De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge en Etienne Vermeersch. Hij wordt geraadpleegd over uitzonderlijke omstandigheden.
Mijnheer Vermeersch, in de binnenlandse politiek is Guy Verhofstadt weer op de bühne geklommen. Wat onthoudt u van zijn wederoptreden ?
ETIENNE VERMEERSCH : Ik heb respect voor mensen die de moed opbrengen om te handelen volgens duidelijke beginselen en die daarover durven nadenken. Ik heb dat altijd bewonderd in Verhofstadt, al was ik het met zijn beginselen vaak niet eens. Ik heb de tekst van zijn jongste toespraak nog niet gelezen en in de pers komt de samenhang in zijn beschouwingen niet duidelijk naar voren.
Maar als ik de wereld van vandaag bekijk, in de eerste plaats op economisch gebied, zie ik een evolutie naar een wild en ongebreideld kapitalisme. Men heeft in het Oostblok geprobeerd om een marxistisch socialisme op te bouwen, met de productiemiddelen in handen van de staat die automatisch de sociale verzorging op zich moest nemen. Dat is niet gelukt. In een aantal industrielanden, vooral in West-Europa, heeft men gestreefd naar een gecontroleerde vorm van kapitalisme met een sociaal vangnet voor wie eruit valt. Ook dat is aan het wankelen.
Het blijkt nu dat het wilde ongebreidelde kapitalisme het als economisch systeem altijd haalt van de andere. Zelfzuchtige en concurrentiële individuen en groepen winnen van de altruïstische. Die thesis is verwant met de socio-biologische theorie, die stelt dat het egoïstische gen altijd aan het langste eind trekt. Ik denk dat er geen autonoom functionerend economisch systeem leefbaar is in concurrentie met het ongebreidelde kapitalisme. Dat lijkt mij de belangrijkste conclusie uit een analyse van de huidige feiten.
Beleven we het einde van de ideologieën ? De overwinning van de markt op de -ismen ? Ja, maar dat moet een aansporing zijn om een nieuwe ideologie te ontwerpen, die een politieke uitdrukking krijgt. Want het ongebreidelde kapitalisme kan enkel tot een humanisering worden gedwongen, als het gecontroleerd wordt door een politieke macht, en wel op wereldschaal.
Pogingen daartoe hebben nog niet veel succes opgeleverd.
VERMEERSCH : De afgelopen jaren heeft de politieke macht in Europa toch iets kunnen realiseren, bijvoorbeeld op gebied van landbouw en milieu. Die verwezenlijkingen zijn verre van voldoende, de Europese politieke macht legt de markt voorlopig weinig in de weg en lijkt niet bestand tegen zware problemen zoals de gekke koeien. Maar dat betekent niet dat een politieke macht niet kàn functioneren. Integendeel, ze moet voor ons de komende jaren een essentiële doelstelling zijn.
Verhofstadt haalt de Franse politicoloog Jean-Marie Guéhenno aan, die zegt dat de politieke macht wordt vervangen door oncontroleerbare lobby’s en netwerken.
VERMEERSCH : Reden te meer waarom er nood is aan een nieuw politiek concept, gebaseerd op ernstig wetenschappelijk onderzoek. Wat is het kenmerk van het ongebreidelde kapitalisme ? Individuen en groepen zoeken naar de beste oplossing voor een productie- of consumptieprobleem. Door een toeval vindt iemand het antwoord, dat wordt toegepast en verspreid, en alle concurrenten worden verpletterd. Hoe groter het verband waarin dat gebeurt, des te sneller slaat de economisch sterkere de rest plat. Dat is the struggle for life en the survival of the fittest. Door onze informatienetwerken satellieten, televisie, Internet en dergelijke wordt dat fenomeen alleen maar versneld. Dat moet onder controle van een politieke macht gebracht worden.
Ik vrees dat Verhofstadt te veel binnen Europa redeneert. Hij maakt een onderscheid tussen de manier waarop Helmut Kohl, Alain Juppé en Jean-Luc Dehaene ons economisch model willen redden, en de manier waarop men dat doet in Nederland, Denemarken en straks wellicht onder Tony Blair in Engeland. Maar Verhofstadt idealiseert Nederland en Denemarken nogal. Ze zijn daar misschien soepeler in het veranderen van structuren en procedures, maar het gaat om relatief kleine landen en om partiële oplossingen. Het zijn de grote industrielanden als Duitsland en Frankrijk, die de zwaarste klappen krijgen als zij moeten concurreren met het ongebreidelde kapitalisme dat in andere delen van de wereld heerst. Daarom moet een ideologie uitgaan van de analyse op wereldschaal.
