Vijf jaar geleden werd Jonathan Jacob doodgeslagen in een politiecel in Mortsel. Nu heeft de correctionele rechtbank negen betrokkenen in de zaak veroordeeld. Aan wraakzucht geeft vader Jan Jacob niet toe, maar de strijd tegen verbittering is lastig. ‘De agenten van het Bijzonder Bijstandsteam hebben zelfs geen tuchtstraf gekregen.’
Jan Jacob (64) blijft erover piekeren. Is hij niet te mild geweest, vorige donderdag op de trappen van het Antwerpse Justitiepaleis? Na de uitspraak van de correctionele rechtbank werd hij door camera’s en microfoons opgewacht. Wat vond hij van de strenge straffen die de rechter tegen negen beklaagden in de zaak-Jonathan Jacob had uitgesproken? Vier maanden met uitstel voor zeven leden van het Bijzonder Bijstandsteam van de Antwerpse politie, het commando dat met zijn brutale interventie rechtstreeks verantwoordelijk is voor de dood van zijn 26-jarige zoon op 6 januari 2010 in een politiecel in Mortsel. Zes maanden met uitstel voor de directeur en hoofdgeneesheer van de psychiatrische kliniek in Boechout, de instelling die tot twee keer toe weigerde zijn psychotische zoon op te nemen en daarmee de deur openzette voor het fatale optreden van de ‘Bottinekes’.
Uiteraard toonde hij zich tevreden. Na een juridische strijd van vijf jaar tegen een goed georkestreerde doofpotoperatie kon hij met dit vonnis leven. En voor de zoveelste keer benadrukte hij zijn drijfveer. Hij wil geen wraak, voor zijn part hoeft niemand de cel in. Hij wil alleen de waarheid kennen omtrent de dood van zijn jongste zoon. En graag ook excuses van de betrokkenen, individuen zowel als instanties, die in de fout zijn gegaan. ‘Maar die excuses komen er niet’, beseft hij twee dagen later. ‘Niemand van de beklaagden was op de zitting aanwezig. Dat had ik wel verwacht, want ook bij de voorafgaande zittingen van de Raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) hebben ze telkens hun kat gestuurd. Ik zou ze nochtans graag in de ogen kijken, vooral de agenten van het BBT. In het dossier staan alleen hun codenamen. Hollywood, Vegas, zo heetten de rambo’s die in de cel zijn binnengestormd. In hun verklaringen noemen ze ook Jonathan niet bij zijn naam. Mijn zoon was het target dat moest worden geneutraliseerd. Hun echte namen ken ik pas sinds hun doorverwijzing door de KI.’
Agressief monster
Op de zitting bleven niet alleen de beklaagden afwezig. Bij het begin van de zitting verlieten ook hun advocaten collectief de raadszaal, als protest omdat hun verzoek tot uitstel was afgewezen. ‘Een proceduretruc’, zegt Jan. ‘Zo houden ze de handen vrij om in verzet te gaan, wat betekent dat het proces in eerste aanleg moet worden overgedaan, en daarna kunnen ze nog hoger beroep aantekenen. Dat zal ook gebeuren, ik heb meester De Man, de advocaat van de Antwerpse politie, goed gehoord. Deze zaak kan nog gemakkelijk vier jaar aanslepen, hij zei het op een uitdagende toon. Dat vind ik zo ergerlijk. Ze houden totaal geen rekening met onze gevoelens. Maar vooral: die houding bewijst dat de beklaagden nog altijd niet bereid zijn hun fouten toe te geven. Ze blijven op dezelfde spijker kloppen. Er is geen buitensporig geweld gebruikt. Jonathan was een agressief monster, iemand die het allemaal aan zichzelf te danken heeft. Die beeldvorming, dat maakt het helemaal onverteerbaar.’
