Monsterhits van galactische afmetingen overspoelen de Amerikaanse bioscopen.
NEW YORK, juli. Een gigantisch ruimteschip hangt onheilspellend laag boven Central Park. De autoriteiten weten niet goed hoe ze moeten reageren op die vepletterende UFO. Ze hebben kennelijk te veel naar Steven Spielberg gekeken en geloven niet meteen in de kwade bedoelingen van de buitenaardse bezoekers. Maar de aarzelende houding van de verbouwereerde bewindslieden is fataal. De aliens openen het vuur, de Empire State Building zakt als een kaartenhuisje in elkaar. Het autoverkeer op Fifth Avenue wordt in de lucht geblazen en in een mum van tijd zijn grote delen van de Big Apple tot puin herleid.
Het is maar een film. Het juichende preview-publiek zit in een zaal in hartje Manhattan te kijken naar de lang verwachte summer movie die tijdens dit hoogseizoen voor adrenaline-junkies Hollywood uitrolt. De filmkopie is nog nat, want zoals dat meestal gaat bij big budget blockbusters werd er dag en nacht gezwoegd om ?Independence Day? te elfder ure in de zaal te krijgen.
Naar alle verwachtingen moet ?ID4? alle records verpulveren van een zomer die nu al als een recordzomer staat geboekstaafd. ?Independence Day? zit een resem mega-hits op de hielen die hoog scoren aan de Amerikaanse kassa’s (VS en Canada) en die de magische kaap van de tweehonderd miljoen dollar moeten overschrijden : het tornado-epos ?Twister?, het Tom Cruise-vehikel ?Mission Impossible?, de Disney tekenfilm ?The Hunchback of Notre Dame?, ?Striptease? met Demi Moore, de nieuwe Arnold Schwarzenegger ?Eraser?, de come-back van Eddie Murphy ?The Nutty Professor?.
?Independence Day? is ook de film waarmee 20th Century Fox, een studio die nu al jaren aan het slabakken is, opnieuw bij de grote jongens wil horen. Nog voor de opdringerig gepromote prent in duizenden zalen werd losgelaten, gingen de aandelen van moedermaatschappij News Corp. fors de hoogte in.
?Independence Day? is een puur staaltje van wat in het filmjargon ?high concept? heet. Gods eigen Amerika (en de rest van de wereld, voor wie daar eventueel in zou geïnteresseerd zijn) wordt aangevallen door buitenaardse wezens met maar één doel voor ogen : onze planeet vernietigen. Bill Pullman is de president die de halve film loopt te twijfelen, maar die na het verlies van het Witte Huis en de First Lady terugslaat. En hoe. Hij was in een vroeger leven gevechtspiloot, om de wereld te redden kruipt hij de vierde juli de nationale feestdag weer in de cockpit om samen met waaghals-piloot Will Smith het moederschip te bestormen.
RAMPENFILMS.
New York, Washington en Los Angeles zijn inmiddels van de kaart geveegd. Maar net voor de zon opkomt, schouwt Pullman zijn troepen en mag hij een speech afsteken waarvan we de gezwollen retoriek niet meer gehoord hebben sinds de hoogdagen van de communistenbestrijding : ?The Fourth of July is no longer an American holiday, it’s the day the world declared on one voice : We will not go quietly in the night, we will not vanish without a fight.?
Wie van sensatie en superspektakel houdt, wordt verwend met deze super patriottische film, geregisseerd door een Duitse regisseur die het Hollywood-model perfect heeft geassimileerd, en wiens showbizz reflexen zo mogelijk nog Amerikaanser zijn dan die van de rasechte Amerikanen. Roland Emmerich (?Stargate?) combineert hier de terreur van de buitenaardse wezens met de formule van de rampenfilms uit de jaren zeventig (?The Towering Inferno?, ?Earthquake?, ?The Poseidon Adventure?), maar dan op een gigantische schaal. Zelfs de uitmuntende special effects hebben iets ouderwets, er werd meer gebruik gemaakt van lichteffecten met de camera en ?blue screen? trucages dan van de CGI ( computer generated images) technologie die nu de rigueur is.
