De nieuwe staatssecretaris voor Begroting start onder een slecht gesternte. De economische groei vertraagt en de inflatie blijft stijgen. Melchior Wathelet junior (CDH) pleit voor budgettaire voorzichtigheid.
De staatssecretaris voor Begroting is toegevoegd aan premier Yves Leterme (CD&V), die andere liefhebber van cijfers en tabellen, die in de regering uiteraard mee de begroting in de gaten zal houden. Regeringservaring heeft Melchior Wathelet niet, maar een echt nieuw gezicht kun je de jonge staatssecretaris bezwaarlijk noemen. Zijn vader is voormalig toppoliticus Melchior Wathelet, die het in de Dutrouxcrisis zwaar te verduren kreeg omdat hij als minister van Justitie zijn fiat had gegeven aan de vervroegde vrijlating van Marc Dutroux.
Als kleine partij heeft het CDH van Melchior Wathelet junior en Joëlle Milquet – vicepremier, minister van Werk en tot de zomer ook partijvoorzitster – wel heel aardige bevoegdheden weten binnen te halen. Werk en Begroting zijn twee cruciale departementen in de regering-Leterme. Het werkgelegenheidsbeleid wordt de inzet van de tweede onderhandelingsronde over de staatshervorming, de begroting wordt waarschijnlijk de permanente obsessie van deze regering. Dat valt in elk geval te hopen, want een uiterst rigoureus begrotingsbeleid is nodig om in de toekomst de kosten van de vergrijzing nog te kunnen betalen.
De begroting 2008 is door de aangekondigde groeivertraging voor ons land en de gestaag toenemende inflatie al op losse schroeven komen te staan. De begrotingscontrole in juni belooft een zware dobber te worden voor de regering-Leterme. Maar terwijl vele collega’s gingen skiën, bleef Melchior Wathelet zich in Brussel in zijn materie verdiepen. Ondanks de dagelijkse onheilstijdingen van de voorbije week blijft de jonge staatssecretaris er gerust op. ‘We zijn bij het opstellen van de begroting voor dit jaar erg voorzichtig te werk gegaan. We hebben rekening gehouden met een vroegere indexsprong en daarvoor de nodige middelen ingeschreven.’
En toch. Er is geen geld meer en de economische vooruitzichten zijn slecht. Is de post Begroting in die omstandigheden geen vergiftigd geschenk?
MELCHIOR WATHELET: Zo zie ik het niet. Op dit departement zullen, binnen de beperkte marges die we hebben, de politieke keuzes beslecht moeten worden. We hebben dat gezien bij de opmaak van de begroting 2008. Maar het klopt wel dat het niet gemakkelijk wordt. Te meer omdat deze regering heeft gekozen voor een transparante begroting met een structureel evenwicht, dus zonder eenmalige maatregelen die de factuur gewoon naar de toekomst doorschuiven. Een structureel evenwicht is ook een noodzakelijke voorwaarde om in 2011 dat beoogde begrotingsoverschot van één procent te kunnen halen.
Als de portefeuille begroting zo belangrijk is, waarom vertrouwt men die dan toe aan een staatssecretaris? U bent niet eens lid van de ministerraad.
WATHELET: De titel doet er niet zoveel toe, en ik zal wel degelijk aanwezig zijn in de ministerraad en het kernkabinet om alles te controleren.
U bent niet alleen geen zwaargewicht van deze regering, u bent ook jong en onervaren.
WATHELET: Dat klopt allemaal wel – ik ben inderdaad ook nog maar dertig. Dat betekent dus dat ik binnen deze regering respect zal moeten afdwingen en duidelijke grenzen zal moeten trekken.
U zult zich moeten bekwamen in het been stijf houden.
WATHELET: Madame Non hadden we al – ik zal nu Monsieur Non moeten zien te worden. Wees gerust, ik ben heus niet van plan om zomaar alles door de vingers te zien, alleen omdat ik jong ben of maar staatssecretaris. De begroting moet sluiten. En als wij in 2011 een overschot van één procent willen bereiken, moet er vanaf 2009 bovendien een structureel overschot worden geboekt.
