De partijen zijn klaarwakker, de regering is moe. De ‘raison’ in het paars-groene verstandshuwelijk is ver zoek.
Noël Slangen had een gemakkelijke klant aan Jean-Luc Dehaene (CD&V) toen die begin 1995 vervroegde verkiezingen afkondigde. De verkiezingsslogan lag voor de hand, de realiteit reikte hem gewoon aan: ‘De ervaren gids’. Een blijvertje, zoals ‘Met deze man wordt het anders’. De premier dicteerde tussen de lopende zaken door de tekst van het Sleutelplan, en eigenlijk konden zijn socialistische coalitiepartners daar al voor de verkiezingen bijna blind hun handtekening onder zetten. De coherentie in de ploeg was van een ongeziene saaiheid. Slangen gaf dat boekje vorm, onhip en goedkoop. Met een grijze foto op het kaft, tonende de premier die tekst en uitleg geeft bij een of andere economische grafiek. En het werkte.
Vandaag weet Slangen bijgot niet wat hij met Guy Verhofstadt (VLD) aanmoet. Vice versa ook niet meer natuurlijk, maar dat is een ander verhaal. Vooreerst is deze regering allesbehalve saai, precies omdat ze coherentie mist. Bovenal moet Slangen er niet aan denken om Verhofstadt in een campagne voor te stellen als ervaren gids, locomotief, coach of gewoon leider. Liegen in de reclame mag niet, het werkt niet. En je kunt Verhofstadt ook niet blijven roemen voor zijn visionaire gaven en animo, anders wordt hij een soort Godot. Het is al vaak gezegd, maar we laten het hier nog een keer samenvatten door een socialistisch boegbeeld: ‘Guy Verhofstadt is een man met een schitterende visie, maar hij veroorzaakt rommel’. Een ander boegbeeld van diezelfde partij noemde vorig weekend de Prioriteitennota een ‘ fait divers‘. Die nota is geen nieuw project, het is een doorslagje van het oorspronkelijke huwelijkscontract, door de partners ter herbevestiging nog eens geparafeerd.
De Prioriteitennota en de scène die Verhofstadt maakte om zich als leider te laten gelden, hadden niet het gewenste effect. Die nota moest er komen om verschillende geesten weer in de fles te krijgen. De federale agenda begon kort voor de jaarwisseling namelijk vervaarlijk te zwalken door de dagelijkse nieuwe wendingen in de soaps van het nieuwe Sabena (DAT) en De Post. Daar kwam bij dat de geest waarmee Verhofstadt I aan de rit begon, het ordenende principe van paars-groen, eind vorig jaar ver zoek was.
Dat principe wil dat de zes coalitiepartners vanuit hun ideologische verschillen toch perfect kunnen samenwerken op voorwaarde dat ze elkaar hun trofeeën gunnen. Een voorbeeldje: door de fiscus te versterken en belastingen beter te innen, kan de regering zich een fiksere verlaging veroorloven. Groen en rood tevreden, blauw ook. ‘Het al dan niet naleven van dit syntheseprincipe’, zo zegt een paarse architect, ‘is altijd belangrijker geweest voor de overlevingskansen van deze regering dan de slinkende budgettaire marge. Precies die afspraak is na verloop van tijd verwaterd. De creativiteit is zoek.’
Eind vorig jaar waren rood en groen al een tijdje in de wachtkamer aan het ijsberen omdat de uitreiking van een aantal nochtans al langer toegezegde ’trofeeën’ op zich liet wachten. Heel slecht viel daarom het medianummer waarmee minister van Financiën Didier Reynders (PRL) in december nog maar eens de belastingverlaging kwam verkopen. In diezelfde periode joegen groen en rood elkaar onderling ook op stang met het voor hen, en voor het hun zeer dierbare ACW, zo cruciale item van de verhoging van de bestaansminima ofte leeflonen.
