Vice-premier Didier Reynders (MR) is niet bang voor de hitte in de politieke keuken. De nieuwe grote baas van de Franstalige liberalen wil het federale regeerakkoord loyaal uitvoeren en tegelijk zijn partij weer een duidelijk profiel geven.
Premier Guy Verhofstadt (VLD) worstelt zich met zijn tweede paarse regering door een cruciale week. Op 21 september wil hij in het federale parlement uitpakken met een nieuwe beleidsverklaring. Die moet uitsluitsel geven over drie loodzware dossiers: het sociaal-economisch beleid van Paars, de toekomst van DHL in Zaventem en de aanpak van de communautaire agenda met voorop de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.
Bij al die discussies wordt niet in het minst gelet op de opstelling van de MR. De Franstalige liberalen kregen bij de regionale verkiezingen van 13 juni klappen en werden vervolgens in Wallonië en Brussel door de PS van Elio Di Rupo naar de oppositie gestuurd. Dat de MR en de PS sindsdien op gespannen voet leven, is een understatement. Bij de SP.A zijn ze zelfs bang dat het geruzie tussen hun Franstalige coalitiepartners het voortbestaan van de federale regering op de helling zet.
Maar volgens vice-premier Didier Reynders – officieel wordt hij pas op 10 oktober ook partijvoorzitter, maar door het vertrek van Louis Michel naar de Europese Commissie is hij nu al de enige echte patron van de MR – is die vrees ongegrond. ‘Ik heb vorig jaar zelf mee onderhandeld over een nieuw federaal regeerakkoord. Ik houd me aan de gemaakte afspraken’, aldus Reynders.
Critici vinden dat de MR zich de laatste jaren veel te inschikkelijk heeft gedragen tegenover de PS.
DIDIER REYNDERS: (zucht) Ik ben al meer dan twintig jaar actief in de liberale partij, en zo gaat dat altijd. Als we winnen, is er niets aan de hand, als we verliezen – en vooral sinds Di Rupo ons uit de regionale regeringen heeft gezet – komt er ineens uit alle hoeken kritiek. Zeker Louis Michel heeft het zwaar te verduren gekregen.
Louis Michel is vertrokken. U bent nu de nieuwe sterke man, tegelijk vice-premier en ‘chef de file’ voor de MR in de federale regering, én partijvoorzitter. Valt dat te combineren?
REYNDERS: De combinatie vice-premier – partijvoorzitter is eigenlijk niet zo moeilijk, want een vice-premier is in feite toch de vertegenwoordiger van zijn partij in de regering. Bovendien hebben wij een lange traditie van sterke leiders. Vijftien jaar lang heeft Jean Gol aan het hoofd gestaan van de liberale partij, na hem heeft Louis Michel gedurende negen jaar de koers bepaald, ook al was Michel niet onze officiële partijvoorzitter. Gezien de omstandigheden vonden velen in de partij het beter dit keer af te stappen van ons zogenaamde bicéphalisme, waarbij de sterke man van de partij niet altijd de partijvoorzitter is, en in plaats daarvan één duidelijke leider naar voren te schuiven. En we wilden de MR natuurlijk ook een langdurig conflict over het voorzitterschap besparen. Want een maandenlange interne strijd zou de partij misschien niet overleven.
De schizofrene situatie waarbij u op regionaal niveau in de oppositie zit en op federaal niveau in de meerderheid, kan de partij dat wél aan?
REYNDERS: Om te beginnen: ik was geen vragende partij voor deze asymmetrie hè! Maar schizofreen ben ik ook niet, ik heb een duidelijke rolverdeling in mijn hoofd. Een van de zaken die ik in de partij wil veranderen, is dat ik meer taken aan de fracties wil overdragen. Serge Kubla in het Waalse Gewest en Jacques Simonet en Didier Gosuin in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest zullen de oppositiestem van de MR moeten vertolken, constructief als het kan, kritisch als het moet. Maar het is niet aan mij om daar veel commentaar te leveren. Ik heb een federaal regeerakkoord, en dat wil ik loyaal uitvoeren.
De partij moet vooral de gemeentelijke en provinciale verkiezingen goed voorbereiden. Belangrijk daarbij is dat we, veel meer dan de laatste jaren het geval was, eigen ideeën en oplossingen aandragen. Ik denk in dat verband aan de oprichting van een studiedienst.
Een ideeënfabriek?
REYNDERS: (lacht) Nee, afgaand op de resultaten die ik daarvan heb gezien, was dat niet zo’n geslaagd idee.
