‘Ik ben een bescheiden man, maar ik ben trots op wat ik heb gedaan.’ Afscheidnemend nationaal politicus Freddy Willockx (SP) praat vrijuit. Over de schizofrenie van de VLD, de onmacht van Mieke Vogels en de macht van het ACW.

Toen Karel Van Miert in 1988 naar Europa vertrok, mochten ze zelf kiezen wie van hen SP-voorzitter zou worden: Freddy Willockx of Louis Tobback. Willockx liet Tobback voorgaan, want die kende zijn wereld. Willockx had te veel pudeur. Wereldberoemd in Sint-Niklaas, dat wel. Hij was zestien jaar gemeenteraadslid geweest, vijf jaar schepen, één jaar staatssecretaris voor Financiën, twee keer één jaar minister van PTT en daarna minister van Pensioenen. In 1999 loste hij de Belgische dioxinecrisis op door met een verbazend gemak de toorn van de Europese groten te temperen. Kersvers premier Guy Verhofstadt zat toen in het buitenland, in Toscane.

In 1989 werd hij burgemeester, in 1990 Waas biljartkampioen driebanden, in 1992 minister van Pensioenen en in 1994 vond hij zijn tweede jeugd in het Europees parlement. Al die jaren bleef hij ook in de SP met een gekrijte keu rondlopen. Als loyaal partijspeler, zeker, maar soms ook als lastige koteraar. Dat heeft de partijtop geweten toen ze hem op 13 juni 1999 even over het hoofd zag.

Vanaf 1 januari is u opnieuw burgemeester van Sint-Niklaas. Een terugtocht?

Freddy Willockx: We moeten niet allemaal de ambitie hebben, zoals Herman De Croo, om veertig jaar in de Wetstraat te blijven. Maar ik heb op het laatste partijbureau, mijn laatste keer na een kwarteeuw, gezegd dat ze nog last zullen hebben met mij. Ze zullen mij nog horen als het over de politiehervorming of de gemeentefinanciën gaat.

Hebt u zich nooit uw uitwijking naar Europa in 1994 beklaagd?

Willockx: Nee, ik ben nooit zo actief geweest in het partijbureau en in Sint-Niklaas als in die periode. Ik bleef minstens zoveel betrokken bij de nationale politiek als toen ik in de Belgische Kamer zat. En mijn werk van toen werpt vandaag nog vruchten af. Het heeft niet op de voorpagina van de krant gestaan, maar het fiscale hoofdstuk van het Lambermontakkoord, dat is eigenlijk De Batselier-Willockx. Ge gelooft mij niet? Leg de tekst van dat akkoord eens naast de nota die ik in 1998 samen met Norbert heb geschreven. Drie jaar voor datum hebben wij de principes van het Lambermontakkoord op papier gezet. Onze standpunten van toen zijn nu bijna wet. Niet slecht voor een verstokte unitarist, hè?

In 1993 zei u aan de vooravond van het Belgische EU-voorzitterschap dat de socialisten zich ernstig moesten gaan bezinnen over hun rol in Europa indien er toen geen ernstige stappen vooruit werden gezet op fiscaal en sociaal vlak. Straks is België opnieuw voorzitter.

Willockx: En de balans is positief. Zowel fiscaal als sociaal is er vandaag een belangrijke doorbraak. De top van Luxemburg leverde richtsnoeren voor de werkgelegenheid. Nu komt er de sociale agenda. Fiscaal is er op de Europese raad van de ministers van Financiën en Economie eind november ook een stap vooruit gezet: er is nu toch een formule die in 2010 moet leiden tot een veralgemeende afschaffing van het bankgeheim. Weliswaar door de Amerikaanse druk op Luxemburg en Zwitserland, maar goed, de doorbraak is er.

Minder gelukkig ben ik over de top van Nice. Als voorbereiding op de uitbreiding van Europa was dat een mislukking. En de match België-Nederland vond ik heel ongelukkig. Ik vermoedde daar de hand van Noël Slangen in, maar het schijnt dat ik mij daarin vergis, dat het de Nederlanders zijn die die mediatieke rel hebben uitgelokt.

Twintig jaar geleden liep u al storm tegen de fiscale fraude in België. Hoe zit het daarmee?

