Patrick Martens

De batterijen van de Antwerpse burgemeester Patrick Janssens zijn opgeladen. 2006 is zijn horizon: ‘Als Filip Dewinter dan bij een rechtstreekse burgemeestersverkiezing verslagen wordt, zal dat een zegen zijn voor de stad.’

Patrick Janssens (SP.A) is precies twee maanden burgemeester. Hij heeft nog drie jaar om het vertrouwen tussen de Antwerpenaren en hun stadsbestuur te herstellen. Tijdens een groot burgemeestersbal op 19 september op de Scheldekaaien hoopt hij de positieve sfeer te bevestigen die hij naar eigen zeggen tijdens de zomermaanden voelde in zijn contacten met mensen op straat, in de stadsdiensten en bij de politie. ‘Met dat feest zijn de problemen natuurlijk niet van de baan’, aldus Janssens. ‘Het motto Me’ Eel Antwaarpe beschrijft de ambitie, maar het roept ook die tegenstelling op want de uitdrukking ‘met heel Antwerpen, maar niet met mij’is al even bekend.’

De naweeën van het woelige voorjaar in Antwerpen zullen in elk geval nog een hele tijd voelbaar zijn. De gerechtelijke onderzoeken bij de politie, de stadsadministratie en diverse stedelijke vzw’s zijn nog niet afgerond. Een ‘sobere, open en onkreukbare’ stijl in de Antwerpse politiek en bij de stadsdiensten en de politie ligt nog op de tekentafel. Ook de uitputtingsslag rond de vorming van een vernieuwd schepencollege en de opvolging van Leona Detiège (SP.A) als burgemeester zindert na. Zo blijft VLD’er Hugo Coveliers, die naast de sjerp greep, vanaf de zijlijn zijn gal spuwen en was het recent weer flink hommeles bij coalitiepartner Agalev.

Patrick Janssens: ‘Naast de reële stad en de reële werking van het stadsbestuur heb je de virtuele realiteit van de politiek in Antwerpen en die is door de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in 2000 structureel instabiel. De parlementsverkiezingen in mei hebben het voor sommige partijen nog moeilijker gemaakt. Het scheppen van politieke stabiliteit in Antwerpen is een constante zorg.’

Hielp u daarom vorige week de twee Agalev-schepenen in het zadel te houden door hen openlijk uw steun te geven?

PATRICK JANSSENS: Het is toch normaal dat een burgemeester zich achter de mensen van zijn ploeg schaart, zeker als die in een moeilijk parket zitten. Agalev had ook eerder beslist dat Erwin Pairon en Chantal Pauwels schepen mochten blijven. Dat engagement moesten ze respecteren. De reactie achteraf van Luc Versteylen dat ik de twee groene schepenen alleen had gesteund omdat ze zwak zouden zijn, was in elk geval volkomen belachelijk.

Agalev wil zich meer laten zien en horen rond het sociaal beleid van de stad. ‘Minder beheren en meer veranderen’ is het groene credo.

JANSSENS: Hoe meer aandacht er in Antwerpen is voor het sociaal beleid en hoe meer veranderingen in de goede richting, hoe liever. In een coalitie is het logisch dat de partijen zich profileren. Als dat loyaal gebeurt, is er geen probleem.

Bij uw aantreden als burgemeester drong u aan op extra begeleiding en ondersteuning van de politie. Is die er al?

JANSSENS: Daarover voeren we overleg met premier Guy Verhofstadt (VLD) en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD). De politie heeft geen behoefte aan een zoveelste doorlichting. Er zijn twee grote opties. Ofwel trekken de korpschef en alle hoofdcommissarissen één lijn om een aantal doelstellingen inzake integriteit en veiligheid te bereiken. Ofwel is dat niet mogelijk en dan moeten we een nieuwe leiding importeren. Ik wil niet over één nacht ijs gaan en ook de stem van waarnemend korpschef Eddy Baelemans is daarbij belangrijk.

Het conflict bij de politie draait om de vraag of het korps centraal geleid moet worden, dan wel dat de hoofdcommissarissen in de stadszones meer armslag moeten krijgen. Is men daar al uit?

JANSSENS: De keuze tussen een gecentraliseerd of gedecentraliseerd model is fundamenteel. Totnogtoe schipperde men tussen die twee werkwijzen en dat werkt nooit. Meteen geef ik toe dat het niet eenvoudig is. Een modern politiekorps werkt het best op een gedecentraliseerde manier, maar door de crisis bij de Antwerpse politie is een centrale sturing vereist. Misschien moeten we tijdelijk voor die laatste optie gaan om later bij het andere model uit te komen.

