In peilingen voor de Franse parlementsverkiezingen van 10 en 17 juni gaan de PS van president Hollande en de UMP van de verslagen Sarkozy nek aan nek. Toch is de verwachting dat links een ruime meerderheid zal behalen, dankzij het Front National. Hoe lang houdt het cordon sanitaire rond die partij nog stand?
De oude baas is het nog niet verleerd. Op de klanken van het bombastische Conquest of Paradise van Vangelis betreedt Jean-Marie Le Pen (83) de congreshal van het vestingstadje Béziers aan de mediterrane kust. ‘Ik wil hem graag één keer in het echt zien nu het nog kan. Hij is zo’n begenadigd spreker’, zegt aanhanger Elisabeth Garrigues, een zongebruinde vrouw op middelbare leeftijd die zich voor de gelegenheid mooi heeft uitgedost.
De oprichter en erevoorzitter van het rechts-populistische Front National, die vorig jaar het politieke leiderschap overdroeg aan zijn dochter Marine, stelt zijn toehoorders niet teleur. ‘Voor het eerst in de geschiedenis is de overwinning van de Franse presidentsverkiezingen bepaald door moslims’, zegt hij, hevig zwetend en steunend op het spreekgestoelte. ‘Twee miljoen moslims hebben hun stem uitgebracht en 93 procent van hen heeft voor Hollande gekozen. Het verschil tussen Hollande en Sarkozy was 1,1 miljoen stemmen.’
In deze contreien, waar wijngaarden en cipressen het landschap domineren, speelt Le Pen een thuiswedstrijd. Kritiek dat je volgens die logica eveneens kunt stellen dat atheïsten, huurders, singles of Fransen met een inkomen van minder dan duizend euro per maand de verkiezingsuitslag hebben bepaald, klinkt dan ook niet.
Dit is het gebied waar grootschalige immigratie uit Noord-Afrika al in de jaren vijftig op gang kwam en waar na de onafhankelijkheid van Algerije een grote hoeveelheid verbitterde Fransen neerstreek uit de voormalige kolonie aan de overzijde van de Middellandse Zee. De zogenoemde pieds-noirs zouden het de rechtse president Charles de Gaulle nimmer vergeven dat hij Algerije het recht op zelfbeschikking had toegekend. Ook hun nazaten stemmen daardoor nog steeds vaak uiterst rechts.
Bij de presidentsverkiezingen dit voorjaar overtuigde Marine Le Pen de kiezers die jaar in jaar uit op haar vader stemden, dat zij beschikt over hetzelfde DNA. Ze is weliswaar wat gematigder dan haar vader en heeft niets op met zijn provocerende uitspraken over de gaskamers als een detail in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, maar ook voor haar zijn immigratiebestrijding en onveiligheid de voornaamste handelswaar.
Door haar moderne en mediagenieke voorkomen spreekt zij een breder publiek aan. Ook haar so-ciaalconservatieve economische opvattingen, zoals een pleidooi voor de terugkeer naar de pensioenleeftijd van 60 jaar en een verhoging van het minimumloon, vallen bij velen in goede aarde. ‘Etno-socialisme’, noemt de vooraanstaande politicoloog Dominique Reynié de nieuwe ontwikkeling, een stroming die veel Fransen meer aanspreekt dan het liberalisme à la Ronald Reagan waarmee vader Le Pen vroeger flirtte.
Vooral onder jongeren, vrouwen en plattelandsbewoners trekt Marine Le Pen zodoende aanzienlijk meer stemmen dan haar vader. Zij slaagde er niet alleen in het traditionele electoraat te behouden, maar tegelijkertijd forceerde ze een doorbraak in departementen waar Jean-Marie nooit echt voet aan de grond kreeg, vooral in het westen en het hart van het land.
‘Voor jongeren is zij interessanter dan Jean-Marie Le Pen’, bevestigt dertiger Olivier Autrand, opticien in Béziers. ‘Ik stem zelf al jaren op het FN, maar om mij heen zie ik steeds meer medestanders. Ik merk dat kiezers er bovendien vaker openlijk voor durven uit te komen.’
