In zijn snedige eindejaarsconference roept comedian Michael Van Peel zijn publiek op om de heersende grofheid te counteren met hoffelijkheid: ‘Fatsoen is de nieuwe punk’. Het is een slogan die hij haalde bij zenboeddhist Tom Hannes. Knack bracht de twee voor het eerst samen. ‘Het is indrukwekkend om te zien dat veel gewone mensen heel fatsoenlijk zijn. In tegenstelling tot hun politici.’
Het is voor het eerst dat Michael Van Peel (37) en Tom Hannes (45) elkaar in levenden lijve ontmoeten. Maar het is niet voor het eerst dat ze met elkaar communiceren: via Facebook voerden ze de voorbije maanden geregeld virtuele gesprekken. ‘Een half jaar geleden stuurde Michael me een bericht’, zegt Tom Hannes. ‘Of hij de door mij bedachte zin “decency = the new punk” in zijn eindejaarsconference mocht gebruiken. Hoe ik erop ben gekomen, weet ik niet meer, maar ik voelde dat het goed bekte.’
Hannes ging vijftien jaar door het leven als zenboeddhist, ‘inclusief kaalkop en urenlang mediteren’. Vijf jaar geleden gooide hij zijn monnikenkleed over de haag en begon hij een ‘gespreks- en gewaarzijnspraktijk’, met wortels in de zenboeddhistische psychologie. Af en toe – hoe over de haag kun je zijn? – treedt hij op als David Bowie-, David Byrne- en Lou Reed-imitator.
‘Mijn allereerste kennismaking met Tom was in juni vorig jaar, toen hij te gast was in Touché op Radio 1′, zegt stand-upcomedian Michael Van Peel. ‘Ik had gelezen dat hij 4’33’ van avant-gardecomponist John Cage had aangevraagd, en dat het die zondag 4 minuten en 33 seconden stil was geweest op de radio. Dat vond ik zo intrigerend dat ik het programma op het internet ging beluisteren. Later las ik zijn boek Zen, of het konijn in ons brein. De zoektocht naar zen fascineert me. In Zen and the art of stand-up comedy beschrijft de Canadees Jay Sankey hoe je bij een ideaal optreden helemaal zen wordt: je staat dan in het hier en nu, en beleeft elk moment ook hier en nu. Je denkt niet aan wat je volgende zin zal zijn, of aan hoe je straks verder zult spelen, maar je bent wie je bent, met dat publiek, op die plaats. Af en toe ervaar ik op het podium een moment van zen. Dat zijn meteen ook de beste optredens.’
In de show Van Peel overleeft 2015 verklaart Michael Van Peel de oorlog aan de volgens hem alom heersende grofheid en onverschilligheid. Botheid en politieke incorrectheid zijn de norm geworden. Wie zich beleefd, respectvol, hoffelijk en empathisch gedraagt, lijkt wel een subversieve rebel. Vandaar: ‘Decency = the new punk’.
MICHAEL VAN PEEL: Sinds de jaren tachtig en negentig zitten we in een assertiviteitswedloop. We mochten niet langer op onze kop laten zitten. Het probleem is dat iedereen beter wil zijn dan wat we als normaal beschouwen, we willen allemaal bovengemiddeld scoren. Dat kan natuurlijk niet, maar daardoor is er een opbod ontstaan en begonnen mensen assertiviteit en agressiviteit door elkaar te halen. Kijk maar naar de sociale media, waar vrije meningsuiting verward wordt met grofheid en platvloersheid. Zelfs ik, als grofgebekte comedian, vind dat storend. En dat wil wat zeggen. (lacht)
TOMHANNES: Het oude cliché van de kunstenaar is dat hij het brave burgerleven ondergraaft. Dat gold zeker voor de punk uit de tweede helft van de jaren zeventig. Maar op een bepaald moment besefte ik dat die houding helemaal achterhaald is. Ik wil er geen karikatuur van maken, maar ik heb het gevoel dat de politiek, het zakenleven en de financiële wereld af en toe zo goor zijn dat geen enkele kunstenaar er nog aan kan tippen. Rockartiesten die aan de drugs zitten lijken koorknaapjes in vergelijking met de schaamteloosheid die we soms bij politici, ondernemers of bankiers zien. Het bohémienverzet van de oude punk was ooit belangrijk en verfrissend, maar nu is het een vorm van medeplichtigheid. Het is echt niet toevallig dat een vorm van matigheid een trend wordt onder artiesten.