Eigenlijk had de begroting dit jaar al een overschot moeten vertonen en volgens veel experts zal dat ene procent in 2011 ook niet volstaan om de kosten van de vergrijzing op te vangen.
WATHELET: In het licht van de vergrijzing is een structureel evenwicht in 2008 toch een belangrijke stap. Het klopt dat een instantie als de Hoge Raad van Financiën een overschot van 1,1 procent in 2011 had gevraagd. Maar we kunnen ook andere maatregelen nemen om de kosten van de vergrijzing te beperken. Het Generatiepact was een eerste stap.
Het regeerakkoord bevat geen meerjarenbegroting, al de aangekondigde maatregelen moeten nog becijferd worden. Dat betekent ook een terugkerend politiek gevecht over de verdeling van de beperkte middelen.
WATHELET: Dat geeft me ook wel wat meer speelruimte, maar de basis voor de volgende jaren is de begroting van dit jaar. De prioriteiten voor de besteding van de beperkte middelen zijn daarin vastgelegd. In 2009 zal het dezelfde kant uitgaan: geld voor werkgelegenheid, voor lastenvermindering, voor de pensioenen en de kinderbijslag. Dat zullen de belangrijkste uitgavenposten zijn. Hoever we in al die domeinen kunnen gaan, zal afhangen van de beschikbare budgettaire ruimte.
Staat dat in uw geheime Atoma-schriftjes?
WATHELET: (lacht) Nee. Maar we hebben wel ramingen ge-maakt. Het optrekken van de belastingvrije som van 6200 tot 6400 euro – hoeveel kost dat? Een verhoging van de pensioenen, met één of twee procent – hoeveel kost dat? Dat hebben we allemaal becijferd en daar zit dus het probleem niet. De echte moeilijkheid wordt: hoe vinden wij daarvoor de nodige budgettaire ruimte, want dat betekent dat we ergens anders geld zullen moeten wegnemen.
Het regeerakkoord is volgens de meeste waarnemers een verzameling loze beloftes. Niemand die gelooft dat ze kunnen worden nagekomen.
WATHELET: Wij zullen ze nakomen, naargelang van de budgettaire ruimte. Neem nu de dertiende maand in de kinderbijslag. Die komt er niet in 2009 hè, dat is niet haalbaar. Maar ze komt er ergens in de loop van de regeringsperiode. Ander voorbeeld is het optrekken van de belastingvrije som. Wij zullen ons uiterste best doen om die te verhogen, maar zeker niet meteen tot 8000 euro of meer, zoals de MR heeft gevraagd. Dat is gewoonweg onmogelijk. De budgettaire marge voor nieuwe initiatieven in 2009 moet immers nog gevonden worden. En de cijfers over de inflatie en de groei zijn niet bepaald rooskleurig.
Hebt u al een idee waar u het geld gaat halen voor 2009?
WATHELET: Uiteindelijk zijn er maar twee opties: minder uitgeven of nieuwe inkomsten vinden.
De strijd tegen de fiscale fraude!
WATHELET: In de begroting 2008 hebben we een bedrag van 200 miljoen euro ingeschreven voor de strijd tegen misbruiken met de notionele-interestaftrek – verder niets. Dat is een veel voorzichtiger benadering dan wat we onder Verhofstadt hebben meegemaakt. Mijn vader zegt ook weleens: als wij extra inkomsten moesten vinden, dan plakten wij een cijfer op de strijd tegen de fiscale fraude en klaar. Maar wij willen ernstige verwachtingen scheppen. Het verschil is bovendien dat met iemand als staatssecretaris Carl Devlies (CD&V) de fraudebestrijding ook écht geld in het laatje zal brengen.
Verwacht u dat dit een stabiele regering wordt?