Daardoor overtrof Marine Le Pen bij de presidentsverkiezingen dit voorjaar het beste resultaat van haar vader, bijna 17 procent in 2002. Zij kreeg bij een hogere opkomst landelijk 18 procent van de kiezers achter zich, ofwel 6,4 miljoen stemmen. Dat was weliswaar niet voldoende voor een kwalificatie voor de tweede ronde, wat haar vader wel lukte, maar het is voor de aanhang van Le Pen slechts een kwestie van tijd voordat zij daar ook in zal slagen.
Cordon sanitaire
Vader Jean-Marie mag dan vinden dat moslimkiezers het resultaat van de verkiezingen hebben bepaald, hij had ook kunnen zeggen dat de keuze van FN-kiezers uiteindelijk de doorslag heeft gegeven. Hadden zij namelijk in de beslissende tweede ronde massaler op Nicolas Sarkozy gestemd, die ideologisch dichter bij hen staat dan François Hollande, dan had Sarkozy een tweede termijn veroverd.
De gecompliceerde verhouding tussen het Front National en de rechtse Union pour un Mouvement Populaire (UMP) van oud-president Sarkozy zal ook bij de aanstaande parlementsverkiezingen een hoofdrol spelen (zie kader ‘Nog twee keer stemmen’). Op papier is die verhouding overigens niet gecompliceerd: UMP-partijleider Jean-François Copé herhaalde vorige maand nog eens dat het cordon sanitaire rond het FN onverminderd van kracht is.
Maar in de praktijk schuiven beide partijen steeds verder naar elkaar toe, zo blijkt uit Sarkozy’s verloren verkiezingscampagne. ‘Er zijn te veel immigranten in Frankrijk. Het jaarlijkse aantal toelatingen moet in de toekomst halveren’, zei hij de afgelopen maanden. Europa is in zijn ogen veranderd in een vergiet, wat Frankrijk ertoe zou dwingen de eigen grenzen weer te controleren en desnoods unilateraal het verdrag van vrij personenverkeer van Schengen op te zeggen.
‘Heel herkenbaar’, zegt Guillaume Vouzellaud, een van de FN-kandidaten die deze maand de beste kansen maakt op een parlementszetel, op zijn campagnekantoortje aan een hoofdader in het centrum van Béziers. ‘Bij ons in de streek nemen UMP’ers ook vaak onze meningen over en zeggen ze openlijk dat ze dicht bij ons staan om zo veel mogelijk kiezers te trekken. Maar eenmaal in het parlement in Parijs vergeten ze hun strijdvaardige retoriek weer.’
Vouzellaud: ‘Vijf jaar geleden werd Sarkozy al gekozen met het programma van het FN, maar vijf jaar lang voerde hij een tegenovergesteld beleid. Onder Sarkozy zijn de immigratie en de onveiligheid alleen maar verder toege-nomen. En nu heeft hij geprobeerd dat trucje nog een keer te herhalen. Zijn enige grote verdienste is dat hij de theses van het FN inmiddels geheel uit de taboesfeer heeft gehaald.’
Steeds meer UMP-kandidaten voelen de verleiding om een lijstverbond aan te gaan met het FN. De reden daarvoor is eenvoudig: het verhoogt de kans om een zetel te veroveren. Volgens de peilingen gaan de Parti Socialiste (PS) van Hollande en de UMP gelijk op met beide ruim dertig procent van de stemmen, maar toch stevent links volgens de verwachtingen af op een ruime overwinning, mogelijk zelfs een landslide.
Dat komt enerzijds doordat de PS in de meeste gevallen kan rekenen op de steun van de andere linkse partijen, waaronder de Groenen en het extreemlinkse Front de Gauche, maar vooral ook door de hoge scores die opnieuw worden verwacht van het FN. Als elke FN-kandidaat in zijn district evenveel stemmen weet te trekken als Marine Le Pen in datzelfde kiesdistrict, zouden er meer dan driehonderd triangulaires ontstaan, driehoeksverkiezingen waarbij links, rechts en extreemrechts om de zetel strijden. Waar twee honden vechten om een been…
Op rechts klinkt daardoor steeds meer frustratie. De UMP heeft niet alleen geen stemmenreservoir, zoals de PS dat wel heeft, de partij wordt ook nog eens actief beconcurreerd door de FN-kan-didaat. ‘Ik droom van de dag dat de UMP de blokkade opheft en allianties kan aangaan met het FN’, zei een anonieme UMP-kandidaat in het weekblad Le Point. ‘De PS discussieert toch ook met het Front de Gauche?’