Ondertussen verloor PS-voorzitter Elio Di Rupo almaar openlijker zijn interesse voor deze regering. Paars kwam er in 1999 door de vaste wil en rekenkundige macht van PS en PRL. Door de positie van Agalev, nodig voor paars in Vlaanderen, moesten ze er Ecolo bij nemen. De Franstalige groenen lopen daar in de weg, maar soms zijn ze ook handig: zo versterkte de PS zich met Ecolo ten aanzien van PRL voor sociale dossiers, en de PRL ten aanzien van PS in de aanval op de ambtelijke en politieke (PS-)cultuur in Wallonië. Tot september vorig jaar zag Elio Di Rupo geen andere weg dan paars. Sindsdien is de PSC terug opgedoken, de partij die volslagen uitgeteld werd gewaand nadat ze op het einde van Dehaene II zowel de PS als de PRL te vriend had proberen te houden. Slecht gepokerd, hand overspeeld.
Vandaag praat in Wallonië iederéén weer met Joëlle Milquet: Ecolo, PS en PRL. PS en Ecolo menen zich te kunnen versterken met de progressieve christen-democraten. Precies om diezelfde reden meent Louis Michel dan weer dat zijn partijvoorzitter Daniël Ducarme maar beter niet te zeer de PSC kan aanhalen. In vergelijking hiermee getuigt paars in Vlaanderen van hondstrouwheid. Op een wat uit de hand gelopen uitje van Patrick Dewael (VLD) vorig jaar in het Kortrijk van Stefaan De Clerck (CD&V) na, blijft ieder aan zijn kant van het bed. En de CD&V weet voorlopig ook nog niet goed welke avances het meest kunnen lonen: die naar de N-VA of naar Agalev.
POLITIEK AUTISME
Na de jaarwisseling had de premier in elk geval íéts nodig. Als leider van de ploeg, maar ook als liberaal. Want niet alleen rood en groen wachtten op trofeeën, ook de VLD begon zeer vervelende signalen op te vangen uit kringen van werkgevers en zelfstandigen. De loonlasten daalden niet snel genoeg, de fiscale druk bleef te hoog en dus de concurrentiepositie van de bedrijven ondermaats, de zelfstandigen zuchtten verder onder hun statuut. Het is het soort refreintjes dat Verhofstadt destijds graag op muziek zette om er vooral de CVP horendol mee te maken. Maar vandaag is hij de eerste liberaal in charge en dus jeukte het om ook de blauwe prioriteiten wat aan te scherpen. Aldus kwam de oproep van de groenen eind vorig jaar om het regeerakkoord te herijken, of toch minstens een prioriteitenlijstje op te stellen, ook Verhofstadt wel van pas. Het verklaart meteen ook waarom de eerste versie van de Prioriteitennota er, naar rode en groene smaak, zo blauw uitzag. Of waarom het in de week die moest dienen om de rust en de synthese te herstellen, van meet af aan goed fout zat. Op woensdagochtend 16 januari zijn er aparte contacten tussen Ecolo, Agalev en PS over de ontwerpnota. ‘De gemeenschappelijke indruk is dat we hier met een VLD-programma te maken hebben’, zo schrijft een kroongetuige in een politiek logboek dat hij van die week bijhoudt. Zesendertig uur en vele glaciale vergaderingen later typeert hij de onverzettelijkheid op de Wetstraat 16 als volgt: ‘De kabinetschef van de premier levert een fraai staaltje van politiek autisme’.
‘Ik heb al eens gezegd dat we de eerste minister soms te Vlaams en te liberaal vinden’, zegt Filip Defeyt, politiek secretaris van Ecolo, de volgende ochtend op de RTBf-radio. Defeyt is die vrijdagochtend de spreekwoordelijk verkeerde man op het verkeerde moment. Hij weet vandaag nog altijd niet exact waarom hij een oorveeg kreeg van de premier. Wel kon hij er zijn voordeel mee doen aan de vooravond van de algemene ledenvergadering van Ecolo. De basis blijft daar zeer sceptisch over de regeringsdeelname. In normale omstandigheden zou de Prioriteitennota zoals hij uiteindelijk vrijdag werd aanvaard door de regering, en die zelfs volgens sommige Vlaamse groenen niet fundamenteel verschilt van de versie voor Defeyts optreden, gefileerd zijn op de algemene vergadering van Ecolo. Nu kreeg Defeyt laurierkransen, als een David die het tegen Goliath had durven op te nemen. Zelfs bij Agalev vonden ze het ’triomfalisme’ van Ecolo over de rand.