Willockx: Daarin zijn de Franstalige liberalen merkwaardig geëvolueerd. In 1980 vonden minister van Financiën Robert Henrion (PRL) en ik, als staatssecretaris, elkaar in een voorstel om de fraude streng aan te pakken. De Bijzondere Belastinginspectie (BBI) werd versterkt. De bijzondere mechanismen in de banksector werden gedefiniëerd. Ik wou dat uit rechtvaardigheidsoverwegingen, Henrion omdat hij vond dat belastingontduiking de markt verstoort. Henrion is voor zijn initiatief gestraft door partijvoorzitter Jean Gol: na zes weken werd hij de laan uitgestuurd. Vandaag vind ik de geest van Robert Henrion terug bij minister van Financiën Didier Reynders (PRL).

Een leerling van Jean Gol nochtans.

Willockx: Inderdaad. Als ik Reynders vandaag hoor praten over de verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op kapitaal, hoor ik mezelf, Louis Tobback en Frank Vandenbroucke vijf jaar geleden bezig. Reynders geeft de fiscale ambtenaren zelfs politionele bevoegdheid. Prima. Dat propageren wij al sinds het begin van de jaren tachtig. In de laatste regering-Martens konden we dit niet afdwingen. En in de tweede regering-Dehaene werd de uitvoering ervan geboycot door de opeenvolgende ministers van Justitie. Nu gebeurt het wel. Met de liberalen.

Ontroerend, voor een socialist die jarenlang uiterst wantrouwig stond tegenover de sociale koerscorrectie van de liberalen, ook van de VLD.

Willockx: O, maar ik zeg niet dat er partijpolitiek een sociale correctie gebeurde, wel in de regering. Van dat meer sociale liberale gezicht merk ik niet veel als ik Karel De Gucht over het onderwijs bezig hoor, of Hugo Coveliers over de asielzoekers. Er is duidelijk een verschil tussen die dynamiek en de houding in de regering.

De SP zit dus met een schizofrene regeringspartner?

Willockx: De VLD kan dat volhouden zolang ze in de ernstige peilingen en verkiezingen vooruitgaat. Ik denk dat de weerbaarheid tegen electorale achteruitgang bij de VLD veel kleiner is dan bij CVP en SP omdat die partij een zeer heterogeen politiek personeel heeft. De dag dat het hen minder goed gaat, zullen ze het lastig hebben om aan hetzelfde zeel te blijven trekken.

Voor een regering is dat toch een broze basis om op samen te werken, te meer omdat de paarse ambities tot 2007 strekken.

Willockx: De broosheid, zowel aan de blauwe als aan de groene kant, wordt in grote mate gecompenseerd door de manier waarop Guy Verhofstadt zijn ploeg mentaal stimuleert. Hij levert grote inspanningen om de sfeer erin te houden, met succes. Jean-Luc Dehaene had ongetwijfeld meer technocratische capaciteiten als leider, hij hield zich met élk dossier bezig. Verhofstadts sterkte is zijn animatorship.

De gave van het animeren is toch een beetje mager? Anders kon Felice net zo goed premier zijn.

Willockx: Animeren is een slecht woord. Noem het veeleer coaching. Jean-Luc blafte zwakkere ministers af, Verhofstadt moedigt ze aan. Op die manier wil ik het hier in het schepencollege van Sint-Niklaas proberen.

Voor een stabiele regering heb je toch ook eensgezindheid ten gronde nodig?

Willockx: Het paars-groene verhaal loopt gesmeerd in een goede conjunctuur. Het wordt moeilijker in een economische crisis. Maar dan nog, stel dat het morgen minder goed gaat, dan zullen we toch minder inspanningen moeten leveren dankzij het relatief zuinige beleid dat we in betere tijden voerden.

Dankzij de Europese eenmakingspolitiek mag het in 2005 wat slechter gaan. Als je een begrotingsoverschot van anderhalf procent hebt, kun je met Europese lidstaten afspreken om gedurende een bepaalde periode een wat soepeler beleid te voeren. Dat was ook altijd de stelling van minister van Financiën Philippe Maystadt (PSC). Als je tot 2003 verder saneert, kun je je bij een nakende crisis wat lagere boni veroorloven.

Neemt deze regering precies op dat punt niet te veel risico’s?

Willockx: Dat risico zou er geweest zijn, mocht het opbod rond de belastingverlaging van voor de zomer zich hebben doorgezet in de begroting. Maar zowel het Zilverfonds als de gestrengheid van minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP) hebben daar een stokje voor gestoken.

De cijfers van de voorgespiegelde belastingverlaging klopten niet.

Willockx: Die verlaging moest trager gebeuren dan voorgesteld, ja.

Wie is verantwoordelijk voor die foute berekeningen?

Willockx: Didier Reynders is daar voorbarig in geweest. Om het zacht uit te drukken.

