Met behulp van CD&V loodste hij zijn bescheiden partijtje het Vlaams parlement binnen, en als beloning mag hij zichzelf nu Vlaams minister noemen. Geert Bourgeois (N-VA) over de zin en onzin van kartels, de teloorgang van de pax media en de toeristische troeven van het Izegemse borstelmuseum.

‘Ik heb constant de reflex om met een persbericht tegen het één of andere voorstel te protesteren. Dan moet ik mezelf tot de orde roepen: nee Geert, je bent nu minister. Dat is moeilijk voor een volbloed parlementariër zoals ik.’ Toch lijkt Geert Bour-geois (N-VA) zich behaaglijk te schikken in zijn nieuwe rol als Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Media en Toerisme. In de federale Kamer is hij ondertussen netjes opgevolgd door zijn partijgenoot Patrick De Groote en de teugels van de N-VA heeft hij uit handen gegeven aan interimvoorzitters Frieda Brepoels en Bart De Wever. Hoogstwaarschijnlijk zal die laatste na de voorzittersverkiezingen in oktober officieel in Bourgeois’ voetsporen treden. Geen makkelijke taak: als voorzitter slaagde Bourgeois erin met een partij van pakweg vijf procent van de stemmen via een kartel met CD&V zes zetels in het Vlaams parlement, één Europees zitje en een ministersportefeuille binnen te rijven. ‘Ik heb er helemaal geen moeite mee om de fakkel nu door te geven’, zegt hij. ‘De N-VA is te lang de partij van Geert Bourgeois geweest. In de perceptie is de Volksunie destijds uiteengevallen in de partij van Bert Anciaux en de partij van Geert Bourgeois. Maar de N-VA is geen eenmanspartij: wij zijn een stevig lokaal uitgebouwde partij met veel gedreven, getalenteerde politici. Wat er ook over mij wordt beweerd, ik ben niet zo’n politicus die geen ander politiek talent om zich heen kan dulden.’ En dat is bijlange niet het enige wat over hem de ronde doet.

Onlangs omschreef u in een interview nauwkeurig uw imago van ouderwetse, onbetrouwbare kommaneuker. Als u dat zo goed weet, waarom hebt u er dan nooit iets aan gedaan?

GEERT BOURGEOIS: Omdat ik te laat heb ingezien wat voor een impact die perceptie kon hebben. In de lokale politiek kennen mijn kiezers me en kijken ze voorbij dat imago, maar ik heb onderschat dat het brede publiek zijn beeld van nationale politici uit de media haalt. Ik wil daar in de toekomst wel rekening mee houden, maar ik ben niet van plan om een legertje spindoctors in te huren die elke zin voor me voorkauwen. Bespaar me dat!

In de aanloop naar de verkiezingen gaven zowel Guy Verhofstadt (VLD) als Steve Stevaert (SP.A) te verstaan wel met CD&V te willen regeren, maar u en uw partij onbetrouwbaar te vinden.

BOURGEOIS: Ach, wat zeggen mensen niet allemaal als ze campagne voeren? Ik heb wel meer uitspraken gehoord die ik erover vond. Verschillende partijen hebben geprobeerd om ons Vlaamse kartel te demoniseren door de N-VA’ers af te schilderen als communautaire fanatici met wie niet te praten valt. Ze hoopten dat ik als grote boeman het hele kartel in mijn val zou meesleuren. Maar ik bén dus niet gevallen.

Klopt het dat u per vergissing de bevoegdheid media hebt gekregen?

BOURGEOIS: Ik heb dat verhaal ook in de krant gelezen. Als het waar is dat Yves Leterme (CD&V) Media voor zichzelf wou en Jo Vandeurzen, de CD&V-voorzitter ad interim, die bevoegdheid per vergissing aan mij heeft doorgespeeld, dan heb ik daar in elk geval niets van gemerkt. Yves heeft zoiets ook nooit laten blijken. En ik ben er tevreden mee.

Hoewel alle partijen voor 13 juni de mond vol hadden van de impact van de media, zijn ze toch niet met z’n allen op die bevoegdheid gesprongen. Bert An- ciaux (Spirit) zegt bijvoorbeeld dat hij media had kunnen krijgen, maar uiteinde- lijk andere bevoegdheden verkoos.

