De Verenigde Naties staan op het punt weg te zinken in complete nutteloosheid. Daarmee zullen ook de regels verdwijnen die erover moeten waken dat staten zich min of meer fatsoenlijk gedragen. De rijken en machtigen zullen zich terugtrekken in hun veilige, versterkte burcht. De armen en zwakken zullen zich in hun lot moeten schikken.
Dat is de grote nachtmerrie van Kofi Annan. Daarom heeft hij vorig jaar een groep wijze vrouwen en mannen uit alle continenten om zich heen verzameld. Hij gaf hen de opdracht de huidige en toekomstige bedreigingen voor vrede en veiligheid in kaart te brengen en aan te geven hoe de internationale gemeenschap zich het best kan organiseren om hier gezamenlijk op te reageren.
Deze week overhandigen zij hun langverwachte rapport aan de secretaris-generaal. Eén rode draad in hun rapport is alvast bekend. Onveiligheid wordt door de verschillende continenten op heel verscheiden manieren aangevoeld. Voor enkele landen betekent onveiligheid terrorisme en massavernietigingswapens. Voor vele andere zijn de aanslepende burgeroorlogen, die de voorbije tien jaar meer dan 6 miljoen slachtoffers hebben gemaakt, de belangrijkste oorzaak van onveiligheid. In Latijns-Amerika, Afrika en elders bepaalt de strijd om het dagelijkse brood nog steeds het leven van miljoenen – soms nog verergerd door georganiseerde misdaad, aids en ecologische ontregeling.
In brede kring leeft het gevoel dat de internationale agenda al te zeer beheerst wordt door wat de rijke landen als een bedreiging ervaren – terrorisme en massavernietigingswapens – en dat met de onveiligheid op andere continenten onvoldoende rekening wordt gehouden. Wat als internationale veiligheid moet doorgaan, lijkt in werkelijkheid synoniem met de veiligheid van enkelen.
De wijze mannen en vrouwen – voluit het High-Level Panel on Threats, Challenges and Change – zullen in hun rapport wellicht suggereren dat wij ons goed in het hoofd moeten prenten dat de veiligheid van de enen als de veiligheid van alle anderen moet worden beschouwd. Als dat niet het geval is, zijn de Verenigde Naties immers niet de stem van de internationale gemeenschap, maar de megafoon van de machtigen. Dat is de voorloper van de VN, de Volkenbond, overkomen in de jaren dertig, toen de rijke landen hun kaarten terugtrokken uit het internationale spel en zich op zichzelf terugplooiden, de rest van de wereld aan zijn lot overlatend.
Ook een tweede rode draad zal allicht prominent aanwezig zijn. Kofi Annan heeft er in het afgelopen jaar geen geheim van gemaakt dat de oorlog in Irak wat hem betreft onwettelijk is. Als andere landen gaan handelen zoals de Verenigde Staten, dan belanden we in een wetteloze wereld, zo vreest hij. Als landen het internationaal recht naar eigen goeddunken gebruiken, dan bestaan er geen vaste regels meer in het internationale verkeer.
Kofi Annans vrees blijkt helaas niet ongegrond te zijn. Na Washington gingen ook in Moskou, Canberra en Tokio al stemmen op om het recht in eigen handen te nemen door middel van preventieve en unilaterale militaire operaties. Als dat zo verder gaat, dan kunnen de Verenigde Naties naar de vuilnisbak van de geschiedenis verwezen worden. Ook dat is immers de Volkenbond destijds overkomen toen de machtige mogendheden de internationale solidariteit overboord gooiden en de Chinezen en de ‘semi-barbaarse’ Abessijnen aan hun lot overlieten toen die het slachtoffer waren van buitenlandse agressie. Het pad naar Hitlers expansie was geëffend.
Wie durft te verzekeren dat de wereld van de jaren dertig, met zijn Darwiniaanse junglewet waarin alleen de sterksten overleven, vandaag niet zou kunnen terugkeren?
Rik Coolsaet