Hoogmoed danst over de wereld
David Owen is amper 30 als hij staatssecretaris wordt in de Labourregering van de Britse premier Harold Wilson. Nu is hij 80 en Lord, met voor de rest van zijn leven een zetel in het Hogerhuis. Na zijn doortocht op onder andere Volksgezondheid en Buitenlandse Zaken wordt hij internationaal actief, zowel in de diplomatie als in de zakenwereld. Nooit vergeet hij zijn eerste roeping, zijn specialisatie in de neurologie. In 2016 herschrijft hij zijn klassieker In Sickness and in Power, Illness in the Heads of Government, Military and Business Leaders since 1900 dat in een oudere versie ook in het Nederlands verschijnt als Zieke Wereldleiders. Zopas bundelt hij zijn denkbeelden opnieuw in Hubris. The Road to Trump. Power, Populism and Narcissism. Redenen te over voor een uitvoerig gesprek bij hem thuis in Londen, stroomafwaarts van Westminster.
Komt hoogmoed altijd voor de val? Lord Owen knikt: “De Oude Grieken verweven in hun mythologie uitgebreid wat ik het hybrissyndroom noem. Zij koppelen aan vervloekte hoogmoeds-waanzin altijd nemesis: de rampzalige zondeval. Hybris steekt vaak de kop op bij wereldleiders, bij de top van de zakenwereld en bij de hoogste militairen. Sleutelfiguren moeten absoluut worden getest op hun gevaarlijke zelfoverschatting, om hun medeburgers tegen hen te beschermen.”
Slopende stress
“Mijn eerste artikel over hybris schrijf ik in 2009 in het vakblad Brain, samen met de Amerikaanse professor in de psychiatrie Jonathan Davidson. Dan vragen we ons nog af of hoog-moedswaan een variant is van de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Vooral in de VS is naar die NPS-stoornis veel onderzoek gedaan. Hun psychiatrische handboek DSM beschrijft kwaadaardig narcisme uitgebreid. Intussen zie ik hybris als een zelfstandig syndroom dat niet zoals NPS de kop opsteekt in de vroege jeugd, maar dat zich later kan ontwikkelen bij overigens normale mensen. Bij democratisch verkozen toppolitici, bijvoorbeeld, die plots onder langdurige en grote stress komen te staan. Zakenlui die doorstoten naar de top, raken dan soms helemaal de pedalen kwijt.”
“Grote stress en de daarmee verbonden slapeloosheid zijn duidelijk de voornaamste oorzaken van hybris. Daarom komt het syndroom zo vaak voor bij sleutelfiguren. Er zijn vaak maar lang niet altijd overlappingen met narcisme. Een professor van Cambridge zegt mij dat de neurotransmitter seratonine een cruciale rol speelt in het ontwikkelen van stress en bijgevolg van hybris. Een verstoorde seratonine-balans wordt ook gekoppeld aan agressie en verslaving, fenomenen die hand-in-hand gaan met hybris en narcisme. Waarschijnlijk is een andere neurotransmitter, adrenaline, eveneens van groot belang. Adrenaline beïnvloedt de mentale balans, heeft invloed op bloeddruk, reageert op stress. Een adviseur van VS-president Bill Clinton schampert bijvoorbeeld na een gesprek met de duidelijk overspannen Britse premier Tony Blair: ‘Hij sprenkelt te veel adrenaline over zijn ontbijtgranen’. Alcohol heeft ook een grote impact op de werking van de hersenen en kan hybris aanwakkeren. George W Bush jr. is een typisch voorbeeld: als jongvolwassene drinkt hij overmatig veel en of hij daarna de alcohol echt afzweert, is lang niet zeker. Ikzelf geloof dat hybris ontstaat als gevolg van zeer uiteenlopende factoren. Sommigen hebben er een aangeboren aanleg voor.”