Moet u als voorzitter van het politiecollege niet duidelijker zeggen wat u zelf wilt?

JANSSENS: Dat zal ook gebeuren, want de beslissing over de organisatie van de politie zal in grote mate bepalen of ik als burgemeester zal slagen of falen. Maar ik moet ook niet plots de grote politiespecialist uithangen, want dat ben ik niet. Uit een vorig leven weet ik iets over management en ik leer snel. De contacten met korpschef Baelemans en andere mensen aan de top van de politie zijn al heel nuttig geweest.

Baelemans is ook klaar met maatregelen om de vergoedingen voor de politiemensen aan te passen. Dat zij ondanks alle schandalen verder gewerkt hebben, blijkt bovendien uit een globale daling van de criminaliteit in Antwerpen in de eerste zeven maanden van dit jaar. De enige uitzondering vormen de inbraken in woningen. Maar dat is geen reden voor euforie want in het laatste trimester gaan de cijfers traditioneel de hoogte in.

Bent u niet te positief over de sfeer bij de politie? Hoofdcommissaris Serge Muyters gaf recent in de media uitleg over zijn seksuele geaardheid om een moddercampagne voor te zijn.

JANSSENS: Dat Serge homoseksueel is, was zelfs geen publiek geheim meer in Antwerpen. Wat was dan het nieuws, tenzij de positieve boodschap dat er op dat vlak niet gediscrimineerd wordt bij de politie? Dit zegt niets over het conflict bij de politie. Zelf zou ik mijn privé-leven nooit openbaar maken omdat de kans op een moddercampagne dan enkel groter wordt. Wie zijn privé-leven betrekt bij een publiek bestaan als politicus of politiechef moet niet schrikken dat de media dat ook zullen benutten als er slecht nieuws is.

Over het lot van Luc Lamine en andere geschorste topmensen van de Antwerpse politie wordt in de eerste plaats beslist door het gerecht. Maar kunnen ze nog ooit terugkeren?

JANSSENS: Ik doe daarover nu geen uitspraken. Als de afloop van de onderzoeken gunstig voor hen is, moeten ze die vraag eerst zelf beantwoorden. Onze opstelling is ondertussen duidelijk: tot het gerecht klaar is met zijn werk wordt iedereen die in opspraak komt tijdelijk geschorst en eventueel vervangen, maar we voeren geen parallelle tuchtonderzoeken. Deze situatie zal waarschijnlijk nog een hele tijd aanslepen. We zien wel waar we uitkomen.

U blijft de idee van een overlastmanager in Antwerpen verdedigen. Spoort dat met de opvatting van schepen van Veiligheid Dirk Grootjans (VLD) die meer verwacht van een superveiligheidsdienst in de stad?

JANSSENS: Grootjans en ik zitten op dezelfde golflengte. Hij en ik willen dat diensten meer samenwerken om in een buurt of wijk iets te doen. Overlastmanagement stuwt hen in die richting. Ook een dienst voor Integrale Veiligheidszorg, zoals Grootjans die ziet, zou zijn doel missen als hij niet met andere diensten samenwerkt. Dát is belangrijk, niet de naam van het kind. De federale regering wil dit ondersteunen. Antwerpen moet niet in elke uitgestoken hand van een hogere overheid bijten.

Door het ontslag van stadssecretaris Fred Nolf en door de schorsing van zijn adjunct Freddy Vandekerckhove en stadsontvanger Roger Bekaert is de administratie al bijna een half jaar onthoofd.

JANSSENS: Ik heb geen enkele reden om te klagen over de mensen die waarnemend stadssecretaris en stadsontvanger zijn. De administratie wordt goed geleid. De aanstelling van een nieuwe stadssecretaris is voor binnenkort. Van de 40 kandidaten die zich eerst hadden gemeld, nemen er zeventien deel aan de selectie. Het is een vergelijkend examen en wie de beste is, volgt Nolf op. Een adjunct zal die nieuwe secretaris volgens mij niet meer nodig hebben. Die functie diende in het verleden het politieke evenwicht in Antwerpen. Als de stadssecretaris van de ene kleur was, dan moest zijn adjunct van de andere partij zijn. Die tijd is definitief voorbij.