Het biologisch struggle-model is echter nog te eenvoudig. De mensheid wordt bovendien geconfronteerd met het verschrikkelijke potentieel van destructiemiddelen. De mensen kunnen niet alleen een economische maar ook een militaire concurrentie met elkaar aangaan. We zien tot wat dat leidt in vele plaatselijke brandhaarden : Ruanda, Bosnië, Liberia, Zaïre, en ga zo maar door.
Het West-Europese overlegmodel wankelt. Dat blijkt bij ons uit het afspringen van de besprekingen tussen werkgevers en werknemers rond het Toekomstplan.
VERMEERSCH : Hetzelfde doet zich voor in Duitsland, waar het overlegmodel voor grote successen heeft gezorgd en gedurende decennia als het nec plus ultra werd beschouwd. Maar plots lijkt Duitsland zelfs problemen te hebben om aan de Maastrichtnormen te voldoen iets wat enkele maanden geleden nog ondenkbaar was en brokkelt het overlegmodel af. Het Rijnlandmodel, of hoe je het ook wil noemen, heeft geprobeerd om een sociaal vangnet binnen een kapitalistisch systeem in stand te houden. Dat heeft een tijd lang uitstekend gewerkt, maar is niet bestand tegen de concurrentie van kapitalistische systemen die zo een vangnet niet hebben.
Onze regering wil via kaderwetten de hele problematiek van concurrentievermogen, begroting en sociale zekerheid regelen. De sociale partners en de meerderheid in het parlement hebben zichzelf buitenspel gezet. Brokkelt ook onze democratie ook af ?
VERMEERSCH : De kern van de democratie bestaat erin dat het volk via verkiezingen een regering kan afzetten. Dat is de essentie. Neem Groot-Brittannië. Daar is één partij in de regering waardoor de macht van de premier, die ook partijleider is, bijzonder groot is. Niemand beweert dat Groot-Brittannië geen democratie is. Als de mensen niet tevreden zijn, brengen ze bij de volgende verkiezingen de oppositie aan de macht.
Bij ons houdt het systeem van volmachten welke eufemistische naam men er ook aan wil geven , in dat de regering veel macht uitoefent en dat de controle van het parlement gering is. Dat kan in crisissituaties zeer efficiënt werken, maar het lijkt me veiliger de controle-mechanismen niet te veel te laten vallen. De specialisten van de verschillende partijen, ook de oppositie, moeten geïnformeerd blijven over de plannen van de regering, moeten daarop kritiek kunnen uitoefenen en ze eventueel afwijzen.
Ook in de belangstelling staat het wetsvoorstel van Luk Willems (CVP) en Renaat Landuyt (SP) om discriminatie van homo’s te verbieden. En de stelling terzake van Alexandra Colen van het Vlaams Blok.
VERMEERSCH : In dit verband is het belangrijkste in de Verenigde Staten gebeurd. Op 20 mei heeft het Hooggerechtshof elke discriminatie ten nadele van homoseksuelen verboden. Dat is volgens mij een mijlpaal in de geschiedenis van de ethiek, te vergelijken met de fameuze uitspraak uit 1973 in de zaak Roe versus Wade, waardoor abortus in de eerste weken van de zwangerschap mogelijk werd. In het spoor daarvan hebben alle beschaafde landen, op Ierland na, hun wetgeving aangepast. Ik hoop dat dat nu ook het geval zal zijn na de uitspraak over de homo’s. Een uitspraak met zes tegen drie, en dat in een rechtscollege waarvan de leden grotendeels zijn aangesteld door Republikeinse presidenten. Met andere woorden : een veeleer conservatief college. Ik beschouw dit als het begin van het einde van een discriminatie op basis van stupide ideeën die eeuwen heeft standgehouden.
De preciese tekst van het wetsvoorstel Willems-Landuyt ken ik niet, ik kan dus niet oordelen over de details ervan. Maar de symbolische betekenis is in elk geval zeer groot. De principiële stellingname van de CVP’er Luk Willems, duidelijk gesteund door voorzitter Van Hecke, verheugt mij zeer. Om dit standpunt binnen de CVP te doen aanvaarden, is rechtgeaardheid en politieke moed nodig.
De oprispingen van mevrouw Colen zijn al even interessant, zij het om een andere reden. Mevrouw Colen beweert : de homoseksuele praktijk is tegennatuurlijk, en is een perversiteit die tegen de orde van de schepping indruist. Ze haalt een citaat uit de bijbel als bewijs aan. Ik kan mevrouw Colen nog een paar citaten uit de bijbel ter overweging geven. Homoseksuelen moeten inderdaad worden gedood (Lev. 20,13), maar hetzelfde geldt voor wie overspel pleegt (Lev. 20,10) en voor wie hout sprokkelt op de sabbat (Num. 15,36). Een meisje dat bij het huwelijk geen maagd blijkt te zijn, moet tot de dood worden gestenigd (Deut. 22,21). En als Colen de Schrift ook op zichzelf wil toepassen, herinner ik haar aan 1 Korinthiërs 14,34 en aan 1 Timotheus 2,12, waar ze zal lezen dat het woord te voeren eigenlijk de vrouw niet past.