Verborgen kwalen
Dat macht gevaarlijke neveneffecten kan hebben, weten de oude Grieken uit ervaring. De rampzalige minachting van dictators voor redelijke adviezen is hun grote kopzorg. De intellectueel Lord Acton (1834-1902) is de vader van de standaarduitdrukking “Macht corrumpeert. Absolute macht corrumpeert absoluut. Grote figuren zijn vaak doorslechte mensen”. En de Amerikaanse tophistorica Barbara Tuchman schrijft dat “macht soms waanzin kweekt. Ongebreidelde macht kan het vermogen aantasten om fatsoenlijk te luisteren naar andermans’ mening.” De filosoof Bertrand Russel schrijft hybris toe aan “intoxicatie door de macht”.
In Sickness and in Power omvat een catalogus van heimelijk zieke sleutelfiguren uit de moderne geschiedenis. Theodore Roosevelt bijvoorbeeld, president van 1901 tot 1909, en Lyndon Johnson, president van ’63 tot ’69, lijden allebei aan bipolaire stoornissen, depressies, zwaar slaapgebrek en aan allerlei andere factoren van hybris – en allebei worden ze in de geschiedenisboeken geprezen als succesvolle bewindslui.
Wandelende apotheek
Lord Owen zegt dat hij meest trots is op zijn hoofdstuk over John Kennedy, voorganger van Johnson, omdat hij àlle documenten over de gezondheid van de geïdealiseerde president heeft doorploegd. Kennedy lijdt aan allerlei zware kwalen en dus niet alleen aan chronische rugpijn zoals het grote publiek nog steeds denkt. Zijn zwaarste maar zorgvuldig verborgen aandoening is de zeldzame ziekte van Addison: het falen van de bijnierschors die geen of onvoldoende cortisol en aldosteron aanmaakt. Beide hormonen bouwen weerstand op tegen stress.
Vooral bij aanvang van zijn presidentschap worden Kennedy ongelooflijk grote dosissen geneesmiddelen toegediend waaronder hormonenvervangers, amfetamines, allerlei steroiden en pijnstillers. Cocktails die volgens Lord Owen zijn besluitvorming ondergraven, des te meer omdat de president zich medicatie laat voorschrijven door dokters die niet van elkaar afweten. Zijn experimenten met cocaïne, marihuana, lsd en andere recreatieve drugs verergeren de zaak. Owen argumenteert dat de rampzalige invasie in de Varkensbaai op Cuba van april ’61 op rekening komt van zijn afgezwakte vermogen om doordachte beslissingen te nemen. Terwijl Kennedy anderhalf jaar later wel goed afgewogen beslissingen neemt, tijdens het ontmijnen van de Cubaanse rakettencrisis van oktober ’62 – want dan hebben betere dokters in onderlinge afspraak zijn medicatie grondig bijgesteld.
Naast Kennedy liegen ook andere moderne regeringsleiders hun kiezers hardnekkig voor over hun gezondheid. Zo verbergt de Franse president François Mitterrand jarenlang dat hij aan prostaatkanker lijdt. En de Britse premier Tony Blair geeft nooit toe dat hij zware hartproblemen kent op cruciale momenten.
Toppunt van hybris
Het hoofdstuk in In Sickness and in Power over George Bush jr. en Tony Blair, de kwade geniën achter de laatste Iraakse oorlog, is het meest lezenswaardig – omdat we tot op vandaag zwaar lijden onder de gevolgen van dat voorlopige toppunt van hybris.
Lord Owen: “Op de foto’s van Bush jr. tijdens de aanslagen van 9/11 op de twin towers in New York zie je bij hem de hybris opduiken. Hij staat in een schooltje in Florida, wanneer de tweede Boeing zich in de tweede toren boort. Van zijn gezicht valt shock af te lezen. Hij wordt overvallen door tomeloze stress, want hij beseft dat hij nu plots opperbevelhebber is van een land in oorlog. Hij bezoekt ground zero in New York en grijpt een megafoon: zij die deze gebouwen hebben neergehaald, zullen snel van ons horen.”
“Onder die stress ondergaat hij voor en tijdens de invasies van Afghanistan en Irak een abrupte persoonlijkheidsverandering. Kort na die tweede invasie poseert hij in gevechtstenue op een oorlogsschip voor de kust van Californië. Achter hem hangt een spandoek met de slogan mission accomplished. Pure waanzin, de overtreffende trap van overmoed, want het fiasco in Irak is zich dan nog maar net aan het voltrekken.”
