Journalist Mehmet Koksal is een onvermoeibaar en kritisch waarnemer van allochtone politici. Hij maakte een boek over de laatste verkiezingscampagne in Brussel.

Mehmet Koksal (32) is een echte workaholic. De Belgische journalist van Turkse origine werkt als onafhankelijk freelancer, is correspondent voor het Franse weekblad Courrier International en medewerker van IPS en MO-magazine. Ook treedt hij geregeld op als ‘fixer’ voor de internationale pers. ‘Als buitenlandse media een verhaal willen over minderheden in België en Brussel, dan bellen ze mij. Ik zoek dan informatie en regel afspraken’, zegt Koksal, die in het Frans schrijft maar ook uitstekend Nederlands begrijpt, naast Turks, Russisch en Engels. Ook houdt hij een veelgelezen politieke blog (www.parlemento.com) bij, met dagelijkse posts over het reilen en zeilen van vooral Brusselse allochtone politici. De berichten uit de regionale verkiezingscampagne in Brussel van juni laatstleden zijn nu gebundeld in boekvorm en aangevuld met cijfermateriaal en uitgetikte sms’jes van ijverige allochtone kandidaten.

Enkele jaren geleden moest Koksal zijn toenmalige blog stopzetten na klappen en bedreigingen van nationalistische Turken vanwege zijn kritische berichtgeving over de eigen gemeenschap. ‘Ik wil eigenlijk alleen maar informeren’, zegt Koksal. ‘Maar binnen de allochtone gemeenschap is het lastig om uit te leggen dat een journalist zich met feiten bezighoudt en niet met wat mensen graag horen.’

Uw boek heet Bruxelles 2009, l’autre campagne. Leg eens uit?

MEHMET KOKSAL: Ik breng verslag uit van de verkiezingscampagne die niet aan bod komt in de mainstreammedia. L’autre campagne is dus de campagne die je niet ziet. Ik richt de schijnwerpers op de allochtone gemeenschappen – de Turken, de Marokkanen, de Congolezen enzovoort – en beschrijf hoe de traditionele politieke partijen daar zoveel mogelijk stemmen proberen binnen te rijven.

Heeft de PS in Brussel haar verlies weten te beperken dankzij de allochtone stem?

KOKSAL: Ongetwijfeld. Het volstaat de voorkeurstemmen bij de PS te overlopen om je daarvan te vergewissen. Emir Kir: 11.500 voorkeurstemmen. Emin Oskara: 3100 voorkeurstemmen. Mohammed Daif: 4300 voorkeurstemmen… Om het verlies binnen de perken te houden, heeft de PS maximaal ingezet op de allochtone kiezer.

Maar er is meer aan de hand. Allochtone PS-kandidaten die veel beloven, die met twee monden spreken en die een etnische, op de eigen gemeenschap toegesneden campagne voeren, hebben succes. Allochtone PS-kandidaten die het algemeen belang verdedigen en een campagne op het getouw zetten over regionale thema’s zoals mobiliteit of werk, vallen uit de boot. Het Brusselse electoraat lust zulke kandidaten niet. Neem nu Rachid Madrane, een vrijzinnige kandidaat van Marokkaanse afkomst, die zijn stemmen niet gaat zoeken in de moskee en die weigert mee te doen aan etnisch opbod. Niet alleen haalt hij weinig stemmen bij de allochtonen, ook zijn blanke vrijmetselaarsvrienden stemmen niet voor iemand die Rachid heet. Ondanks zijn degelijke werk in het Brussels Parlement werd hij op 7 juni dan ook niet herkozen.

Aan het andere uiterste staat iemand als Emin Oskara. Die heeft welgeteld één vraag gesteld gedurende zijn verblijf in het Brussels Parlement. Maar hij runde de voorbije vijf jaar wel een heel actief secretariaat voor sociaal dienstbetoon in Schaarbeek. Elke Turk die een probleem had met de gemeentelijke administratie, een bouwvergunning nodig had, zijn nieuwe schoondochter via gezinshereniging uit Turkije wou laten overkomen of op zoek was naar een baantje, kon bij hem terecht. Hij is wel herkozen.

Is dat wat de allochtone kiezers uit de Brusselse volkswijken verwachten van hun politici?

KOKSAL: Ze vragen een lange arm, subsidie voor hun vzw’s… Ze willen zaken waar ze eigenlijk geen recht op hebben, wat een groot democratisch probleem opwerpt. Het economisch achtergestelde electoraat zoekt bevoorrechte relaties in de politiek om haar persoonlijke zaakjes te regelen. Uit frustratie daarover stemmen hoogopgeleiden in de allochtone gemeenschappen in Brussel niet langer op de PS maar op Ecolo, op de MR, op extreemlinks en op moslimpartijen. Ze beseffen maar al te goed dat de kandidaten die PS en ook CDH naar voren schuiven niet competent zijn.

