Het zijn woelige dagen voor de vakbonden. Op 21 februari houden ze hun grote actiedag om de regering en de andere sociale partners onder druk te zetten. Maar tegelijk drijft het dossier van de ACW-boekhouding de hele vakbondswereld in de verdediging. ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw is het stilaan gewoon een felle storm te moeten trotseren. ‘Voor onze mensen blijf ik ‘hunne Rudy’. Daar trek ik me aan op.’
Het ontbreekt in het leven van een moderne vakbondsleider niet aan hectiek. Vorige week betoogde Rudy De Leeuw met zevenduizend ambtenaren tegen staatssecretaris Hendrik Bogaert. Daarna ging het richting Washington, waar het Internationaal Monetair Fonds (IMF) eenmaal om de drie jaar vergadert met de vakbonden. Terug in België wacht donderdag dus een actiedag. De drie grote vakbonden ACV, ABVV en ACLVB hebben daartoe opgeroepen, maar vooral voor het ABVV wordt het belangrijk dat donderdag rood kleurt. De socialistische vakbond is namelijk opgestapt bij het sociaal overleg. Niet definitief, benadrukt Rudy De Leeuw: ‘We hebben het overleg opgeschort. Onze mensen hadden een time-out nodig.’
Een ambtenarenstaking, een grote betoging: is dat de so- ciale actie van uw dromen?
Rudy De Leeuw: Onze eerste job is onderhandelen. Ons perspectief daarbij is: sociale vooruitgang. Ook in economisch moeilijke tijden willen wij verhinderen dat de ongelijkheid en de armoede toenemen. En als de basis beslist dat dit niet meer kan aan de onderhandelingstafel en daarom een grote manifestatie in Brussel wil houden, moet je als vakbondsonderhandelaar altijd aan de kant van je eigen mensen staan. Niets zou dommer zijn dan je eigen achterban de rug toe te keren.
Zo is het ABVV wel geëvolueerd tot een van de vaste critici van de regering-Di Rupo, het eerste kabinet in veertig jaar dat geleid wordt door een socialist.
De Leeuw: Onze mensen zijn teleurgesteld in de regering- Di Rupo. De socialisten zijn maar een van de politieke families die deel uitmaken van dat kabinet. Je kunt de invloed van de neoconservatieven moeilijk onderschatten. Dankzij de niet-aflatende steun van de werkgevers dwingen zij de progressieven in de regering voortdurend in de verdediging. Vergeet ook niet dat er in Franstalig België spanning zit op de lijn tussen de PS en het FGTB. Veel Franstaligen hadden echt veel meer verwacht van de PS, zeker na de grote overwinning van die partij bij de verkiezingen. Maar natuurlijk: het land heeft de enige regering gekregen die mogelijk was na een formatie van goed anderhalf jaar. Maar dat neemt niet weg dat onze mensen meer socialistische klemtonen willen in het regeringsbeleid.
Verklaart dat waarom Anne Demelenne, de nummer twee van het ABVV, hard in aanvaring kwam met minister van Arbeid Monica De Coninck (SP.A)?
De Leeuw: Ik zal u het antwoord geven van de nummer één van het ABVV: ik heb Monica De Coninck een stoorzender genoemd. Dat was niet zonder reden. Ten eerste heeft ze bij haar aantreden een groot aantal cao’s die al waren afgesloten door werkgevers en werknemers, opnieuw onder de loep genomen. Ze hanteert daarbij veel striktere parameters om te bepalen of de loonstop is overschreden, dan de sociale partners – ik stip aan: dus ook de werkgevers – onder elkaar hebben afgesproken. Dat heeft veel wrevel veroorzaakt. Daarnaast merkten we dat oude afspraken niet werden uitgevoerd. Er was een akkoord over de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen, samen met een verhoging van de minimumlonen en lastenverlagingen voor de bedrijven. Dat was één pakket afspraken. Tot onze verwondering zijn het vooral de liberalen én de SP.A die dat nu blokkeren. Goed, dat is een zaak van de hele regering, maar het akkoord is dus niet uitgevoerd. Terwijl intussen de loonstop wel al is afgekondigd. Dat brengt ons in een onmogelijke positie om degelijk te onderhandelen.