Nog strenger oordeelt Owen over Tony Blair. “In de aanloop naar de invasie van Irak zie ik tijdens een etentje hoe hybris bij hem zeer duidelijk de kop opsteekt. Hij hengelt naar mijn steun want ook ik ben ervan overtuigd dat we Saddam Hoessein opzij moeten schuiven om de goede gang van zaken in het Midden-Oosten te vrijwaren. Maar niet omwille van zijn massavernietigingswapens, want die heeft hij doodgewoon niet – en al helemaal geen lange afstandsraketten waarmee hij ons kan treffen. Blair negeert mijn argumenten volkomen. Hij zit mij zelfs doodkalm voor te liegen over wat de geheime diensten zouden hebben achterhaald over die wapens.”
“Ik ben verbijsterd over het gebrek aan aandacht die hij en Bush schenken aan de voorbereiding van de invasie en vooral aan de correcte aanpak eenmaal het Iraakse leger zal zijn verslagen. Ze weten weinig of niets over de conflicten tussen soennieten en sjiieten in Irak. Ze houden gewoonweg geen rekening met de Koerden en willen er ook niets over horen. Ze negeren de aanwijzingen over de opstanden die Saddam Hoessein lang voor de invasie voorbereidt. Bush en Blair gedragen zich als zelfbenoemde zendelingen. Dat ze internationaal geïsoleerd raken, doet hen niets. Ze geven blijk van grote minachting voor andere opinies. Wanneer je minachting ziet in het gedrag van een topfiguur mag je er haast zeker van zijn dat die lijdt aan hybris. Incompetentie gekoppeld aan hybris bij wereldleiders kan niet anders dan rampzalige en lang aanslepende gevolgen opleveren. Zie de opkomst van het jihadistisch fundamentalisme en terrorisme.”
Ontsnappen is moeilijk
“Dat hybris een stoornis is die zich op latere leeftijd ontwikkelt, betekent bijgevolg ook dat het mogelijk moet zijn om er weer vanaf te geraken. Bijvoorbeeld door te ontstressen. George W. Bush jr. is daarvan hét schoolvoorbeeld. Sinds zijn afscheid van het Witte Huis is hij volkomen verlost van hybris. Mijn contacten uit de oliesector – waaruit de familie Bush komt – verzekeren mij dat hij opnieuw een joviale, goedlachse en nederige kerel is. Hijzelf geeft intussen toe dat hij in zijn overspannen fase enkele grove fouten begaat, en dan vooral door niet voldoende grondtroepen in te zetten om Irak onder controle te krijgen en te houden.”
“Tegelijk moet je vaststellen dat zijn partner-in-crime Tony Blair ook na zijn ontslag nooit meer loskomt van hybris. Hij blijft de wereld rondhollen om als consultant en spreker almaar meer geld, weelde en luxe op te stapelen. Hij blijft zich met de Britse politiek bemoeien hoewel niemand nog een zier geeft om zijn adviezen. Hij noemt zich nog steeds een socialist – een ongehoorde schande want hij bekent nog steeds geen enkele schuld aan oorlogsmisdaden waarvoor hij zou moeten worden berecht door het Internationaal Strafhof in Den Haag.”
“Ik hoop te sterven als een meer oprechte sociaaldemocraat die zijn jeugdidealen nooit heeft afgezworen”, vertelt Owen. “In de loop van mijn lange carrière kan macht natuurlijk ook mij corrumperen. Als minister kan je niet anders dan verschrikkelijk hard werken. Je moet nu eenmaal beslissingen nemen. Onder premier James Callaghan zit ik op Buitenlandse Zaken en sta ik op mijn hoogtepunt. Maar zijn regering handelt in onderling overleg en dat biedt weldoende sociale controle – Tony Blair breekt met die traditie: hij en hij alleen neemt de grote beslissingen over Irak, zodat zijn ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie er voor spek en bonen bijlopen.”
