Uwe Saeger rekent af met de trauma’s van de vroegere DDR. Zijn eigen dilemma’s ontsnappen daar niet aan. Een gesprek.

UWE Saeger werd geboren in 1948 in Ückermünde, een vissersdorp aan de Oostzeekust. Hij studeerde in het naburige Greifswald, werd er leraar en vanaf 1976 voltijds schrijver. Zijn tema : de persoonlijke dilemma’s in de DDR. In 1987 kreeg hij de Ingeborg-Bachmann-prijs voor zijn novelle ?Aus einem Herbst jagdbaren Wildes” en in 1993 de Adolf-Grimme-prijs voor het script van ?Landschaft mit Dornen”.

Wie hem ontmoet kan zich nauwelijks voorstellen dat die vriendelijke man al die boeken over leugens, geweld en frustratie schreef. In het Goethe Institut in Brussel leest hij voor uit ?Landschaft mit Dornen”. Het neo-nazistische jongerengeweld is op het eerste gezicht een puur Duits tema, maar naast een gevoel van beklemming komen ook vragen op die niets met Duitsland maar alles met het geweld in onszelf te maken hebben.

Ging er een psychologische studie over de oorzaken van geweld aan het boek vooraf ?

UWE SAEGER : Als u dat zo gevoeld hebt, is het mooi meegenomen. Het boek was oorspronkelijk een filmscript. Ik heb het niet met die pretentie geschreven, ik zie het als een parabel die ik heel bewust rond een zeer kleine kring mensen heb getimmerd. Elke schrijver kan slechts zijn eigen waarheid uitvinden en creëren. Als daaruit een veralgemeenbare waarheid ontstaat die ook door anderen kan worden gebruikt, des te beter. Maar goed, in dit geval heb ik vier jonge mensen uitgezocht, elk met een achtergrond van wat ik mijn Hitlerisme-model noem. Rick, de aanvoerder heeft duidelijk hitleriaanse zielstrekken, hij is niet in staat tot liefde, ook niet fysiek.

Heeft zo’n individuele situatie als impotentie sociale gevolgen ?

SAEGER : Dat hoeft niet, maar in dit geval wel. De jongeren kunnen niet omgaan met de plotse vrijheid na de val van de muur. Ze voelen zich op zichzelf teruggeworpen en zijn niet in staat om nieuwe waarden te bepalen. Marcel, die van zichzelf weet dat hij talent heeft om meubelen te maken, is het meest positief. Hij kan ?hout voelen”, maar hij kan daar niets meer voor kopen wanneer het bedrijf waar hij net in de leer is, plots wordt gesloten. Als de frustratie van de werkloosheid bij zulke jongeren op een bepaald punt komt, accepteren ze het ventiel van het geweld als hen dat wordt aangeboden. Ik denk dat je de gebeurtenissen in de ex-DDR in 1990-’91 zo moet begrijpen.

De jongens uit ?Landschaft mit Dornen” creëren op een stuk braakland hun eigen stukje land dat ze ?de heimat” noemen.

SAEGER : Ja, dat verlies van een thuis heeft een grote rol gespeeld. Ze kregen er weliswaar een vaderland bij, maar hun thuis was bedreigd want ?thuis” is niets anders dan het stukje landschap dat je kent. Marcel en Rick staan verloren voor de spiegel en beginnen na te denken over sterven als de enige mogelijkheid om nog iets te beleven. Ofwel sterf je zelf, dan hoef je ook geen rekening meer te houden met de normen van hen die leven, ofwel laat je iemand sterven.

Ik wil niet rechtvaardigen wat ze doen, alleen aantonen dat in een bepaalde situatie geweld onafwendbaar wordt. Ik heb het hele proces van kollektieve schuld op de kleinst mogelijke noemer gebracht. Die bende van vier die doden en die zichzelf naderhand nog kunnen wijsmaken : ?Ik heb hem niet omgebracht, ik werd ertoe gedwongen.” Het fascistoïde model op de kleinste schaal als het ware. Natuurlijk bestond die macabere ideologie ook al in DDR-tijden, alleen kon ze toen worden weggestopt. Het was goed dat ze naar buiten kwam.

De meeste van uw boeken baden in een sfeer van : hier gaat iets ergs gebeuren.

SAEGER : Met dit boek was dat inderdaad sterk aanwezig, ook bij mezelf. Tijdens het schrijven wist ik dat niemand zou ontsnappen, deze case vereist dat ze allemaal het loodje leggen. Zoiets als een Shakespeare-model : de helden liggen op de planken, ze hadden geen enkele kans om te ontsnappen. Of ze hebben veeleer mij geen kans gelaten, het heeft zich zo ontwikkeld.