Viel de MR de laatste jaren niet te veel samen met de persoon van Louis Michel en legt u daarom ook sterk de nadruk op inhoudelijke vernieuwing?
REYNDERS: Dat speelt zeker mee, al maak ik me daar geen al te grote zorgen over. Louis zal het als Europees commissaris te druk hebben om zich dagelijks met de binnenlandse politiek te bemoeien.
Maar los daarvan moet de MR zich aanpassen aan de veranderingen in de samenleving. Enkele jaren geleden wist iedereen waar de MR voor stond, bijvoorbeel voor belastinghervormingen, maar nu is ons profiel wat verwaterd. Misschien hebben we te veel het tempo van de actualiteit gevolgd. Ik wil in elk geval een andere stijl en opnieuw veel eigen ideeën, die niet altijd noodzakelijk verband houden met de feiten van de dag. Wij hebben nu misschien het voordeel – er zijn niet alleen nadelen aan onze huidige situatie verbonden – dat we tegelijk in de meerderheid en de oppositie zitten, en dus ruimte hebben om nieuwe plannen te lanceren.
De MR is een huis met vele kamers: sociale liberalen, traditionele ‘donkerblauwen’, gewezen christen-democraten van het MCC en FDF’ers zitten er samen onder één dak. Zal u iedereen bijeen kunnen houden, nu de partij voor moeilijke tijden staat?
REYNDERS: Het wordt niet gemakkelijk, maar wij behoren tenminste allemaal tot een en dezelfde partij. Wij hebben een overzichtelijke partijstructuur, met één voorzitter voor de hele partij, en alle leden. Ook de leden van het MCC en het FDF, nemen deel aan de voorzittersverkiezingen. In Vlaanderen ligt dat toch een stuk ingewikkelder. Vertel me eens, hoeveel voorzitters heeft het kartel CD&VûN-VA? Wij beschikken in de Kamer over 25 zetels, maar hoeveel zijn dat er voor CD&V en N-VA?
Na de verkiezingsnederlaag pleitten nogal wat mensen in uw partij ervoor naar rechts op te schuiven, weg van het ‘sociale liberalisme’ van Louis Michel.
REYNDERS: Dat heeft geen zin. Ik ben al meer dan twintig jaar politiek actief, eerst aan de zijde van Jean Gol, nadien samen met Louis Michel, en ik zal die politieke lijn ook doortrekken. Maar sommige dingen moeten natuurlijk wel veranderen. Zeker op het vlak van de communicatie heeft de partij een nieuwe aanpak nodig.
Wat schort er aan de communicatie?
REYNDERS: Ik geef u een klein voorbeeld, een detail misschien, maar wel tekenend voor wat ik bedoel. Als de PS een persbriefing organiseert, is dat altijd met een bepaalde huisstijl en een herkenbaar imago. Bij de MR vinden de perscontacten nu al enkele maanden plaats in de Napelsstraat in Brussel, in een smalle gang achter een garagedeur. Een blauwe weliswaar, maar toch. Zo zijn er tal van zaken. Ik heb al vijftien jaar lang een persoonlijke website en heb daar dus wel wat ervaring mee. Intussen heb ik de website van MR nog eens goed bekeken, (lacht) laten we zeggen dat er ruimte is voor verbetering.
Blijft de vraag of de MR, nu extreem-rechts ook in Wallonië opnieuw goed scoort, zich niet een stuk rechtser moet opstellen dan de voorbije jaren?
REYNDERS: Dat denk ik niet. Aan Franstalige kant zitten wij in het centrum van het politieke spectrum. Vergeet ook niet, Vlaanderen en Wallonië zijn twee aparte werelden in dat opzicht. Dat heb ik vaak ondervonden in de federale regering. In heel wat dossiers, behalve de communautaire, vindt de MR vrij gemakkelijk een akkoord met SP.A’ers als Johan Vande Lanotte. Is de SP.A daarom een rechtse partij?
Iets anders is dat ik van nature meer aandacht heb voor sociaal-economische dossiers dan Louis Michel, wij zijn nu eenmaal verschillende persoonlijkheden. Maar iemand als Philippe Moureaux, die mij constant in de rechtse hoek probeert te stoppen, is intellectueel oneerlijk. Jean Gol was een rechtse rakker, dus Reynders, zijn politieke poulain, is dat ook, luidt de redenering. Maar als je het migratiebeleid van Jean Gol begin jaren ’80 vergelijkt met dat van de socialistische ministers die na hem kwamen – Louis Tobback of Johan Vande Lanotte – dan was Gol bijna extreem-links! Het is dus ook een kwestie van perceptie.