“Er bestaan gelijkenissen tussen hybris en narcisisme, maar ze overlappen elkaar niet volledig. Minachting maakt bijvoorbeeld niet altijd deel uit van narcisme, van absoluut egocentrisme. Want als je volkomen op jezelf gericht bent en geen enkele aandacht schenkt aan wat er buiten jezelf voorvalt, minacht je die buitenwereld ook niet echt – tenzij je niet anders kunt dan sommige externe gegevens op jezelf te betrekken. Narcisten vertonen doorgaans geen enkel spoor van empathie, terwijl een ziekelijk overmoedig iemand wel degelijk empathisch kan zijn. Zowel Bush jr. als Blair zijn overduidelijk empathisch. Empathie is een belangrijk element om het onderscheid tussen hybris en narcisme te kunnen maken. Daarom is het belangrijk om meer onderzoek daarnaar te doen, en om tests te ontwikkelen waarmee je die karaktertrek beter kunt detecteren.”
Bij de lurven grijpen
Lord Owen belandt bij een nieuw begrip: toe-holders. Er bestaat in het Nederlands geen rechtstreeks equivalent van. “Bij de lurven grijpen” komt in de buurt. “Hybris is geen onvermijdelijk gevolg van een (te) lange loopbaan aan de top. Toe-holders uit de naaste omgeving van een potentieel slachtofer kunnen hem afschermen.”
“Het begrip is bedacht door Louis Howe, een naaste vertrouweling van Franklin Roosevelt, de door polio verlamde VS-president van 1933 tot 1945. Howe spreekt hem nooit aan als mr president, maar altijd bij zijn voornaam. Ooit zegt hij: ‘Sorry Franklin, dit is de meest baarlijke onzin die ik ooit uit jouw mond moest horen, en ik heb er van jou toch al veel moeten aanhoren’. Dat is wat een toe-holder doet: de baas bij de lurven grijpen en hem ongezouten de waarheid vertellen. Roosevelt is haast gedoemd te bezwijken onder de stress voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar hij wordt tegen hybris beschermd door vijf toe-holders: Louis Howe, zijn vrouw Eleanor, adviseur Harry Hopkins, privésecretaresse en liefje Missy LeHand, en rechter Rosenman.
“Ik geloof niet dat er ooit een pilletje op de markt komt tegen het voorkomen of genezen van hybris. En kwaadaardig narcisme is nog veel moeilijker of helemaal niet te remediëren. Maar een omgeving van toe-holders kan veel onheil voorkomen. Clementine, bijvoorbeeld, de vrouw van Churchill, doet dat in de zomer van 1940. Ze schrijft hem na lang aarzelen een ontroerende brief, om hem te waarschuwen voor hybris. Want in zijn omgeving, zo schrijft ze, wordt geklaagd dat hij anders dan vroeger niet meer wil luisteren naar opwindende, nieuwe ideeën. Onmiddellijk na het lezen van dat briefje, vraag ik aan mijn vrouw: ‘Waarom schrijf jij mij nooit zoiets?’ – antwoordt zij: ‘Maar ik vertel je toch elke dag precies hetzelfde, of niet soms?'” Owens vrouw Deborah steekt lachend haar hoofd vanachter de deur en bevestigt: “Elke dag”. Owen: “Zij en mijn assistente Maggie zijn mijn twee toe-holders.“
Adults in the room
Er bestaat een variant op de onvoorwaardelijk trouwe toe-holders: adults in the room, de gewetensvolle figuren in de wandelgangen die soms uit eigenbelang een ontspoorde machtshebber behoeden voor al te gevaarlijke bokkensprongen. Het begrip ‘volwassenen in de kinderkamer’ behoort tot het politiek jargon sinds 5 september 2018. Dan meldt zich in de New York Times een nog steeds anonieme topiguur uit de omgeving van Donald Trump met de bewering dat hijzelf en andere ‘volwassenen’ hun al te grillige president in bescherming nemen tegen zichzelf, zelfs met ongeoorloofde trucs.