BOURGEOIS: Zelf bluf ik niet over wat ik allemaal had kunnen krijgen. Dat is te gemakkelijk. Ik heb een sterk pakket kunnen binnenhalen, en meer valt daar niet over te zeggen.

Nu hij weer minister van Cultuur is, gaat Bert Anciaux ervan uit dat de inhoudelijke invulling van het beheersakkoord van de VRT onder zijn bevoegdheid valt.

BOURGEOIS: (droogjes) De beheersovereenkomst van de openbare omroep is de bevoegdheid van de minister van Media. Maar we zullen in de Vlaamse regering heel collegiaal werken, en dus ben ik zeker van plan om zijn advies te vragen als het over de culturele invulling gaat.

Was het niet logischer geweest om media en cultuur bij één minister onder te brengen?

BOURGEOIS: Daar is tijdens de regeringsonderhandelingen sprake van geweest: met onze plechtigecommuniezieltjes dachten we dat het ideaal zou zijn om een minister per departement aan te stellen. Dat zou bijvoorbeeld betekend hebben dat één iemand bevoegd werd voor cultuur, jeugd, sport, media en toerisme. Maar het blijft natuurlijk politiek.

Nu wordt zowel Media als Cultuur door een Vlaams-nationalist geleid. Dat moet u toch tevreden stemmen?

BOURGEOIS: Misschien moet u collega Anciaux eerst eens vragen of hij een Vlaams-nationalist is.

Nog voor u zich in de grote mediadossiers had kunnen inwerken, werd u in de media al geconfronteerd met de oproep van Aimé Vanhecke, directeur televisie van de VRT, om sportzender Sporza permanent op de kabel te houden.

BOURGEOIS: Ik vond dat zeer ongelukkig, maar ik kan de werknemers van de VRT niet voorschrijven wat ze in het openbaar mogen zeggen en wat niet. Die tijd is gelukkig voorbij. Iedereen mag van mij zeggen wat hij of zij denkt, maar het is de Vlaamse regering die door middel van de beheersovereenkomst de lijnen vastlegt.

Wat Sporza betreft, is het regeerakkoord duidelijk: ontdubbeling van de netten kan niet zonder een aanpassing van de beheersovereenkomst. Ik heb de zaak in elk geval geagendeerd op de ministerraad van vrijdag 27 augustus.

Gaat u uw collega’s dan voorstellen om Sporza na 3 september voort te zetten?

BOURGEOIS: We zullen tijdens de ministerraad bespreken hoe de zaak verder wordt aangepakt. Totnogtoe heb ik van de VRT geen enkele officiële vraag gekregen om Sporza in de ether te houden. De regeringscommissaris heeft me ook niet laten weten dat die vraag wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. Ik kan toch geen beleid voeren op basis van wat één medewerker van de VRT in de pers heeft gezegd? Als de raad van bestuur zich achter zijn vraag schaart, zal ze me dat ongetwijfeld op een andere manier laten weten dan via de kranten.

Daar zullen minimaal een paar weken overgaan, en dus zal Sporza op 4 september de facto van het scherm verdwijnen?

BOURGEOIS: De Vlaamse regering heeft destijds beslist om een sportzender toe te staan tijdens de sportevenementen in de zomer. Die termijn loopt op 3 september af. Eind deze week zal ik met mijn collega-ministers bespreken of we initiatief moeten nemen of niet. Maar zoals gezegd: vooralsnog heb ik daartoe geen enkel officieel verzoek ontvangen.

Ondertussen heeft de Vlaamse Media Maatschappij (VMMa) bij de Europese Commissie klacht ingediend tegen de VRT wegens onrechtmatige overheidssteun.