In verband met perceptie: zou het niet consequenter zijn als de MR op alle niveaus in de oppositie zou stappen?
REYNDERS: (haalt schouders op) Wie zo redeneert, kan maar beter wegblijven van de politiek. Waarom gaat CD&V ermee akkoord de Vlaamse regering te leiden, zonder aanwezig te zijn in de federale? Bovendien, wij hadden gewoon geen andere keuze.
Voor mij is het essentieel dat de MR zich nu op sociale en economische thema’s kan concentreren en dat heb ik binnen de regering duidelijk te kennen gegeven. Het federale regeerakkoord stelt mij in staat op dat vlak een aantal zaken te verwezenlijken. Pas als dat niet meer mogelijk zou blijken, zullen wij verplicht zijn uit de regering te stappen.
Een van die sociale en economische thema’s is de begroting voor dit jaar. De regering lijkt er gerust op dat de rekeningen kloppen.
REYNDERS: Het is natuurlijk nooit gemakkelijk een sluitende begroting te maken, maar voor 2004 moet het inderdaad lukken, op de eerste plaats dankzij de herneming van de economische groei. Die zal dit jaar ongeveer 2,5 procent bedragen, waardoor de belastinginkomsten hoger liggen dan oorspronkelijk was geraamd. Blijft weliswaar een tekort in de sociale zekerheid, maar dankzij het surplus aan fiscale ontvangsten, zal de rekening uiteindelijk wel kloppen. Kortom, voor 2004 zie ik geen onoverkomelijke obstakels. Bovendien, naast de economische heropleving zullen ook de maatregelen tegen de fiscale fraude een gunstig effect op de begroting hebben.
Hoeveel hebben die maatregelen tot dusver opgebracht?
REYNDERS: Zelfs iemand als Dirk Van der Maelen (SP.A) geeft toe dat we al aan meer dan 200 miljoen euro zitten, dus niet ver onder het bedrag van 310 miljoen dat de Nationale Bank vooropgesteld had. Dat is niet slecht, toch? Over de opbrengst van de strijd tegen de sociale fraude daarentegen, heb ik tot op heden nog niets vernomen.
De hogere fiscale ontvangsten zijn anders ook niet te danken aan het succes van de fiscale amnestie.
REYNDERS: Daar ben ik het niet mee eens. Het dossier van de eenmalige bevrijdende aangifte (EBA) heeft toch enkele interessante ontwikkelingen doorgemaakt. Vóór de verkiezingen van 13 juni noemde CD&V de EBA ethisch verwerpelijk. Sindsdien heeft CD&V haar morele bezwaren ingeslikt, want de Vlaamse regering, mét CD&V, voert nu een gedoogbeleid voor het EBA-onderdeel dat betrekking heeft op de erfenisrechten. Dat kan de Vlaamse begroting circa 40 miljoen euro opbrengen. Ik ben dus zeer benieuwd naar de houding van de CD&V-fractie in de kamercommissie van Financiën binnenkort.
Ook in de berichtgeving valt er een verschuiving waar te nemen. In juli werd de EBA nog een flop genoemd, maar de laatste weken lees ik dat het de goede kant uitgaat. In principe komt er dit najaar nog een grote informatiecampagne, want wie voor eind december geen gebruik maakt van de fiscale amnestie, riskeert hoge financiële straffen. Maar zelfs zonder zo’n campagne denk ik dat de operatie uiteindelijk een succes wordt.
Gelooft u nog altijd dat u 850 miljoen kunt ophalen? Vorige week had u het plots over slechts 200 tot 300 miljoen euro.
REYNDERS: De EBA zal in elk geval een substantiële bijdrage leveren aan de begroting 2004.
Maar volgend jaar wordt een hele kluif op budgettair vlak, want de regering kan dan geen beroep meer doen op eenmalige ingrepen zoals de EBA of het Belgacom-pensioenfonds.
REYNDERS: En toch is er voor 2005 ook goed nieuws. Voor het eerst sinds jaren zal onze schuldgraad onder de grens van honderd procent zakken. De totale overheidsschuld zal dus kleiner zijn dan de waarde van wat we jaarlijks aan goederen en diensten produceren. Dat is positief voor de onderhandelingspositie van ons land in de lopende besprekingen over het Europese Stabiliteitspact. Het betekent ook dat we onze belofte kunnen nakomen om vanaf 2005 de schulden van de NMBS, ten bedrage van 7,5 miljard euro, stapsgewijs over te nemen. Positief is ook dat we waarschijnlijk ook volgend jaar mogen rekenen op een economische groei van 2,5 procent.