Net als de film was ook de productie van ?Independence Day? een race tegen de klok : dit is namelijk de eerste van een reeks thematisch verwante marsmannetjes-films die de finish haalt. Over enkele maanden komt ?Mars Attacks !? eraan, een zwarte komedie van Tim Burton (met Jack Nicholson als president en Glenn Close als First Lady) waarin marsmannetjes schoon schip maken met Washington. Paul Verhoeven probeert zich van het ?Showgirls? debacle te herstellen met ?Starship Troopers?. En dan is er onvermijdelijk een vierde ?Alien? in de maak.
De huidige obsessie voor alles wat met bovennatuurlijke verschijnselen te maken heeft, is voor een flink stuk te danken aan het fenomenaal succes van de cult tv-serie ?The X-Files?. Deze paranoïde SF-fantasie over ontvoeringen door buitenaardse wezens, raakte in Amerika de gevoelige snaar. Volgens een opiniepeiling in Newsweek gelooft 48 procent van de Amerikanen in het bestaan van UFO’s, denkt 29 procent dat we contact hadden met aliens en beweert 48 procent dat de regering dit allemaal in de doofpot stopt.
Verwacht wordt dat het succes van ?Independence Day? ook een heuse revival van de rampenfilm zal inluiden. ?Daylight? met Sly Stallone, ?Chain Reaction? met Keanu Reeves, ?Deep Rising? met Treat Williams zijn al onderweg. Voorts staan er drie rivaliserende vulkaanfilms op stapel (?Dante’s Peak? van Universal, ?Volcano? van Fox en ?Ring of Fire? van Disney) en heeft actie-meester James Cameron zijn zinnen gezet op ?Titanic?, wellicht de rampenfilm die alle andere rampenfilms moet overtreffen.
TORNADO.
Wie van apocalyptisch natuurgeweld houdt, heeft nu al een vette kluif aan een andere ?high concept? triomf, ?Twister?, waarin successchrijver Michael Crichton (hij schreef het origineel filmscript voor de gelegenheid met zijn vrouw Anne-Marie Martin) ons mee laat trillen en daveren met de avonturen van professionele ?storm chasers?. Helen Hunt en Bill Paxton spelen onderzoekers die jacht maken op de gevaarlijkste tornado’s in Oklahoma en die hun meetapparatuur zo dicht mogelijk bij de wervelwind proberen te plaatsen. Ze staan op het punt te scheiden, maar worden weer verenigd dankzij hun gedeelde obsessie. Tijdens het stormseizoen volgen ze met hun trucks het pad van een aanstormende tornado, rijden frontaal in op het tollende natuurbeest terwijl koeien, vrachtwagens, bomen en olietankers uit de lucht vallen.
Na afloop van de film hebben we beslist begrepen wat de ?Suck Zone? is : dit deel van een tornado dat alles wat op zijn weg ligt, inslikt en weer uitspuwt. De hele film is opgebouwd als één lange sliert tornado’s, onderbroken door twee mensen die ruziën over echtscheidingsformaliteiten. De huwelijksperikelen zijn triviaal. Het kan ons echt geen ene moer schelen wat de twee kibbelende protagonisten overkomt, en van hetzelfde laken een pak voor de onfortuinlijke Jami Gertz die Hunts plaats wil innemen.
De weinige inhoud van deze luidruchtige, hectische special effects-thriller is pure ballast. De film is op zijn best wanneer hij als een ?live? versie van een Road Runner-cartoon over het doek stormt. De digitale trucages en het stuntwerk bij de razende wervelwinden zijn verbazingwekkend, zelfs voor wie op dit gebied een en ander gewoon is. En de Hollandse regisseur Jan De Bont (?Speed?) weet de desolate schoonheid van het Amerikaanse heartland dreigend te verbeelden.