BOURGEOIS: Bij VTM vinden ze dat de VRT te veel geld krijgt en volgens de VRT is er sprake van een onderfinanciering. Tja, ik kijk met interesse uit naar de bevindingen van de Commissie. In elk geval blijkt uit deze zaak weer dat de pax media vandaag dood en begraven is. Dat betreur ik echt. Gezonde concurrentie is noodzakelijk en kan tot een beter aanbod leiden, maar nu is de relatie tussen de publieke omroep en de commerciële zenders te verzuurd. Ik betwijfel of het de bevoegdheid van de minister van Media is om die plooien weer glad te strijken. Ik heb niet de mogelijkheden om de grote verzoening tot stand te brengen, maar ik wil wel doen wat ik kan om de situatie weer te helpen normaliseren. Al kan ik de mensen natuurlijk niet dwingen om lief voor elkaar te zijn.

Kwatongen beweren dat het regeerakkoord wel héél lief is voor de commerciële omroepen?

BOURGEOIS: Waaruit leiden ze dat af?

Uit de passage over de reclame-inkomsten van de VRT: de plafonds van de reclame-inkomsten van de radio moeten worden gerespecteerd, de terugstortingsmogelijkheid wordt geschrapt en op tv kan sponsoring alleen nog bij evenementen.

BOURGEOIS: De VRT is een publieke omroep, en dus is het heel normaal dat die zich aan decretaal en beheersmatig vastgelegde regels moet houden. De inkomsten van de Vlaamse Audiovisuele Regie (VAR) zijn bijvoorbeeld geplafonneerd, maar dat werd totnogtoe omzeild door de overschrijdingen terug te storten. Dat zal nu niet meer kunnen.

Er gaan stemmen op om een parlementaire commissie in het leven te roepen die onder meer de reclame-inkomsten van de VRT controleert. Een goed idee?

BOURGEOIS: Mijn mening doet er niet toe, want het parlement kan daar zelf over beslissen. Als het zover komt, zullen we heel voorzichtig moeten zijn dat het werk van de commissie de bestaande procedures niet doorkruist.

In het N-VA-programma staat: ‘De openbare omroep moet kwalitatieve programma’s en objectieve informatie brengen. Het is niet haar taak zich concurrentieel op te stellen ten overstaan van de commerciële omroepen.’ Is dat meteen het uitgangspunt van uw beleid?

BOURGEOIS: We zijn hier nog niet eens begonnen met de beleidsnota! Wel is duidelijk dat de N-VA niet alleen staat met die overtuiging, ook het regeerakkoord gaat die richting uit. Zelfs mensen die bij de VRT betrokken zijn, zeggen dat de omroep meer nadruk zou moeten leggen op kwaliteit. ‘Beter de beste zijn dan de eerste zijn’, hoor je dan. Dat neemt niet weg dat de VRT zich op het héle Vlaamse tv-publiek moet richten met informatieve uitzendingen, maar ook met ontspanningsprogramma’s. Schrijf dus niet dat ik van de hele VRT één grote Canvas wil maken!

Maar u verkiest meer kwaliteit wel boven hogere kijkcijfers?

BOURGEOIS: Ik geloof helemaal niet dat de kijkcijfers per definitie achteruitgaan als een zender meer kwaliteit brengt. Maar het lijkt me evident dat de VRT in de eerste plaats veel aandacht aan kwaliteitszorg moet besteden. Verder vind ik de ‘gemeenschapsvormende’ rol van televisie ook wel interessant – voor zover een tv-programma dat écht kan doen natuurlijk.

U mag zich ook Vlaams minister van Buitenlands Beleid noemen. Is die portefeuil- le op Vlaams niveau geen hol vat?

BOURGEOIS: Ik kan niet ontkennen dat het federale buitenlandse beleid zwaarder doorweegt. Maar dat betekent niet dat er op Vlaams niveau niet veel meer mee valt te doen dan tijdens de vorige regeerperiode het geval was. Vlaanderen kán een grotere rol spelen op het internationale forum. Dat heeft de voormalige Vlaamse minister-president Luc Van den Brande (CD&V) destijds bewezen: hij heeft internationale contacten uitgebouwd, hij stuurde Vlaamse diplomaten naar het buitenland en zette Vlaanderen echt op de kaart. Op dat elan wil ik voortgaan. Ik wil bijvoorbeeld een belangrijke Vlaamse inbreng in het Benelux- verdrag, dat tijdens deze regeerperiode wordt herzien. Ook op Europees niveau moet Vlaanderen duidelijker vertegenwoordigd zijn, naar het voorbeeld van de Duitse Länder.

