Drie maanden geleden spatte het kartel van CD&V en N-VA uit elkaar, en stapte hij uit de Vlaamse regering. Ondertussen heeft Geert Bourgeois zijn draai gevonden in de oppositie, en loopt hij zich warm voor de Vlaamse verkiezingen. Voor Knack blikt hij nog een keer terug op een bewogen jaar.
‘In dit land zijn er geen patriotten meer’, zegt Geert Bourgeois (N-VA). ‘Dat is de voorbije maanden nog maar eens duidelijk gebleken tijdens de bankencrisis. Zelfs van enig economisch patriottisme is bij ons geen sprake meer. Barack Obama, Nicolas Sarkozy en Wouter Bos, dát zijn patriotten. Maar de Belgische overheid? Die heeft gewoon uitverkoop gehouden en in een week tijd waren we de grootste bank van België kwijt. Dat is voor mij nog maar eens het bewijs dat dit land uit elkaar aan het vallen is.’
Zelf is Geert Bourgeois naar eigen zeggen wél een patriot. Een Vlaamse patriot dan. En dat is ook de reden waarom hij op 22 september opstapte als Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme. Meer dan een jaar had zijn partij de communautaire onderhandelingen uitgezeten. Met het cynisme dat zo eigen is aan N-VA-voorzitter Bart De Wever, maar lange tijd ook met de goede hoop dat uiteindelijk de een of andere staatshervorming zou worden bereikt. Tot de partij halfweg september de plannen voor een nieuwe communautaire dialoog met vertegenwoordigers van beide gemeenschappen verwierp en kartelpartner CD&V besloot om er toch mee door te gaan. Gevolg: het Vlaamse kartel implodeerde en Geert Bourgeois stapte uit de Vlaamse regering.
Amper een paar dagen na zijn ontslag bleek hij al helemaal zijn draai te hebben gevonden in de Vlaamse oppositie. Ondertussen heeft hij zijn communautaire discours danig aangescherpt, en neemt hij zijn voormalige kartelpartner CD&V met de regelmaat van de klok onder vuur. Na de federale verkiezingen van vorig jaar hield Bourgeois zich nochtans lange tijd gedeisd. Toen was het N-VA-voorzitter Bart De Wever die zowel de Franstalige als de Vlaamse regeringsonderhandelaars constant de gordijnen injoeg.
Hebt u zich aanvankelijk bewust op de achtergrond gehouden?
GEERT BOURGEOIS: Toen de N-VA pas was opgericht, had iedereen het altijd maar over ‘de partij van Geert Bourgeois’. Dat vond ik niet gezond, want ik ben niet iemand als Bert Anciaux die denkt dat de partij zijn eigendom is. Ik wist dat we met Bart De Wever een politiek raspaard in huis hadden, en dus was het logisch dat ik het voorzitterschap aan hem overliet toen ik in 2004 Vlaams minister werd. Wel ben ik de besluitvorming binnen de partij altijd mee blijven bepalen. Na de federale verkiezingen van vorig jaar heb ik mijn zomervakantie ook opgeofferd om mee te onderhandelen over de federale regeringsvorming. Ik heb Bart een paar keer vervangen op Hertoginnedal en ik zat ook in de stuurgroep die de onderhandelingen van nabij volgde. Met andere woorden: ik trad misschien niet zo vaak voor het voetlicht,maar ik was wel heel actief in de backoffice.
Jarenlang was u in de ogen van de Franstaligen de baarlijke duivel. Ook die titel heeft Bart De Wever binnen de kortste keren van u overgenomen.
BOURGEOIS: (lacht) Zelfs Olivier Maingain (FDF) zegt nu dat er met mij wel te praten valt. Zo gaat dat in de politiek, hè. Zolang je zelf aan het roer staat, krijg je bakken kritiek over je heen. Sta je aan de zijlijn, dan ben je plots de betere optie. De N-VA is in elk geval altijd rechtlijnig én redelijk gebleven. Of hebt u ons het voorbije jaar misschien horen beweren dat we het onderste uit de kan wilden halen?
Dat was niet echt nodig.
BOURGEOIS: Wij zijn echt niet de onhandelbare partij waarvoor men ons wil laten doorgaan. En het klopt al helemaal niet dat wij zouden weigeren om met de Franstaligen te praten. Toen ik nog in de Kamer zat, had ik heel goede contacten met onder anderen Didier Reyders (MR), Olivier Maingain en Antoine Duquesne (MR). Zelfs met mensen van de PS. Ik erger me dan ook aan de boutade dat alle problemen te wijten zouden zijn aan het feit dat Vlamingen en Franstaligen elkaar niet meer kennen. Dat is sterk overtrokken.
Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat er in dit land twee aparte democratieën bestaan met verschillende problemen en botsende visies. Ook de verwijdering tussen CD&V en CDH is veelbetekenend. Het Lambermontakkoord heeft de Vlaamse en Franstalige christendemocraten uit elkaar gedreven, en ondertussen zijn ze ook op ideologisch vlak uit elkaar gegroeid. Het CDH is tegenwoordig vaak linkser dan de PS, terwijl CD&V een verzuilde centrumpartij is gebleven. Daar komt nog bij dat de Franstaligen ontzettend imperialistisch zijn, en dat zorgt tijdens de onderhandelingen telkens weer voor blokkeringen. Ze leggen zich gewoon niet neer bij het territorialiteitsprincipe. Nochtans passen de Franstaligen dat zelf over de hele wereld toe: in Wallonië, in de Elzas in Frankrijk, in het Canadese Québec, enzovoort. Overal eist de francofonie assimilatie.
Dat ligt volgens u in hun volksaard?
BOURGEOIS: Ze gaan in elk geval van de suprematie van hun taal uit. Kijk maar hoe de Franstalige bourgeoisie zich in de Rand rond Brussel gedraagt. Daar blijven de Franstaligen, die de taalgrens in de jaren dertig van de vorige eeuw nota bene zelf hebben gevraagd, Frans praten en leggen ze zich niet bij de taalwetten neer.
Ondertussen moet Vlaanderen zich weer voor de Raad van Europa verantwoorden.
BOURGEOIS: (zucht) De Franstaligen proberen ons constant te diaboliseren, zetten de hele internationale pers tegen ons op en dienen zelfs een klacht tegen ons in bij de Raad van Europa. Op gezette tijden worden we in het buitenland dan ook afgeschilderd als een bruin, cryptofascistisch landje. Daarom heb ik er vaak voor gepleit een internationale communicatiestrategie uit te werken om het imago van Vlaanderen in het buitenland op te krikken. We moeten geregeld meertalige persberichten verspreiden en af en toe een internationale persconferentie organiseren over communautaire dossiers, maar ook over andere beslissingen die op Europees vlak belangrijk zijn.
Wanneer wist u zeker dat er van een grote staatshervorming niets in huis zou komen?
BOURGEOIS: Op 15 juli 2008. Al had ik natuurlijk al veel vroeger ingezien dat een allesomvattende staatshervorming er niet stante pede inzat, en daar had mijn partij zich ook bij neergelegd. We hadden er best mee kunnen leven dat de sociaaleconomische hefbomen niet allemaal in één keer werden overgeheveld. Het enige wat wij vroegen, was een wezenlijke vooruitgang. Maar op het moment dat CD&V toch zonder communautair akkoord in de regering stapte, was alles eigenlijk al verloren. In het regeerakkoord hadden ten minste garanties moeten staan voor de overheveling van belangrijke bevoegdheden, net als voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
Raakt Brussel-Halle-Vilvoorde eigenlijk nog gesplitst?
BOURGEOIS: Uiteindelijk zal er wel iets moeten gebeuren. De Franstaligen dreigen nu dat ze in het parlement geen belangenconflicten meer zullen inroepen, en dat maakt de Vlaamse meerderheid natuurlijk bang. Alle Vlaamse meerderheidspartijen hopen immers dat het dossier over de Vlaamse verkiezingen van juni 2009 wordt getild. Ik heb zelfs sterke aanwijzingen dat CD&V aan PS-voorzitter Elio Di Rupo expliciet heeft gevraagd om nog een belangenconflict in te roepen. En waarom doet Di Rupo dat? Uit machiavellisme natuurlijk. Als de Vlamingen dus willen dat de Franstaligen met belangenconflicten blijven aankomen, zullen ze daar een behoorlijk hoge prijs voor moeten betalen. En dat is vanzelfsprekend onaanvaardbaar.
Vlaams minister-president Kris Peeters vraagt zich nog altijd af waarom de N-VA niet gewoon aan de gemeenschapsdialoog is begonnen. Uw partij kon er dan nog altijd uitstappen.
BOURGEOIS: Er zijn grenzen, hè. Afgelopen zomer heb ik intensief met Kris Peeters onderhandeld over de zeven eisen die we uiteindelijk aan Raymond Langendries (CDH), Karl Heinz Lambertz (PS) en François-Xavier de Donnéa (MR) hebben meegegeven. Maar het uiteindelijke voorstel van die bemiddelaars kwam nog niet in de buurt. Wij kónden dat gewoon niet aanvaarden. Nadat dat voorstel op ons congres was verworpen, hebben wij de CD&V-top nog duidelijk uitgelegd wat de consequentie was. Maar uiteindelijk besloot Kris Peeters toch door te gaan met de zogezegde gemeenschapsdialoog en ons kartel de facto op te blazen. Hij heeft toen heel autonoom en eigengereid gehandeld, en ik betwijfel of zijn partij zich helemaal bewust was van de gevolgen.
