanley Kubrick en ?Plunder Road? over een man die tijdens een overval iemand gijzelt en natuurlijk op een vreselijke manier aan zijn eind komt. In die periode zag ik ook ?Vertigo? van Hitchcock. De thema’s van het mislukken en van seksuele obsessie zijn me door het hoofd blijven spoken. Dat ik werd grootgebracht in de nabijheid van Hollywood heeft me wellicht meer beïnvloed dan ik zelf kan inschatten. Maar meer dan welke film, en zeker meer dan welke schrijver, werd ik gestimuleerd door de geschiedenis van Los Angeles, geschiedenis die ik uiteraard heb herschapen volgens mijn eigen noden en inzichten als schrijver.
Dacht u er meteen aan om middels uw romans ook de kroniek van Los Angeles te schrijven ?
ELLROY : Mijn eerste roman ?Brown’s Requiem? had een hedendaagse setting, het was een bescheiden bijdrage tot het private eye genre. Vanaf mijn tweede boek was ik vastbesloten om niet in herhaling te vallen en thematisch, dramatisch en stilistisch een andere richting in te slaan. Het schrijven van de roman ?The Black Dahlia? heeft mijn fantasie geprikkeld en heeft me teruggeslingerd in de tijd, in het verleden van L.A. Na vier romans over de stad besloot ik om mijn terrein te verleggen en een boek te schrijven dat niet langer tot het misdaadgenre hoorde. Dat werd ?American Tabloid?. Daarin boorde ik een nieuw, ambitieus thema aan dat ik in de nabije toekomst verder zal behandelen : politiek als misdaad. En op een veel grotere schaal dan alleen maar Los Angeles, op Amerikaanse schaal zeg maar.
Ik wil telkens weer betere boeken schrijven en niet herinnerd worden als de man die het L.A. Quartet schreef en toen was het ermee gedaan. Fuck that ! Ik ben relatief jong en heb nog het een en ander in mijn mars.
?L.A. Confidential? speelt in Hollywood in de fifties, maar alles klinkt erg vertrouwd in de oren : corruptie bij het politiekorps, riooljournalistiek, racisme. Wou u met het schrijven van dit boek aantonen hoe het zover is gekomen ? Wat er is misgelopen ?
ELLROY : Ja, inderdaad. Het was een zwarte dag toen William Parker, chef van het LAPD (Los Angeles Police Department) van 1950 tot 1966, Jack Webb ontmoette en ?Dragnet? geboren was. ?Dragnet? gaf de hele wereld een bullshit versie van het LAPD. Generaties lang gingen politie-officieren zich spiegelen aan die reeks, gingen zelf de onzin geloven die in die serie geëtaleerd werd. Als gevolg daarvan geraakten ze geïsoleerd van de gewone burger die ze horen te beschermen. Degenen die doorhadden dat de tv-reeks een sprookje was en met de eigen onmacht en wantoestanden werden geconfronteerd, wentelden zich in het zelfmedelijden. Het LAPD is nog altijd niet bekomen van die mythe. In ?L.A. Confidential? toon ik de kiemen van dit kwaad. De show heet hier ?Badge of Honor?. De man die technisch adviseur is van de serie is een verdorven flik, Jack Vincennes, die als bijverdienste voor een schandaalkrantje filmsterren in compromitterende posities lokt.
Klopt het dat u Jack Webbs boek ?The Badge? van uw vader cadeau kreeg ?
ELLROY : Ja. En mijn romans tonen de keerzijde van die medaille.
Telkens Hollywood een misdaadschrijver verfilmt, gaat het er beduidend minder hard aan toe dan in de roman in kwestie. Is dat u nu ook niet overkomen ?
ELLROY : De reden dat de lieden in de film minder degoutant overkomen dan in mijn roman, is dat ze geportretteerd worden door acteurs, aantrekkelijke kerels die door de natuur van het filmmedium zelf meer empathie wekken bij de toeschouwer. Zodra ze op het doek verschijnen, voelt de toeschouwer met hen mee, iets waar in een roman veel langzamer naar toegebouwd wordt. Want ook in mijn boek lokken sommige figuren empathie uit. Bijna vijfhonderd pagina’s lang worden Bud White en Ed Exley door haatgevoelens gedreven, maar eens ze hun wederzijdse haat hebben overwonnen, ontstaat er tussen beiden een hechte band. De lezer kan zich daar zeker in inleven. In een film ontbreekt ook de tijd en de plaats om alle achtergrondverhalen in te vullen.