Mevrouw Colen mag van mij met dit Khomeiny-achtig fundamentalisme nog lang militeren in het Vlaams Blok : zo leren we beter hoe het met de ware aard van dat beestje, des Pudels Kern, gesteld is. Ik hoop vooral dat de jongeren er zich rekenschap van geven wat deze religieus geïnspireerde onverdraagzaamheid voor hen in petto houdt. Hoeft het overigens gezegd dat geen enkele theoloog van enig niveau dergelijke letterlijke interpretaties van de bijbel nog verdedigt ? Dat mevrouw Colen dit wél doet, en daarbij haar misprijzen voor een hele groep medemensen niet wegsteekt, illustreert perfect op welk intellectueel en moreel niveau zij zich, samen met haar partij, beweegt.
Na honderd dagen bezinning komt de nieuwe BRTN-baas Bert De Graeve verrassend uit de hoek : de BRTN heeft te weinig middelen !
VERMEERSCH : Zijn verklaringen hebben mij ontgoocheld. Er zijn veel mensen in staat om een omroep te runnen als VTM of VT4, of gelijkaardige buitenlandse stations. Ervoor zorgen dat zoiets commercieel functioneert, lijkt mij niet zo een zware opgave. De Berlusconi’s van deze wereld zijn niet dun gezaaid. Een openbare omroep leiden, is iets anders. Daarvoor heb je een visie nodig. Je moet een concept uitwerken over de specificiteit van de BRTN in de huidige mediawereld. Tot mijn spijt heb ik van zo een concept nog niets gezien. De maatregelen die tot nu toe genomen worden, konden van de eerste de beste commerciële manager komen. Business-reengineering is, als je het resultaat bekijkt, nogal eentonig. Het komt erop neer dat je tien tot vijftien procent mensen buiten gooit. Een symfonie-orkest ? Kost veel te veel, weg ermee. Wat de culturele impact is van een dergelijke beslissing vraagt men zich blijkbaar niet af.
De Graeve heeft wel gesteld : we moeten de kijkers terugwinnen. Kijkcijfers zijn belangrijk.
VERMEERSCH : Dat vind ik geen concept voor een openbare omroep. Dat is het doel dat alle commerciële stations nastreven. Het doel van het ongebreidelde kapitalisme : de concurrentie van de kaart vegen. Als je dat toepast, wordt de maatschappij overspoeld met één type van informatie of amusement. De vraag is dan niet meer : is deze informatie waar, emanciperend, positief voor de mens ? Maar : brengt deze informatie kijkcijfers en reclame op ? Een openbaar medium moet zich in de eerste plaats laten leiden door de vraag of informatie waar en betrouwbaar is, een kritische dimensie heeft en maatschappelijk relevant is. En wat de ontspanning betreft, is er de opgave altijd een duwtje in de richting van kwaliteit te geven, zonder daarom high-brow te worden.
Om af te sluiten nog één puntje uit het buitenland : de VN en Irak hebben een akkoord getekend over de verkoop van olie voor voedsel. Een bescheiden doorbraak van het embargo.
VERMEERSCH : Deze ontwikkeling bevestigt wat ik altijd heb gezegd : dat een embargo tegen Saddam Hoessein niets zou opleveren. Iemand die analyseerde wat voor monsterachtigheden Saddam al vóór de Golf-oorlog had begaan, hoeveel honderdduizenden mensen hij al de dood had ingejaagd zonder zich om zijn volk te bekommeren, die had moeten weten dat een embargo de dood van opnieuw honderdduizenden kinderen, Koerden, sjiïeten, moslims enzovoort tot gevolg zou hebben, maar niet de val van Saddam.
De dictators zijn taaier dan men denkt. Ook Mobutu zit nog altijd op de troon.
VERMEERSCH : Oh, maar dat is een heel ander verhaal. Saddam zit ingebed in de hele Arabische wereld, tegen hem kan men niet zo maar optreden zoals dat tegen Mobutu had gekund. In Zaïre had het volstaan de oppositiekrachten te steunen met een paar honderd parachutisten. Als men bij de opening van de Nationale Conferentie, Mobutu had afgezet en daarbij op een consensus van de VS, Frankrijk en België had kunnen rekenen, dan was het probleem-Mobutu al lang van de baan. Degenen die dat toen niet gedaan hebben, dragen nu een zware verantwoordelijkheid.
Koen Meulenaere