Was Kris Peeters niet altijd al een koele minnaar van het kartel?
BOURGEOIS: Om te beginnen heeft hij natuurlijk veel minder politieke ervaring dan Yves Leterme. Het verbaast me dan ook niet dat de Franstaligen beweren dat hij de gemeenschapsdialoog leidt als een kmo. Daarnaast was het niet hij maar wel Leterme die het kartel destijds heeft afgesloten. Niet uit Vlaamsgezindheid – want dat is Yves Leterme helemaal niet – maar omdat hij wilde dat zijn partij een machtsfactor van betekenis zou worden. Ook voor ons primeerden electorale overwegingen. Dat geef ik toe. Maar wij hadden ook een inhoudelijk doel voor ogen: we wilden deel uitmaken van een Vlaamse formatie die het confederalisme nastreefde. Want dat is wat we in wezen willen: twee staten vormen die samen beslissen wat ze nog gezamenlijk willen doen.
En wij maar denken dat de N-VA een separatistische partij is.
BOURGEOIS: Ik beweer in elk geval niet dat ik een separatist ben. Toch niet zoals onze tegenstanders dat begrip invullen. Separatisme betekent voor hen dat een regio zich afscheurt en op zichzelf terugplooit. Dat is niet wat de N-VA wil. Wij willen noch de band met Brussel noch de internationale positie van Vlaanderen verliezen. Bovendien zie ik niets in een scenario waarbij België wordt voortgezet zonder Vlaanderen. Met andere woorden: wellicht zullen we in een minimaal confederaal model met Wallonië blijven samenwerken. Maar dan wel als twee staten, die allebei lid zijn van de Europese Unie. Want de N-VA is een Vlaams-Europese partij, en daar zijn we uniek in.
Aanvankelijk waren alle betrokkenen het erover eens dat de communautaire onderhandelingen makkelijker zouden verlopen na het vertrek van de N-VA.
BOURGEOIS: Wij waren de moeilijke jongens met wie niet te praten viel. Caracteriels noemde Karel De Gucht (Open VLD) ons zelfs. Maar als het allemaal onze schuld was, hoe komt het dan dat de Vlaamse regering vandaag slechter functioneert dan ooit? De spanning is er te snijden omdat de strijd voor de titel van grootste partij nu weer helemaal openligt. Het Vlaams kartel was lange tijd de grootste formatie van Vlaanderen. Hadden we kunnen uitvoeren waar we de kiezers warm voor hebben gemaakt, dan waren we dat ook gebleven. En dat wisten de anderen natuurlijk. Het was duidelijk dat de Open VLD de N-VA en CD&V uit verband wilde spelen, en de Vlaamse SP.A-ministers eisten gewoon publiekelijk dat ik zou opstappen. Maar wat is het resultaat? Nu zitten ze als katten en honden naar elkaar te staren. De Vlaamse regering werkt niet meer en de gesprekken met de Franstaligen schieten ook geen millimeter op. Ze zijn dus echt véél beter af zonder ons. (grijnst)
Uiteindelijk is Yves Leterme niet over de communautaire problemen gestruikeld maar wel over het Fortis-dossier. Heeft dat u verbaasd?
BOURGEOIS: Ik had niet verwacht dat een jurist als Yves Leterme, die van degelijkheid zijn waarmerk had gemaakt, zo slordig zou omspringen met het principe van de scheiding der machten. In een democratie zijn een onafhankelijke magistratuur en een vrije advocatuur immers van primordiaal belang. Aan de andere kant is het natuurlijk al een tijdlang duidelijk dat CD&V weer een echte machtspartij is geworden, die alle mogelijke middelen gebruikt om haar doel te bereiken.
U hebt geen vertrouwen in de regering-Van Rompuy?
BOURGEOIS: Nee. Om te beginnen is er het communautaire luik: er zal weer worden onderhandeld over Brussel-Halle-Vilvoorde, de benoeming van de burgemeesters wordt weer in de weegschaal gelegd en premier Herman Van Rompuy (CD&V) zegt dat we veel geduld moeten hebben voor een staatshervorming. Dat klinkt niet meteen veelbelovend, hè? Verder erft de premier een begroting waartegen hij zich als Kamervoorzitter verzet heeft. Een paar maanden geleden beweerde hij nog dat het relanceplan van de regering niets zou opleveren. En wat doet hij nu? Hij zet die politiek gewoon voort.
Kunt u zich nog voorstellen dat u een paar maanden geleden met CD&V in een kartel zat?
