Als Anderlecht voetbalt zoals Anderlecht dat kan, houdt niemand hen van de titel, zegt Milan Jovanovic. Maar eerst Europees een goede uitgangspositie veroveren tegen AEL Limassol, volgens de Serviër fysiek de sterkste ploeg die hij ooit zag.

Anekdote. Een besloten training in Anderlechts sportcentrum Neerpede, februari van dit jaar. Trainer Ariël Jacobs is er niet de man naar om de poort dikwijls dicht te laten, maar deze keer moet het, de cruciale uitmatch op Standard mag niet verloren gaan. Het waren de weken van de koudegolf, die nu zo ver weg lijken, onderweg sprak de weerman van -13. Perschef David Steegen heeft medelijden met de journalisten die buiten wachten op een interview en nodigt ze uit in de perszaal… die een glazen wand heeft met uitzicht op het oefenveld zodat tien ijverige reporters heel Jacobs’ geheime trainingssessie kunnen volgen.

De zenuwen staan die dag gespannen op Anderlecht. In het onderlinge shadow game, waarbij de B-ploeg het spelsysteem van de tegenstander kopieert, zien we allemaal concentratiefronsen. Tot Milan Jovanovic op links de bal verovert, een verbijsterde jeugdspeler dribbelt en met een geweldig overhoeks schot reservekeeper Davy Schollen vloert. Jovanovic weet met zijn blijdschap geen blijf. De Serviër loopt twee keer het veld rond, geeft iedere speler een high five, springt bijna tegen Ariël Jacobs op en knielt aan de cornervlag terwijl hij een denkbeeldig publiek groet.

Tegen zo veel levensvreugde zijn fronsen niet opgewassen. Anderlecht schiet in een collectieve lachkramp. Cheikhou Kouyaté valt letterlijk op de grond van het lachen. Patou Kabangu en Bedi Mbenza, twee pas aangeworven Congolezen, vergeten even dat ze zich nog moeten bewijzen en voetballen de rest van het partijtje ontspannen. En fantastisch. Vier dagen later klopt Anderlecht Standard met 1-2. Twee assists van Jovanovic.

De gewezen Gouden Schoen speelt nu exact één jaar bij Anderlecht. Hoe kijkt hij, vanuit Neerpedes perszaal met glazen wand, terug op die twaalf maanden?

Milan Jovanovic: Het was, met voorsprong, het moeilijkste seizoen uit mijn carrière. Ik kwam hier binnen als dé toptransfer, samen met Dieumerci Mbokani. Iedereen dacht: nu die twee erbij zijn, is de titel een uitgemaakte zaak. Maar zo werkt het natuurlijk niet. We hebben er héél hard voor moeten knokken. De play-offs maakten het dubbel moeilijk, want je moet in dit systeem in feite twee keer bewijzen dat je de beste bent. Dat we dat lastige seizoen met twee trofeeën konden besluiten, de titel en de supercup, vind ik een geweldige overwinning. Ik voel me daardoor bevrijd. Nu voetbal ik zonder stress: een enorm verschil met vorig jaar.

Vorig seizoen liet je meer anderen schitteren dan dat je zelf de ster was. Beviel je dat?

Jovanovic: Zelf vond ik dat prima zo. Het probleem was: als de mensen Jovanovic zien, verwachten ze dribbels en goals. Het publiek beoordeelt mij eigenlijk als een spits. Terwijl ik dat niet ben en ook niet in die rol voetbal. Dat Anderlecht dit seizoen overschakelde van 4-3-3 naar 4-4-2 helpt mij, al was het maar in de perceptie. Nu is voor iedereen duidelijk dat Milan Jovanovic links op het middenveld speelt. En iedereen begrijpt dat een middenvelder niet vaak scoort en dat hij zelfs zonder een assist te geven een goeie match kan spelen.

Ik heb er een goed oog in voor dit seizoen. De ploeg is nog hongerig en we weten nu dat wij in principe de besten zijn. Als Anderlecht voetbalt zoals Anderlecht dat kan, met spelvreugde, met onze kwaliteiten en onze vechtersmentaliteit, dan zie ik niet in wie ons dit seizoen van de titel kan houden.

De grote uitdaging voor Anderlecht is gefocust blijven in de zogenaamd kleinere wedstrijden, zoals die van volgend weekend uit bij Oud-Heverlee Leuven.

Jovanovic: Eigenlijk is dat zeer logisch. Tegen de grootste tegenstanders haal je je allerbeste voetbal boven. Dan geef je álles. Maar niemand kan iedere week honderd procent zijn. Dus wordt het, onbewust en zeker niet opzettelijk, allemaal een beetje minder wanneer je tegen een club met een mindere reputatie speelt. Ze zeggen dat het typisch voor Anderlecht is, maar bij Standard, Liverpool, Lokomotiv of Shakhtar ging het ook zo.

Wat dacht je over Anderlecht toen je nog bij Standard speelde?

Jovanovic: De context was helemaal anders. Standard had toen een geweldige ploeg, was binnen België de referentie geworden. Kijk waar die spelers zijn beland: Dante Bonfim speelt bij Bayern München, Oguchi Onyewu, Steven Defour en Axel Witsel voetballen bij de Portugese top. Witsel wilden ze zelfs bij Real Madrid en Marouane Fellaini stond dicht bij Chelsea! Met al dat talent waren wij natuurlijk het te kloppen team. Een beetje zoals Anderlecht nu. Er is voor mij dus niet zo veel veranderd.

Had het Standard van de kampioenenjaren het Anderlecht van nu verslagen?

