De CVP sluit zaterdag in Antwerpen een woelig politiek jaar af met een congres. Partijvoorzitter Marc Van Peel verkent enkele thema’s.
Volgende zaterdag congresseren de Vlaamse christen-democraten in Antwerpen. Eigenlijk gaat het om het eerste luik van een zogeheten ?dubbelcongres?. In Antwerpen zal de CVP zich beraden over de interne organisatie van de partij. In juni ’98, in Gent, worden de grote maatschappelijke thema’s aangesneden.
Volgende zaterdag komen alvast een aantal gevoelige punten ter sprake : de geloofwaardigheid en integriteit van politici, bijvoorbeeld. En : partijfinanciering.
Dat zijn passende gespreksonderwerpen bij de afsluiting van een politiek nogal woelig jaar, ook voor de CVP.
MARC VAN PEEL : Tijdens het congres willen we vooral nadenken over onszelf. Er komen van alle vragen op de politiek af ; de politiek wordt gediaboliseerd. We kunnen natuurlijk grote maatschappelijke analyses maken. Maar de cruciale factor blijft de manier waarop wij, als partij, functioneren.
We hebben ons daarover drie maanden lang bevraagd. Nu komen we met voorstellen om de vrij gesloten partijstructuren open te gooien. We moeten mensen, die zich in de CVP willen engageren, de moeizame tocht door de verschillende geledingen besparen en ze meteen inzetten waar ze nuttig werk kunnen leveren.
Dwingen de gebeurtenissen van de afgelopen maanden de partij tot deze oefening ?
VAN PEEL : Je kan niet voorbij aan de tijdsgeest. Maar liever dan een puur mediatieke stunt op te voeren, hebben we gekozen voor een grondige reorganisatie. Aangezien we zelf geloven dat politieke partijen een wezenlijk onderdeel zijn van de democratie, komt het erop aan de partijstructuur aan te passen. Ook omdat we beseffen dat die momenteel niet uitnodigend is voor mensen die zich politiek willen engageren.
Het maken van de grote analyses behoort ook tot de taak van een partij. Alleen, de jongste maanden werden die grote debatten over justitie, de samenleving, politieke ethiek, veelal buiten de Wetstraat gevoerd.
VAN PEEL : De diabolisering van de politiek valt deels te begrijpen, want komt er omwille van een aantal uitwassen van partijfinanciering, politieke benoemingen, en dergelijke. Maar dat neemt niet weg dat die uitwassen vaak worden aangewend om de vorming van een negatief beeld van een politieke partij te staven. Daar moeten we van af.
Bovendien wordt het maatschappelijk en politiek debat, dat inderdaad deels buiten de Wetstraat werd gevoerd, steeds sterker gemediatiseerd. Daar waar de actoren die een reële invloed kunnen uitoefenen, uitgerekend die politieke partijen zijn.
Ik geef toe : dat een thema als justitie pas aan bod komt na een Dutroux-affaire, betekent dat ook bij ons een aantal kanalen zijn dichtgeslibd. Nu blijkt dat Dutroux de katalysator is om te kunnen spreken over de rol het slachtoffer, over de rechtsbedeling. Wat aantoont dat politieke partijen ook de CVP te weinig hun rol hebben gespeeld. Wij moesten er voor zorgen dat die problemen op de politieke agenda belandden, en we hebben dat niet, of te weinig, gedaan. Ook dat heeft te maken met de werking van een partij. Het is slechts één element, maar wel een belangrijk element.
Op ons congres zullen we dat onderstrepen door nieuwe mensen naar voren te schuiven die symbool staan voor wat moet gebeuren, ook lokaal. Het gaat hier om mensen die zeggen : wij zijn op een diverse maatschappelijke terreinen actief en we zetten de stap naar de politiek, naar de CVP. Het is gewoon een doortrekken van de oude idee van een volkspartij die nauwe bindingen heeft met de vertrouwde sociale bewegingen.
Wordt het stilaan geen probleem dat in sommige organisaties van die sociale beweging, het ACW dus, een partij als Agalev minstens even sterk, zoniet sterker vertegenwoordigd is dan de CVP ?
VAN PEEL : Neen, omdat die sociale organsaties ook duidelijk hun rol hebben gedefinieerd. Alleen hun politieke actie voeren ze bij voorkeur met de CVP.