Schrijft u dan zonder vooropgezette struktuur ?

SAEGER : Ja, ik weet nooit waarop het zal uitdraaien als ik mij aan het werk zet. Ik weet zelfs niet of ik het ooit tot een goed einde zal brengen. Zelfs aan de filmproducenten die een exposé op voorhand willen, moet ik zeggen : vertrouw me, ik schrijf uw draaiboek wel. Soms begin ik te schrijven met slechts een beeld of enkele zinnen in mijn hoofd. Bij ?Landschaft mit Dornen” was het een stukje uit het boek Esdras uit het oude testament.

Maar mijn proza, dat ik de jongste jaren als mijn privé-aktiviteit beschouw, put me flink uit. Dat wil niet zeggen dat ik geen plezier heb aan het schrijven, integendeel, het proces op zich is pure lust : woorden met een kogelpen op papier met kleine ruitjes zetten. Maar daarna ben ik erg moe.

En het is waar, een vrolijke jongen ben ik nu eenmaal niet. Maar sinds ik veertig ben, kan ik met mijn melancholie omgaan. Ik hoef niets meer te bewijzen. Dat ik zo’n kapotte figuren als hoofdpersonages uitzoek, zal ook iets te maken hebben met mijn eigen levenservaring. Ik ben via het schrijven door mijn kindertijd geraakt, ik heb daardoor de harmonie en het avontuur gecreëerd die ik in werkelijkheid niet kon hebben.

Zou u anders geschreven hebben als u niet in de DDR had gewoond ?

SAEGER : Natuurlijk, de maatschappelijke situatie bepaalt voor elk individu de manier waarop hij zich uit. In 1987 schreef ik in ?Die Nacht danach und der Morgen” : ?Waaruit zou de kunst haar waarheden rekruteren in een maatschappij zonder leugens ?” Toen was het gevoel heel sterk dat de machtigen de waarheid gebruiken om te liegen, en in zo’n situatie ontwikkel je een andere manier van schrijven. Het schrijvers-ik neemt zichzelf terug uit de tekst ; het wordt een automatisme : als je ?ik” schrijft, heb je het over een heleboel mensen.

Schrijven wordt zoiets als het kollektieve herinneren, het verwerken van het heden. In de maatschappij waarin ik nu leef gebeuren natuurlijk ook smerige dingen, maar die hangen meer samen met individuele personen, de leugen is er gepersonifieerd. In de DDR ging het om een algemene sociale consensus. ?Die daar” of ?zij” waren de hoogste partijfunktionarissen aan wie je was overgeleverd. Nu zou je met ?die daar” hoogstens een ietwat belachelijke partij bedoelen.

De macht is gedepersonifieerd, ze bemoeit zich ook niet met het individu. Wat de kunstenaar aan alledaagse werkelijkheden tot kunst maakt, interesseert haar niet, in het beste geval wil ze zich ermee dekoreren. Wij hebben 41 jaar met de macht als instrument moeten omgaan. Nu is men meer aan zichzelf overgeleverd. Voor de kunstenaar betekent dat het verdwijnen van een essentiële partner. ?Die daar” lazen zijn werk. Als je werd afgewezen, was dat een teken : je werd ernstig genomen, een soort verheffing in de adelstand. Nu word je niet meer tegengesproken. De enige tegenspraak nu luidt : ?Dat kunnen we niet verkopen”, zoiets tast je eigenwaarde aan. Het gevolg daarvan is dat je bepaalde onderwerpen niet meer tot je scheppingsmateriaal rekent. Macht is sinds 3 à 4 jaar bij mij geen tema meer.

Wordt er betere kunst gemaakt in diktaturen ?

SAEGER : Ik heb ooit geschreven : ?Dichters groeien uit de engte, maar als ze altijd in de engte blijven, verkommeren ze.” Natuurlijk bepaalt eenieder zijn eigen ruimte binnen het toegestane kader, en je moet het DDR-auteurs nageven dat ze veel hebben geproduceerd, ondanks het feit dat alles toegemetseld was. Toch heeft de enclave-toestand er ook toe geleid dat werk dat toen grote literatuur werd genoemd, in het geheel van de belletrie uiteindelijk niet zo groot blijkt. Maar ik krijg het op mijn heupen van de lastercampagnes die nadien in de Bondsrepubliek werden gevoerd.