Daarom vind ik: laten we onze rug rechten en de oude vijand, het burgerzinfatsoen, een rock-‘n-rollallure aanmeten. ‘Decency = the new punk’ is niet hetzelfde als braafjes smeken: ‘Kunnen we alsjeblief weer fatsoenlijk zijn?’ Daar word je warm noch koud van. Nee, het gaat over verzet, over roeien tegen de stroom in. Daarom vind ik het fantastisch om te zien hoe Michael in zijn voorstellingen pure rock-‘n-roll maakt van mijn slogan.
Hij stoort zich aan boertige en onbeschofte commentaren op sociale media. Maar wijst dat wel op een algemene mentaliteitsverandering? Voor het internettijdperk reageerden mensen misschien net hetzelfde op café, of op de bank voor de tv?
HANNES: Mij storen die commentaren op sociale media niet zo erg. Ze zijn niet meer dan gebraak.
VAN PEEL: Maar de ongeremdheid waarmee het gebeurt, is wel nieuw. Vroeger hielden mensen hun zure reacties nog een beetje voor zich. Nu staat er geen rem meer op, en steekt het ene brandje het andere aan. Die commentaren en tweets zijn vooral kreten om aandacht, met communiceren hebben ze niets te maken.
HANNES: Zulkkinderachtig en onnozel gedrag is van alle tijden. Hét probleem is dat er nu weinig grote figuren zijn die er niet aan meedoen. Want welke politici halen het?
VAN PEEL: Mensen zoals Donald Trump.
En zoals Bart De Wever?
HANNES: Ik wil Bart De Wever (N-VA) niet met Donald Trump vergelijken.
VAN PEEL: Nee, maar hun tactieken zijn wel vergelijkbaar.
HANNES: Qua onfatsoen wel, ja.
VAN PEEL: Ik vermoed dat de ene iets intelligenter is dan de andere. Ik heb Trump nooit ontmoet, misschien huist in zijn vreemde lichaam wel een genie. (lacht) Op Vox.com las ik een interessant artikel waarin haarfijn uitgelegd wordt hoe Trumps stijgende populariteit rechtstreeks gelinkt is aan het aantal keren dat hij in de media opgevoerd wordt. We leven niet langer in een democratie, maar in een mediacratie. Niet wat je zegt, maar hoeveel keer je in beeld komt bepaalt je populariteit. Bart De Wever volgt net dezelfde tactiek. Na zijn verkiezingsoverwinning in 2014 hoorde ik hem zeggen dat hij voortaan wilde bepalen welke items er bovenaan op de agenda kwamen. Hij is daar ook geniaal in: hij lanceert een foute of politiek incorrecte uitspraak in een belangrijk medium, en dan vertrekt hij.
Sommige politici gebruiken de media als instrument om hun visie door te drukken?
HANNES: Ja, met schaamteloze uitspraken. Ik vind het verontrustend dat er geen andere politici zijn die met evenveel panache, met even grote helderheid níét schaamteloos spreken. Op dit moment is er geen enkele politicus van wie ik denk: die zou ik willen volgen.
Moet er een nieuwe Steve Stevaert opstaan?
HANNES: (aarzelt) Ik vrees dat Stevaert niet zo’n goed voorbeeld is, want dan zitten we bijna automatisch in de oude links-rechtstegenstelling, en ik weet zelf niet meer hoe links of rechts ik ben. Voor deze discussie is dat misschien niet meer relevant, want het gaat nu echt over: kun je je fatsoen houden?
Laten progressieve politici het afweten?
HANNES: Als ik de kopstukken van links hoor, voel ik maar zelden bezieling of voeling met wat er echt leeft. Ik hoor bij hen geen geloof of hoop meer dat het anders kan. Het lijkt alsof er geen goesting is. Dat is jammer, want bij veel burgers is die goesting er wel. Degenen die ons daarin zouden kunnen leiden, zowel van ‘links’ als ‘rechts’, breken dat alleen maar af.
VAN PEEL: Ik denk niet dat de politiek nog kan bezielen of leiden. Vroeger wel, maar in onze mediacratie verzamelt een politicus stemmen door dingen te zeggen die echt niet door de beugel kunnen.