BOURGEOIS: De christendemocratische partij is heel snel geevolueerd. Er heerste al lange tijd een interne strijd bij CD&V, en het zijn duidelijk de behoudsgezinde belgicisten die de overhand hebben gehaald. Vandaag is de oude CVP terug: alles draait om de kunst van het mogelijke. En dat in het Obamatijdperk, waarin leiders met moed en visie opstaan en een toekomst voor hun land creëren. Bij ons worden de fundamentele problemen gewoon niet aangepakt. Dat is dramatisch voor de jongeren van vandaag. Als er niets verandert, zullen zij later zowel hun eigen pensioen als dat van hun ouders en grootouders moeten betalen.
Hebt u nu voorgoed uw bekomst van kartels?
BOURGEOIS: Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat een lijstverbintenis alleen zin heeft als die welomschreven doelstellingen nastreeft. Ofwel ga je na verloop van tijd weer uit elkaar ofwel kom je tot een gezamenlijk project. Yves Leterme en Jo Vandeurzen (CD&V) hoopten ook dat het kartel op termijn in één grote partij zou uitmonden. Maar dan moesten we echt voor de confederatie gaan en ook op maatschappelijk vlak een coherent verhaal schrijven. Om dat te verwezenlijken, hadden we een mainstreampartij moeten worden, zoals het Duitse CSU. Men mag lachen met het succes van de Lederhosen und Laptops in Beieren, maar die combinatie wérkt wel. De kunst is om vernieuwing hoog in het vaandel te dragen zonder alle traditionele waarden en gewoontes overboord te gooien. Ik ben ervan overtuigd dat zo’n 40 procent van de Vlaamse kiezers zich daarin zou kunnen vinden. Maar toen het erop aankwam, haakte CD&V dus af.
Ook uw voormalige Volksuniebroeders van de Sociaal-Liberale Partij (tot voor kort VlaamsProgressieven) zagen hun kartel onlangs in rook opgaan. Hebt u medelijden of leedvermaak?
BOURGEOIS: Ik ben ervan overtuigd dat Bert Anciaux vanaf het begin van plan was om die partij in de SP.A te laten opgaan. Toen ik nog voorzitter van de Volksunie was, heb ik hem verschillende keren horen zeggen dat er maar twee echte socialisten in de Vlaamse regering zaten: Steve Stevaert en hijzelf. Volgens mij wou hij dus altijd al met die partij samensmelten, en dat stond natuurlijk haaks op de verwachtingen van het gros van zijn partijgenoten. Geen wonder dat de VlaamsProgressieven uiteindelijk uit elkaar zijn gevallen. Ik moet toegeven dat die stuiptrekkingen me een echt déjà-vugevoel gaven. Het was alsof ik die pijnlijke laatste maanden van de Volksunie opnieuw beleefde. Op het partijbestuur waren wij op den duur alleen nog bezig met de vraag of we al dan niet doorgingen. Dodelijk vermoeiend was dat.
De N-VA lijkt niet veel last te hebben van existentiële twijfels.
BOURGEOIS: Ik maak dan ook deel uit van een zelfverzekerde partij met veel nieuwe, jonge mensen. Natuurlijk verschillen we weleens van mening, maar we kunnen daarover discussiëren zonder dat er wonden geslagen worden.
De N-VA gaat dus alleen naar de verkiezingen?
BOURGEOIS: Absoluut. Ik heb er vertrouwen in, want wij hebben een opvallend trouw kiespubliek. Mensen die voor de N-VA kiezen, doen dat omdat ze nadenken en een goed afgewogen keuze maken.
Is een samenwerking met de Lijst Dedecker voor u uitgesloten?
BOURGEOIS: Natuurlijk.
En deelname aan een Forza Flandria?
BOURGEOIS: Als je in Vlaanderen over een Forza Flandria praat, dan heb je het onvermijdelijk over samenwerking met het Vlaams Belang. En zolang het VB op de uitsluiting van mensen blijft spelen, kun je daar als rechtgeaarde humanist niet in meegaan.
U zit straks het verkiezingscongres van de N-VA voor. Bent u optimistisch over de Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009?
BOURGEOIS: Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de N-VA zal slagen. Volgens mij zullen er op 7 juni grote politieke verschuivingen plaatsvinden – wie de Vlaamse kaart niet trekt, zal het kunnen schudden. Het zou me ook niet verbazen als er daarna een heel andere regering aantreedt.
Zou het voor uw partij een goed idee zijn om in die nieuwe Vlaamse regering te stappen?
BOURGEOIS: Waarom niet? Bij elke partij doen mensen aan politiek om hun ideeën te kunnen realiseren. Ook bij de N-VA. Wat sommigen daar ook over mogen beweren.
DOOR ANN PEUTEMAN/ FOTO’S DIMITRI VAN ZEEBROECK