WATHELET: We moeten samen projecten op de sporen zetten. Dat zal een ploeggeest binnen de regering creëren.
Maar er komt maar geen einde aan het gekissebis. Ex-minister en vakbondsman Josly Piette, die namens het CDH de portefeuille Werk beheerde in de overgangsregering-Verhofstadt III, heeft in de pers zijn beklag gedaan over de rotsfeer tussen de regeringspartijen.
WATHELET: Ik hoop dat dit zal stoppen. We hebben er negen maanden over gedaan om een definitieve regering te vormen, dat is op zich al uniek. Als we nu blijven ruziën, wordt het nooit wat met deze regering.
Het wantrouwen tussen de MR en het CDH ligt aan de basis van veel geruzie.
WATHELET: Is de relatie tussen MR en PS zoveel beter?
De relatie tussen PS en CDH lijkt dan weer uitstekend.
WATHELET: In de gewesten en de gemeenschappen werken wij goed samen. Wij hebben met de PS trouwens dingen verwezenlijkt die de MR met de PS nooit heeft klaargespeeld: de vermindering van het aantal intercommunales, de verlaging van de successierechten. Moeten we elkaar dan echt constant in de haren vliegen om te bewijzen dat we twee verschillende partijen zijn? Maar er verschijnt geen interview van Didier Reynders of hij schopt tegen het CDH aan. Jammer is dat.
Is het nog de frustratie om de mislukking van oranje-blauw?
WATHELET: Ik weet het niet. Didier Reynders koestert al negen maanden wrok jegens het CDH en ik vraag me af waarom. Patrick Dewael (Open VLD) heeft in Terzake verklaard dat het de N-VA is die uiteindelijk de PS in de regering heeft gebracht. Wat kunnen wij daar dan aan doen?
Didier Reynders joeg na de installatie van de regering-Leterme ook het kartel CD&V/N-VA op stang. De tweede fase in de staatshervorming hoeft volgens hem niet zo nodig deze zomer rond te zijn.
WATHELET: Er is een bijzondere wet ingediend waarin sprake is van midden juli en wij willen die afspraak honoreren. Ik heb trouwens ook gelezen dat Louis Michel bereid is om zowat alles te regio-naliseren. Dat zijn toch twee verschillende standpunten binnen de MR. Als we de lijn van Louis Michel volgen, hebben we niet op 15 juli maar morgen een akkoord met de Vlamingen. Zo ver als Michel wil het CDH niet gaan, maar we zijn wel bereid tot een constructief gesprek. Belangrijk in het eerste pakket, naast de datum van 15 juli, is de zekerheid dat de sociale zekerheid federaal blijft en de interpersoonlijke solidariteit intact, en dat er voor een moeilijk dossier als Brussel-Halle-Vilvoorde een onderhandelde oplossing komt.
Nog meer gehannes tussen de regeringspartijen: Open VLD pleit voor een uitbreiding van de euthanasiewetgeving, met name CD&V en CDH zijn daar niet voor te vinden.
WATHELET: Dit nu naar voren schuiven, is een provocatie van de liberalen. Wij gaan in elk geval niet akkoord met een uitbreiding van euthanasie tot minderjarigen. De instemming van de betrokkene blijft een cruciaal punt. Het moet gaan om een persoonlijke en vrije keuze, zonder druk van buitenaf. Hoe kan dat als je heel jong bent of mentale problemen hebt?
Als legalist vind ik dat de wet als zodanig moet worden gehandhaafd. Ik aanvaard niet dat ziekenhuizen hun dokters zouden verbieden om euthanasie te plegen. En ik had het ook verstandig gevonden als kardinaal Danneels in deze discussie had gezwegen. Dan was dit debat nooit opnieuw zo fel opgelaaid.
De liberalen zijn bang dat ze met het ‘gauchistische’ CDH op Werk maatregelen als de activering van vijftigplussers op hun buik kunnen schrijven.