Is ‘fatsoen’ een synoniem voor de ‘oude’ politieke correctheid?
HANNES: Hopelijk niet. Fatsoenlijk zijn, betekent op intellectueel niveau dat je integer bent en geen flauwekul de wereld instuurt. Als er in Keulen inderdaad een probleem is met vluchtelingen die vrouwen aanranden, moet de overheid dat ook toegeven en aanpakken. Politiek correct zijn, dat is zeggen: ‘Die mensen hebben van alles meegemaakt en ervaren hoe vernederend de westerse globalisering is. Geen wonder dat ze beginnen te verkrachten.’ Dat is onzin, en het is allesbehalve fatsoenlijk.
VAN PEEL: ‘Politiek correct’ vertrekt vanuit de gedachte dat we niemand mogen bruuskeren. Fatsoen vertrekt vanuit empathie. Je moet altijd proberen rekening te houden met andermans gevoelens. Dat is iets anders dan niemand bruuskeren. Als comedian doe ik niets anders dan mensen bruuskeren, maar dat wil nog niet zeggen dat ik met niemands gevoelens rekening hou. Ik ben ook tegen politieke correctheid, ik gruw ervan.
Is de basis dan de ‘gulden regel’: behandel je medemensen zoals je zelf door hen behandeld wilt worden?
VAN PEEL: Die regel bestaat al duizenden jaren en hij komt terug in elke cultuur, wereldwijd. Hij zit in ons DNA. Onlangs werd aan wetenschapper Stephen Hawking gevraagd wat de belangrijkste verwezenlijking van de mens is. Zijn antwoord was: empathie. Onze kracht om ons in de gedachten en de gevoelens van anderen in te leven, helpt ons vooruit. Maar in het politieke debat is empathie totaal verdwenen, en op sociale media vind je ze ook steeds minder. Maar sóms wel, en dat is dan mooi om te zien. Als tijdens een verhitte Facebookdiscussie iemand van mijn volgers plots typt: ‘Ik snap wat je wilt zeggen. Misschien heb je gelijk’, ben ik aangenaam verrast. Maar dan denk ik tezelfdertijd: ‘Jongens, dit is het internet, hè. Het is hier wel de bedoeling dat je er de nazi’s bijsleurt en je gesprekspartners op dt-fouten wijst.’ (lacht) Een fatsoenlijk, respectvol gesprek op het internet is zeldzaam geworden. Er moet altijd iemand winnen, en het gaat nooit nog over ideeën uitwisselen.
Wanneer begon het fatsoen af te kalven?
VAN PEEL: Eind jaren tachtig, bij Gordon Gekko uit de film Wall Street en zijn ode aan de hebzucht: ‘Greed is good.’
HANNES: Ik denk dat het eerder begon, met de Britse premier Margaret Thatcher en de Amerikaanse president Ronald Reagan. Maar wat er nu gebeurt, interesseert me meer dan het verleden. Ik ben niet de enige die reageert. Kijk naar hoe heel veel gewone mensen spontaan hulp bieden aan het vluchtelingenkamp in Duinkerke. De politie probeert ze tegen te houden, maar daar trekken ze zich niets van aan. Dát is fatsoen. Je kunt de vluchtelingen ook in de plassen laten zitten en laten verzuipen. ‘Dat ze hun plan trekken!’ Maar zo zitten wij Europeanen toch niet ineen? Wij laten toch geen mensen aan hun lot over?
De politici die wij verkozen hebben en wier salaris wij betalen, ondernemen van alles maar tonen weinig overstijgend menselijk fatsoen. Dus nemen mensen zelf het voortouw. Ik vind het indrukwekkend om te zien dat heel veel gewone mensen heel fatsoenlijk zijn. Denk aan de indignado’s in Spanje, toen de slotenmakers de banken niet meer wilden helpen bij uithuiszettingen van mensen die hun leningen niet konden betalen. Dat waren geen grote helden, intellectuelen of stand-upcomedians. Ik vind dat indrukwekkend en tegelijkertijd ook ellendig, omdat ze tegen de stroom van de tijd in moeten waden, tegen hun politici en vaak ook tegen hun religieuze leiders in.
VAN PEEL: Eigenlijk zitten we weer in 2010, bij wijlen Stéphane Hessel en zijn boekje Indignez-vous! Maar waar zijn de indignado’s plots naartoe, nu we ze zo hard nodig hebben?