Mijn boeken zijn vette, ruwe, lelijke verhalen over ergerlijke kerels die halsoverkop achter hun doel aangaan en pas heel laat in het verhaal laten blijken dat ze ook een fatsoenlijke kant hebben.
Regisseur Curtis Hanson heeft ook de romantische kant van Los Angeles in de jaren vijftig in de verf gezet. Dat maakt het misschien allemaal wat zachter, maar ik verwijt hem niets. Als auteur van het boek ben ik wild geschrokken hoe goed die verfilming wel is. Zo was ik aangenaam verrast door de transpositie van mijn personages naar het witte doek. Ik werd echt meegesleept door de film die op een briljante manier een tweede leven geeft aan personages die ik heb geschapen.
Was er een bepaalde gebeurtenis die er u toe aanzette om het beroep van schrijver te kiezen ?
ELLROY : Ik wilde altijd schrijver worden, zelfs toen ik een tiener was. Maar ik kon pas echt van start gaan toen ik radicaal brak met mijn vroegere levensstijl en ophield met drinken en drugs.
Hebt u leren schrijven ?
ELLROY : Nee, het is aangeboren. Als je miljoenen boeken hebt verslonden, je zelf de dingen schrijft die je graag leest en je je beste beentje voorzet, heb je een kans om er te komen. Zo is het mij toch vergaan.
Er is toch iets zoals vakmanschap ?
ELLROY : Tuurlijk, elk boek is een leerschool. Mijn eerste boeken waren vrij vormeloos en onrijp. Ze waren nog niet geschreven vanuit een zeker zelfbewustzijn, wat je altijd nodig hebt om een goed boek te schrijven.
Wat zijn uw schrijfgewoontes ?
ELLROY : Ik schrijf ontzettend lange en gedetailleerde outlines. De outline voor ?L.A. Confidential? bedroeg 250 pagina’s. Ik ben erg vlijtig en extreem meticuleus, maak van alles verschillende versies. Ik schrijf mijn romans nog altijd met de hand. Altijd. Ik heb een secretaresse die het netjes overtypt en al vijftien jaar voor me werkt.
Wanneer schrijft u ?
ELLROY : Overdag. Niet dat het een job is, ik noem het meer een passie. Maar ik beschouw het in de praktijk gewoon als een baan. Daarom werk ik ook elke dag. Er is discipline nodig om een boek te schrijven. De tijd om een boek te voltooien varieert : ?L.A. Confidential? nam een vol jaar in beslag. Ik herschrijf tot het perfect is, maar ik weet tot in het kleinste detail hoe de plot precies in elkaar steekt. Wil je boeken schrijven die een beetje complex in elkaar zitten, dan moet je precies weten waar je naar toe wil. Als je geen overzicht hebt op het geheel, verlies je de draad en begin je te sukkelen. Ik heb geen grafiek nodig want alles wat ik moet weten, staat in die gedetailleerde outline. Dan ga je de eigenlijke tekst schrijven en de personages uitwerken. Ik geloof niet in de opvatting dat je als schrijver je personages vrij moet laten en dat zij je wel zullen leiden. Misschien werkt het voor een ander, maar zeker niet voor mij.
Allerlei procedures, bijvoorbeeld het onderzoek bij de politie in ?L.A. Confidential?, worden in uw romans gedetailleerd beschreven. Ligt daar een uitgebreide research aan ten grondslag ?