Maar die aanwezigheid van andere partijen in die organisaties heeft te maken met de verschillende pogingen om het politieke landschap te herschikken. Wij stellen vast dat iedereen wil geraken waar wij altijd stonden : in het centrum. De socialisten worden steeds liberaler, de liberalen steeds socialistischer. Reden temeer om en dat debat komt er in juni 1998 , het christen-democratische en christelijk-ethische van onze boodschap te benadrukken. Want aanstippen dat wij als eersten in het centrum stonden, volstaat niet meer.
Terwijl VU en Agalev contact zoeken met de traditionele sociale bewegingen, wil de CVP aansluiting vinden met nieuwe bewegingen.
VAN PEEL : Wij hebben, bijvoorbeeld, contacten met milieubewegingen, omdat je als partij nood hebt aan dergelijke gesprekken. Daarom eisen we nog niet dat zij een bevoorrechte band met ons zouden onderhouden.
Bert Anciaux wil gesprekken gaan voeren met allerhande mensen en groepen die maatschappelijk actief zijn. Hij komt dus in uw vijver vissen ?
VAN PEEL : Het is me niet duidelijk wat Anciaux juist wil. Wat is dat nu : loopbaanonderbreking nemen als partijvoorzitter, kwestie van dat ?odium? weg te nemen en beter te kunnen dialogeren met mensen die zo’n partijvoorzitter of politieke partij toch maar ?een vieze affaire? vinden ? Tegelijk zegt hij erbij : dit is de beste manier om ons partijcongres te ?verzilveren?. Het lijkt me toch allemaal nogal dubbelzinnig.
U wil nieuwe mensen aantrekken. Er werden al een aantal bekende namen opgeplakt : Eric Anthonis, dokter Luc Beaucourt. Is dit de zoveelste verruimingsoperatie ?
VAN PEEL : We zoeken mensen en er zijn daar een aantal bekende Vlamingen bij, anderen zijn dat helemaal niet die op bepaalde maatschappelijke terreinen hun sporen verdienden en die bewust de stap naar de politiek zetten. Alleen op die manier, enigszins gemediatiseerd, kun je laten zien waar je naartoe wil. Maar dit is geen mediacoup, het is veeleer een pedagogisch-didactische oefening om het congres te tonen wat er op alle partijniveaus kan en moet gebeuren.
Het is dus geen heruitgave van wat destijds in Gent werd opgevoerd : een stoet bekende Vlamingen die openlijk voor de CVP kiezen.
VAN PEEL : Ik sta helemaal achter wat destijds in Gent werd getoond. Maar de volgende stap, waar Johan Van Hecke aan werkte, is de structurele en inhoudelijke invulling daarvan.
Heeft de CVP het jongste jaar leden verloren ?
VAN PEEL : Als ik het juist heb, hebben we onderweg zo’n drieduizend leden verloren. We zijn teruggevallen van 115.000 naar ongeveer 112.000 leden. Ik wil daar niet dramatisch over doen, maar de gebeurtenissen van het voorbije jaar hebben zeker meegespeeld.
Als u het heeft over het benadrukken van het christen-democratische van sommige standpunten, waaraan denkt u dan vooral ?
VAN PEEL : Aan de ethische discussie in de breedst mogelijke zin. Wij mogen onbeschaamd zeggen dat we zeer goed geplaatst zijn om vanuit onze christelijke invalshoek dat ethische debat in te leiden. In de partij stellen we vast dat over die ethische problemen op een ernstige manier wordt nagedacht. Wij willen die thema’s op de agenda.
Dat geldt ook voor thema’s als mobiliteit en de hele discussie over de onbemande camera’s. Wat primeert ? De privacy of de verkeersveiligheid ? In hoeverre moet je onpopulaire maatregelen doordrukken, omdat je ze ethisch noodzakelijk acht ? Ook dat moeten we sterker benadrukken.
We hebben te lang geleden onder het abortustrauma vergeet niet dat we nog geregeld worden geconfronteerd met mensen die denken dat de CVP de abortuswet heeft goedgekeurd. Tot voor kort werd hier bezegd : we moeten dit soort thema’s mijden, we kunnen ons daarop niet profileren. Terwijl ik vind dat we juist op die punten onze identiteit moeten benadrukken.