Voor de meeste werknemers zijn dat geen theoretische discussies Een dossier als dat van de flexibiliteit kan echt ingrijpend zijn in het leven van wie werkt. En die blokkering duurt al sinds september. Waarom gunnen ze gepensioneerden en werklozen al die maanden hun twee procent opslag niet, want dat betekent die ‘welvaartsvastheid’? Voor mensen met een laag pensioentje of een werkloosheidsuitkering zijn een paar tientallen euro’s per maand echt belangrijk. Vandaar de spanning tussen een minister als Monica De Coninck en de vakbonden.
Vindt u Elio Di Rupo eigenlijk een goede premier?
De Leeuw:(denkt na) Ik vind hem een erudiet man, iemand die boven het gewoel staat. En dan dat verwijt dat hij een ‘marxist’ zou zijn. Toen Luc Bertrand dat zei, dacht ik: dit is te gek om los te lopen, daarop reageren wij toch niet? Want wat doet Bertrand eigenlijk? Voortdurend in het buitenland beklemtonen dat er in België allerlei mankementen zijn. Een ondernemer als Luc Bertrand zou misschien beter aan buitenlandse investeerders uitleggen dat ons land een uitstekende infrastructuur heeft en buitengewoon goed onderwijs. En dat het voor bedrijven dus loont om hier hun internationale hoofdzetel te vestigen – en niet alleen een fiscale postbus.
Er heerst nog altijd een klimaat waarin het bon ton is om op ‘België’ te kappen. Dat heeft ertoe geleid dat een ondernemer als Bruno Segers van Real Dolmen een pro-N-VA-pamflet laat opstellen, tegen Patrick Janssens. Of dat Karel Van Eetvelt in Nederland gaat zeggen dat de ondernemers staan te popelen tot N-VA mee zal besturen.
Is de N-VA stilaan niet de grote vijand van de arbeiders- beweging? Het waren N-VA’ers die eerst wezen op de merkwaardige boekhouding van het ACW, en het antwoord van het ACW op hun kritiek heeft niemand overtuigd. De ene na de andere christendemocraat heeft zich al gedistantieerd van het ACW, zelfs de vakbond ACV laat zijn ongenoegen blijken over de koepelorganisatie ACW.
De Leeuw: Ik ken de ACW-rekeningen natuurlijk niet, en bij opeenvolgende controles heeft de fiscus geen bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop werd geboekt. Maar goed, als het waar is wat nu bovenkomt, is dat er natuurlijk ver over. En zoals de zaken nu evolueren, blijft de fall-out niet beperkt tot het ACW of het ACV. Dit dossier dreigt de hele arbeidersbeweging te verzwakken.
In financiële zaken zijn sociale organisaties extra kwetsbaar. Ook bij het ABVV hebben we geleerd uit fouten uit het verleden. Onze regels zijn strikt, er zijn bijvoorbeeld duidelijke afspraken welke beleggingen kunnen en welke niet. Want progressieven moeten zich niet alleen aan de letter van de wet houden, ze zijn ook verplicht te handelen naar de geest van hun eigen politieke stellingnames en van de waarden die ze willen uitdragen.
Dat neemt niet weg dat er ook in dit dossier sprake is van bashing door de rechterzijde, en vooral door de N-VA. De N-VA gebruikt de zaak van de ACW-boekhouding om de hele vakbeweging in diskrediet te brengen. Het is een aanval tegen alle vakbonden in Vlaanderen. Want natuurlijk is het Vlaanderen van De Wever en zijn partij niet het Vlaanderen van de arbeidersbeweging. Wij gaan voor warmte, voor solidariteit, voor zorg voor elkaar.
Zonder het te willen bent u met uw aanhoudende kritiek op de regering-Di Rupo wel de eerste bondgenoot van N-VA. U ondergraaft mee de legitimiteit van dit kabinet. Bart De Wever dankt u bij voorbaat.