Eind dit jaar moeten de nieuwe organisatieplannen voor de stadsadministratie klaar zijn. Maar u stuurt niet aan op ingrijpende hervormingen.

JANSSENS: Met nog de helft van de bestuursperiode voor de boeg moeten we niet de indruk wekken dat we alle grote veranderingen in één keer kunnen realiseren. Met 2006 als horizon wil ik een aantal zaken op gang trekken. Aan de basisstructuur van de administratie wordt nu niet veel veranderd. De bedrijfseenheden worden enigszins gereorganiseerd om afdelingen logischer bij elkaar te brengen. Zo komt er bijvoorbeeld een eenheid ‘marketing en communicatie’. Voorts gaan we de weg op van projectmanagement om in de stad sneller concrete resultaten te bereiken.

De vakbonden zeggen dat er grenzen zijn aan de flexibiliteit van de 8000 stadsambtenaren.

JANSSENS: De vakbonden nemen constructief deel aan het veranderingsproces. Maar na vroegere ervaringen wachten ze af omdat ze vaak zijn teleurgesteld. Ze hebben moeite met gedeeltelijke reorganisaties zonder het globale opzet te kennen. Ze willen geen salamipolitiek en de veranderingen voor de ambtenaren moeten binnen redelijke perken blijven. Dat biedt genoeg ruimte om te onderhandelen.

Hugo Coveliers is niet onder de indruk van het aangekondigde ‘bureau voor integriteitsbewaking’. Dat bureau moet volgens hem geleid worden door een substituut en het mag geen zwijgplicht kennen.

JANSSENS: Wie zegt dat we het bureau in handen geven van een ambtenaar en dat we de openbaarheid niet opzoeken? Coveliers spreekt voor zijn beurt. Nu goed, hij is misschien niet de laatste, maar vast wel de voorlaatste man in Antwerpen van wie ik een aanmoediging verwacht.

Het overleg over de oprichting van een bureau voor integriteit is volop bezig en deze maand komen collega’s van Amsterdam hun ervaringen toelichten op een themacollege. Hier speelt ook een typisch fenomeen in de huidige politiek mee: management by announcement. Een politiek akkoord is groot nieuws, maar de uitvoering kan lang duren. Dat schept een probleem van geloofwaardigheid.

Een goed voorbeeld hiervan was het bezoek van de Vlaamse regering op 17 juli aan Antwerpen. Dat resulteerde in grote verklaringen over de spoorweginvesteringen in Antwerpen en over de Kyoto-normen en de Antwerpse petrochemie.

JANSSENS: Het belang van die hoogmis was dat de Vlaamse regering zich geëngageerd heeft om die dossiers mee te helpen realiseren. Voor de NMBS-investeringen en het Kyoto-protocol zal dat in overleg met de federale regering en met Wallonië moeten gebeuren. Dat zal niet van een leien dakje lopen. Maar wat de Liefkenshoekspoortunnel betreft – die heeft voor Antwerpen de allerhoogste prioriteit – ben ik niet pessimistisch, want daarover is op alle niveaus eensgezindheid.

De Vlaamse regering zit in geldnood en prompt krijgt Antwerpen 51 miljoen euro minder uit het Gemeentefonds. De Vlaamse en Antwerpse belangen lopen niet lang samen.

JANSSENS: Er komt een brief uit Brussel en iedereen steigert. Dat is een geconditioneerde reflex in Antwerpen. Wat is er aan de hand? Het bruto binnenlands product (bbp) is voor de Vlaamse regering een sleutel om de middelen van het Gemeentefonds te verdelen. Eerst moesten we in een financiële meerjarenplanning steunen op een onrealistisch hoog groeicijfer. Nu vraagt de Vlaamse overheid gedurende vijf jaar rekening te houden met een lage bbp-toename. Eigenlijk is zo’n extrapolatie te gek. Tenzij er in de komende vijf jaar een economische recessie is, zal de soep wel niet zo heet gedronken worden.

De Antwerpse media wijzen telkens weer op het gebrek aan politieke invloed van Antwerpen in Brussel. Hun reacties waren ook furieus omdat Antwerpen weer geen minister in de federale regering heeft.