Welke zijn de grote vragen ? Dat zijn vaak vragen over zingeving. Wij opereren vanuit de rijkste zingevingstraditie van het westen. Maar dan moeten we dat ook concreet durven engageren, en niet af en toe, pour les besoins de la cause, met die vlag zwaaien.
Laat het ook duidelijk zijn : christelijk zijn, staat voor mij niet gelijk met wat Alexandra Coolen voorstaat. Want haar standpunten vanuit haar partij die in haar basisprogramma de meest elementaire mensenrechten miskent zijn bijzonder onchristelijk.
Dat zie je in die discussie over de seksuele opvoeding op school. Het klopt dat de seksuele opvoeding moet kaderen in een pedagogische, levensbeschouwelijke context, waar je dan zegt : seks heeft te maken met duurzame en trouwe relaties, en is niet puur instrumenteel. Maar je bent ethisch volkomen onverantwoordelijk zeker in deze tijd als je het daarbij niet hebt over voorbehoedsmiddelen en over condooms.
Toch krijgt ze met haar standpunten de Antwerpse bisschop onder druk.
VAN PEEL : Dat heeft mij en ik zal het diplomatisch uitdrukken ten zeerste verwonderd.
Weegt die agitatie van Coolen toch niet op een bepaalde vleugel van de CVP ?
VAN PEEL : Ik zie dat niet. Ik stel trouwens vast dat ook vanuit andere hoeken de overtuiging groeit dat de beste manier om dit soort problemen te regelen, een zo breed mogelijke dialoog is.
Ook in het euthanasiedebat ?
VAN PEEL : Dat gesprek is volop aan de gang in de Senaat. Als dit in het huidige klimaat kan doorgaan, denk ik dat we nog voor het einde van de legislatuur tot een goed akkoord komen. Als we dit volhouden, hebben we aangetoond dat we op een politiek volwassen manier met die problemen kunnen omgaan.
Op het congres in Antwerpen wordt ethiek en het dragen van politieke verantwoordelijkheid aangesneden. De jongste maanden hebben we in onderzoekscommissies vooral politici, magistraten, rijkswachters gezien, die hun verantwoordelijkheid trachtten door te schuiven.
VAN PEEL : Omdat we er niet in slagen dit soort gesprekken sereen te voeren en voor sommige commissieleden het optreden in de media belangrijker is dan het leveren van een wezenlijke bijdrage. Dat heeft geleid tot het huidige opbod : tegen elkaar, tegen de media. En zelfs tot het ontstaan van diverse scholen, ook in de pers, van believers en non-believers. Dat alles verhoogt het wantrouwen in de politiek en de instellingen.
Louis Tobback heeft al eens gezegd : de Dutroux-commissie heeft alle regels van een onderzoekscommissie overtreden. Spijt het u niet dat u nooit heeft gezegd : nu heeft het lang genoeg geduurd.
VAN PEEL : Ik probeer me te houden aan wat ik meen dat de correcte deontologisch lijn, de correcte politieke cultuur is, en aan mijn rol als partijvoorzitter. De coach moet niet in de spits gaan spelen of als spelverdeler optreden. Zo moet een voorzitter zich ook niet inlaten met het werk van de regering en van het parlement.
Heeft het feit dat de Dutroux-commissie een jaar lang kan doorgaan, ook niet te maken met de zwakte van de regering ?
VAN PEEL : Mocht die regering zwak zijn geweest, dan had ze er al lang gelegen. Noem maar op : Dutroux, de zaak- Di Rupo, partijfinanciering, Dassault. Er zijn momenten genoeg geweest waarop een zwakke regering onvermijdelijk ten val was gekomen. Ik stel vast dat deze regering nog altijd overeind staat.
Met een wat gissere voorzitter van de Dutroux-commissie dan Marc Verwilghen, was de regering bij de stemming over Melchior Wathelet onvermijdelijk onderuit gegaan.
VAN PEEL : Ik ben er nog niet zeker van dat dan de consensus binnen de Dutroux-commissie overeind was gebleven.
Trouwens, we zitten hier met een valse consensus. Sommigen durven uit angst voor de publieke opinie, voor de media, niet meer te zeggen wat ze echt denken. Er blijkt ineens bij alle politieke partijen ruimte te zijn voor een serieus gesprek over de nieuwe politiestructuur. Als ik dat vergelijk met het moment waarop de Dutroux-commissie naar buiten kwam met haar voorstel, unisono, voor een eenheidspolitie. Alleen PRL-voorzitter Louis Michel toonde zich dissident, maar werd daarvoor prompt verketterd.