De Leeuw: Hola! De N-VA is een nationalistische partij, en dat gaat tegen alles in waarvoor het ABVV staat. Maar willen de regeringspartijen het vertrouwen van onze achterban blijven behouden, dat ze dan tonen dat ze een beleid voeren dat werknemers en uitkeringsgerechtigden perspectief biedt. Als deze regering zich laat gijzelen door het neoconservatieve discours en een economisch rechts beleid voert, wordt het voor onze mensen wel érg moeilijk om die regering te steunen.
Het ABVV applaudisseert trouwens wél voor het goede werk in de regering en het parlement. Ik heb het over Laurette Onkelinx, over John Crombez, maar ook over Dirk Van der Maelen of Bart Van Malderen. Wij waarderen dat we de automatische indexering van de lonen hebben kunnen behouden. Dat is gelukt dankzij onze alertheid en onze acties, en natuurlijk ook dankzij de aanwezigheid van PS en SP.A in de regering. Op het moment dat Johan Vande Lanotte zei: ‘De index wordt gevrijwaard’, was de discussie beslecht.
En de index blijft voor ons van wezenlijk belang. Ten eerste is het een compensatie, achteraf, van het koopkrachtverlies dat al is geleden. En ten tweede houdt het ook de binnenlandse consumptie op peil. Dat België nog relatief goed door de economische crisis is geraakt, is onder meer te danken aan onze index.
Internationale instellingen als de OESO willen van de index af. Elk rapport opnieuw stelt de OESO dat de index leidt tot extra inflatie, dat hij de lonen te hoog houdt en de Belgische concurrentiepositie verzwakt.
De Leeuw: Die zogenaamde tweederonde-effecten zijn eenvoudigweg nog niet bewezen. Dat de inflatie in België steeg, komt niet door de index as such, wel door de schandalige manipulatie van de prijzen van gas en elektriciteit. Die zijn bij ons veel meer gestegen dan in het buitenland. Dát heeft voor inflatie gezorgd.
Vindt u eigenlijk dat België überhaupt een loonhandicap heeft?
De Leeuw: Met onze drie belangrijkste handelspartners Duitsland, Frankrijk en Nederland heeft België een loonverschil van 5,1 procent. Trek daar de dienstencheques af, en een aantal loonsubsidies, en tussen 1996 en 2011 maakt dat een loonverschil van 1,8 procent. En dat verschil zou kleiner zijn als Duitsland zijn eigen lonen niet naar beneden zou duwen. Er zijn in Duitsland vandaag vijf miljoen werkenden die amper 400 à 500 euro per maand verdienen. Moeten we die weg op?
Misschien wordt het nog erger? Kijk naar de recente evoluties bij busbouwer Van Hool. Die verliest een belangrijke order aan de Franse concurrent Irisbus, die de productie evenwel verlegt naar Tsjechië. Intussen bouwt Van Hool zelf een vestiging in Macedonië. Het gaat niet meer alleen om de drie belangrijkste handelspartners. De hele Balkan concurreert al volop mee.
De Leeuw: En moeten we daarom naar de lonen en arbeidsvoorwaarden van ginder? Wij moeten ons sociaal model toch beschermen? Denkt u echt dat Ford zijn fabriek in Genk sluit omdat de arbeiders aan de band te veel verdienen? Onze eigen ABVV’er, Rohnny Champagne, heeft álles gedaan om de arbeidskosten te drukken. Hij heeft de Ford-arbeiders overtuigd van een inlevering van twaalf procent op hun loon. Nu rekenen sommigen het onze ABVV’ers aan dat de Ford-directie haar woord brak. Ik scheer niet alle multinationals over dezelfde kam, maar Ford en ArcelorMittal zijn onbetrouwbare partners. Ford moet vooral naar zichzelf kijken. Zeker, er is overproductie in de autosector. En welke bedrijven komen het eerst in de problemen? Niet de duurste. Wel de fabrikanten die een conservatief beleid hadden wat hun modellen betreft. Excuseer me, maar Ford was niet sexy meer. Het probleem zit dus én bij overcapaciteit in de sector én bij mis- management bij Ford. Loonkosten zijn daarbij een secundair argument. Zelfs een inlevering van twaalf procent was niet genoeg. Het is namelijk nooit genoeg. Onbeperkte loonmatiging leidt nergens toe.