?Twister? is duidelijk de afstammeling van ?Jaws?, de haaienthriller waarmee Steven Spielberg twintig jaar geleden de zomerse blockbuster introduceerde. Zoals ?Jaws? ook uitgroeide tot een maatschappelijk fenomeen en goed was voor sociologische bespiegelingen over het gevaar van haaien in Amerikaanse vakantie-wateren, zo was ook ?Twister? goed voor een omslagverhaal over dit natuurverschijnsel in Time Magazine.
Vreemd genoeg trokken een heleboel Amerikaanse recensenten de neus op voor ?Mission : Impossible?, een film die bewijst dat popcorn-amusement niet louter audiovisuele sensaties moet bieden maar ook nog kan barsten van cinematografische intelligentie.
Brian De Palma die bijna tien jaar geleden al een magistrale bioscoopversie maakte van de cult tv-serie ?The Untouchables?, doet die krachttoer nog eens over met ?Mission : Impossible?, maar dan in een totaal andere stijl. Het verrassende is hoe persoonlijk deze opdrachtfilm is. Ofschoon dit duidelijk een ster-vehikel voor Tom Cruise is die ook produceerde en wiens stoere kortgeknipte kop de reusachtige billboards op Time Square vult is De Palma de echte ster van de film. De film begint als een oude tv-episode ; de hele actie wordt trouwens voortgestuwd door het bekende kenwijsje van Lalo Schifrin (nu in nieuwe arrangementen van Danny Elfman en het duo Larry Mullen & Adam Clayton).
Jim Phelps ( Jon Voight) stelt zijn team samen, zet zijn plannen uiteen en geeft een sleutelrol aan zijn jonge protégé (Cruise). Het team infiltreert in de Amerikaanse ambassade in Praag om een diplomaat in de val te laten lopen die een computer disk wil verkopen met de namen van alle Amerikaanse agenten. Maar alles loopt mis, het team wordt haast volledig uitgeschakeld, de overlevende Cruise wordt van verraad beschuldigd en moet nu zijn hachje proberen te redden zonder te weten wie hij kan betrouwen.
BAROK.
De scenaristen ( David Koepp en Robert Towne) maken dankbaar gebruik van de nieuwe geopolitieke situatie : nu de Russen niet langer de vijand zijn, worden de spionnen genoodzaakt zich tegen elkaar te keren, elkaar de loef af te steken. De verwarring die wordt gecreëerd doordat we niet weten wie wie verraadt en misleidt, is een kolfje naar De Palma’s hand. De regisseur berijdt hier weer zijn stokpaardje en weeft met brio cinematografische variaties op zijn obsessie dat niets is wat het lijkt. In de bedrieglijke openingsscène legt hij meteen zijn kaarten op tafel. De hele film is gestructureerd als een Rubik kubus, een spel met wisselend perspectief. Ongeveer na twee derden in de film krijgen we de mislukte operatie in Praag, die de plot in gang zette, nogmaals overgedaan, maar nu worden allerlei ontbrekende details ingevuld en zien we hetzelfde gebeuren vanuit andere hoeken, met alle verrassingen en onthullingen vandien.
In de verbluffende openingsscène brengt De Palma een volmaakt huwelijk tot stand tussen de barok van de stad Praag en zijn eigen barokke filmstijl. De spionnen dragen een bril die uitgerust is met kleine verborgen camera’s ; terwijl ze zich op de ambassade verplaatsen, zien we op computerschermen multiple beelden. De Palma gebruikt die gadgets om de formele complexiteit van zijn beeldentaal op te drijven en de actie in allerlei configuraties te versplinteren. Het is een verdere high tech exploratie van de split-screen techniek waarmee hij al sinds ?Sisters? experimenteert.