Defeyt weet dus nog altijd niet goed waarom hij de toorn van Verhofstadt over zich heen kreeg, maar hij kan zich maar beter geen begoochelingen maken over zijn politiek gewicht. De waarheid is dat hij als kleinste jongetje van de klas de klap incasseerde die eigenlijk voor de grotere jongens bestemd was, voor de untouchables die de meester niet durft of kan raken. De een, Elio Di Rupo, omdat hij nu eenmaal een maatje te groot is. De ander, Steve Stevaert (SP.A), omdat hij fysiek niet aanwezig is in de Wetstraat 16 maar wel al weken zo niet maanden zijn lange schaduw over het federale regeerwerk wierp en werpt. ‘Wallonië had in de figuur van Guy Spitaels Dieu‘, zegt een groene bron over Stevaert. ‘Wij hebben Dieu sympa.’
De werkelijke woede van Verhofstadt gold ook in de week van de Prioriteitennota strikt gezien ‘het communautaire’. En op dat vlak is Stevaert – de ‘autodidact’ zoals hij in liberale kringen al eens grommend genoemd wordt – een grotere lastpak dan Van den Brande destijds voor Dehaene. Als hij zich federaal moeit, is het niet om bevoegdheden op te eisen die Vlaanderen ontbeert (fiscale autonomie of sociale zekerheid). En hij vindt het ook niet erg dat hij op officiële plechtigheden bij de koning op de rij achter de federale staatssecretarissen moet gaan zitten. In zijn Belgische ruimte bestaat geen protocol.
Sommigen, liberalen en groenen, duiden de ‘bemoeienissen’ van Stevaert in het dossier van de verkeersveiligheid als roodgroene spelletjes. Nog andere ingrepen van Stevaert, in DAT en NMBS, worden dan weer geduid tegen de achtergrond van de machtsstrijd tussen hem en Johan Vande Lanotte. ‘De buitenwacht verkijkt zich daarop’, zegt een hooggeplaatste SP.A-bron. ‘Bij ons is de visie op België geen punt van discussie meer. België is niet verdeeld maar opgebouwd in deelstaten. En Vlaanderen is geen ondergeschikt bestuur van de federale regering, een Vlaams minister dus ook geen ondergeschikte van een federale collega. Guy Verhofstadt kan Steve geen bevelen geven. Verhofstadt belt naar Dewael om te zeggen: Dit moet je doen. En dan zegt Steve: Vlaanderen zal doen wat het moet doen. Niets gebeurt zonder overleg binnen de partij. Steve en Johan bellen elkaar zo’n tien keer daags. Alleen over DAT hadden ze een meningsverschil ten gronde. Níét over de NMBS, níét over verkeersveiligheid.’
PRATEN OVER SEKS
De week van de Prioriteitennota werd behalve door de felle discussie over de tekst en het geruzie tussen personen dus ook vergald door de communautaire problemen die in de loop van die week toch weer de kop opstaken: het Vlaamse verzet tegen het NMBS-akkoord, het door Wallonië gewraakte Vlaamse tijdskrediet. De Prioriteitennota kwam er wel, maar hij wekt weinig animo. En ook de poging van Verhofstadt om zijn gezag te laten gelden, wordt op álle meerderheidsbanken, inclusief VLD, alleen met de grootste gêne becommentarieerd. ‘ Overacting‘, zegt de één. ‘Hij wou laten zien wie de chef is. En de uitkomst is dat hij meer petit dan grand chef geworden is’, de ander.
