‘Iedereen kan met apenpokken besmet worden’
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de uitbraak van apenpokken tot ‘gezondheidsnoodtoestand van internationaal belang’ uitgeroepen, wereldwijd het hoogste alarmniveau. Volgens professor Laurens Liesenborghs van het Instituut voor Tropische Geneeskunde is er geen reden tot paniek, ‘maar het virus is niet onder controle’.
De WHO reageert op virusmeldingen uit intussen 75 – hoofdzakelijk Europese en Noord-Amerikaanse – landen, terwijl het virus normaal vooral in Afrikaanse landen opduikt. De symptomen zijn onder meer hoofd- en spierpijn, koorts en uitslag met blaasjes op de huid.
Laurens Liesenborghs, professor opkomende infectieziekten, vindt de noodtoestand terecht, ‘al was de WHO weer wat aan de late kant en voorzichtig met haar reactie’.
Het gaat wereldwijd toch maar om ongeveer 16.000 besmettingen?
Laurens Liesenborghs: De besmettingen nemen fors en exponentieel toe. De apenpokken zijn onvoldoende onder controle. In het Tropisch Instituut merken we dat met zeven à tien bevestigde gevallen per dag. Er moet dus dringend worden ingegrepen.
Waarom luidt de WHO pas de alarmbel wanneer het virus in Europa en Noord-Amerika circuleert, terwijl het al sinds 1958 in Afrika rondgaat?
Liesenborghs: De ziekte werd wat verwaarloosd zolang ze binnen de grenzen van Afrika bleef. Nu ze in het Westen opduikt, is het plots alle hens aan dek. Maar we zien ook verschillen tussen Afrika en het Westen. In Afrika is de ziekte een zoönose, ze wordt overgedragen van dier op mens en geregeld heb je grote uitbraken. De overdracht van mens op mens is er beperkt. De ziekte is in het Westen veranderd omdat besmettingen hier van mens op mens gebeuren en dat geeft die ongecontroleerde toename van het virus. Dat baart dus zorgen. Maar het is wel nogal dubbel en zuur dat de ziekte jarenlang genegeerd is zolang ze alleen in Afrika voorkwam.
Als apenpokken even besmettelijk waren als covid, zaten we nu al in lockdown.
Had de ziekte al uitgeroeid kunnen zijn?
Liesenborghs: Uitroeiing is heel moeilijk vanwege dat enorme virusreservoir bij dieren. De gewone pokken werden uitgeroeid omdat ze zich enkel van mens op mens verspreidden en niet via dieren. Er bestaan vaccins die bescherming zouden bieden aan kwetsbare populaties in Afrika, maar dat kost gigantisch veel geld en tot voor kort was er geen sprake van om die risicobevolking te vaccineren.
Bestaat er een specifiek apenpokkenvaccin of wordt dat ontwikkeld?
Liesenborghs: Nee, we gebruiken de derde generatie vaccins die voor gewone pokken zijn ontwikkeld. Het apenpokkenvirus lijkt heel sterk op dat pokkenvirus en we rekenen op kruisbescherming. Uit dierenproeven en epidemiologische data weten we dat die pokkenvaccins kunnen werken, maar in welke mate weten we nog niet precies. In Afrika zagen we wel dat na de stopzetting van de vaccinatiecampagnes voor de klassieke pokken, de apenpokken jaar na jaar begonnen toe te nemen.
Is het apenpokkenvirus dodelijk? Wereldwijd is maar een vijftal doden gemeld.
Liesenborghs: Er zijn hier nog geen patiënten overleden aan apenpokken. Er bestaat ook nog geen behandeling met antivirale middelen, want die zitten nog in de testfase. De meeste patiënten genezen spontaan na een drietal weken, al zijn soms wat hygiënemaatregelen of antibiotica nodig. Af en toe belandt een patiënt in het ziekenhuis voor pijnstilling, maar de overgrote meerderheid heeft milde symptomen. In Afrika zien we dat er soms littekens blijven of dat het oog wordt aangetast, wat tot blindheid kan leiden. Dat soort gevolgen zien we hier niet. Het beeld is dus niet zwart-wit. Er dreigt geen nieuwe pandemie, maar je kunt ook niet doen alsof er niets aan de hand is. Voor het Tropisch Instituut is het alle hens aan dek omdat we nu veel patiënten binnenkrijgen. Toch is er hoe dan ook geen reden tot paniek. Als apenpokken even besmettelijk waren als covid, zaten we nu al in lockdown. Het moet gewoon aangepakt worden en daar geeft de WHO nu het goede signaal voor. Er is een kleine kans dat het virus zich ook via de lucht verspreidt of via besmette oppervlakken, maar dat is toch vooral een theoretisch risico. Om echt geïnfecteerd te worden is intens huidcontact of seksueel contact nodig. Al onze patiënten zijn homomannen die het virus via seksueel contact kregen.
Homomannen zijn de belangrijkste risicogroep?
Liesenborghs: Het bewustzijn over het risico neemt wel toe door de berichtgeving in de media, maar het is een pijnlijke zaak dat weer een stigma dreigt voor die groep mensen. In het Westen is het virus wellicht in het begin verspreid via een klein deel van de homoseksuele populatie die soms veel verschillende seksuele contacten had. Dat was waarschijnlijk de katalysator. In Afrika zien we hele gezinnen, inclusief vrouwen en kinderen, die met het virus besmet worden. Het virus discrimineert niet. Apenpokken afdoen als een homoziekte is gewoon onjuist, want dat is het absoluut níét. Iedereen kan besmet worden.