Als de VLD-top zich niet aan zijn beloftes houdt, hoeft Jean-Marie Dedecker dat ook niet te doen. Dus weigert hij de Oostendse gemeenteraadslijst te trekken en gaat hij nog meer dan vroeger zijn eigen gang.
‘Ik heb de boodschap begrepen. Luid en duidelijk’, zegt Vlaams parlementslid en gemeenschapssenator Jean-Marie Dedecker (VLD). Anderhalf jaar nadat hij een opvallend goede beurt heeft gemaakt bij de voorzittersverkiezingen mag hij nog altijd geen prominente rol spelen in zijn partij. Meer nog: toen zijn boek Rechts voor de raap eerder dit jaar werd gepresenteerd, kwam er maar één VLD’er opdagen. ‘Ik ben Hugo Coveliers niet’, zegt hij. ‘Ik ben niet cynisch geworden en ik ga niet weg. Maar ik vaar wel mijn eigen koers.’ Dat bleek meteen na de moord op Joe Van Holsbeeck al uit zijn vrije tribune in De Standaard over ‘het failliet van het criminele gedoogbeleid’. De regering laat volgens hem alles maar voortkabbelen, durft niet in te grijpen en dus loopt de situatie meer en meer uit de hand. Dat premier Guy Verhofstadt (VLD) vorige week een rits maatregelen tegen jeugdcriminaliteit aankondigde, verandert weinig aan zijn kritiek.
JEAN-MARIE DEDECKER: Hoelang hebben de verschillende regeringen niet gebakkeleid over het jeugdsanctierecht, over een nieuwe jeugdgevangenis? Hoelang sleept die discussie al niet aan? Er is in ons land blijkbaar een drama nodig om zo’n dossier in een stroomversnelling te krijgen. Natuurlijk vind ik het een goede zaak dat er maatregelen worden genomen, maar die geven geen antwoord op de kern van de zaak-Van Holsbeeck. Als we de jeugdcriminaliteit echt willen aanpakken, moeten we eindelijk werk maken van het integratiebeleid.
Jeugdcriminaliteit is in de eerste plaats een probleem met allochtonen?
DEDECKER: De cijfers spreken voor zich. Uit verschillende rapporten die onder het vliegende tapijt zijn geschoven, zoals dat van de Nederlandse minister van Justitie Piet Hein Donner, blijkt dat de criminaliteit bij Marokkaanse jongeren meer dan vier keer hoger ligt dan bij autochtonen. Maar zulke dingen mag je in België niet hardop zeggen. Ik hoopte dat er na de moord op de jonge Joe een catharsis zou volgen, maar in plaats daarvan zijn we weer in een egelstelling terechtgekomen.
Hoewel de premier alle politici tot sereniteit had aangemaand, voelde u zich toch geroepen om een vrije tribune te publiceren. Waarom?
DEDECKER: In die tekst staat niets dat ik niet in mijn boek heb geschreven. Maar iedereen schiet weer op de boodschapper: de rechtse rakker Jean-Marie Dedecker die dringend in de hoek van het Vlaams Belang moet worden gedrumd. Met die vrije tribune wilde ik reageren op de uitlatingen van Brussels parlementslid Fouad Ahidar (Spirit) en vooral van kardinaal Danneels. De kardinaal beschuldigt de mensen die de moord zagen gebeuren én klaagt de kapitalistische maatschappij vol mp3-spelers aan. Dat pik ik niet. Wat is er mis mee om trots te zijn op een nieuwe mp3-speler? Het slaat al helemaal nergens op om de omstanders van de moord van medeplichtigheid te beschuldigen. Niet zij zijn er verantwoordelijk voor dat het crapuul niet werd gestopt, wel de overheid met haar gedoogbeleid Wat denkt u dat de kardinaal doet als hij met een mes wordt bedreigd? Hij zou niet weten hoe snel hij ervandoor moet gaan. Zelf heb ik dat al meegemaakt, en ik heb maar één raad voor iedereen die met een wapen wordt geconfronteerd: rénnen. Al de rest is flauwekul.
Is dat gedoogbeleid dan de schuld van de paarse regering die door uw partij wordt geleid?