Niemand in de regering heeft dat tot nu toe openlijk durven toe te geven.

Willockx: Ik zeg het nu toch?

Het is een beetje zoals met het kijk- en luistergeld: ‘ooit’ zal het wel eens worden afgeschaft.

Willockx: Je wordt er desondanks toch Man van het Jaar van Knack mee. (Lacht) Toch blijft deze regering overeind. Tot spijt van wie het benijdt. En ik moet er geen tekeningetje bij maken dat de oppositie niet weet van welk hout pijlen te maken. Dat helpt de samenhang van de coalitie ook. Als ik zie hoe jonge CVP-kamerleden omspringen met de meest delicate dossiers en niet aarzelen om methoden te gebruiken waar extreem-rechts van likkebaardt.

U verwijt vandaag sommige CVP’ers wat u in de eerste helft van de jaren negentig Guy Verhofstadt verweet: dat ze bewust of onbewust de antipolitiek en extreem-rechts voeden.

Willockx: Uit alles blijkt dat de CVP de gemeenteraadsverkiezingen behoorlijk heeft overleefd dankzij de ACW-mandatarissen. Daarom krijgt de CVP een serieus probleem op het ogenblik dat ze naar centrum-rechts manoeuvreert.

De SP heeft ook een probleem hoor: migratie en asiel. Daar hebben we in onze eigen achterban twee extremen: de roodgroene jongeren die vinden dat het huidige en vorige beleid te rechts en te flinks was, en een andere groep die vindt dat we te laks zijn.

We moeten oppassen dat we niet in een toestand van ras le bol terechtkomen. Hier in Sint-Niklaas tast een tiental zigeunergezinnen de leefbaarheid van een aantal volksbuurten aan. Mocht ik daar wonen, ik zou reageren zoals die mensen.

Maar je kunt de zigeuners ook niet terugwijzen. Je stuurt geen mensen terug naar de kogel. Wat doe je dan als regering?

U probeerde zelf toch te verhinderen dat Vande Lanotte in Sint-Niklaas een asielcentrum opende?

Willockx: Correctie, ik protesteerde tegen de ligging van dat gebouw, in het stadscentrum. We stelden een alternatief aan de rand voor, maar dat is afgewezen.

Sint-Niklaas heeft nu ook een schepen van Veiligheid.

Willockx: Ik ben daar heel erg voor.

Steve Stevaert is daar vierkant tegen.

Willockx: Ik ben er honderd procent voor.

Stevaert is er tegen omdat de burgemeester en de schepen van Veiligheid elkaar voor de voeten zullen lopen. En vooral omdat hij vindt dat je moet zorgen voor een veilige stad zonder dat je er reclame voor moet maken.

Willockx: Dat tweede argument kan ik volgen, het eerste niet. Zeker niet als de burgemeester en de schepen van dezelfde partij zijn, zoals in Sint-Niklaas. Het is puur een kwestie van taakverdeling. Het pakket is te groot geworden voor de burgemeester, met alle taken die er de afgelopen jaren bijgekomen zijn: de integratie van de politie, de uitbouw van het preventieve veiligheidswerk met straathoekwerkers en stadswachten. Bovendien zal Fred Schoeters als schepen van Veiligheid fungeren. Hij is eveneens een SP’er en heeft als ex-burgemeester voldoende ervaring.

Louis Tobback zegt al jaren dat we het aspect veiligheid als element van sociaal beleid onderschatten. Maar ik zet dat in Sint-Niklaas niet in de etalage, de media wel. De verrechtsing in de media vind ik beschamend. Als het persagentschap Belga al sympathisanten van extreem-rechts tot regionale redacteurs benoemt, is het hek van de dam. Dat is hier in het Waasland het geval. Ik heb de journalist in kwestie beleefd laten weten dat de stad vanaf 1 januari 2001 zal weigeren om nog met hem samen te werken, wegens herhaaldelijke overtredingen van de deontologie.

Dat is verregaand, een politicus die een journalist de deur wijst.

Willockx: Misschien moeten de media ook eens nadenken over de eigen limieten.

In het begin van de jaren negentig zei u dat de socialisten met handen en voeten moesten uitleggen aan het ‘eigen volk’ dat ons welvaartspeil niet houdbaar was.

Willockx: Ja, en we zijn daar niet in geslaagd. Bij de brede lagen van ons kiezerskorps blijft de kwaliteit van het leven nog altijd ondergeschikt aan het materiële. Met alle begrip voor mensen die het minder schoon en goed hebben dan wijzelf. Een politicus die het zelf niet slecht heeft, moet een beetje opletten als hij mensen daarvoor berispt.