Dat het onmogelijk is te debatteren over de verlenging van het mandaat van de Dutroux-commissie, is toch veelzeggend. Zelfs wie goede argumenten aanvoert om zo’n verlenging te weigeren, wordt er meteen van verdacht de enquête naar de aanverwante dossiers en de beschermingspistes te willen fnuiken. Bovendien nemen de media uitgesproken standpunten in, meestal in het verlengde van wat men denkt dat goed ligt bij de publieke opinie : doofpotoperaties, beschermingspistes, en dergelijke.
Let op mijn woorden : als de Dutroux-commissie dit alles niet hard kan maken, zal ook zij haar geloofwaardigheid verliezen.
Er wordt gedacht aan een deontologische commissie binnen de CVP. Hoe moet dat in zijn werk gaan ?
VAN PEEL : In de voorafgaande discussie werd al eens gezegd : zodra een mandataris in opspraak komt, moet hij voor een deontologische commissie verschijnen en moet hij tijdelijk weg. Dat kan dus niet. Want dan bestendig je de collectieve hysterie en ontstaat er een lynchklimaat. Want niets is gemakkelijker dan iemand in opspraak brengen. Het weze duidelijk : iemand aan de schandpaal nagelen op basis van persartikelen, waarvan ik de juistheid niet eens kan beoordelen, daar weiger ik aan mee te doen. Ik heb het zelfs moeilijk met de vraag naar de politieke opportuniteit. Met welk recht ga ik tegen iemand zeggen : meneer, u bent nogal in opspraak gekomen, u zou beter aan de kant blijven.
Er wordt soms over mandatarissen gepraat die nooit met het gerecht in aanraking zijn geweest. Voor sommigen zit het onderzoek in een erg pril stadium en toch zou ik, of de partij, daarop al iemand moeten oordelen. Dan verzeilen we regelrecht in een McCarthy-klimaat. Daarom blijf ik erbij : wie niet is veroordeeld, is onschuldig.
Hoe groot is de schade na de verklaringen van gewezen woordvoerder Willy Buijs en de perikelen over de milieuboxen en de financiering van de partij ?
VAN PEEL : Ik kan alleen vaststellen dat wij in de opiniepeilingen als we daarop kunnen vertrouwen stabiel blijven.
Mijn lijn is altijd geweest : wat we openbaar kunnen maken, maken we ook openbaar. Niet alleen werken we volledig mee met het gerecht, we hebben zelfs documenten overgedragen zonder ze eerst te kopiëren. Buitendien hebben we zelf de toestand laten onderzoeken. Als ooit aantoonbaar wordt bewezen dat iemand een fout heeft gemaakt, dan gaat die er uit. Dat is de enige lijn die ik kan aanhouden.
U heeft net een woelige bureauvergadering achter de rug over het migrantenstemrecht. De onrust had vooral te maken met de soepeler standpunten die premier Dehaene en uzelf hadden verdedigd. De Brusselse CVP’ers zijn daar straf tegen.
VAN PEEL : Waar praten we over ? Wij hebben altijd gezegd : migranten moeten Belg worden. Ze mogen wat ons betreft zelfs de dubbele nationaliteit aanhouden. Na de verkiezingen van het jaar 2000 willen we dat standpunt evalueren. Dat was en blijft het standpunt van de partij.
Vanwaar de onrust van de Brusselaars ?
VAN PEEL : Hoe dichter bij Brussel, des te groter de vrees dat het migrantenstemrecht het francofone gewicht zal vergroten.
Is dat de enige vrees of hebben de rellen in Anderlecht meegespeeld ?
VAN PEEL : Het taalaspect speelt zeker mee. Toch geloof ik niet dat het migrantenstemrecht de wezenlijke oplossing is van de problemen die zich hier in Brussel opstapelen. Hier gaat het vooral over het gevoelen van marginalisering bij de migrantenjongeren. Die problemen worden pas opgelost met werkgelegenheidsprogramma’s, degelijke scholing.
Volgens minister Johan Vande Lanotte (SP) van Binnenlandse Zaken hadden de rellen niks van doen met sociaal protest, maar ging het om drugsdealers die hun territorium afbakenden. Deelt u die mening ?