Vijf jaar na zijn dood is Jonathan nog nadrukkelijk aanwezig in zijn ouderlijk huis in Affligem. Op de foto, geflankeerd tussen zijn broer en twee zussen, ziet hij er stralend uit. Een frisse twintiger in een warm nest. Vader en moeder bedreven keramisten. Jan beroepshalve als leraar, zijn vrouw Tineke werkt ironisch genoeg als griffier bij justitie. Ook Jonathan had artistieke aanleg. Hij volgde kunstschool, een van zijn meesterwerken bekleedt een hele muur van de woonkamer. ‘Maar zijn grote passie waren paarden’, vertelt Jan. ‘Op zijn tiende hebben we hem een haflinger gekocht. Uren en dagen sleet hij bij dat paard. Voederen, roskammen, trainen, na een poosje begon hij aan dressuurwedstrijden deel te nemen. Zijn twee paarden staan hier achter in de wei. Savoia en haar zoon Amethist, door Jonathan zelf gefokt. Hoe hij aan Savoia is geraakt, dat was mijn zoon ten voeten uit. Hij had net een nieuwe auto gekocht en was met zijn vriendin gaan skiën in Oostenrijk, toen ik ineens telefoon kreeg. ‘Papa, ik heb hier een ongelooflijk schoon paard gezien.’ Daar heeft hij dus zijn nieuwe auto voor verkocht, want met het transport erbij heeft dat paard een fortuin gekost. Hij had toen al zijn diploma hoefsmid behaald. Weet je dat hij op het punt stond naar Oostenrijk te vertrekken om er als hoefsmid te werken? Een week na zijn dood viel de brief hier in de bus. Zijn sollicitatie was aanvaard, hij kon meteen beginnen.’
Bodybuilder
Dat het anders liep, kwam door die tweede passie. Jonathan was een fanatiek bodybuilder, een sport waarin hard trainen niet volstaat om de top te bereiken. Jan: ‘Hij slikte anabole steroïden en amfetamines. Wellicht al van zijn achttiende, maar we hebben het pas laat ontdekt. Het gebeurde ook niet constant, hij slikte vooral als hij intensief trainde. En ja, die amfetamines hielpen ook tegen de astma waar hij zo hard onder leed. Op de duur konden we er niet meer naast kijken. In 2009 hebben we hem twee keer laten opnemen. Totaal psychotisch, het gevolg van zijn amfetamineverslaving. Die gedwongen opnames waren allesbehalve prettig, maar ze zijn telkens probleemloos en zonder agressie verlopen. Na zijn laatste crash in augustus 2009 wilde hij breken met het bodybuildersmilieu, vandaar ook zijn plan om naar Oostenrijk te verhuizen. Maar in de fitnessclub hebben ze hem omgepraat. Met zijn lichaam kon hij zeker Belgisch kampioen worden. En zo was onze Jonathan, een beetje naïef en licht beïnvloedbaar. Hij is opnieuw als een gek beginnen te trainen. En slikken, helaas.’
En zo komt het dat Jonathan op woensdag 6 januari 2010 om acht uur ’s morgens op een kruispunt in Borsbeek staat. Totaal verward en halfnaakt, bij -7° Celsius. Ondanks zijn toestand houdt hij zelf een voorbijrijdende combi aan. Niet veel later rinkelt in Affligem de telefoon, de politie van wijkkantoor Mortsel aan de lijn. ‘Hij was hier de avond voordien vertrokken’, vertelt Jan. ‘Toen al psychotisch, ik heb de politie van Affligem nog laten komen om hem tegen te houden. Ze konden niks doen, zeiden ze, als meerderjarige had Jonathan het volste recht om te gaan stappen. Blijkbaar is hij in Brussel blijven slapen, en ’s morgens met de eerste trein naar Lier gereden waar hij de bus naar Antwerpen heeft genomen. Ik heb aan de telefoon zijn voorgeschiedenis uitgelegd en gevraagd er een dokter bij te halen. En dat ik hem wilde komen halen als het nodig was.’
Dwangbuis
Geen dag passeert zonder dat de vraag hem kwelt: waarom is hij Jonathan niet gaan halen? Tijd zat, tussen het instappen in de combi in Borsbeek en de gewelddadige dood in de politiecel in Mortsel zijn acht volle uren verstreken. Jan zucht diep, dit is een lastig moment. ‘Rond de middag heeft hij me zelf vanuit het commissariaat gebeld. “Papa,” zei hij, “ze gaan me opnemen. Zijt ge nu content?” Dat waren dus de laatste woorden die ik van mijn zoon heb gehoord, een half verwijt nog wel. Hij was immers als de dood voor een collocatie. De vorige keer in Grimbergen hadden ze hem in een dwangbuis gestoken, de totale horror voor iemand met aangeboren claustrofobie. Daarom wilde hij ook niet dat ik hem kwam halen, hij dacht dat ik hem zelf zou laten colloqueren. Natuurlijk moest hij in zijn toestand worden opgenomen, hoe sneller hoe beter. Maar er is die dag ontzettend veel tijd verloren. Het parket heeft onmiddellijk de opdracht gegeven hem naar de Alexianen in Boechout te brengen. Toch heeft het tot ’s middags geduurd vooraleer ze hem daar een eerste keer hebben aangeboden. Problemen met de computer op het commissariaat, ze kregen hun pv niet afgeprint. Jonathan heeft daar dus vier uur zitten wachten. Duidelijk verward, maar heel braaf. Ook toen ze in Boechout arriveerden, was hij heel rustig, hij heeft de verplegers zelfs een hand gegeven. De boel is pas ontploft door de tussenkomst van de hoofdpsychiater.’
