‘Als ik een vrouw was geweest en ik zou commentaar krijgen op mijn looks in plaats van op mijn interviews – ik zou moorddadig worden, denk ik. Zowel toen ik De Ochtend presenteerde met Lisbeth Imbo als nu met De Kruitfabriek met Sofie Lemaire merk ik dat het grote publiek niet overweg kan met slimme vrouwen die relevante vragen stellen. Als zij een hard interview afnemen, krijgen ze mails en tweets waarin ze een ‘arrogant wicht’ worden genoemd, duidelijk van mannelijke signatuur. Terwijl dat bij mij niet gebeurt.
Ik zou er als vrouw ook de muren van oplopen als mensen denken dat ik alleen lieve vragen kan stellen, of beweren dat ik er alleen bij zit voor mijn schone ogen. Waarom gaat het trouwens over de laarzen van Kathleen Cools en niet over de schoenen van Lieven Verstraete? Daar word ik mistroostig van. Dat berust nergens op, behalve op een overgebleven, darwiniaans, mannelijk superioriteitsgevoel.
Als vent moet je vooral zwijgen op Vrouwendag. Wat kun je zeggen over iets wat je zelf niet beleeft? Ik weet niet hoe een machobaas aanvoelt, of een glazen plafond. Je moet als man op zo’n dag niet te veel theorieën verkopen, het klinkt toch altijd fout. Ofwel ben je machomoppen aan het maken, en dat is op dat moment niet de oplossing. Ofwel hang je de dikke slijmjurk uit, en dat is ook niet oprecht. Toch wilde ik meedoen. Omdat ik er niet tegen kan als ik zie dat Sofie zich meer moet bewijzen als ze een intelligente vraag stelt dan wanneer Tom Lenaerts en ik dat doen, terwijl zij tien keer slimmer is.
Ik ga naïef uit van totale gelijkheid tussen man en vrouw. Ik zal ook niet positief discrimineren of te lief doen tegen een vrouw. Misschien is dat voor mijn generatie meer vanzelfsprekend dan voor die van mijn ouders. In de rest van de wereld is het wel nog een ramp: vrouwenbesnijdenis, steniging. Vorig jaar interviewde ik de Congolese arts Denis Mukwege, die slachtoffers van verkrachting en seksueel geweld opvangt. Daar ben ik een week niet goed van geweest.
Een biologische klok bestaat ook voor mannen. Ik ben 32, mijn lief (Linde Merckpoel, nvdr.) is 28. Als iemand van ons al kinderen wil, dan ik eerder dan zij. Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde.
Ik heb een vrouwelijke politica nog nooit gevraagd hoe ze haar job met haar gezin combineert. Ik zeg niet dat de vraag altijd irrelevant is, maar dat geldt ook voor een man. Als we ooit een vrouwelijke premier hebben die acht maanden zwanger is op het moment dat ze naar een VN-top moet, moet je daar iets over kunnen vragen.
Ik zou het als vrouw niet pikken als ik minder zou verdienen. Alleen is loon nogal taboe in België. Ik weet alleen wat mijn lief verdient, dat is wat ik vier jaar geleden bij de VRT ook verdiende. Dat loopt dus mooi gelijk.’