In uw pakket Buitenlands Beleid zit ook ontwikkelingssamenwerking.

BOURGEOIS: Als de Lambermontakkoorden worden uitgevoerd – en dat moet nu wel gebeuren – krijgt Vlaanderen veel bijkomende middelen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Dat is een heel goede zaak die we zeker moeten doordrukken.

Hebt u oren naar het verzet van een handvol grote Belgische ngo’s tegen de regionalisering van ontwikkelingssamenwerking?

BOURGEOIS: Ik heb hier op mijn kabinet al verschillende sollicitanten uit de ngo-wereld over de vloer gekregen, en ik weet zeker dat lang niet iedereen in die sector tegen de verdere regionalisering gekant is. Ik wil zo snel mogelijk met de ngo’s aan tafel gaan zitten, maar ik besef dat sommige heel moeilijk van hun standpunt af te brengen zullen zijn. En de politieke meerderheid van dit land heeft nu eenmaal grondwettelijk vastgelegd dat Vlaanderen bevoegd wordt voor ontwikkelingssamenwerking, dus zullen zij wel binnen dat kader moeten werken.

Tijdens de Nepal-crisis bleek u een fel tegenstander van het Belgische beleid op het vlak van wapenexport, maar straks moet u zelf advies uitbrengen over de licenties.

BOURGEOIS: Voor alle duidelijkheid: noch de N-VA, noch ikzelf zijn voorstander van een wet waardoor elke vorm van wapenexport onmogelijk wordt. Dat zou absurd zijn in een land dat zich heeft ingeschreven in een organisatie als de VN. Ik ben een legalist en ik eis dat een bestaande wet wordt nageleefd. Meer niet. Dat was ook mijn standpunt in de zaak-Nepal, waarbij de wet volgens mij – en daar sta ik nog altijd achter – manifest is overtreden. De wet was duidelijk: wapen- uitvoer kan niet naar landen waar mensenrechten worden geschonden of waar een burgeroorlog aan de gang is. Zulke criteria zijn perfect objectiveerbaar, en zeker toepasselijk voor de toenmalige situatie in Nepal.

Nu de exportlicenties een Vlaamse bevoegdheid zijn geworden, hebben we die wet overgenomen. Op zich is de toekenning van zulke licenties in de eerste plaats de taak van Vlaams minister van Buitenlandse Handel Fientje Moerman (VLD). Of er net als vroeger ook weer een advies van de minister van Buitenlands Beleid nodig zal zijn, weet ik nog niet. Daar is nog niet over gesproken. We hebben in elk geval de federale wet overgenomen, en nu moet die gerespecteerd worden. Ik sluit niet uit dat het decreet op termijn nog op een paar punten wordt bijgeschaafd. Zo blijven we met een grijze zone zitten wat de definitie van wapens betreft – een geweer is een geweer, maar bij hightechonderdelen is het veel minder duidelijk waarvoor ze gebruikt zullen worden – en ben ik zelf voor een grotere transparantie en meer controle door het parlement.

U bent ook bevoegd voor toerisme. Uw voorganger was een enthousiast promotor van het kusttoerisme. Mogen we nu een grootscheepse campagne voor Izegem verwachten?

BOURGEOIS: (lacht) Ons schoeisel- museum! Ons borstelmuseum! Tussen twee haakjes: die zijn echt wel uniek. Maar maakt u zich geen zorgen, ik ben mij heel goed bewust van álle toeristische troeven van Vlaanderen. Al wil ik me niet uitspreken over het beleid van Renaat Landuyt (SP.A), want dat heb ik vanuit de federale Kamer veel te weinig kunnen volgen. Als West-Vlaming ben ook ik geneigd om eerst de kust te noemen als ik aan toerisme denk, maar ik weet natuurlijk best dat Vlaanderen nog veel meer te bieden heeft. Zo kunnen we uitpakken met onze grote kunststeden Antwerpen, Gent en Brugge. Ik wil daar trouwens ook Brussel veel meer bij betrekken.