Het enige slechte nieuws is dat er in de sociale zekerheid een tekort van 1,2 miljard euro wordt verwacht?
REYNDERS: Dat is inderdaad een hachelijk punt, maar laten we toch nog even wachten tot we de precieze cijfers kennen. Over de fiscale ontvangsten en de budgettaire toestand zijn elke maand nieuwe gegevens beschikbaar. Waarom kan dat niet voor de sociale zekerheid? En wat hebben de maatregelen om de sociale uitgaven te beheersen en de sociale fraude te bestrijden totnogtoe opgebracht?
Eén ding is zeker: zelfs met een economische groei van 2,5 procent of meer is een uitgavenstijging van zes procent in de sociale zekerheid niet houdbaar.
Volgens PS-minister van Sociale Zaken Rudy Demotte zou een algemene sociale bijdrage (ASB) het tekort in de sociale zekerheid kunnen opvangen.
REYNDERS: Binnen de regering is er een akkoord om de jaarlijkse stijging van de ziektekosten en de sociale uitgaven deels op te vangen met fiscale ontvangsten. Daarom neemt de alternatieve financiering van de sociale zekerheid ook jaarlijks toe. Maar er zijn grenzen aan wat gecompenseerd kan worden – dat is zelfs geen kwestie van politieke keuzes, maar gewoon een rekenkundig feit.
Overigens heb ik gehoord dat een partijgenote van minister Demotte, vice-premier Laurette Onkelinx, geen voorstander is van extra belastingen, omdat dat de consumptie negatief zou beïnvloeden. Maar die ASB is wel degelijk een nieuwe belasting, die bovendien voor iedereen geldt, dus ook voor mensen met lagere inkomens. In Frankrijk heeft de socialist Michel Rocard ooit zo’n bijdrage ingevoerd. Aanvankelijk slechts een procent of twee, beloopt de ASB daar nu al 7 procent. Dat is onaanvaardbaar. Ik wil juist het systeem van de vennootschapsbelasting verder vereenvoudigen en nagaan of we in de personenbelasting nog iets extra’s kunnen doen voor de lagere inkomenscategorieën.
Daarmee lost u het probleem van de financiering van de sociale zekerheid toch niet op?
REYNDERS: Ik ben bereid met de sociale partners over alternatieve financieringsvormen voor de sociale zekerheid te praten. Maar dé basisvoorwaarde om ons sociale systeem in stand te houden, is dat meer mensen aan het werk gaan.
Om dat te bereiken stelt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) voor de sociale lasten de komende vijf jaar met meer dan 10 miljard euro te verlagen. Is dat realistisch?
REYNDERS: Het VBO-plan Strategie 2010 is wel heel ambitieus. Het mikt op 360.000 bijkomende arbeidsplaatsen, terwijl de regeringsdoelstelling – 200.000 nieuwe banen in 2007 – nog geen jaar geleden op hoongelach werd onthaald. Belangrijk is wel dat het VBO voor het eerst zelf een duidelijk verband legt tussen lastenverlaging, en het scheppen van werkgelegenheid. In het verleden hebben de werkgevers die koppeling nooit willen maken.
Een belangrijk werkgelegenheidsdossier is dat van DHL. Kunnen de nachtvluchten in Zaventem stijgen van 25.000 naar 34.000 per jaar, zoals het koerierbedrijf vraagt?
REYNDERS: Het huidige plafond van 25.000 nachtvluchten biedt DHL nog voldoende ruimte om zijn activiteiten uit te breiden. Verder is het mij nog niet duidelijk welke houding de Vlaamse en de Brusselse regering in dat dossier zullen aannemen.
De Brusselse regering wil het aantal nachtvluchten boven de hoofdstad bevriezen. Minister-president Charles Picqué (PS) laat zich zelfs niet vermurwen met het vooruitzicht van nieuwe banen voor Brusselse laaggeschoolde werklozen.
REYNDERS: Voor mij is de beslissing van de bijzondere ministerraad in Gembloers richtinggevend. Daar is afgesproken om op de eerste plaats de uitbreidingsmogelijkheden van DHL in Zaventem te onderzoeken, en Bierset als een alternatief achter de hand te houden.