WATHELET: Wat hebben wij van gauchisten? Kom nu. Of het nu het statuut van zelfstandigen betreft of de activering van werklozen – als het CDH op die vlakken een linkse partij was, dan was ik geen lid meer van het CDH. Wij zijn weliswaar linkser dan de MR, maar ook rechtser dan de PS.
U wordt beschouwd als het boegbeeld van de rechtervleugel in het CDH.
WATHELET: Maar dat heb je toch in alle partijen? Bij de liberalen heb je rechtse en sociale liberalen, bij de PS echte communisten en sociaaldemocraten. Economie, zelfstandigen en veiligheid zijn de dossiers die mij boeien en daarom heb ik een wat rechtser imago. Maar in het CDH bestaan er geen linkse of rechtse vleugels en ook geen standen meer. Ook dát is de verdienste van Joëlle Milquet.
Het werkgelegenheidsbeleid wordt in elk geval het centrale dossier in de onderhandelingen over de tweede fase in de staatshervorming.
WATHELET: Het CDH heeft verschillende voorstellen voor de arbeidsmarkt.
De Vlamingen vragen de regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid.
WATHELET: Wij kennen hun standpunt, maar wij hebben andere oplossingen.
Waarom bent u tegen zo’n regionalisering?
WATHELET: Wat zou de meerwaarde daarvan zijn?
Een beleid op maat van de regio’s?
WATHELET: Goed, maar dan kun je misschien beter met nog kleinere gebieden werken. Er is een groot verschil qua arbeidsmarkt tussen Henegouwen en Waals-Brabant.
Regionaliseren om te regionaliseren is geen goed bestuur. Dat kost ook geld hoor, het opsplitsen van de administratie, de verdeling van de gebouwen en het personeel. Als men ons de meerwaarde voor de mensen kan aantonen, kunnen we praten. Maar wat werk betreft: dat moet een federale bevoegdheid blijven. Er zijn bovendien al heel wat onderdelen van het werkgelegenheidsbeleid geregionaliseerd.
Dat belooft niet veel goeds. De Vlaamse onderhandelaars zijn ook erg beducht voor de intussen beruchte haarkloverij van Joëlle Milquet in de onderhandelingen. ‘Milqueteren’ is een werkwoord geworden.
WATHELET: Ze wikt en weegt iedere komma, dat klopt. Dat is haar manier van werken.
Ze jaagt daarmee de andere onderhandelaars de gordijnen in.
WATHELET: Ze wil niets aan het toeval overlaten. Maar dat is ook haar sterkte. Ze geeft nooit op en blijft haar ideeën tot de laatste komma verdedigen. Ik heb gehoord dat anderen dat niet zo leuk vonden, maar zo is ze nu eenmaal.
Als staatssecretaris van Begroting zult u geconfronteerd worden met het gegeven dat de federale overheid door de financieringswet financieel op haar tandvlees loopt, terwijl de gewesten en de gemeenschappen over alsmaar meer middelen beschikken.
WATHELET: Dat wordt een van de moeilijkste punten in de discussie over staatshervorming: wie betaalt wat? In Vlaanderen hoor je vaak dat de federale overheid blut is, terwijl de gewesten en de gemeenschappen geld te veel hebben. In de Franstalige gemeenschap is het debat totaal anders.
De Vlamingen willen de deelstaten meer financiële verantwoordelijkheid geven.
WATHELET: Als er nu weinig geld is, dan komt dat ook omdat de groei van de voorbije jaren niet gebruikt is om de federale staat structureel gezond te maken. Maar ik kan toch moeilijk de gewesten en gemeenschappen vragen dat ze daarvoor de rekening betalen?
Als Joëlle Milquet straks voorzitter af is, barst er dan een opvolgingsstrijd los in het CDH?
WATHELET: Nee hoor, maar er zullen wel verschillende kandidaten zijn. De naam van Benoit Lutgen valt vaak. Hij zou een uitstekend voorzitter zijn.
DOOR HAN RENARD/foto’s reporters