In a bar, under the tropical sea
Vlaanderen blijft een rijk muziekland, maar de overdaad aan regels dreigt de instroom droog te leggen. De overheid moet dringend een toontje lager zingen.
Jazz, vinyl & cigars – dat is het motto van Miles, de bar die in ijltempo mijn stamkroeg op Curaçao is geworden. Overdag kun je er onder het genot van een Cubaanse sigaar de krant lezen, koffietje erbij, terwijl de eigenaar een oude Coltrane op de platenspeler legt. ’s Avonds stromen de jazzheads toe om er te genieten van de jamsessies die vaak tot diep in de nacht duren. Zeker nu het jaarlijkse muzikale hoogtepunt eraan komt, is het dringen.
Curaçao organiseert namelijk North Sea Jazz, een tropische pendant van het Nederlands jazzfestival, en hoewel een ticket schrikbarend duur is – 200 euro voor een dag – komen jazzliefhebbers vanuit de hele wereld langs om het evenement mee te maken. Het mooie is: veel artiesten landen vroeger op het eiland, pikken een wit strandje mee, en sluiten dan aan bij de jazzsessies in Miles. Ik zag er twee trompettisten duelleren tot het zweet van hun koper droop, en twintig minuten later stond er een R&B-zangeres op het podium met de stem van een engel en lossere heupen dan Rihanna. Het vloeit perfect in elkaar over.
Toch voelde ik een steek van jaloezie omdat ik Massive Attack in Gent moest missen. Tot ik las dat iedereen blijkbaar voor het bier gekomen was en met de rug naar het podium stond aan te schuiven om bonnetjes te kopen. Wie geen twee uur zonder alcohol kan, moet dringend bij de AA. Al een tijdje vraag ik me af hoe het komt dat mensen naar concerten komen om bier te hijsen en vooral luidruchtig bij te kletsen met vrienden. Ga dan gewoon op café, dacht ik dan. Maar het is omgekeerd. Concerten zijn een vervanging van de café-ervaring geworden. Vroeger struikelde je in kroegen over de muzikanten, elk weekend speelde wel ergens een bandje. Zeker in jeugdhuizen: zonder optreden daagde je gewoon niet op.
Bij Miles hoef je niet eens binnen te gaan. Er is geen geluidsbegrenzing en het volk staat tot aan de overkant van de straat. De auto’s laveren voorzichtig tussen de massa. Dat kan in Vlaanderen al lang niet meer – je zou als uitbater al honderden regels overtreden hebben en na één noot hebben alle buren geheid de politie gebeld.
Vlaanderen is terecht trots op zijn festivalcultuur, maar de regelneverij dreigt de muziekbron droog te leggen. Muziekcafés vechten tegen de bierkaai en jeugdhuizen hebben geen geld voor dure geluidsisolatie. Toch is het juist daar, op die paar bierbakken, dat de nieuwe dEUS en de nieuwe Toots geboren zullen worden.
Roderik Six
Muziekcafés vechten tegen de bierkaai en jeugdhuizen hebben geen geld voor dure geluidsisolatie.