Het is al vaak gezegd: alles wat die dag kon mislopen, is misgelopen. Toch verwerpt Jan het beeld van de vallende dominostenen. De cascade van brute pech en domme misverstanden had zonder menselijke blunders nooit zo’n desastreuze afloop gekend. ‘De grootste fout ligt in mijn ogen nog altijd bij de hoofdpsychiater in Boechout. Okay, zijn dienst zat erop, de man had haast. Maar moest hij daarom zo lomp optreden? Moest hij Jonathan in zijn toestand provoceren door te zeggen dat ze hem in de isoleercel zouden opsluiten? Jonathan is toen in paniek geschoten en wild gesticulerend weggelopen. Als het zo zit, zei de psychiater, zullen we dwang moeten gebruiken. Toen was het hek echt van de dam, alleen al de gedachte aan een dwangbuis. Ja, Jonathan heeft toen een veegbeweging gemaakt, eigenlijk een afwerend gebaar dat jammer genoeg een agent een bloedneus heeft gekost. Dat is dus de enige vorm van agressie die hij die hele dag heeft gepleegd. Geef toe, erg mager om iemand als een gevaarlijk monster af te schilderen.’
Paraplu’s opentrekken
De driejarige Alyssa komt joelend de woonkamer in gelopen, niets vermoedend van het zware gespreksonderwerp. De jongste van zijn vier kleinkinderen, een vijfde is in de maak. ‘Ik ben haar pépé’, zegt Jan terwijl hij de kleuter in zijn armen neemt. ‘Normaal was het de beurt aan onze Jonathan. Zonde toch, ze zal hem nooit leren kenen.’ Rouwen doen ze elk op hun eigen manier. Tineke verzamelt foto’s en herinneringen, Jonathans kamer ligt er nog onaangeroerd bij. Met het dossier wil ze zo weinig mogelijk te maken hebben. ‘Ik zit anders in elkaar’, zegt Jan. ‘Mensen vragen me hoe ik het in hemelsnaam volhoud, dag in dag uit bezig zijn met zo’n intrieste zaak. Maar dat is mijn manier om het verlies te verwerken. De waarheid bovenspitten en gerechtigheid zoeken, dat is het laatste wat ik voor Jonathan kan doen. En zorgen voor zijn paarden natuurlijk. Savoia en Amethist, die doen we nooit weg.’
De queeste naar de waarheid begon pas goed twee dagen na het overlijden. Jan en Tineke mochten het stoffelijk overschot bezichtigen in het UZA in Edegem. Met verbijstering constateerden ze de sporen van geweld, blauwe plekken en schaafwonden over het hele lichaam. Nog schokkender was de boodschap die de wetsdokter nadien bracht: Jonathan was gestorven door een scheur in de lever en een geknapte buikslagader. De anatoom-patholoog liet er geen twijfel over bestaan: zowel de innerlijke als de uiterlijke kneuzingen werden opgelopen tijdens de interventie van het Bijzonder Bijstandsteam in de politiecel in Mortsel. ‘Ik heb onmiddellijk de commissaris in Mortsel gebeld. Waarom had hij gelogen? Twee dagen eerder, toen ze Jonathan nog aan het reanimeren waren, had hij me verteld dat er geen geweld was gebruikt. Hij had niet gelogen, hield hij vol. Zijn mannen hadden toch geen geweld gebruikt? De mannen van het BBT hadden het gedaan. Daarmee was de toon gezet. Liegen, verdoezelen, paraplu’s opentrekken, zo is het de hele tijd gegaan. Een enkele keer heeft dat zelfs in onze kaart gespeeld. Waarom werden de camerabeelden van de interventie van de Bottinekes niet gewist? Omdat ze bij de lokale politie drommels goed wisten dat ze daarmee hun eigen rol konden minimaliseren.’