U bent zelf handelsingenieur van opleiding. U bent eigenlijk getraind in kosten besparen.
De Leeuw:(lachje) Dat klopt. Ik heb mijn thesis gemaakt over het beperken van de transportkosten in een bedrijf: een model dat de bewegingen van vorkheftrucs – de ‘clarcks’ – en voorraden tot een minimum moest beperken. Daar is ook niets mis mee. Wij vragen niets liever dan dat bedrijven onnodige kosten vermijden en productief zijn, want zo kunnen ze floreren. En kunnen ze dus fatsoenlijke lonen betalen en netjes bijdragen tot de fiscaliteit.
Als student had ik sympathie voor klein links. Je opvattingen evolueren, maar toch ben ik nooit aan de kant van de werkgevers gaan staan. Ik heb altijd voor de vakbond gekozen. En elke dag opnieuw zijn het gewone mensen die me herinneren aan het belang van onze strijd. Vorige week nog had ik een ontbijtvergadering in een hotel. De manier waarop de kelner reageerde toen hij me zag, dat doet me iets. Ik neem elke dag de trein: van elk personeelslid van de NMBS voel ik het respect voor wat wij doen. Zeker in tijden van crisis weten werknemers dat vakbonden hun laatste bescherming zijn. Gewone mensen weten goed dat, als het er echt op aankomt, de vakbond altijd aan hun kant staat. En niet aan die van meneer Mittal of die manager van Ford die promotie kreeg omdat hij de vestiging in Genk sloot.
Het ABVV is gelukkig niet de enige die vindt dat het níét alleen allemaal minder moet: minder loon voor de mensen, minder inkomsten voor de staat, minder uitgaven door diezelfde staat. Want dat is wat de neoconservatieven willen. Vandaag zegt ook Paul De Grauwe dat de neoconservatieve oplossingen geen heil brengen. Allez, de neoconservatieven hebben het over de inflatie, terwijl er geen enkel gevaar is voor inflatie. Ze hebben het over de mogelijke gevolgen van een energiecrisis, terwijl we aankijken tegen een crisis van het systeem zelf. Lees mensen als Stiglitz. Lees Krugman.
Intussen krijgt uw vakbond wel de zwartepiet toegespeeld. Volgens Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten is dit de derde keer dat u noodzakelijke hervormingen blokkeert. Vicepremier Alexander De Croo gaat nog verder: u bent gewoon tegen elke verandering.
De Leeuw: Van Alexander De Croo aanvaard ik dergelijke kritiek niet. Hij zou beter zwijgen. Wat is De Croo anders dan een slechte elektricien? Hij kan de stekkers uittrekken, dat wel ja. Met Gwendolyn Rutten heb ik gedebatteerd in TerZake. Wij verschillen van mening, maar ik ga het gesprek niet uit de weg.
Maar de druk op uzelf is toch groot? Als De Tijd in haar weekendeditie een portret maakt van Rudy De Leeuw, ‘generaal zonder strepen’, weet u dat bij de anonieme bronnen mensen zitten waarmee u beroepshalve voortdurend aan tafel zit.
De Leeuw: Ik incasseer. Aan de ene kant kan ik het begrip ‘sociale partners’ plaatsen. Wij onderhandelen samen, maar onze loyauteit gaat niet uit naar elkaar. Ik onderhandel voor onze mensen, en dat is een heel andere positie dan iemand die spreekt namens een aantal multinationals. Ik heb een heel andere relatie met die partners dan met mijn kameraden van de vakbond op een betoging of aan een piket. Als de mensen met wie je schouder aan schouder staat, je aanspreken en je blijven steunen, en je blijven zien als ‘hunne Rudy’: daar trek ik me aan op.
Aan de andere kant doet die harde en soms zeer persoonlijke kritiek me wel iets, ja. Ik moet dan altijd even op verhaal komen. Want het is moeilijk om je daartegen te verdedigen. Vooral omdat ik weiger te spreken over mijn privéleven.