Owen: “Jawel, adults in the room kunnen verhinderen dat een crisis uit de hand loopt. De moderne geschiedenis staat bol van de voorbeelden. Zie de rol van BZ-minister Henry Kissinger onder Richard Nixon, alleszins gedurende zijn laatste vijf-zes maanden wanneer de dan altijd stomdronken president loopt te raaskallen tegen de schilderijen in het Witte Huis. Kissinger en generaal Alexander Haig slagen er bijvoorbeeld in om Nixon de controle over de nucleaire vuurknop te ontfutselen. Helaas, rond Bush jr. staan weinig adults in the room, of ze wegen niet op tegen vicepresident Dick Cheney en minister van Defensie Donald Rumsfeld. Die neo-conservatieven zijn in de kwestie-Irak eerder ‘gekken in dezelfde kamer’, want ook zij willen niet meer grondtroepen inzetten omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze snel de aftocht kunnen blazen na hun overwinning op het slagveld. Maar uiteindelijk neemt Bush jr. alle grote beslissingen inzake Irak, en bij gebrek aan goede raadgevers benoemt hij dan maar zijn maatje Paul Bremer als gevolmachtigd bestuurder in Bagdad. Die maakt er helemaal een fiasco van.”
In zijn nieuwste boek besteedt hij veel aandacht aan het karakter van Donald Trump. “Trump leidt overduidelijk aan agressief narcisme, van kindsbeen af, en dat is hoogstwaarschijnlijk de reden waarom zijn ouders hem als onhandelbare knaap naar een militaire academie sturen, een kostschool die draait op legerveteranen. Hij wordt er ondergedompeld in autoriteit. Sindsdien koestert hij – hij die zijn dienstplicht arglistig ontloopt om niet naar Vietnam te moeten – groot respect voor militairen. Hij draagt bijvoorbeeld zijn minister van Defensie James (alias John of Jim) Mattis op handen. Hij geeft hem letterlijk een blanco cheque. Waarmee Mattis onder andere de NAVO versterkt, ook al is Trump niet dol op zijn bondgenoten.”
“Mattis heeft een mooie militaire carrière achter de rug, maar schopt vaak tegen de schenen van zijn meerderen. Een interessant figuur. Een vrijgezel die boeken verslindt. Ik zie hem als een zeldzame adult in the room rond Donald Trump. Hij weet alles over soennieten, sjiieten en Koerden, en over de delicate evenwichten in het Midden-Oosten. Het probleemgeval-Iran wordt het sleutelvraagstuk voor de regering-Trump. “Als James Mattis ooit ontslag neemt, dan zal het zijn wanneer Trump en andere idioten zich laten meeslepen in een vreselijk rampzalig conflict tussen de soennieten en sjiieten in het Midden-Oosten.” (Enkele weken na dit gesprek, net voor Kerstmis 2018, neemt minister Mattis abrupt ontslag, precies uit onvrede over het Midden-Oostenbeleid van Trump. Nog andere topfiguren uit het Pentagon stappen op. Dat draagt bij tot een bijzonder woelige en chaotische jaarwisseling in het Witte Huis).
Preventief testen
Presidenten en regeringsleiders houden zich volgens Owen het best aan bindende gedragsregels om wereldrampen als gevolg van hy-bris te voorkomen. “Kandidaten moeten zich onderwerpen aan een onafhankelijk medisch onderzoek voordat ze zich verkiesbaar stellen voor het allerhoogste ambt. Het heeft geen zin dat onderzoek te laten uitvoeren door hun eigen lijfarts. De dokter van Trump, bijvoorbeeld, onderwerpt hem aan een onderzoek en publiceert de resultaten. Maar dat is vanzelfsprekend een misselijkmakende grap. Trump zelf dicteert dat rapport, telefonisch. Medische gegevens vrijgeven is behoorlijk delicaat want ook toppolitici hechten groot belang aan hun privacy. Barack Obama heeft zo tijdens zijn tweede kiescampagne geen oren naar vragen over zijn gezondheid – gewoon omdat hij beseft dat hij koste wat het kost een tweede ambtstermijn nodig heeft om iets te kunnen betekenen in de geschiedenisboeken als eerste zwarte president van de VS.”