Gestoorde procedure
Jan is er rotsvast van overtuigd: het is aan die schokkende beelden te danken dat de rechter donderdag negen beklaagden heeft veroordeeld. De beslissing om het materiaal aan Panorama-reporters Caroline Vandenberghe en Dirk Leestmans te bezorgen, werd niet lichtzinnig genomen. ‘Mijn advocaten (Jef Vermassen, Peter Callebaut en Virginie Cottyn, nvdr) waren ertegen, ze vreesden voor procedurele complicaties. Ik heb moeten beloven dat ik persoonlijk voor alle gevolgen instond. Maar ik zag geen andere keuze. Het was februari 2013, de Raadkamer had beslist drie verdachten door te verwijzen: de hoofdpsychiater, diens directeur en één lid van de Bottinekes, de agent die je op de camerabeelden enkele vuistslagen ziet uitdelen. Dat was voor ons onaanvaardbaar. Waarom werden de andere Bottinekes niet vervolgd? Het stond bovendien in de sterren geschreven dat die ene agent zou worden vrijgesproken. Hoe viel immers te bewijzen dat uitgerekend zijn aandeel Jonathans dood had veroorzaakt? Onmogelijk, en dat wist de procureur maar al te goed. Wellicht heeft hij die ene agent erbij gelapt om ons te sussen. Kun je geloven dat hij niet eens de camerabeelden had bekeken toen hij zijn doorverwijzing schreef? Hij had alleen wat foto’s gezien, en aanvaardde klakkeloos de stelling dat er geen buitensporig geweld was gebruikt.’
Jan en Tineke hadden de beelden wel degelijk gezien, toen ze drie maanden na het drama inzage kregen in het dossier. ‘Vreselijk schokkend’, zegt hij.’Daarom wilde mijn vrouw eerst niet dat ik de opname aan de VRT doorspeelde. Alles staat erop, van het moment dat Jonathan na een tweede weigering in Boechout poedelnaakt uit de combi stapt en het commissariaat binnenloopt, totdat hij levenloos in zijn cel ligt. Meer dan twee uur zie je hem ijsberen in dat hok van anderhalf bij twee, uitzinnig van angst. Op een bepaald moment zie je hem uit de wc-pot drinken. Ze hadden hem niet eens een beker water gegeven, terwijl iedereen weet dat je van amfetamine vreselijk uitdroogt. Tineke heeft het vooral moeilijk met de passage waarin Jonathan in de camera kijkt, zijn handen smekend voor zich uit stekend. Haar vrees is uitgekomen, dat is het beeld dat nu overal op het internet opduikt. En dan hoor je de advocaten van de beklaagden vertellen dat het verspreiden van die beelden hun cliënten de kans op een eerlijk proces heeft ontnomen. Ze hebben me zelfs aangeklaagd wegens misbruik van inzagerecht, die zaak loopt nog altijd. Hebben die mensen zich wel eens afgevraagd wat die beelden met ons hebben gedaan? Mijn kinderen wilden er niet naar kijken, ze hebben ze pas gezien tijdens de Panorama-uitzending. Mijn jongste dochter is toen letterlijk ingestort, het voelde alsof haar broer pas die avond was gestorven.’
Comité P
De documentaire, meermaals bekroond met internationale prijzen voor televisiejournalistiek, sloeg in als een bom. Zelden dekte een titel beter de lading. ‘De gestoorde procedure’ was bij het BBT codetaal voor het met groot machtsvertoon overmeesteren van mensen in een gesloten ruimte. Die dag ging het als volgt: een agent gooit een lawaaigranaat in de cel, waarna zeven met wapenschilden en duwvorken uitgeruste collega’s de krappe ruimte binnenstormen. Zes gaan boven op de naakte, panische jongeman liggen, het begin van een minutenlange worsteling waarbij het slagen en porren op Jonathans lichaam regent. Uiteindelijk wordt het doel bereikt: de opgetrommelde arts van wacht kan een kalmerende injectie toedienen. Even wordt gehoopt dat de versufte bodybuilder alsnog naar de psychiatrische kliniek in Boechout kan worden overgebracht, zoals die dag tot drie keer toe door het parket werd geïnstrueerd. Tot een van de agenten zich vragen stelt bij de uitzonderlijk snelle relaxatie. Seconden later stelt de arts de afwezigheid van ademhaling en polsslag vast. Uit de autopsie zou blijken dat het kalmeringsmiddel niet eens in de bloedbaan werd opgenomen. Jonathan was al dood toen hij de spuit kreeg.
Het effect van de Panorama-uitzending overtrof Jan z’n stoutste verwachtingen. Voorpaginanieuws in alle kranten, straffe verklaringen in de Wetstraat. Het bleef niet bij tumult. Het Comité P schreef een rapport, dat onder meer het bestaansrecht van special forces bij lokale politiekorpsen in twijfel trekt. De Hoge Raad van Justitie onderzocht de zaak en publiceerde een rapport met achttien aanbevelingen voor een betere samenwerking tussen parket en politie. Maar vooral: de Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois trok het dossier naar zich toe en heropende het onderzoek. Niet zonder gevolg: op 6 november werden 11 verdachten, onder wie het volledige BBT-team, door de KI naar de correctionele rechter gestuurd, met fikse vorderingen erbovenop.