Waarom vermijdt u zo angstvallig dat het publiek weet dat u zich ook inzet voor voetbalclub Dender? Dat u een liefhebber bent van streekbieren?
De Leeuw: Omdat je anders als mens niet meer kunt functio-neren. In mijn gemeente Denderleeuw respecteren ze mijn privacy. Ze kennen mij daar. Ik kan daar een pint drinken, en zelfs eens een te veel. Niemand maakt er een zaak van. Ze hebben mij gekend als kind en zien opgroeien als jonge gast. Ik kom er tot rust en ben er op mijn gemak. Ook daar ben en blijf ik ‘hunne Rudy’, niet de voorzitter van het ABVV.
Soms dringt dat privéleven zich toch op in uw publiek optreden. U hebt het meegemaakt toen uw familiale patrimoniumvennootschap ook gebruikmaakte van de notionele intrest, waar u als ABVV-voorzitter zo tegen bent.
De Leeuw. Ik heb een fout gemaakt met die zaak van de notionele intrest. Ik wist niet dat de boekhouder had gebruikgemaakt van die techniek, maar ik had het moeten weten. Op het moment dat ik het zag, was het te laat. Het zal me niet meer overkomen. Je kunt wel zeggen: ‘Het was maar wat het was. Het is slechts eenmalig gebeurd, voor een beperkt bedrag in een kleine vennootschap.’ Ik zie dat niet zo. Ik heb uit die vennootschap ontslag genomen als bestuurder, precies om die verwarring te voorkomen. Die episode heeft mij voor een spiegel geplaatst. Ik deed niets onwettelijks. Ik belegde niet onethisch. Fiscaal is alles rechtgezet. En toch heb ik onze tegenstanders munitie gegeven, en zij hebben ermee geschoten. Op mij, en zo op de vakbeweging. Dat was dus mijn fout. Het zal niet meer gebeuren. Want dat niemand zich vergist: het ABVV en Rudy De Leeuw blijven honderd procent gekant tegen de notionele intrest.
Mag ik u trouwens een compliment maken?
De Leeuw:(verbaasd) Waarom?
We zijn al anderhalf uur aan het praten en u hebt niet één keer het woord ‘neoliberaal’ laten vallen. De laatste dertig jaar was dat vaste prik in elk gesprek met elke ABVV’er.
De Leeuw: Ik spreek vandaag over neoconservatieven. Dat is ook voor de mensen een stuk duidelijker. Conservatieven zijn zij die de klok willen terugdraaien. Zeker, ze zijn voor veranderingen, maar niet voor verbeteringen. En je vindt ze zowel in de regering als in de oppositie.
U wordt dit jaar zestig. Wat is er eigenlijk van de jonge hippie overgebleven in de oudere Rudy De Leeuw?
De Leeuw: Onrechtvaardigheid raakt mij nog altijd, als mens. Het doet me nog altijd iets als ik een bezoek breng aan de poorten van Ford Genk. Of als ik die jongen van ArcelorMittal zie die zijn oog heeft verloren, gewoon omdat hij tegen de sluiting van zijn bedrijf protesteerde. Dan welt nog altijd de emotie op, hier vanbinnen. En vooral, ik ben nog altijd dezelfde principiële antiracist van in mijn jonge jaren. Iemand discrimineren om zijn huidskleur of geloof, straks om de kleur van zijn hemd of omdat hij een te opzichtige oorbel draagt: in godsnaam, waar is dit Vlaanderen mee bezig? Dat gaat er bij mij nog altijd niet in.
Door Walter Pauli, Foto’s Saskia Vanderstichele
‘De index blijft voor ons van wezenlijk belang. Hij is een compensatie, achteraf, van het koopkrachtverlies dat al is geleden.”Ik scheer niet alle multinationals over dezelfde kam, maar Ford en Arcelor- Mittal zijn onbetrouwbare partners.”Er zijn in Duitsland vandaag vijf miljoen werkenden die amper 400 à 500 euro per maand verdienen. Moeten we die weg op?’