“Nog delicater wordt het als het gaat over de mentale gezondheid van een kandidaat voor het hoogste ambt. Geen enkele psychiater zal de opdracht aanvaarden om zo’n rapport openbaar te maken. Eventueel kan een neuroloog dat doen. Hij is in ieder geval beter geplaatst dan een gewone dokter om afwijkingen van de hersenfuncties op te merken. Maar hybris bijvoorbeeld valt moeilijk te detecteren. En dan die informatie vrijgeven… Het wordt een nog gecompliceerder vraagstuk in het geval van een herverkiezing. Kijk naar Mitterrand: die zei tegen zijn dokter dat zijn prostaatkanker een staatsgeheim was, en daarmee was de kous af.”
“Onafhankelijk medisch onderzoek verplicht maken wordt afschuwelijk moeilijk. De politici zullen zo’n verplichting te vuur en te zwaard bestrijden. En inderdaad, misschien dat zo’n plicht beloftevolle kandidaten zou afschrikken om zich kandidaat te stellen – en dat ware ook al niet goed voor de democratie. Maar hybris en andere verborgen kwalen zijn te gevaarlijk om ze niet bloot te leggen. Dat mag geen utopie blijven.”
“Een ander beschermingsmiddel is het hoogste ambt beperken tot twee mandaten of legislaturen. Goed, in de VS wordt het presidentschap al beperkt tot twee termijnen, en dat moeten we dus universeel maken. Afrika wordt bijvoorbeeld verwoest door leiders die zich eindeloos lang aan de macht vastklampen. Mochten we dat kunnen opleggen aan Afrika en aan andere zwakke rechtssystemen, dan zouden veel van onze militaire interventies compleet overbodig worden. Overigens is het bestaande systeem in de VS ook niet ideaal. Ze moeten zien af te komen van het verfoeilijk e electoral college. De Amerikanen kiezen niet zelf hun president: dat doen hun kiesmannen. Trump wordt zo president zonder de meeste stemmen te halen. Dat is dus ook geen goede zaak voor de democratie.”
David Owen (°1938)
DAVID OWEN (°1938) studeert af als dokter-neuroloog in ’62. Hij wordt in ’66 een eerste keer verkozen voor Labour in het Lagerhuis en klimt op tot staatssecretaris. Hij is medestichter van de sociaaldemocratische SDP, een mislukte poging om het feitelijke tweepartijensysteem in het Verenigd Koninkrijk te doorbreken. Sinds ’92 is hij Lord en onafhankelijk sociaaldemocraat in het Hogerhuis. In 1993 stelt hij samen met zijn Amerikaanse collega Cyrus Vance een succesvol vredesplan op voor ex-Joegoslavië. Van 2003 tot 2005 zit hij ‘Yukos International’ voor, de niet-Russische poot van het olieconcern Yukos. Hij vervelt van Eurofiel tot Brexiteer.
Hybris in de psychiatrie
Het hybrissyndroom wordt in de psychiatrische handboeken nog niet vermeld als een specifieke aandoening. “Maar we boeken vooruitgang”, zegt David Owen. “Zelfs befaamde psychiaters onderschrijven tegenwoordig dit concept. Vooral in de bedrijfswereld groeit de erkenning. Daar wordt volop gezocht naar procedures om de ontwikkeling ervan te voorkomen bij beloftevolle kaderleden. Ik ken een CEO die het kwaad in de kiem tracht te smoren. Als een beloftevolle manager al te zelfverzekerd haantjesgedrag vertoont, stelt hij dat haantje de vraag: wie respecteer jij het meest, in welke zakensector? Doorgaans is dat een figuur uit de eigen specialiteit. Vervolgens vraagt de CEO aan die figuur om af en toe te gaan eten met zijn kandidaat-opvolger – na voorafgaandelijk overleg over de gespreksthema’s. Waarna er discreet rapport wordt uitgebracht. Die aanpak blijkt preventief succesvol. Meer en meer bedrijven proberen het gedrag van aanstormende managers bij te sturen door ze aan te moedigen beter en vaker te luisteren naar wie naast hen of onder hen staat, en door problemen uitgebreid met hen door te nemen.”