JANSSENS: Ik heb gegniffeld toen ik kopstukken van mijn partij aan die media hoorde uitleggen dat ze al jaren schrijven dat er geen goede Antwerpse politici zijn maar dat een van hen desondanks een geschikte federale minister zou zijn. Antwerpen betaalt de prijs voor zijn opstelling in het verleden. Voor mij telt het resultaat. Daarom heb ik liever dat de federale regering oplet om Antwerpen niet te veel te benadelen, liever dan dat we een minister als schaamlap krijgen en niets meer hoeven te vragen.

In volle crisis riepen de partijvoorzitters in Brussel dat de burgemeester en schepenen in Antwerpen hun taak niet meer zouden cumuleren met een parlementair mandaat. Intussen zit u samen met Ludo Van Campenhout (VLD) en Marc Van Peel (CD&V) in het federale parlement en blijft Robert Voorhamme (SP.A) Vlaams parlementslid.

JANSSENS: Het zou heel onverstandig zijn om hen naar Antwerpen te verbannen en de banden met de federale en Vlaamse politiek los te laten. Door de vergoedingsregeling voor parlementsleden bespaart de stad Antwerpen trouwens 150.000 euro per jaar. Wij krijgen voor beide mandaten samen niet meer dan anderhalve keer een parlementaire wedde.

De vier meerderheidspartijen in Antwerpen hebben in feite onderhandeld van eind 2000 tot april van dit jaar. Zo is bijna de helft van de bestuursperiode verloren gegaan.

JANSSENS: Dat is overdreven. Als het gaat over de Antwerpse politiek verwondert het mij telkens dat velen niet gehinderd zijn door enige kennis van rekenkunde. Met SP.A, VLD en CD&V hebben we op dit ogenblik zelfs geen meerderheid zonder Agalev. Bovendien stemmen leden van de meerderheid in de gemeenteraad geregeld tegen of ze onthouden zich. Met een halve zetel op overschot kun je Antwerpen niet besturen.

Van wijlen Herman Deleeck heb ik echter ook geleerd dat er een onderscheid is tussen politiek en beleid. Er is in de voorbije drie jaar al veel gerealiseerd. Het belangrijkste was de meerjarenbegroting voor de investeringen in de stad. Hierdoor liggen nu bijvoorbeeld de middelen voor de renovatie van de stedelijke scholen vast en wordt er werk gemaakt van Het Eilandje.

Bent u gewapend om ‘de ergste nachtmerrie’ van Filip Dewinter (Vlaams Blok) te zijn?

JANSSENS: Mijn nachtmerrie-uitspraak was confronterend, maar ik ga in de komende drie jaar niet voortdurend de confrontatie met Dewinter opzoeken. Hij zal het veel moeilijker krijgen als we een permanente boksmatch vermijden en als we erin slagen om de problemen niet meer onder de tafel te vegen, maar op te lossen. Tegenover zijn optreden in de Antwerpse crisis hebben we die strategie al gevolgd door niets te verbergen en open te communiceren. De uitslag van 18 mei toont dat dit gewerkt heeft. Dat is wat ik bedoel met die nachtmerrie. Daarover zal Dewinter voor het slapen gaan zeker al eens nagedacht hebben.

Misschien denkt hij wel meer na over het kartel dat hij tegen 2006 met het Vlaams Blok, de N-VA en het Liberaal Appel van Ward Beysen tot stand wil brengen.

JANSSENS: Wat Dewinter wil bereiken, is bekend.

Door de ruzie bij de VLD tussen de partijleiding en Hugo Coveliers vindt u hem straks misschien ook nog bij dat kartel?

JANSSENS: Soms vraag ik me af of het geen bewuste strategie van Coveliers is om daar uit te komen. Ik heb een sterk déjà-vugevoel. Maar zijn barslecht resultaat op 18 mei en ook dat van Beysen waren niet van die aard dat een kartel rond het Blok op voorhand gewonnen spel heeft. Coveliers kon zich geen sterkere campagne dromen en toch heb ik in de stad Antwerpen acht keer meer stemmen behaald.

We hoeven niet bang te zijn voor dat gevecht. Ik hoop op een rechtstreekse burgemeestersverkiezing. Want als het Vlaams parlement die afspraak niet goedkeurt, weet ik nu al dat er gezegd zal worden dat men niet durft vanwege Antwerpen. Ik ken de politieke risico’s, maar het zal een zegen voor de stad zijn als Dewinter bij zo’n rechtstreekse verkiezing verslagen wordt.

Daarbij moet dan ook een kartel van SP.A en Agalev helpen?

