‘In dezelfde fabriek als waar mijn zoon Jelle nu werkt, controleer ik de grote installaties. Als er iets misgaat, roep ik anderen om het te herstellen. Ik lach er maar mee hoor, natuurlijk houdt het meer in dan dat. Toch is het zeker een mooie job, ja. Maar ik ben ook onderaan op de ladder begonnen. Het heeft jaren geduurd om te staan waar ik nu sta.
Ik ben nu 51. Voor een fabrieksarbeider is dat al oud. Ik voel ook dat ik minder intens kan presteren dan vroeger. Ploegenarbeid en nachtwerk houd je na je vijftigste niet lang meer vol. Ik heb dan nog het geluk dat ik in een uitstekend bedrijf werk. Maar als ik hoor wat mensen meemaken in de auto-industrie… Daar kunnen ze pas naar het toilet gaan, als er iemand is om hen af te lossen. Dat soort jobs maakt mensen kapot.
Zodra mijn jongste zoon afgestudeerd is, stop ik ermee. Eerder kan niet, een kind naar de universiteit sturen, kost bakken geld. Maar het jaar dat ik 54 word, wil ik hoe dan ook met pensioen. Op dat moment zal ik 36 jaar aan de sociale zekerheid bijgedragen hebben. Dan heb ik mijn deel wel gedaan zeker?
Ik ben voor honderd procent een tegenstander van het Generatiepact. Stel dat ik nu mijn baan verlies. Gaan ze me dan in zo’n tewerkstellingscel stoppen, en me dwingen nieuw werk te vinden? Ik begin daar niet meer aan hoor, en ik denk dat de meeste collega’s van mijn leeftijd er zo over denken. Oudere arbeiders zijn óp. Velen zitten gewoon te wachten op de volgende herstructurering om met brugpensioen te kunnen gaan. De bazen vinden dat ook niet erg, want het biedt hun een elegante oplossing voor minder productieve arbeiders. Of er meer aangepast werk moet komen voor vijftigplussers? Dat klinkt wel goed, maar of men in de praktijk wel zo’n werk vindt, is een andere vraag. Zelf werk ik momenteel in een lager tempo. Het helpt wel wat, maar niet om te zeggen dat het mijn carrière nog met jaren zal verlengen.
Men zou de werklozen strenger moeten aanpakken. Want wie echt werk wil, vindt het. Daar ben ik heilig van overtuigd. En zodra de profiteurs eruit zijn, mogen ze van mij de uitkeringen direct laten stijgen. Het is bijna onmogelijk om rond te komen met een werkloosheidsuitkering. Zeker voor een alleenstaande met kinderen. Tegelijkertijd zouden de laagste lonen rianter mogen zijn. Het verschil tussen uitkeringen en arbeiderslonen is te klein. Want wie gaat er voor vijftig euro meer werken? De mensen kunnen rekenen hé.’