VAN PEEL : De minister kan gelijk hebben op het vlak van de concrete aanleiding voor de rellen in Anderlecht. Maar achter die aanleiding ligt een sociale voedingsbodem.
Ik heb in Antwerpen nog de tijd gekend dat je het woord migrant haast niet in de mond durfde te nemen. Je verdronk in het welzijnsjargon om toch maar het woord Marokkaan niet te moeten uitspreken. Dat stadium zijn we gelukkig al lang voorbij. Evenals het stadium waarin we ons, naar aanleiding van rellen, afvroegen : moeten we nu aan sociale preventie doen of repressief optreden ? Dit is een loze discussie. Het is intussen duidelijk dat je het ene moet doen, maar dat je zo nodig ook repressief moet optreden. Als er bij die jonge migranten kleine of grote boefjes zitten, dan kunnen we dat niet toestaan. Maar we moeten onszelf niet wijsmaken dat een harde repressieve aanpak die sociale problemen zal oplossen.
De Brusselse burgemeesters waren er als de kippen bij om van het gerecht een streng repressief optreden te eisen.
VAN PEEL : Ik weet niet of we al die Brusselse burgemeesters in dezelfde zak moeten stoppen. Ik kan alleen vaststellen dat in het Nederlandstalig onderwijs bij de integratie-inspanning wordt uitgegaan van de eigen identiteit en taal van de kinderen. Als je dan hoort wat er maar gebeurt in het Franstalig onderwijs.
Hetzelfde geldt voor de verschillende tewerkstellingsprogramma’s waarmee de Brusselse gemeenten honderden mensen kunnen aanwerven, vooral in die buurten waar de sociale problemen het nijpendste zijn. Maar dat gebeurt niet. En dan maar de problemen naar het federale niveau doorspelen ! ?
Naar aanleiding van de jongste communautaire spanning over de taalverhoudingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd de CVP een wat lauwe houding verweten tegen de agressieve PRL-FDF. Vooral na het vertrek van VU’er Vic Anciaux.
VAN PEEL : Het vertrek van Anciaux is de kroniek van een aangekondigd ontslag. Wat ook de uitslag van de onderhandeling was, Vic Anciaux zou ontslag hebben genomen. Bovendien heeft Anciaux de eerlijkheid opgebracht te zeggen dat dit een goed akkoord is. Ik stel maar vast.
U kan toch niet ontkennen dat de Franstaligen aan de taalverhoudingen willen prutsen, in Brussel, bij het gerecht. Wie garandeert u dat de CVP volgend jaar niet opnieuw aan tafel zit om daarover te praten ?
VAN PEEL : Als die van PRL en FDF het bloed vanonder de nagels van de Vlamingen kunnen jagen, dan zullen ze dat niet laten. Daarom beweren dat dit een slecht akkoord zou zijn, gaat niet op. Ik heb het al gezegd : liever een minder goede sfeer in de Brusselse coalitie en een goed akkoord, dan een uitstekende sfeer en geen akkoord.
Rekent de CVP met verkiezingen midden 1998 ?
VAN PEEL : Wij gaan ervan uit dat de regering doorgaat tot het einde van haar mandaat, tot 1999.
SP-voorzitter Louis Tobback laat nu al verstaan dat hij liefst met de christen-democraten wil voortregeren. Streeft de CVP naar een nieuwe coalitie met de socialisten ?
VAN PEEL : Het moet duidelijk zijn dat we voor de verkiezingen geen enkele alliantie sluiten.
In 1995 kon dat wel…
VAN PEEL : Toen werd, in consensus met de regeringspartners, het parlement vroegtijdig ontbonden. Die afspraak hield in dat we samen wilden doorgaan om het regeerprogramma af te werken. Dit is nu niet aan de orde.
Peter Renard Rik Van Cauwelaert
CVP-voorzitter Marc Van Peel : We moeten ons concreet christelijk durven engageren.
Marc Verwilghen in zijn Dutroux-commissie. Van Peel : Als ze een aantal dingen niet hard kan maken, dreigt ook zij haar geloofwaardigheid te verspelen.
Marc Van Peel : Het vertrek van Vic Anciaux was de kroniek van een aangekondigd ontslag.
Louis Tobback wil verder met de CVP, maar wil de CVP verder met Tobback ? Marc Van Peel : We sluiten geen allianties voor de verkiezingen.