ELLROY : Nee, het is meestal allemaal verzonnen. Waarom zou je research moeten doen voor een roman over politiespeurwerk in de jaren vijftig ? Het ging er toen nog zo eenvoudig en ongesofistikeerd aan toe, dat je gewoon je gezond verstand moet gebruiken om te weten hoe ze te werk gingen. Als je voldoende misdaadfilms hebt gezien en waargebeurde misdaadverhalen hebt gelezen, kan je zelf wel de leemten invullen. Je laat je leiden door je verbeelding en door je vaardigheid om als schrijver de werkelijkheid op te smukken, zodat wat je schrijft toch een stuk mooier en dramatischer is dan de realiteit.
Er is ook grote aandacht voor psychopathologie. Hebt u daarvoor mensen moeten observeren ?
ELLROY : Nee, dat is helemaal verzonnen. Het gaat er niet om de waarheid te beschrijven maar een schijn van waarheid en dan hangt het gewoon van je schrijftalent af of de lezer het ook gelooft.
Wat is voor u het belangrijkste om aan een boek te beginnen ? Wat hebt u nodig ?
ELLROY : Het vaste voornemen om het te doen werken, om een groot, rijkelijk geplot, hartstochtelijk doorleefd werkstuk af te leveren. Voorts het vermogen om verder te kijken dan je neus lang is. Ik hou niet van pietluttige biografische boekjes. Kleine levens waarin niet veel gebeurt, interesseren me niet. Ik hou van mensen die gekneld geraken in de geschiedenis en in extreme situaties terechtkomen.
U wordt verweten dat u de moord op uw moeder exploiteert.
ELLROY : Hebt u mijn boek ?My Dark Places? al gelezen ? Dat boek geeft een antwoord op dit soort beweringen. Ik kan nu niet in drie zinnen samenvatten wat ik daar in 335 pagina’s afhaspel. Het is te lang en te ingewikkeld om zo maar in een pittige zinsnede te vatten.
Hebt u het boek geschreven om op die verwijten te reageren ?
ELLROY : Nee, ik schreef het boek omdat ik het onderzoek naar de moord op mijn moeder wilde heropenen. Ik wilde de moordenaar vinden en ik wilde ook weten wie mijn moeder was. Ik ontdekte de vrouw die mijn moeder was, maar haar moordenaar heb ik niet gevonden. Het zou kunnen dat hij nog vrij rondloopt maar ik denk veeleer dat hij intussen ook al dood is.
Het schrijven van ?My Dark Places? lijkt uitdrukkelijk therapeutisch ?
ELLROY : Het is therapeutisch. Maar niet met de bedoeling om al schrijvend alle problemen op te lossen. Mijn moeder en ik, dat is nog altijd niet opgelost. Zoals ook na het schrijven van ?American Tabloid? mijn obsessie met Amerikaanse misdaad en geschiedenis onverminderd voort woedt. Ik zoek alleen naar middelen om wat ik heb geleerd, in een nieuwe taal uit te drukken.
Waar staat u politiek ?
ELLROY : Ik zal je vertellen waarom ik een hekel heb aan die vraag. Het is te simpel om zo maar een lijn te trekken. De meeste Europeanen zullen sommige van mijn opinies ontstellend rechts vinden zo ben ik een overtuigde voorstander van de doodstraf. Maar dan heb ik ook opinies die ze in Amerika als extreem-links zullen bestempelen. In essentie weet ik heel weinig af van politiek. Ik ben al evenmin in politiek geïnteresseerd als in popcultuur. Zo heb ik bijvoorbeeld een gloeiende hekel aan rock’n’roll. En het huidige Amerika weet me helemaal niet te boeien. Ik sluit me af van de wereld en ga volledig op in het werk waarmee ik bezig ben.
Hebt u als schrijver geen last van het klimaat van political correctness ?
ELLROY : PC (political correctness) is in Amerika volledig in diskrediet gebracht. Bestaat nog alleen aan de ideologisch meest extreme vleugels van universiteitscampussen. Het is allang geen big deal meer. Iedereen heeft het over PC, maar ik kan je vertellen dat het één grote farce is. Je moet nu Afro-Amerikaan zeggen in plaats van zwart, so what ?
U citeerde de Kubrick film ?The Killing?. Een van de producers van die film, James B. Harris, verfilmde al eerder een van uw romans. Was dit de reden dat u hem vertrouwde ?