In het regeerakkoord staan amper drie regels over toerisme. U kunt dus uw gang gaan.

BOURGEOIS: Ik ben niet van plan om meteen een grote breuk met het verleden door te voeren, maar ik zal veranderen wat moet worden veranderd. Hoewel ik alleen nog maar tijd heb gehad voor een paar verkennende gesprekken, zijn de contacten met Toerisme Vlaanderen heel goed. Omdat ik naast dat verzelfstandigde agentschap geen overheidsdienst voor toerisme heb, wil ik bij Toerisme Vlaanderen een beleidscel installeren die me kan adviseren.

Wordt u er ondertussen niet zenuw-achtig van dat de Vlaamse meerderheid uw partij mathematisch eigenlijk niet nodig heeft?

BOURGEOIS: Ik probeer te allen tijde kalm te blijven. (lacht) Ernstig: ik denk echt niet dat CD&V er ons morgen zomaar zal uitgooien. Dat zou voor de buitenwacht ook heel vreemd overkomen. We hebben een akkoord, en ik ga ervan uit dat beide partijen dat zullen naleven.

Het kartel is voor N-VA op 13 juni bijzonder lucratief gebleken.

BOURGEOIS: Het is goed gelukt, ja. Zeker aangezien wij onze kandidaten niet via opvolgersplaatsen konden binnensluizen zoals in andere kartels het geval is. We hebben wel voor een stevige stemmeninbreng gezorgd: uit onderzoek blijkt dat één vijfde van de mensen die een stem op het Vlaams kartel hebben uitgebracht expliciet voor N-VA kozen, één vijfde voor het kartel als geheel en drie vijfde voor CD&V.

Het was voor ons wel even wennen om met veel minder mensen op de lijsten te staan. Als je als partij zelf volledige lijsten samenstelt, kun je veel makkelijker je lokale achterban meekrijgen. Zeker nu een hele provincie zich in dezelfde kandidaten moet herkennen. Mensen stemmen nu eenmaal graag voor politici uit hun eigen streek of gemeente.

U bent het kartel met CD&V aangegaan voor één verkiezing. Wordt dat nu voortgezet wegens ongezien succes?

BOURGEOIS: We hebben met CD&V een inhoudelijk programma gemaakt en we zijn een lijstverbintenis aangegaan voor de Vlaamse en de Europese verkiezingen. We hebben expliciet afgesproken dat we niet met gezamenlijke lijsten naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 trekken. In het regeerakkoord staat dat we af willen van de betutteling van de steden en gemeenten. Ze moeten autonoom kunnen besturen en daarover verantwoording afleggen aan hun kiezers, zonder constant aan de eisen van andere bestuursniveaus te moeten voldoen. Dan zou het als partij toch wel erg inconsequent zijn om de lokale afdelingen vanuit Brussel een kartelformule op te leggen? Bovendien is dat praktisch amper haalbaar omdat de politieke situatie en cultuur ontzettend verschilt tussen de 308 Vlaamse gemeenten. Afhankelijk van de plaats zijn onze mandatarissen samenwerkingsverbanden met verschillende partijen aangegaan. Soms komen ze op als Nieuw, soms als De Brug, Open, Samen of Pro. Dat neemt niet weg dat er in sommige gemeenten wel een samenwerking met CD&V kan ontstaan omdat het op Vlaams niveau zo goed klikt tussen de plaatselijke mandatarissen.

En als CD&V straks alsnog in de federale regering stapt?

BOURGEOIS: Dan zullen ze ons dat wel op tijd komen vertellen zeker? Wij zullen dan onze positie bepalen in het licht van ons partijprogramma. Ook het huidige kartel met CD&V is gebaseerd op inhoud en niet op postjes en mandaten. Maar ik heb zo’n gevoel dat het Elio Di Rupo (PS) en niet Yves Leterme is die op het federale niveau wikt en beschikt.

Door Ann Peuteman

‘Ik kan toch geen beleid voeren op basis van wat één medewerker van de VRT in de pers heeft gezegd?’

‘De pax media is dood en begraven, maar ik heb niet de mogelijkheden om de grote verzoening tot stand te brengen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content