De waarde van bepaalde literatuur werd ineens afgemeten aan de persoon die het had geschreven. Met Christa Wolf gebeurde zoiets. Ik vond het verschrikkelijk te zien hoe iemand die de status van monument had, van die sokkel werd gesleurd en zich ook kleintjes begon te gedragen. En heeft Herrmann Kant dan geen goede literatuur geschreven omdat hij voorzitter van de schrijversbond en een spion was ? Wij zullen niet uit dit dilemma raken, onze kleinkinderen misschien als die niet meer moeten afrekenen met dit patroon van politieke dwang. Daarmee bedoel ik niet dat we het verleden zomaar moeten uitwissen, we moeten ermee in het reine komen.

Moet een schrijver politieke standpunten innemen ?

SAEGER : Het is in principe niet zijn taak, maar bij sommige gelegenheden is het wel noodzakelijk. In de DDR zat je altijd in een moeilijk parket ; ze vroegen je om voor de vrede te komen lezen. Je kon moeilijk weigeren voor de vrede te lezen, maar dat had uiteraard maatschappelijke gevolgen : je las ?voor hen daar”. Als intellektueel heb je meer sociale verantwoordelijkheid dan als fabrieksarbeider. De massa zal nooit vanzelf in beweging komen, tenzij haar brood, drank en woning worden weggenomen.

Voor echte veranderingen heb je een intellektuele voorbereiding nodig. Wie zou de wereld moeten uitdenken als de intellektuelen het niet doen ? En daarmee bedoel ik niet dat elke leraar of neurochirurg tot die klasse moet worden gerekend. Een intellektueel stelt vragen over de wereld en kan ook benoemen waarom hij dat doet. In die zin heeft de auteur wel een maatschappelijk relevante taak, niet alleen als hij in een DDR-staat leefde.

Voor u geen ?Ostalgie” ?

SAEGER : Geenszins. Het enige wat ik een beetje mis, is mijn jagersmentaliteit voor boeken. Vroeger liep je dagenlang de boekhandels af, je probeerde via vrienden in biblioteken aan bepaalde auteurs te geraken. Nu stap je een boekhandel binnen en neem je Kafka uit de rekken. Als het vroeger zo eenvoudig was geweest, zou ik waarschijnlijk niet zo’n fanatieke lezer van Thomas Mann en Musil geworden zijn. Kafka was dekadent, dekadentie was vijandig en dus moest je daar niet aankomen. Ik heb mij dus 15 jaar lang laten fascineren door het boekhoudersproza van broeder Franz. Dat resulteerde in 1993 in een filmscript over de geheime ontmoeting tussen Kafka en zijn vertaalster Milena Jesenska in het grensdorp Gmünd.

U schreef ook een boek over uw diensttijd aan de muur, ?Die Nacht danach und der Morgen”. In Duitsland loopt nu het proces tegen de verantwoordelijken voor de schietpartijen aan de muur. Zou u ze veroordelen ?

SAEGER : Dat is een moeilijke vraag. Het problematische is dat er moet recht gesproken worden over een systeem. Het systeem wordt vaak gelijkgeschakeld met de mensen. Ik heb 41 jaar in dit systeem geleefd en ik kan mezelf inpraten wat ik wil, of ik nu bepaalde dingen meegedaan heb of niet, of ik nu stond op mijn persoonlijke vrijheid, omdat ik ze voor mezelf had ingevuld,… ik kan niet loochenen dat ik een deel van het systeem was, alle anderen ook, behalve zij die weggingen.

De motieven voor dat blijven kan je nadien edeler maken. Toen vond ik het moediger, ook al omdat ik al van kindsbeen af heimwee had naar de verte. Ik wou zeeman worden om naar New York te kunnen gaan. Nu, met het kleinburgerlijke spek dat ik heb gekweekt, is die verlokking wat minder geworden. Maar toen vond ik het een opoffering, het was mijn verantwoordelijkheid als schrijver te noteren wat ik vermoedde dat er in onze maatschappij aan de hand was. Achteraf is gebleken dat de werkelijkheid veel erger was.

Maar moeten er mensen veroordeeld worden omdat het systeem verkeerd was ?

SAEGER : De mensen die nu ter verantwoording geroepen worden, gedragen zich volgens mij als marionetten. Het getuigt niet van veel waardigheid. Het is alsof je wordt nagetrapt door hen die je vroeger gehoorzaamde. We hebben inderdaad gevolg gegeven aan een bevel, daar hoeven we niet omheen te draaien. Als Egon Krenz zegt dat er geen schietbevel was, beweert hij iets onnozels. Elke keer dat je aan de muur de wacht optrok, was er een schietbevel. ?Objektwache” heette dat in DDR-taal, bewaking van het bedrijf.