Norbert De Batselier zegt het zelf: het rood-groene discours van het Toekomstcongres is niet uitgedragen naar de basis. We zijn er niet in geslaagd om systematisch groen aan te trekken. Als het lukt, heeft het te maken met toevallige omstandigheden of met personen. Met mensen als Stevaert, Vande Lanotte, en – in mindere mate – Frank Beke of Willockx.

Ik was daarom een van de weinigen in de SP die voorzitter Patrick Janssens bleef verdedigen in zijn keuze om in Antwerpen op de lijst te gaan staan. Janssens kan de rood-groene jeugd mobiliseren. Bovendien had hij een momentum nodig zoals Karel Van Miert. Die had aanvankelijk ook geen autoriteit in de partij. Willy Claes en anderen waren de baas. Het veranderde pas toen de basis zich in het rakettendebat achter de loser, Van Miert, schaarde.

Vandaag zijn in de SP ook nog altijd anderen de baas. Blijft Patrick Janssens een ‘puppet on a string’?

Willockx: Denkt gij dat Tobback een puppet on a string zou lanceren?

Pardon?

Willockx: Ja, Tobback heeft Janssens gelanceerd, niet Stevaert-Vande Lanotte. Denkt ge echt dat Janssens, nadat hij vijf jaar met Tobback heeft samengewerkt, een handpop is?

Dan is de SP dus twaalf jaar de zaak van één man gebleven: Tobback. Hij maakte Vandenbroucke, Stevaert en Janssens.

Willockx: Het enige wat je Louis kunt verwijten is dat hij na de Agusta-verkiezing van 1995 politiek zelfgenoegzaam werd. En dat hij zich wel nog met de grondige reorganisatie van de partij, en te weinig met de politiek inliet.

In 1993 profeteerde u dat uiterlijk in 1996 een onverdacht progressief man zou opstaan om de krachten ter linkerzijde te bundelen.

Willockx: Die man, Maurits Coppieters, is opgestaan, toch? Alleen hebben we de bereidheid van Bert Anciaux en Mieke Vogels om mee te doen aan het Sienjaal overschat.

Vogels?

Willockx: Vogels bleek minder impact te hebben op Agalev dan ik in die dagen dacht. Want zij wilde wel meedoen, maar door de centralistische structuur van Agalev is er nooit iets meer uitgekomen dan wat goede persoonlijke contacten.

En dan was er ook de heel halsstarrige manier waarop het ACW de boot afhield. Het ACW heeft wel inhoudelijk actief meegewerkt aan het Sienjaal, maar heeft nooit aanvaard dat er over structuren werd gepraat.

Hoe staat u tegenover het soms openlijke gelonk van SP’ers naar het ACW vandaag?

Willockx: Ik ben er al bijna een kwarteeuw van overtuigd dat socialisten en het ACW elkaar moeten vinden. Maar ik heb wel altijd de specificiteit van het ACW onderkend. Je vindt nergens anders in Europa zo’n organisatie die geen politieke partij is en toch ook meer dan een beweging. Het is een unieke tussensoort. En er is de factor macht. Als die factor voor langere tijd niet meer beschikbaar zou zijn, vraag ik me af hoe het ACW zal evolueren.

Verhofstadt en Karel De Gucht zijn daar nogal gerust op. Het zal nooit lukken want rode en groene vakbondslui lusten elkaar rauw.

Willockx: Dat was twintig jaar geleden zo, met Georges Debunne en Jef Houthuys. Vandaag is dat minder het geval, zeker op het interprofessionele vlak.

Hoe interpreteert u het jongste signaal van ACW-voorzitter Theo Rombouts, die de CVP de facto de wacht heeft aangezegd?

Willockx: Ik waardeer het permanente inhoudelijke werk van het ACW. Maar ik voeg er aan toe dat het ACW ook nooit zou zijn beginnen lonken naar Agalev indien de CVP op 8 oktober had gewonnen. Nu kunnen ze praten. Hoe het evolueert, weet ik niet. Wel weet ik dat het overwicht van het ACW voor de CVP onhoudbaar is.

René Stroobant, uw plaatselijke partijvoorzitter, meent dat de Waaslanders zwarter zijn gaan stemmen door het drama van de failliete Boelwerf.

Willockx: René heeft, mijns inziens, ongelijk. Ik heb hem dat al vier keer gezegd en zelfs geschreven. Toch blijft hij dat herhalen. Zijn stelling werkt bovendien zelfvoedend in het voordeel van het Vlaams Blok.