De MR heeft zich dan weer afgekeerd van de allochtone kiezers. De MR mikt op de ‘witte’ kiezers, het Joodse electoraat inbegrepen, die de PS links laten liggen. Want ook al hebben nogal wat allochtonen voor de MR gestemd, in de grond is die partij niet in hen geïnteresseerd.

KOKSAL: In de Turkse en Marokkaanse cafés heeft Ecolo geen goede reputatie. Ook al sluit die partij met haar standpunten pro hoofddoeken en pro Palestina het beste aan bij wat de meerderheid in die cafés denkt. Waarom lukt het dan niet? Omdat veel allochtonen politieke partijen zien als een springplank naar een – politieke – carrière. Bij Ecolo moet je een stuk van je salaris afstaan, mag je nauwelijks cumuleren en Ecolo is ook geen machtspartij zoals de PS. Dat is dus niet zo interessant.

Frappant is ook hoe de campagne binnen de allochtone gemeenschappen verloopt. Het interview dat Vlaams Parlementslid Veli Yüksel (CD&V) deze zomer in Emirdag aan een plaatselijke Turkse krant gaf, is in dat opzicht verhelderend. Ver van huis spreekt hij daarin vrijuit over de verkiezingscampagne in de Turkse gemeenschap in Gent. Hoe de SP.A van Fatma Pehlivan Turkse kiezers bang probeert te maken met de bewering dat CD&V de werkloosheidsuitkeringen wil afschaffen. Hoe men zijn naam probeert te besmeuren door te zeggen dat zijn vader of moeder geen Turk is maar Belg – alsof daar iets mis mee is. Het klopt ook niet, maar dit terzijde. Bij allochtone intellectuelen werkt die verlakkerij niet, maar laaggeschoolde kiezers slikken dat voor zoete koek.

De Franstalige politieke partijen hebben de allochtone gemeenschappen in Brussel een beetje onder elkaar verdeeld. De PS richt zich naar de Turken en de Marokkanen, CDH is de partij van de Congolezen…

KOKSAL: En ook van de Marokkanen, dat hangt van de buurt af. Maar het klopt dat het netwerk van zwarte en Braziliaanse evangelische kerken dicht aanleunt bij CDH. Sowieso worden alle gebedshuizen tijdens de campagne door politieke militanten bezet. Zodanig dat gelovige moslims dit keer zijn beginnen te protesteren tegen het uitdelen van verkiezingsfolders aan de moskee.

PS-staatssecretaris Emir Kir, maar hij niet alleen natuurlijk, voert zulke moskeecampagnes. Tijdens de laatste campagne heeft Kir de voorzitter van de moskeeën van Sint-Joost-te-Node en Schaar-beek ook gevraagd om de gelovigen, veelal oudere mensen die geen Frans kunnen, op het hart te drukken dat België stemplicht heeft en dat wie niet gaat stemmen een boete krijgt. Maar niet gevreesd, Emir Kir had daar wat op gevonden: je mocht zijn secretaresse bellen. Die secretaresse had volmachtbrieven klaarliggen die de mensen maar hoefden te tekenen. Resultaat: iemand uit het netwerk van Emir Kir krijgt volmacht om namens jou een stem uit te brengen…

De hoofddoek en de moslimbegraafplaatsen blijken hot items te zijn geweest in de Brusselse campagne. Schuiven allochtone kandidaten ook de sociale problemen naar voren waarmee hun gemeenschap te kampen heeft?

KOKSAL: Nauwelijks, eerlijk gezegd. Neem nu SP.A-kandidaat Fouad Ahidar. Die huurde tijdens de campagne een zaal in Molenbeek waar hij iedereen een maaltijd aanbod – wat helemaal illegaal is, maar dat is een ander debat. Ik heb daar aantekeningen en foto’s gemaakt. Yamilla Idrissi, Bert Anciaux, Pascal Smet, de hele Brusselse SP.A was aanwezig. Er werd geen woord Nederlands gesproken, iedereen sprak Frans en een beetje Arabisch. Nu, ze moeten wel want anders begrijpt niemand in de zaal hen. Maar die hele verkiezingsavond ging over de bootreis van Ahidar naar de Gazastrook, en dat hij alles in het werk zou stellen om mensen zonder papieren te regulariseren… Enfin, dezelfde clichés die je aan Franstalige kant hoort. Maar ook Ahidar is iemand die veel stemmen haalt.

Vindt u het toch een goede zaak, allochtonen in de politiek?

KOKSAL: Ik ben een groot voorstander van de politieke vertegenwoordiging van allochtonen, maar er moet ook diversiteit zijn qua ideeën. Als je zoals de PS tien verkozenen naar het parlement stuurt die allemaal hetzelfde denken over een bepaald onderwerp, namelijk níéts, is dat wat mij betreft geen bewijs van diversiteit.

MEHMET KOKSAL, BRUXELLES 2009, L’AUTRE CAMPAGNE, 184 BLZ. BESTELLEN KAN VIA www.parlemento.com

DOOR HAN RENARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content