Van de antiglobalisten en Occupy horen we ook weinig.
HANNES: Dat gaat in golven. Hou het maar eens vol, hè. Mensen hebben een job, kinderen… Je kunt niet alles van de burgers verwachten. Vlaams minister Joke Schauvliege (CD&V) zegt: ‘Iedereen moet iets voor het milieu doen.’ Dat is zeker zo, maar de minister van Milieu moet nog net iets meer doen.
VAN PEEL: Kris Peeters (CD&V) zei: ‘Misschien moeten we eens nadenken over crowdfunding voor het onderwijs.’ Dat bestaat al, hè Kris. Dat noemen we belastingen. 51 procent van ons inkomen gaat al naar de overheid. Dat geld dient onder andere ook voor het onderwijs. Nog ideeën, Kris?
Is een ‘Decency = the new punk’-beweging in tijden van terreurdreiging en angst niet gedoemd om klein te blijven?
VAN PEEL: Het conservatieve mensbeeld lijkt te floreren, maar ik heb te veel meegemaakt om te geloven dat de mens van nature slecht is en dat we zonder wetten en controle elkaar de kop inslaan. Daarvoor heb ik te veel mensen ontmoet die geen druk van bovenaf nodig hadden om me onderdak te geven toen ik kwetsbaar was.
Heel kleine dingen bewijzen nu net het tegendeel. In de lente van vorig jaar fotografeerden een paar meisjes een dansende dikke man in een discotheek in Liverpool, ze gooiden de foto op Twitter en dreven de spot met hem. Toen gebeurde er iets merkwaardigs: zo goed als de hele Twitter-gemeenschap keerde zich tegen die meisjes, onder de hashtag #dancingman volgde de ene steunbetuiging na de andere. De dikke man werd zelfs uitgenodigd als eregast op een feestje in Los Angeles met Pharrell Williams als dj. Hij werd er omringd door de 200 knapste vrouwen van de planeet. ‘Wij gaan met je dansen, kerel. Fuck die shit.’ (lacht) Het is iets kleins, maar het ging wel viraal. Of denk aan de crowdfundingsactie voor die elektricien wiens auto tijdens een betoging in Brussel op zijn dak was gezet. Er werd zeven keer meer opgehaald dan nodig was.
Wat houdt jullie tegen om in plaats van samen te facebooken de leiding te nemen van de ‘beweging voor het herstel van het fatsoen’?
VAN PEEL: De clou is net dat er geen leiding is.
HANNES: Michael is met zijn eindejaarsconference nu een fantastische spreekbuis. Ik heb een paar boekjes geschreven, maar ik heb geen contact met mijn publiek.
VAN PEEL: Als gesprekstherapeut praat jij toch voortdurend van mens tot mens?
HANNES: Ja, dat is zo. In mijn praktijk stappen mensen binnen die eronderdoor gegaan zijn door een morele inzinking in plaats van door een zenuwinzinking. Ze zijn gedegouteerd door de keuzes die ze in hun leven gemaakt hebben. Ze groeien op in de neoliberale maatschappij, zijn ervan overtuigd dat wat ze willen ook zal gebeuren, tot ze vastlopen in een existentiële crisis. Dan zoek ik samen met hen naar wat hen heeft laten struikelen. Misschien is die struikelsteen een belangrijke waarde. Ik steek het steeds minder op hun moeder. (lacht) Mijn fatsoen laat dat niet langer toe, net zoals mijn fatsoen het niet meer toeliet dat ik cursussen mindfulness gaf in bedrijven, die dat gebruikten om hun werknemers nog harder hun nikkel te laten afdraaien. Ik heb me uit die ratrace teruggetrokken, met alle financiële gevolgen van dien. Maar ik wil niet meer medeplichtig zijn.
DOOR JAN STEVENS, FOTO’S FRANKY VERDICKT
‘Op sociale media wordt vrije meningsuiting verward met platvloersheid. Zelfs ik, een comedian, vind dat storend.’
‘Je kunt de vluchtelingen in Duinkerke in de plassen laten verzuipen. Maar zo zitten wij Europeanen toch niet ineen?’
‘”Politiek correct” vertrekt vanuit de gedachte dat we niemand mogen bruuskeren. Fatsoen vertrekt vanuit empathie.’