Dat maakt mijn schuld niet geringer. Het verklaart of verontschuldigt ook niets, het was nu eenmaal zo. Maar een van die heren, of moet ik zeggen ?Genossen”, die nu terechtstaan zou toch kunnen zeggen : ja, het was zo, ik stond daarachter, daar moet ik nu voor boeten. Dat is politieke verantwoordelijkheid. In plaats daarvan zeuren onze leiders : waarom hebben de burgers gehoor gegeven aan dit bevel ? Alsof het zou gaan om diegenen die het niet in zich hadden om zich te verzetten, om hen die zulke burgermoed niet hadden, die 90 procent waaruit een massa altijd bestaat. Er bestaan maar heel weinig persoonlijkheden en zij die vinden dat ze tot die happy few behoren, zijn het vaak juist niet.

Die processen komen te laat. Het dilemma van de ?Wende” is precies dat het systeem niet gezuiverd werd, het was geen revolutie. In een revolutie en die uitspraak zullen ze mij kwalijk nemen is sprake van een zuivering van personen die men niet meer wil. Het politbureau waarover het nu gaat, was toch maar een bijeenraapsel van onnozele halzen als je ziet hoe ze zich gedragen. Destijds hebben de heren zichzelf echter wel ernstig genomen.

Het gevaarlijke is dat vele mensen die leugens nu vergeten en heimwee hebben naar een verleden waarin alles toch veel makkelijker was. Natuurlijk was het toen makkelijker, de staat zorgde immers voor alles. Maar alles was ideologie : kinderen maken, kinderen opvoeden, schrijven, lezen, spreken, zingen… Ik denk dat het systeem aan ideologische entropie is kapotgegaan.

In datzelfde boek vergelijkt u de situatie tijdens uw legerdienst met die van uw vader tijdens de oorlog. Was het zo erg ?

SAEGER : Ik denk het wel. Mijn vader vertelde dat hij tijdens de oorlogsjaren niet naar huis kon schrijven, zo was het bij mij ook. Dit bestaan aan de muur was een oorlogstoestand. Dat werd ons trouwens ook zo gezegd : in deze zone geldt het schietbevel. Een jaar lang voelde ik me als mijn vader en grootvader die beiden het geluk hadden nooit te moeten doden in de oorlog waarvoor ze opgeroepen waren. Voor mijn grootvader had het zelfs nog zijn goede kanten : hij kreeg daar goeie schoenen en proefde voor het eerst pudding. Soms ging het er zelfs vrolijk aan toe. Daarover heeft hij vaak verteld. Wat echt aan de orde was, doden, beschoten worden, slachten, dat werd verdrongen. Maar goed, ze kwamen er van af zonder schuld, en dat was ook mijn grootste betrachting.

Ik heb inderdaad dat geluk ook gehad, maar voor hetzelfde geld had ik moeten kiezen : iemand anders of mezelf voor de kop schieten. Daarmee zal ik nooit in het reine komen, dat blijft me achtervolgen als een moreel tekortschieten. Je kon er met niemand over praten, en daarom zoop je. Elke morgen sleepte je jezelf naar je post met een kater. Over datgene waarover men vroeger nooit kon spreken, ben ik beginnen schrijven op 9 november 1989, tien weken later was ?Die Nacht danach” af. De eerste reakties op het boek waren behoedzaam, maar ten slotte kon ik er voor het eerst met mijn familie over spreken. Mijn kinderen reageerden met ongeloof : ?Jij toch niet, je had toch niet geschoten, je kan niet eens een vlieg doodslaan.”

U schrijft : ?Ik dacht aan het duister, wreed boek waaraan ik ooit begon, dat me als een perfekte vijand fascineerde en dat ik nog steeds wil afmaken.” Heeft u het ondertussen geschreven ?

SAEGER : Neen, vorig jaar ben ik er weer mee begonnen, maar het is nog altijd niet af. Heimelijk hoop ik dat een mecenas mij gedurende een jaar wil onderhouden. Dat is mijn droom : fax buiten, telefoon buiten en schrijven.

Hilde Keteleer

Uwe Saeger, ?Landschaft mit Dornen”, Mitteldeutscher Verlag, 1993. ?Die Nacht danach und der Morgen”, Piper Verlag, 1991. ?Die Nacht in Gmünd”, federchen Verlag, 1993, met tekeningen van Joachim John.

Uwe Saeger : Elke schrijver kan slechts zijn eigen waarheid uitvinden en creëren.

‘Schrijven wordt het verwerken van het heden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content