DEDECKER: Die ontsporing is al dertig, veertig jaar aan de gang en de paarse regeringen hebben geen enkel initiatief genomen om de situatie aan te pakken. Dat komt vooral door het islamo-socialisme dat in Brussel en Wallonië almachtig is. De PS wil de allochtonen pamperen, want dat levert haar ontzettend veel stemmen op. Dus gijzelt ze de rest van de regering in alle dossiers die met inburgering te maken hebben. Neem mijn wetsvoorstel om rituele slachtingen tijdens het islamitische offerfeest uitsluitend in slachthuizen toe te staan. Alleen de PS ziet dat niet zitten, want die is doodsbang om in de Brusselse wijken allochtone zieltjes te verliezen.
Ondertussen blijkt de moordenaar van Joe Van Holsbeeck een Pool te zijn.
DEDECKER: ‘Oef!’ zeggen ze nu allemaal. ‘Het is geen Marokkaan.’ Sterker: nu speelt de allochtone gemeenschap het slachtoffer omdat wij die zouden hebben beledigd. Onzin! Wij hebben niemand beledigd. Niemand! Dat we bij het zien van die vage beelden van de daders dachten dat het om Noord-Afrikanen ging, is een haast logische veronderstelling, omdat allochtonen verantwoordelijk zijn voor een opvallend groot percentage van de criminaliteit. Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) vond dat het parket zich moest verontschuldigen. We zouden het parket en de politie verdorie beter feliciteren! Als een agent in Brussel tussenbeide moet komen in een conflict of misdrijf waar een allochtoon bij is betrokken, eindigt dat in één op de tien gevallen met een klacht wegens racisme. Die agenten dúrven vaak niet meer op te treden.
Een Poolse illegaal is iets anders dan een Marokkaanse allochtoon?
DEDECKER: Of een misdaad nu wordt gepleegd door een Marokkaan, een Pool of een Vlaming, het criminele gedoogbeleid geldt voor iedereen. En er zit crapuul tussen de Polen, zoals tussen de Marokkanen en tussen de Belgen. Het enige verschil is dat het excuus van de illegaliteit voor Polen al lang niet meer zou mogen bestaan. Die mensen komen uit een EU-lidstaat. Daarom pleit mijn partij er ook voor hen toe te laten op onze arbeidsmarkt. Hoe kunnen we blijven tolereren dat Polen in ons land bedrijfjes oprichten om hier als schijnzelfstandigen te kunnen werken? Duizenden Polen wonen en werken hier in de illegaliteit terwijl we een lange lijst met knelpuntberoepen hebben die we maar niet ingevuld krijgen. Laten we toch realistisch zijn!
Heeft de VLD-top u uw vrije tribune al vergeven?
DEDECKER: Ik heb ook in de krant gelezen dat Guy Verhofstadt en Patrick Dewael daar kwaad over waren, maar tegen mij hebben ze dat in elk geval niet gezegd. Wel hebben we vorige week over de zaak gepraat tijdens een partijvergadering, en ik kan u verzekeren dat ik niet alleen sta met mijn analyse. Maar ik ben de enige die de moed heeft om de dingen bij hun naam te noemen.
U stond wel alleen op de voorstelling van uw boek: amper één VLD’er kwam opdagen.
DEDECKER: Ik was vooral teleurgesteld over de afwezigheid van enkele vrienden, van mensen die ik in het zadel heb geholpen. Stephanie Anseeuw, bijvoorbeeld, die in de Senaat zit omdat ik ben doorgeschoven naar het Vlaams Parlement. Maar ook Bart Tommelein, die zijn verkiezing aan mij te danken heeft, en mijn vriend Vincent Van Quickenborne.
Door de boekpresentatie werd ik vooral met mijn neus op de feiten gedrukt: ik sta nog geen stap verder dan eind 2004. Toen André Denys twee jaar geleden afscheid nam van het parlement om provinciegouverneur te worden, stond ik moederziel alleen op de receptie. Omdat ik kandidaat was voor de voorzittersverkiezing werd er een cordon sanitaire rond mij opgetrokken. Ondertussen is er veel gebeurd: ik heb heel goed gescoord bij die voorzittersverkiezing, ik kreeg het gevoel dat er meer naar mij geluisterd werd, dat ik gerespecteerd werd. Maar nu weet ik dat ik nog steeds een paria ben in de VLD, en dat is een grote ontgoocheling.
Hebt u ook onder ogen moeten zien dat u de beloofde ministerportefeuille niet krijgt?