JANSSENS: Daar zal ik me als burgemeester niet mee bezighouden. Partijstrategie is een zaak van mijn voorzitter, Steve Stevaert. Door de huidige situatie bij Agalev zou het ook zeer destabiliserend zijn voor de groenen én voor de bestuursmeerderheid in Antwerpen indien ik me daaraan wel zou wagen. Ik wil de burgemeester van heel Antwerpen zijn. Ik zal me niet zo partijpolitiek opstellen als van een oud-voorzitter van de SP.A zou kunnen worden verwacht.

Is de rust intussen in uw eigen partij in Antwerpen teruggekeerd?

JANSSENS: We hebben met de SP.A in Antwerpen een grote omslag gemaakt. Dat is sneller gebeurd dan gedacht en we staan verder dan verwacht.

Moesten oud-schepen Kathy Lindekens en uw voorgangster Leona Detiège daarbij per se een ezelsstamp krijgen?

JANSSENS: De partijvernieuwing staat los van wat er gebeurd is tijdens de Antwerpse bestuurscrisis. Daarin hadden alle betrokkenen een gedeelde verantwoordelijkheid. Kathy heeft actief aan de vernieuwing meegewerkt en ook in het stadsbestuur hebben we loyaal samengewerkt. Haar vertrek is pijnlijk geweest, want niemand stapt in de politiek om er op die manier weer te moeten uitstappen. En wat Leona betreft, zij heeft toch ook heel veel applaus en erkenning gekregen.

Bent u niet bang voor de memoires die Detiège momenteel schrijft?

JANSSENS: Absoluut niet. Andere mensen van haar generatie hebben me trouwens gezegd dat ook zij met hun memoires zullen uitpakken als Leona dat doet. Ik vermoed dat ik er vooral veel uit kan leren. Zelf zal ik er niet zoveel in voorkomen. Daarvoor is mijn politieke loopbaan in Antwerpen te kort.

Na Antwerpen stelt Stevaert nu ook orde op zaken in de SP.A in Mechelen en Brussel. Waarom kan hij dat wel doen en kon u dat als voorzitter niet?

JANSSENS: Ik mag hopen dat Steve het terrein geploegd heeft aangetroffen. Natuurlijk verschillen we als voorzitter én, ook dat is belangrijk, er zijn intussen verkiezingen geweest. Op 18 mei is de interne kritiek op de partijvernieuwing, het kartel met Spirit en de lijstvorming snel verstomd. Toen ik voorzitter werd, had ik goede contacten met de partijtop maar was mijn appeal groter buiten dan binnen de SP.A. Steve heeft niet alleen een enorme aantrekkingskracht buiten de SP.A, hij is ook een man van de partij. Hij was al onaantastbaar voor hij voorzitter werd. Nu is hij dat helemaal. Hij werkt in een hogere versnelling. Hij is vriendelijker dan ik in de eerste contacten, maar hij zal sneller de botte bijl bovenhalen.

Door het optreden van Stevaert lijkt het alsof u maar een overgangsfiguur was.

JANSSENS: Daar heb ik geen moeite mee. Maar de vernieuwing van de partij is niet begonnen op 19 mei. Waar zou die 9 procent winst bij de verkiezingen anders vandaan gekomen zijn? De SP.A was in het kartel met Spirit de enige partij die in alle kieskringen dezelfde verhouding kwaliteit/product op de lijsten heeft aangeboden, met ook eenzelfde profiel van de lijsttrekker. Ons resultaat was in heel Vlaanderen vergelijkbaar, zelfs in gemeenten waar we niet eens een fatsoenlijke afdeling hebben.

Door het verkiezingssucces is Stevaert oppermachtig in de partij en blijft enig gemor binnenskamers. Dat kan snel veranderen als het de SP.A minder voor de wind gaat.

JANSSENS: Daar is Steve zelf zich zeer goed van bewust. Zijn beslissingen raken individuele belangen en carrières. Maar het ongenoegen zal beperkt blijven zolang de sterkst mogelijke mensen op de juiste plaats worden gezet. Het is ook relatief ongewoon om figuren zoals Freya Van den Bossche, Pascal Smet en Caroline Gennez versneld op het voorplan te brengen terwijl het misschien de wolven zijn die ooit de generatie van de Teletubbies zullen opeten. Bon, dat is dan maar de prijs die we moeten betalen om een nieuwe sterke generatie in de SP.A te krijgen. Het is aan ons om op tijd de fakkel door te geven.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content