Schriftvervalsing
In het rijtje van beklaagden ontbrak echter een cruciale actor: het parket zelf. Het zit Jan Jacob nog altijd dwars. ‘Ze hadden hem in Boechout niet mogen weigeren, zeker niet als de politie met een dwangbevel van het parket staat te zwaaien. Maar er werd die dag nog een kapitale fout gemaakt. Na die weigering heeft de vrouwelijke substituut van wacht de opdracht gegeven hem plat te spuiten. Totaal buiten haar boekje. Een parketmagistraat is geen dokter, de hoofdpsychiater had trouwens stellig afgeraden om hem een kalmeringsmiddel toe te dienen. Te gevaarlijk in combinatie met de amfetamines in zijn bloed, waarvan niemand de concentratie kende. Maar het moest en zou gebeuren, ze wilde komaf maken met de hele toestand. Daarom hebben ze dus de Bottinekes opgetrommeld, met het bekende resultaat. Ik ben er zeker van: hadden ze Jonathan met rust gelaten, dan was hij na een poos in slaap gevallen. Zo gaat dat altijd met amfetamines, eerst zijn ze hyperactief, daarna zinken ze weg in een diep dal. Van psychiaters en huisartsen, maar ook van politieofficieren die ervaring hebben met verslaafden, mag je toch verwachten dat ze zoiets weten? Alle betrokken instanties hebben een beschamend amateurisme aan de dag gelegd.’
De familie heeft een klacht ingediend tegen de parketmagistraat. Bij een eerste inzage vonden Jan en Tineke in het dossier een verklaring waarin de substituut bevestigt dat ze de opdracht gaf Jonathan een kalmerende injectie toe te dienen. Bij de volgende inzage was het stuk verdwenen en vervangen door een pv waarin ze die verantwoordelijkheid formeel ontkent. Het onderzoek, geleid door het parket-generaal, was een incestueuze kwestie die het Antwerpse justitiepaleis op zijn grondvesten deed daveren. Hermans Dams, procureur en korpsoverste van de geviseerde parketmagistrate, schoot er zijn positie bij in. Toch werd de zaak geseponeerd wegens gebrek aan bewijzen. ‘Het parket heeft zichzelf weggegomd uit de affaire’, zegt Jan.
Bart De Wever
Hij probeert niet bitter te zijn, maar het is soms lastig. ‘De agenten van het BBT hebben zelfs geen tuchtstraf gekregen, hun korpsoverste houdt vol dat ze volgens het boekje hebben gewerkt. Ik heb daar een brief over geschreven naar de toenmalige burgemeester, Patrick Janssens. Hij heeft zelfs niet de moeite genomen om te antwoorden. Ik ben benieuwd wat de huidige burgemeester nu gaat doen. Bart De Wever heeft zich tot dusver op de vlakte gehouden, hij wilde de rechtszaak niet doorkruisen. Welnu, er is een duidelijke uitspraak, niks houdt hem tegen om de Bottinekes ter verantwoording te roepen.’
De uitspraak, hoe voorwaardelijk ook, is een opsteker. Maar of dat volstaat om zijn vertrouwen in politie en justitie te herstellen? ‘Nee’, zegt hij beslist. ‘Weet je, een goede kennis werkt als cipier in een Brusselse gevangenis. De dag van het drama heeft hij ons gebeld. We wisten toen nog niks van wat er zich allemaal had afgespeeld, maar hij twijfelde niet. Doodgeslagen door de politie, zei hij. Ik reageerde ongelovig, maar hij liet zich niet van de wijs brengen. Hij zei dat hij in de gevangenis al vaak had gezien hoe arrestatieteams in een cel tekeergaan. Hij heeft gelijk gekregen. Dan vraagt een mens zich toch af: hoe vaak wordt er buitensporig politiegeweld gepleegd zonder dat er een haan naar kraait?’
DOOR ERIK RASPOET, FOTO’S FRANKY VERDICKT
‘De beklaagden zijn nog altijd niet bereid hun fouten toe te geven. Ze blijven beweren dat er geen buitensporig geweld is gebruikt.’
‘Weet je dat hij op het punt stond naar Oostenrijk te vertrekken om er als hoefsmid te werken? Een week na zijn dood viel de brief hier in de bus. Zijn sollicitatie was aanvaard, hij kon meteen beginnen.’
‘Waarom werden de camerabeelden van de interventie van de Bottinekes niet gewist? Omdat ze bij de lokale politie drommels goed wisten dat ze daarmee hun eigen rol konden minimaliseren.’