DEDECKER: Wat de partij me heeft beloofd, wil ik niet openbaar maken. Ze doen veel te graag alsof ik alleen maar minister wil worden, alsof ik ook een postjesjager ben. De partijtop hééft me in juli vorig jaar dingen beloofd. Maar ondertussen weet ik dat de VLD mij nog eerder bij de vuilnisbak zal zetten dan op het podium.
En als wraak weigert u de Oostendse lijst te trekken?
DEDECKER: Als zij zich niet aan de afspraken houden, hoef ik dat ook niet te doen. Ik ben geen man die met zich laat sollen. Als ik geen rugdekking heb van mijn partij strijd ik in Oostende niet met gelijke wapens tegen SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte.
Wilde de partijtop u in de val lokken door u het in Oostende tegen de almachtige SP.A te laten opnemen?
DEDECKER: Er zat in elk geval een strategie achter. Waarom werd ik bovenaan de lijst gezet? Omdat de VLD daar alleen maar beter van kon worden. Haalde ik een fantastische score, dan was dat een goede zaak voor de partij. Ging ik onderuit, dan stond dat gelijk aan karaktermoord. Nu ik heb geweigerd voor hen de kastanjes uit het vuur te halen, doen ze alsof ik de confrontatie met Vande Lanotte niet aandurfde.
Nu laat u kamerlid Bart Tommelein de hete kastanjes in uw plaats opvissen.
DEDECKER: Dat is mijn probleem toch niet? Bart, met wie ik trouwens een heel goede verstandhouding heb, heeft daar zelf voor gekozen.
Johan Vande Lanotte zou in Oostende een stembusakkoord met de VLD hebben afgesloten op voorwaarde dat u geen deel van de bestuursploeg zult uitmaken. Klopt dat?
DEDECKER: Ik weet het niet, maar het zou me niet verbazen. In Oostende ben ik de enige van wie Vande Lanotte iets te vrezen heeft.
Eist u in 2007 de kop van de West-Vlaamse kamerlijst op?
DEDECKER: Ik heb nog nooit iets opgeëist en ik heb nog nooit een lijst getrokken. Ik hoef zelfs helemaal niet aan de kamerverkiezingen deel te nemen, want ik ben nog tot 2009 zeker van mijn zetel in het Vlaams Parlement.
Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne, die u ‘een toekomstige premier’ noemt, mag de lijst trekken?
DEDECKER: Vincent en ik zitten op ideologisch vlak volledig op dezelfde golflengte. In het rechtsliberale kamp is hij de enige die het in zich heeft om premier te worden. Ik ben al 54, terwijl hij met zijn 32 jaar de toekomst is.
Uw partijgenoot Patrik Vankrunkelsven, die niet meteen op uw golflengte zit, beweerde onlangs dat de schwung uit Verhofstadt II is. Een correcte analyse?
DEDECKER: Natuurlijk. Dit jaar is er al drie keer niet gestemd in de Senaat omdat er gewoon geen wetsontwerpen waren. Aan het voluntarisme van Verhofstadt is er niets veranderd, maar zijn regering staat in een steeds pijnlijkere spagaat tussen het liberalisme en het socialisme. Als het om ethische thema’s gaat, kunnen we elkaar nog vinden – daarom zullen de regeringen-Verhofstadt wellicht worden onthouden voor de euthanasiewet en het homohuwelijk. Maar zodra we over andere dossiers moeten praten, gaat het mis. De socialisten plegen dan obstructie, maken ons haast vleugellam. De rode aversie ten opzichte van de VLD gaat zeer ver, en met de ideologie van het staatskapitalisme die de socialisten vandaag prediken kunnen wij echt niet verder. Vandaar mijn grote strijd tegen Johan Vande Lanotte, die ik nochtans respecteer omdat hij een groot politicus is.
In de peilingen doet uw partij het nog altijd niet goed. Maakt u zich zorgen over de gemeenteraadsverkiezingen?
DEDECKER: Zeker. Het migrantenstemrecht heeft een bres geslagen en het voortdurende balanceren tussen links en rechts brengt ons ook schade toe. Vooral over onze positie in de steden maak ik me zorgen. Die zijn haast allemaal socialistische bolwerken geworden, waar miljarden overheidsgeld naartoe zijn gesluisd.
Zelf doet u het nog steeds bijzonder goed in de peilingen.
DEDECKER: Dat is mijn levensverzekering. De dag dat ik niet meer scoor, is het met mij gedaan bij de VLD.
DOOR ANN PEUTEMAN