Is er in Zaventem nog ruimte voor de expansie van DHL? Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten drie elementen in overweging genomen worden. Wat vraagt DHL? Kunnen we met het bedrijf afspraken maken over het gebruik van minder lawaaierige vliegtuigen? En hoe kunnen we het spreidingsplan van Bert Anciaux (SP.A-Spirit) aanpassen, want uit de vele contacten met mensen in en om Brussel – van Sint-Pieters-Woluwe tot Zaventem – weet ik dat de situatie onleefbaar is geworden.
En toch vindt Anciaux dat hij voor een rechtvaardige spreiding van de lawaaihinder heeft gezorgd. ‘Probleem opgelost’, zei hij bij zijn overstap naar de Vlaamse regering
REYNDERS: (koeltjes) Dat is dan zijn mening.
De Franstalige liberalen in Brussel liggen in dat dossier voortdurend dwars, zeker nu ze in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest in de oppositie zitten.
REYNDERS: Ik maak deel uit van de federale regering. Als we een akkoord kunnen bereiken dat rekening houdt met bovengenoemde elementen, zal ik dat ook verdedigen.
Laurette Onkelinx ziet anders geen ruimte voor de expansie van DHL in Zaventem. Blijft alleen Bierset over, wat u als Luikenaar toch gunstig moet stemmen?
REYNDERS: Dat is misschien wel zo, maar nogmaals, de regering heeft afgesproken eerst Zaventem te bekijken.
Een ander twistpunt is de splitsing van de tweetalige kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Nadat uw partij in Brussel en Wallonië naar de oppositie werd verwezen, verklaarde Louis Michel dat de MR zich voortaan onverzettelijk zou opstellen in communautaire aangelegenheden. Is dat ook uw standpunt?
REYNDERS: Die uitspraak van Michel moet gezien worden als een reactie op de verkiezingsnederlaag in juni en de daaropvolgende manoeuvres van Elio Di Rupo.
Mijn standpunt ter zake is heel duidelijk. Ik heb bij de regeringsvorming in 2003 mee ingestemd met de oprichting van een forum, waarin zowel institutionele als communautaire thema’s aan bod zullen komen.
Daarnaast is er een arrest van het Arbitragehof dat ons verplicht ten laatste in 2007 een regeling voor Brussel-Halle-Vilvoorde uit te werken. Maar de splitsing van de kieskring kan niet zomaar door een aantal burgemeesters of de Vlaamse regering worden afgedwongen. Er zijn bovendien ook andere formules denkbaar, zoals de provinciale kieskringen overal opnieuw afschaffen.
Maar is de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde onder bepaalde voorwaarden aanvaardbaar?
REYNDERS: Ik heb premier Guy Verhofstadt (VLD) gezegd dat we eerst de andere communautair geladen dossiers moeten bespreken, denk aan de afbouw van de overheidsschuld, DHL of de geldstromen in de sociale zekerheid.
Kan er vervolgens ook over een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde worden onderhandeld? Zelfs een zogezegde communautaire hardliner als Olivier Maingain (FDF) sluit dat niet uit, maar hij koppelt dat wel aan de uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest. De Vlamingen moeten dus wel beseffen dat de Franstaligen nooit eenzijdige oplossingen zullen goedkeuren.
Kunt u zich voorstellen dat uw partij een communautair akkoord zou aanvaarden tegen de zin van het FDF?
REYNDERS: Zeker niet. De Vlamingen moeten ook niet altijd het FDF in het vizier nemen. Luister toch ook eens goed naar de recente verklaringen van de PS. Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe droomt hardop van de annexatie van Sint-Genesius-Rode, terwijl zijn Brusselse evenknie, Charles Picqué, de Vlamingen ervan verdenkt dat ze het land willen opblazen en als tegenreactie dreigt met een sterk Waals-Brussels front.
Maar al die ad-hocreacties leidden nergens toe. Daarom is de bijeenkomst die PS-voorzitter Di Rupo heeft belegd met alle Franstalige partijen, om gezamenlijk te bepalen hoever we in onderhandelingen met de Vlamingen kunnen gaan, alvast een stap vooruit.
Door Patrick Martens en Han Renard
‘Ons profiel is wat verwaterd. Ik wil een andere stijl en opnieuw veel eigen ideeën.’
‘Wij behoren tenminste allemaal tot één partij. In Vlaanderen ligt dat toch een stuk ingewikkelder.’
‘Er zijn grenzen aan wat kan worden gecompenseerd in de sociale zekerheid. Dat is een rekenkundig feit.’