Het omgaan met biologische eigendomsrechten gaat niet altijd soepel.

Het Alzheimer Instituut van Amerika (AIA) is een wat schimmige organisatie die claimt zich te bekommeren om mensen met de ziekte van Alzheimer en om wetenschappers die zich met onderzoek ervan bezighouden. Maar volgens Nature kennen wetenschappers het vooral als een instelling die voortdurend rechtszaken aanspant tegen onderzoekers en bedrijven die octrooirechten met de voeten zouden treden. Een inspanning die de vooruitgang in de zoektocht naar efficiënte middelen tegen de ziekte zou hinderen. Sommige universitaire laboratoria kunnen de kosten van de verdediging tegen de juridische claims zelfs niet aan.

In de meeste gevallen hebben de claims betrekking op een octrooi van het AIA op een menselijke DNA-sequentie die in een stam muizen met de ziekte van Alzheimer is ingebracht. Een sequentie die een individuele wetenschapper in 1995 onder octrooi kon brengen, en vervolgens doorverkocht aan het AIA. Nu worden alle laboratoria vervolgd die de gensequentie in muizen gebruiken, zonder dat het instituut aantoont welke schade het daardoor lijdt.

In België geldt een brede vrijstelling van octrooirechten voor wetenschappelijk onderzoek, sterker dan in de meeste andere Europese landen en zeker dan in de VS. Niet-commercieel wetenschappelijk onderzoek kan bij ons bijna niet vervolgd worden voor inbreuken op octrooirechten. In de VS is die bescherming veel beperkter – uitermate frustrerend voor academici die ermee te maken krijgen.

Op een ander niveau is er veel debat geweest over het ter beschikking stellen van griepvirussen voor wetenschappelijk onderzoek. Een vreemde historie, toegelicht in Science. Sommige – vooral Aziatische – landen claimen rechten op stammen van griepvirussen die op hun territorium gevonden worden, in de hoop dat die ooit tot een doorbraak zullen leiden in de globale strijd tegen griep, waardoor er eventueel inkomsten uit kunnen worden gepuurd. Maar de weigerachtige houding om buitenlandse laboratoria met de virussen te laten werken, kon de wereldvolksgezondheid in het gedrang brengen, omdat de beste laboratoria niet met alle virusstammen aan de slag konden.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in dit aanslepende debat een doorbraak geforceerd, waardoor op zijn minst het wetenschappelijk onderzoek gegarandeerd wordt. Het akkoord stipuleert onder meer dat ontwikkelingslanden een soort vergoeding krijgen als ze hun virussen ter beschikking stellen. Bedrijven die vaccins ontwikkelen op basis van hun virusstammen moeten zich engageren om 10 procent van hun productie gratis ter beschikking te stellen van de WHO, of om bepaalde landen gratis licenties te geven om geneesmiddelen te maken.

Een analist waarschuwde er wel al voor dat de meeste afspraken in het akkoord ‘moeilijk juridisch afdwingbaar’ zullen zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content