Kiesstelsel
Het is niet voor het eerst dat links baat heeft bij de sterke resultaten van het FN. In 1986, twee jaar na de electorale doorbraak van Jean-Marie Le Pen bij de Europese verkiezingen, voerde president François Mitterrand, machtspoliticus bij uitstek, een proportioneel kiesstelsel in. Dat deed hij niet omdat hij het oneerlijk vond dat de grote groep kiezers van het FN geen vertegenwoordigers in het parlement dreigde te hebben – dat kon Mitterrand niets schelen – maar omdat zo’n stelsel bij die verkiezingen ongunstig zou uitpakken voor de rechtse oppositie.
Het FN had daardoor twee jaar lang 35 zetels (op een totaal van 577), een record dat sindsdien niet werd gebroken omdat het districtenstelsel weer werd ingevoerd. Op dit moment heeft de partij geen enkele zetel en bij de komende verkiezingen wordt gehoopt op vijftien à twintig parlementariërs, maar experts achten vijf à acht aannemelijker.
Marine Le Pen beseft dat de verleiding toeneemt en doopte de naam van haar partij ter gelegenheid van de parlementsverkie- zingen om tot Rassemblement Bleu Marine, het marineblauwe verbond. Onder die noemer nemen deze maand ook enkele kandidaten deel die geen lid zijn van het FN, maar wel de meeste waarden delen.
Ze heeft er geen geheim van gemaakt dat ze vervolgens overweegt de naam Front National in het geheel achter zich te laten. Talrijke veroordelingen uit het verleden, wegens antisemitisme en xenofobie, blijven aan die naam kleven en staan volgens haar verdere groei in de weg. Vader Le Pen wil daar echter niets van weten en blijft als erevoorzitter een machtsfactor van betekenis.
Marine Le Pen hoopt zich de komende jaren te kunnen ontpoppen tot de ‘ware oppositieleider’. Ze wil profiteren van de leiderschapscrisis die dreigt te ontstaan bij de UMP nu Sarkozy is verslagen en nu voormalig premier François Fillon en partijleider Copé steeds openlijker vechten om zijn opvolging. Een peiling vorige maand gaf aan dat 34 procent van de Fransen haar op dit moment ziet in die rol, waarmee ze nauwelijks onderdoet voor Copé en de UMP-tenoren Fillon en Alain Juppé achter zich laat.
In de congreszaal van Béziers zijn er nauwelijks aanhangers te vinden die eraan twijfelen dat Marine op een goede dag president van Frankrijk zal worden. ‘Steeds meer Fransen zien in dat het niet normaal is dat zij elke dag 12 à 15 uur moeten werken, terwijl immigranten van subsidies leven’, resumeert Vouzellaud de kerngedachte van het FN.
De ambities reiken ver, maar voorlopig is het nog allerminst zeker of Marine wel een zetel zal veroveren in het parlement. In het kiesdistrict waar ze zich vijf jaar geleden voor het eerst vestigde, het stadje Hénin-Beaumont in Noord-Frankrijk, heeft Jean-Luc Mélenchon van het Front de Gauche, zelfverklaard aartsvijand van Le Pen, besloten zich eveneens kandidaat te stellen. Front tegen Front dus, waarbij de peilingen naar links wijzen.
Ook als ze verliest, zal ze niet opgeven. Marine Le Pen is pas 43 jaar, waarmee ze volgens de houdbaarheidsdatum van de familie Le Pen nog enkele decennia voor de boeg heeft.
DOOR OLIVIER VAN BEEMEN IN BÉZIERS
Marine Le Pen hoopt zich de komende jaren te kunnen ontpoppen tot de ‘ware oppositie-leider’.