Na de excuses van Defeyt heeft iedereen zijn paraaf op de tekst gezet. Maar ieder weet dat als er niet snel realisaties volgen, en als de paarse win-wingeest daarbij niet snel terugkomt, deze regering ten einde is. Overmorgen moet Isabelle Durant een plan voor verkeersveiligheid op tafel kunnen leggen, en dat zal, zo weten ze bij Agalev, ‘verdomd gedetailleerd en concreet moeten zijn, anders wordt het onhoudbaar’. Het NMBS-dossier is nog niet gedeblokkeerd en komt hoogstwaarschijnlijk weer op de federale tafel terecht.
Als men vandaag niet echt gehaast is om vervroegd naar de kiezer te trekken, heeft dat veeleer met partij-interne redenen te maken dan met geloof in, laat staan warme liefde voor deze regering. In zowat alle partijen moet eerst nog een aantal zaken, onder meer personeelskwesties, uitgeklaard worden voor de campagne kan beginnen. Bij de SP.A is dat al gebeurd: Stevaert rijdt. En de capaciteiten van Patrick Janssens als partijvoorzitter zullen niet worden afgelezen aan zijn voorkeurstemmen. Bij de VLD is er minder eenduidigheid. In eerdere plannen voor een personeelswissel op het niveau van regering en partij dook de naam van Bart Somers (VLD) op. Somers is burgemeester van Mechelen, slaat daar aan met zijn no-nonsense-stijl en beleid, en wordt al eens met veel gevoel voor overstatement ‘de blauwe Steve in spe’ genoemd. Bij de VLD speelt op de achtergrond sinds enige maanden een nieuw feit: Marc Verwilghen heeft de smaak van het politieke spel te pakken. Voor het eerst sinds hij in 1996 op de voorgrond kwam, lijkt hij nu ook bereid om dat spel mee te spelen. Hij wil laten zien dat Noël Slangen ongelijk heeft. Hij begint zich in de VLD te stellen, zoals dat heet. En hij heeft daar nog altijd bitter weinig vrienden. Ook aan Franstalige kant wordt er gerekend en gemeten, met name de krachtsverhoudingen in de provincies Luik en Henegouwen.
Dat laatste is ook de reden waarom er niets meer vernomen is over de grotere kiesdistricten sinds het principiële akkoord daarover. Het is een van de vele hangende dossiers van Verhofstadt I en er circuleren al diverse sneuvelteksten van. Het stond ook op de allereerste inventaris van dossiers ter voorbereiding van de Prioriteitennota, maar werd er – samen met het migrantenstemrecht – al in een tweede lezing afgehaald. De uiteindelijke vorm van dat akkoord zal bepalen wie waar en hoeveel stemmen kan vergaren. Dat gesleutel is dan ook een delicate zaak. ‘Het gebeurt in alle discretie. Iedereen zit natuurlijk te berekenen waar hij of zij op de lijst zal staan in het nieuwe systeem. En dat is zoals met seks: het is een beetje onkies om daar openlijk over te praten’, zegt een woordvoerder van de regering. ‘Maar verder is er geen politiek probleem. Er is nog tijd voor het zomerreces.’
Voor die tijd komen er ook nog twee begrotingscontroles, en dat worden twee beslissende testen voor de Prioriteitennota. En er is ook nog de wet op euthanasie. ‘Dat is zo’n dossier waarvan iedereen weet dat het in geen enkele andere politieke constellatie te realiseren is’, zegt een groene bron. ‘Niemand binnen SP.A en PS, VLD of PRL, wil dit laten ontploffen. Die wet moet er door. Dat geeft de regering toch nog wat garantie.’
Piet Piryns, Filip Rogiers
PS-voorzitter Elio Di Rupo verliest almaar openlijker zijn interesse voor deze regering.
Ecolo-man Defeyt kreeg als kleinste jongetje van de klas de klap die eigenlijk voor de grotere jongens bestemd was.