ELLROY : Nee, hij bood me als eerste een smak geld aan voor de filmrechten van ?Blood on the Moon?. ?Great? zei ik, ?make a movie !?
Bent u tevreden met ?Cop? ?
ELLROY : De film is okay. Beslist niet zo goed als ?L.A. Confidential?. Ik was niet erg tevreden met de vertolking van James Woods. Maar weinig mensen hebben die film gezien.
Hoe ver staat het met de filmversie van ?The Black Dahlia? ?
ELLROY : Ik weet het niet precies. Het boek is verkocht. Diverse producers hebben een optie op al mijn boeken, behalve ?Killer on the Road?. Maar je moet ervan uitgaan dat maar weinig boeken waarvan de rechten zijn verkocht, ook nog worden verfilmd. Zoals er ook veel scenario’s worden geschreven die nooit worden verfilmd.
Eens ik de rechten afsta, heb ik daar geen enkele controle meer over. Ze kunnen rustig de film maken zonder me maar te raadplegen. Curtis was zo vriendelijk om me op de hoogte te houden, maar had geen enkele verplichting. Ik heb zelf voor Nick Nolte en Fine Line Pictures de adaptatie geschreven van mijn roman ?White Jazz?. Ik was natuurlijk goed geplaatst omdat ik het verhaal achterstevoren ken. Ik schreef een 100 pagina lange outline die door Nolte werd goedgekeurd en waarop ik dan mijn script heb gebaseerd.
Zijn er andere misdaadschrijvers die u bewondert ?
ELLROY : Ik lees geen misdaadromans, ik ga hooguit vijf keer per jaar naar de bioscoop en luister naar muziek uit de negentiende eeuw. Op tv kijk ik uitsluitend naar bokswedstrijden en oude ?film noir?, niks anders. Vraag me niet wat er in de wereld gebeurt, ik zou het niet weten.
Wat vindt u van Thomas Harris ?
ELLROY : Ik bewonder hem en hou erg veel van ?Red Dragon?, overigens een veel beter boek dan ?The Silence of the Lambs?. Wie weet wanneer zijn volgende boek verschijnt ?
Dus u leest toch sommige collega’s ?
ELLROY : Ja, ik lees alles wat Thomas Harris schrijft. Gezien hij maar om de negen jaar of zo een boek schrijft, zit ik goed.
U zegt dat u zich afsluit van het huidige Amerika. Met uw romans duikt u in het verleden, maar hoe ziet u de toekomst ?
ELLROY : Ik ben zeer optimistisch. Ik zie Amerika als een grote dikke baby die uiteindelijk toch volwassen zal moeten worden, zijn verleden trotseren, zichzelf zien zoals hij werkelijk is. Pas dan kunnen we vooruitkomen. Ik ben zeker niet pessimistisch. Zoals een linkse autoriteit ooit zei : ?who are we to give up hope ?? ( lacht)
Wat schrijft u nu ?
ELLROY : Het vervolg op ?American Tabloid?. Het zal de periode bestrijken van 1963 tot 1968, met alle politieke en andere schandalen erop en eraan. Een geheime geschiedenis van Amerika in die periode.
Is Oliver Stone een fan van u ?
ELLROY : Ik denk het niet. Maar ik ben ook geen fan van hem. Zijn wereldbeeld is me toch een beetje te simpel. Hij denkt nog altijd dat John Kennedy een gevallen prins was. Terwijl hij een goedkope politicus was zoals al de rest.
Als u niet volgt wat er in Amerika gebeurt, mogen we veronderstellen dat u niets afweet van wat er in Europa omgaat ?
ELLROY : Ik heb geen flauw benul van wat er in Europa gebeurt. Ik ben hier in Cannes omdat ik op alle mogelijke manieren de film van Curtis Hanson wil steunen. Ik hou van de film en ik denk dat ie me een heleboel nieuwe lezers zal opbrengen.
Patrick Duynslaegher
De romans van James Ellroy verschijnen in Nederlandse vertaling bij De Arbeiderspers.
James Ellroy : Ik zie Amerika als een grote dikke baby die uiteindelijk toch volwassen zal moeten worden.