Wat met Boel is gebeurd was toch een dupeverhaal?

Willockx: Hooguit heeft de onzekerheid over de Boelwerf bijgedragen tot de verzuring in Temse, al heeft het daar veel meer te maken met de samenlevingsproblemen. Van de jongere mensen die op de werf werkten, hebben de meesten ander werk gevonden. Dan heb je de bruggepensioneerden die tevreden waren met hun afscheid. En je hebt een derde categorie die ongelukkig is achtergebleven. In die groep zullen er ongetwijfeld extreem-rechtse oprispingen geweest zijn. En ik vergeef die mensen hun stem niet, want ze weten dat wij – Miet Smet (CVP) en ik, samen met Stroobant en de vakbonden – alles hebben gedaan wat we konden. André Denys (VLD) heeft ooit eens gezegd dat de Boelwerf zonder Willockx en Smet al tien jaar eerder op de fles was gegaan. En hij had gelijk. Boel was geen gevolg van een politiek falen. Boel was een economische tragedie.

Hoe bekeek u de afwikkeling van de scheepskredieten?

Willockx: Ze heeft bewezen dat de financiering van de scheepskredieten absoluut niet meer transparant was. En erger, dat sommige mensen hun zakken hebben gevuld.

En daarvan worden vrijgesproken.

Willockx: Pardon? (Haalt schouders op) Geen socialist zeker?

Dat verhaal weer?

Willockx: ’t Is toch waar zeker? Ik heb het dan niet over in de gazet staan als er een huiszoeking is geweest – sommige magistraten zijn daarin gespecialiseerd: zorgen dat het in de krant komt – maar over vervolging.

Wat ging er door u heen op de dag dat André Cools vermoord werd?

Willockx: Dat was verschrikkelijk. André was, met al zijn gebreken, een schone socialistische figuur, door zijn warmte en zijn oprechtheid. Hij was een vriend. Ik was verdrietig, maar toch was zijn dood voor mij geen complete verrassing. Hij was eind de jaren zeventig al zeer ongerust over zijn veiligheid. We hadden een tweedaags schepencollege van Sint-Niklaas in Luik georganiseerd. Ik reed terug naar Brussel met een auto van de stad en parkeerde de wagen voor het partijgebouw waar ik werkte. De volgende dag stond de politie aan de deur. Cools had een klacht ingediend. Bleek dat ik zonder het te beseffen de hele weg achter hem had gereden en dat hij meende dat hij achtervolgd werd. Hij voelde zich toen al bedreigd. Hij is ook een tijdje gewapend geweest.

Volgt dan de tweede uppercut voor de socialisten: Agusta.

Willockx: Je gaat de moord op André en Agusta toch niet met elkaar verbinden, zeker?

Nee, maar wel hun schade voor de socialistische beweging.

Willockx: Agusta was de allerzwartste bladzijde. Ik reageerde heel emotioneel. Ik keek op den duur ook niet meer naar de televisie. Ik kon het niet meer zien: iedere dag weer, die geboeide kameraden in en uit het boevenkarretje.

Het was een harde periode. De weerbaarheid die ik eraan overhield heeft me door de dioxinecrisis geholpen. Ik stond toen in het oog van de storm. Maar het lukte. Ook omdat ik de Europese netwerken had, goede contacten met Van Miert, en omdat ik niet met vakantie ben gegaan.

U was eigenlijk dienstdoend premier?

Willockx: Eigenlijk wel. Ik genoot het vertrouwen van premier Verhofstadt en van de bevoegde ministers met wie ik permanent contact hield.

Hebt u zich altijd deel van de ploeg gevoeld?

Willockx: Niet altijd. Er is een periode geweest dat ik er mij minder goed in voelde. Maar ik blijf een ploegspeler. Wim Schamp heeft ooit eens gezegd dat ik minder in P-Magazine mocht komen, omdat ik het Staatsblad van de SP ben.

In 1999 toen er voor u plots geen plaats meer was in de regering?

Willockx: Ongetwijfeld, ik heb toen hard op tafel moeten kloppen.

In die dagen ging zelfs het gerucht dat u ermee dreigde om op 8 oktober níét met een SP-lijst deel te nemen.

Willockx:(Stilte) Nee. Ik heb het toen nooit over de gemeenteraadsverkiezingen gehad. Wel heb ik ermee gedreigd dat ik kandidaat zou zijn voor het voorzitterschap. Maar dat was toch mijn goed recht?

Rik van Cauwelaert – Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content