Jovanovic: Gemene vraag! ( lacht) Mijn antwoord is dat dat Standard Champions League speelde en daar heeft geschitterd. Dit Anderlecht moet nog bewijzen dat het dat kan. Het gaat ons lukken, dat denk ik wel, maar we moeten die status nog verdienen. Vraag het mij opnieuw na de poules van de Champions League.

Matias Suarez blijft. De Argentijn was op weg naar CSKA Moskou maar die transfer gaat niet door na een mislukte medische test. Goed nieuws voor de ploeg, jullie krijgen er een uitstekende spits bij.

Jovanovic: Uiteraard is Anderlecht sterker met hem erbij en voor mij persoonlijk is het ook winst: ik speel altijd goed wanneer Suarez meedoet. Maar ik weet wat zo’n gemiste kans voor een speler betekent, daarom vind ik dat ik niet egoïstisch mag redeneren. Ik vind dit erg voor Matias, het zal ook niet makkelijk zijn om het mentaal te boven te komen. Hij moet zorgen dat hij zich niet laat gaan. Suarez moet geduld hebben, hij is immers nog zo jong. Op een dag, misschien over zes maanden, misschien over een jaar, komt een grote club. Dat kan niet anders, die jongen heeft zo veel talent.

Ik herinner me mijn medische controle toen ik tekende bij Liverpool. Twee keer zeven uur bij de dokter gezeten: een eerste keer testte die heel mijn lichaam, de tweede keer alleen mijn knie waaraan ik al een paar keer geopereerd was. Zenuwachtig dat ik was. Wat wil je? Zeven uur voor één knie, je zou aan alles beginnen te twijfelen.

Je begint aan het laatste jaar van je contract. In het moderne voetbal betekent dat dat je ofwel bijtekent, ofwel dat de club je deze zomer nog te gelde maakt.

Jovanovic: Ja, maar ik heb niet de leeftijd meer voor een toptransfer. Anderlecht weet dat het voor mij het grote geld niet meer vangt en dat verandert alles. Ik ben gratis gekomen en als ik hier ooit vertrek, zal het opnieuw gratis zijn.

Heb je nog de ambitie om naar een grote competitie te gaan?

Jovanovic: Ambitie… Kijk, ik voel me nog uitstekend. Ik zie geen verschil tussen nu en toen ik 26 was. Niet fysiek, noch qua snelheid, noch qua techniek. Integendeel: ik denk dat ik in alle domeinen nu een veel betere voetballer ben dan toen. Maar ja, de wetten van de transfermarkt zeggen dat ik minder waard ben, gewoon omdat ik de dertig ben gepasseerd. So be it. Realistisch gezien is het op mijn leeftijd onwaarschijnlijk dat ik nog naar een grote competitie verhuis.

Eigenlijk is de opdracht simpel. Ik moet match na match presteren, de ploeg keer op keer iets bijbrengen. Dat constante is erg belangrijk. Beter in drie matchen één assist dan in één match drie. Zo help ik Anderlecht, zo help ik mezelf, zo maak ik de fans blij en, wie weet, trek ik alsnog de aandacht van een absolute topclub. Het is voetbal, je weet maar nooit.

Spijt het je dat het bij Liverpool mislukt is? Want dat was jouw grote kans.

Jovanovic: In Liverpool speelde ik 18 wedstrijden, bijna allemaal in de eerste helft van het seizoen. Het spijt me vooral dat ik in die wedstrijden niet mijn niveau haalde. Dat ik daarna niet de kans kreeg om mij te herpakken, is erg zuur, maar hoort nu eenmaal bij topvoetbal. Ik weet nochtans dat ik de kwaliteiten heb om het te maken in de Premier League.

De reden waarom het misliep bij Liverpool is duidelijk. Trainer Rafael Benitez wou mij er graag bij, maar nog voor ik bij de club kwam, was hij al vertrokken. Zo gaat het: een coach kan je groot maken, maar een die het niet in je ziet, kan je evengoed kraken.

Bij het ontbinden van mijn contract heeft Liverpool zich heel chique opgesteld. Sportief had mijn Engels avontuur veel beter gekund, maar die fantastische deal verzacht de pijn.

Ook bij Anderlecht is er een nieuwe coach. Je moet je opnieuw bewijzen. Heb je er zin in?

Jovanovic: Natuurlijk. De trainer maakt het ook gemakkelijk voor je, stimuleert je om je best te doen. Onze trainingen zijn bijvoorbeeld echt een plezier. De hele tijd met de bal: daar houdt iedere speler van. En die aanpak werkt, want we voetballen fantastisch, zeker voor dit moment in het seizoen. Het nieuwe systeem heeft daar ongetwijfeld veel mee te maken. Ik zie dat het sommige ploegmaats goeddoet.

Wat weet je van AEL Limassol, de tegenstander in de finale play-off voor het behalen van de Champions League?

Jovanovic: Dat het een héél gevaarlijk team is. Wanneer je een Cypriotische ploeg loot, denken de mensen al snel dat het een makkie wordt, maar dat gaat nu zeker niet op. Ik zag Limassol in de vorige ronde tegen Partizan Belgrado. Fysiek zijn die Cyprioten een machine! Ik denk dat ik zonder overdrijven nog nooit zo’n krachtige ploeg gezien heb, stuk voor stuk mannetjesputters. Plus: vorig seizoen kregen zij in de eigen competitie amper 7 doelpunten tegen en werden ze kampioen vóór APOEL Nicosia, nochtans toen in de kwartfinale van de Champions League. Anderlecht zal top moeten zijn als we dat team willen kloppen.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Beter in drie matchen één assist dan in één match drie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content