In schril contrast daarmee is er een scène die een triomf is van minimalistische filmtechniek. Het gaat om een inbraak in de centrale computer van het CIA-hoofdkwartier. Tom Cruise is vanuit een zolderopening dit heiligdom binnengedrongen en zweeft nu opgehangen aan stalen kabels in de lucht in een volledig witte kamer die zo goed is afgeschermd dat de geringste verandering van temperatuur of gewicht het alarm doet afgaan. De Palma neemt zijn tijd, de tergende suspens is weergaloos. De hele scène is in beeld gezet met de sierlijkheid van een actie-ballet, roept herinneringen op aan de fameuze diamantroof uit ?Topkapi? van Jules Dassin, maar is ook een hommage aan de ontmanteling van de HAL 9000 computer in ?2001 : A Space Odyssey? van Stanley Kubrick.
Dat bij de verpletterende monsterhits ook een Disney tekenfilm hoort, zal niemand verbazen. ?The Lion King? was niet voor niets wereldwijd de grootste moneymaker van 1994. De almaar stijgende populariteit van de klassieke Disney cartoon is de andere studio’s trouwens niet ontgaan. Het lijkt er op alsof de hele Amerikaanse filmindustrie aan het complotteren is om Disney van zijn hoge troon te stoten. Fox, Warner Bros, Universal, Turner en DreamWorks SKG zijn allemaal druk in de weer om hun animatie-afdeling op competitief niveau te hijsen. Het eerste animatieproject van Jeffrey Katzenbergs DreamWorks, de Bijbelse musical ?The Prince of Egypt? werd intussen al omgedoopt tot ?The Zion King?.
De nieuwste avondvullende Disney cartoon die nu de Amerikaanse bioscopen vult, ?The Hunchback of Notre Dame?, is ook de eerste tekenfilm waar de in 1994 bij Disney weggelopen Katzenberg de man achter de revival van de tekenfilm niets meer mee te maken had.
VICTOR HUGO.
Op het eerste gezicht lijkt de klassieke roman van Victor Hugo uit 1831 een vreemde keuze voor een tekenfilm. Het is tenslotte een teneerdrukkend verhaal met een onmogelijke liefde, een laffe held en een tragisch eind. Logisch dus dat de studio van de snoezige poezen een en ander drastisch heeft moeten wijzigen om een muzikale cartoon te kneden uit de calvarie van een mismaakt schepsel dat opgesloten zit in een gotische kathedraal. (Probeer dat maar eens aan de merchandising-afdeling te verkopen !).
Quasimodo, de gebochelde klokkenluider van de Notre Dame, heeft nu een koosnaampje, Quasi, en zijn bestaan in zijn gotische gevangenis wordt geregeld opgevrolijkt wanneer drie waterspuwers, rondhuppelend op hun voetstuk, zang-en dansnummers ten beste geven. De animatie van de menselijke figuren is briljant, maar het meest imponerende ?personage? uit de tekenfilm is de Notre Dame zelf. Dit dreigend, onheilspellend en majestatische bouwwerk komt overrompelend tot leven, de gotische details accuraat gereproduceerd, de gebrandschilderde ramen, slanke torens en spitsbogen maximaal geëxploiteerd voor weergaloze grafische effecten met kleur, verticaliteit, schaduw en volume.
Puur filmtechnisch en tekenkundig bevat ?The Hunchback of Notre Dame? misschien wel de meest virtuoze taferelen uit de geschiedenis van de vermaakfabriek uit Burbank. Kwaliteiten die de meer ergerlijke aspecten van de ?Disneyficatie? doen vergeten, zoals de arrogantie en agressiviteit waarmee het concern klassiek materiaal tot familie-entertainment vulgarizeert.
Patrick Duynslaegher
?Twister? komt op 21/8 in de bioscoop, ?Independence Day? op 9/10, ?Mission : Impossible? op 23/10, ?The Hunchback of Notre Dame? in november.
Independence Day : een staaltje van pure high tech.
Tom Cruise in Mission Impossible : cinematografische intelligentie van meester Brian De Palma.
The Hunchback of Notre Dame : virtuoze taferelen.